Operation Manual

Toets 1 naar links drukken, om
de richtingaanwijzer links in te
schakelen.
Toets 1 naar rechts drukken,
om de richtingaanwijzer rechts
in te schakelen.
Toets 1 in de middenstand
indrukken om de richtingaan-
wijzers uit te schakelen.
Alarmknipperlichten
Waarschuwingsknipper-
lichtinstallatie bedienen
Contact inschakelen.
De waarschuwingsknip-
perlichtinstallatie belast de
accu. De waarschuwingsknipper-
lichten slechts voor een beperkte
tijdsduur inschakelen.
Toets 1 bedienen om de waar-
schuwingsknipperlichtinstallatie
in te schakelen.
Het contact kan worden uitge-
schakeld.
Om de alarmknipperlichten uit te
schakelen:
Contact aanzetten en toets 1
bedienen.
Noodstopschakelaar
1 Noodstopschakelaar
Bediening van de nood-
stopschakelaar tijdens het
rijden kan een blokkerend ach-
terwiel en daardoor een val tot
gevolg hebben.
De noodstopschakelaar nooit tij-
dens het rijden bedienen.
Met behulp van de noodstop-
schakelaar kan de motor op een-
voudige wijze snel worden afge-
zet.
4
55
z
Bediening