Operating instructions
22 copyright © 2009 BMI
# 0461-000 Carbooon 450SC / # 0462-000 Carbooon 450SC
EIGENSCHAPPEN VAN DE REGELAAR
Motorrem: Een ingeschakelde motorrem verhindert het draaien van de propel-
ler in zweefvlucht. (Niet voor helikopters)
Batterij-type: Hiermee stelt u in welke batterij aangesloten wordt op de rege-
laar. De juistheid van deze instelling is heel belangrijk voor het correct werken
van de cut-off functie
Cut-off Mode: Bepaalt of de motor langzamer begint te draaien (soft cut-off)
of plots stop met draaien (hard- cut-off) als de batterij bijna leeg is.
Cut-off gevoeligheid: Bepaalt bij welke spanning per cel de cut-off functie
ingeschakeld wordt.
Voor Li-ion en LiPo batterijen : (Laag: 2,6V/Medium: 2.85V/Hoog: 3.1V)
Voor NiCad en NiMH : is de initiële spanning van belang (Laag=0%/Medi-
um=45%/Hoog=60%)
Start-Mode: Normale start/ zachte start of superzachte start (Helikopters)
Timing: Een lage timing kan worden gebruikt voor de meeste motoren, Om
de efciëntie te verhogen wordt een lage timing gebruikt bij 2-polige motoren
(meestal binnenlopers), en een Medium timing bij motoren met 6 of meer polen.
Een hoge timing wordt gebruik bij snellere motoren.
Raadpleeg in geval van twijfel de handleiding van uw motor.
GEBRUIK VAN DE REGELAAR
- Verbind de regelaar met de motor (3 stekkers), en steek de servokabel in het
juiste ontvangerkanaal. (kanaal v/d motor)
- Plaats de gasstick in de laagste positie en schakel de zender aan.
- Verbind de batterij met de regelaar.
- De regelaar voert hierop een controle uit en zal het 123 geluidssignaal
afspelen, dat aanduidt dat de spanning voldoende hoog is.
- Vervolgens zullen n korte tonen (n=aantal LiPo cellen) worden weergege-
ven gevolgd door een lange bieptoon (_____), die aangeeft dat de helikopter
startklaar is.
KALIBRATIE VAN DE ZENDER:
Dient uitgevoerd te worden bij het eerste gebruik , en telkens wanneer er
een andere zender gebruikt wordt.
- De gasstick in bovenste positie plaatsen en de zender inschakelen.
- Verbind de regelaar met de batterij en wacht 2 seconden.
- De regelaar voert een controle uit en geeft het 123 geluidssignaal weer
dat aanduidt dat de spanning voldoende hoog is.
- een dubbele bieptoon geeft aan dat de hoogste gasstickpositie correct herkend
werd.
- Zet de gasstick in de onderste positie en n bieptonen zullen volgen (n=aantal
LiPo cellen).
- Een lange beeptoon (_____) geeft nu aan de onderste gaspositie correct her-
kend werd.
- De regelaar is nu klaar voor gebruik.
PROGRAMMATIE VAN DE REGELAAR
Het programmeren van de regelaar is eenvoudig en werkt volgens het principe
van loop-menus. Een lijst van keuzemogelijkheden wordt weergegeven, bij de
gewenste optie dient de gasstick naar beneden gebracht te worden.
1)Programmatiemode instellen
- De gasstick in bovenste positie brengen en zender inschakelen. Batterij op
regelaar aansluiten.
- De regelaar voert hierop een controle uit en zal het 123 geluidssignaal
afspelen, dat aanduidt dat de spanning voldoende hoog is.
- 2 seconden wachten tot 2 bieptonen uitgezonden worden.
- 5 seconden wachten tot 56712 tonen uitgezonden worden.
- U bent nu in de programmatie-mode.
2) U hoort nu een loop van alle keuzemogelijkheden. Kies de gewenste functie
door de gasstick binnen 3 seconden naar beneden te brengen nadat u de biep-
toon van uw keuze hoort.
3) Voor de eerder gekozen functie (zie punt.2) dient nu een instelling gekozen
te worden.
- De regelaar zal alle mogelijkheden afspelen. Selecteer de instelling van de
functie volgens onderstaande tabel en kies de gewenste instelling door de
gasstick naar boven te brengen.
- Een speciale toon 1515 bevestigt dat je keuze opgeslagen werd.
- Door de stick in bovenste positie te laten ga je terug naar het functie-menu en
kunnen eventueel nog andere functies ingesteld worden.
- Door de gasstick naar de onderste positie te brengen, wordt de programmatie-
mode uitgeschakeld na twee seconden.
*= Fabrieksinstellingen
WAARSCHUWING
Na elke instelling van de regelaar dient het model uitvoerig te worden getest
aan de grond, teneinde de pas ingevoerde instellingen te controleren. Foutieve
instellingen van de regelaar kunnen tot gevaarlijke situaties leiden, en zelfs een
crash veroorzaken.
9.
Gebruik van de regelaar
# FUNCTIE-MENU TOON TOON
1° REM 1x kort _
2° BATTERIJ-TYPE 2x kort _ _
3° CUTT-OFF MODE 3x kort _ _ _
4° CUTT-OFF GEVOELIGH. 4x kort _ _ _ _
5° START MODE 1xlang ____
6° TIMING 1xlang 1xkort ____ _
7° STD - INSTELLINGEN 1xlang 2xkort _____ _ _
8° MENU VERLATEN 2 x lang ____ _____
FOUTMELDINGEN
FOUTMELDING MOGELIJKE OORZAAK TE ONDERNEMEN ACTIE
Nadat de batterij werd aangesloten, werkt de motor niet;
er wordt geen geluidssignaal weer gegeven
Geen of verkeerde verbinding tussen batterij en regelaar. Controleer de verbinding en stekkers. Vervang eventueel de
connectors.
Nadat de batterij wordt aangesloten wordt volgend geluids-
signaal weergegeven:_ _ _ _ _ met een interval van 1sec.
De batterijspanning is te laag of te hoog. Controleer de batterij en laad deze op . Vervang de batterij
indien nodig.
Nadat de batterij wordt aangesloten, wordt volgend geluids-
signaal weergegeven _ _ _ _ _ met een interval van 2sec.
Het signaal van de gasstick wordt niet of niet goed her-
kend.
Controleer ontvanger en zender. Controleer of de servo-
kabel van de regelaar zich in het juist ontvangerkanaal be-
vindt. Kalibreer de zender opnieuw.
Nadat de batterij wordt aangesloten, wordt volgend ge-
luidssignaal weergegeven _ _ _ _ _ met een interval van
0,25sec.
De gasstick bevindt zich niet in de onderste positie. Plaats de gasstick in de onderste positie.
Na het aansluiten van de batterij wordt het 56712 ge-
luid weergegeven (Programmatie-mode)
Het gas-kanaal van de zender staat in de “reverse”-po-
sitie. Hierdoor bevindt de laagste gaspositie zich boven
en omgekeerd.
Schakel het gas-kanaal terug normaal met behulp van de
(Nor-Rev) schakelaar op de zender.
De motor draait in de verkeerde richting. Aansluitingsfout tussen regelaar en motor. Verwissel 2 connectors tussen regelaar en motor.
De motor stop plots met draaien. 1) Signaalverlies
2) Cut-Off geactiveerd
3) Slecht contact
1) controleer zender en ontvanger.
2) Land onmiddellijk, laad de batterij op of vervang deze.
3) Controleer alle connectoren van regelaar, motor en batterij.
I N S T E L L I N G E N -
MENU
1 korte toon 2 korte tonen 3 korte tonen
Motorrem Uit* Aan
Batterijtype Li-ion / LiPo* NiMH/NiCad
Cut-off Soft-cut off* Normal cut-off
Cut-off gevoeligheid Laag Medium* Hoog
Start-up Normaal* Soft Super-soft
Timing Laag* Medium Hoog
NL