Bewaar dit document zorgvuldig Installatievoorschrift en gebruikershandleiding voor Gashaarden Versie 2011 1
Gebruiksaanwijzing Inhoud 1. 2. Inleiding .................................................................................................................................................................4 1.1. Verwelkoming................................................................................................................................................4 1.2. Waarborg.............................................................................................................................
Gebruiksaanwijzing 3. Plaatsing van het toestel .....................................................................................................................................12 3.1. Leidingen en gas- netstroomaansluitingen .................................................................................................12 3.2. Open verbranding........................................................................................................................................13 3.2.1. 3.3.
Gebruiksaanwijzing 1. Inleiding 1.1. Verwelkoming Gefeliciteerd met de aankoop van uw Bocal gastoestel! Wij verheugen ons u als klant te hebben. Met dit kwaliteitsproduct zal u jarenlang stookplezier hebben en kunnen genieten van het unieke vlammenspel en de gezellige warmte. Lees eerst zorgvuldig deze gebruiksaanwijzing voordat u het toestel in gebruik neemt. Bewaar dit boekje goed. Het plaatsen en in werking stellen moet door vakmensen gebeuren volgens gangbare normen.
Gebruiksaanwijzing 1.4. Veiligheid 1.4.1.
Gebruiksaanwijzing 1.4.4.2. THERMOVEILIGHEID - ZENDER De afstandsbediening beschikt over een thermo-veiligheid, ingebouwd in de software. Deze geeft het systeem een bijkomende veiligheid wanneer het in THERMO of PROGRAM-mode staat.
Gebruiksaanwijzing 2. Bediening van uw toestel 2.1. Toestellen met Mertik/Maxitrol kraanblok 2.1.1. Beschrijving van het kraanblok 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Hoogspanningskabel Dichtingsring Gastoevoer brander Debiet instelschroef Gastoevoer waakvlam Electromagneet Drukmeetnippels Gasaansluiting 3/8” Thermostaatvoeler Ontstekingsknop Thermostaatknop Sfeerkraan (specifieke modellen) Regelschroef kleinstand Regelschroef waakvlam 2.1.2.
Gebruiksaanwijzing 2.1.3. Ontsteking hoofdbrander en instellen temperatuur Ontstekingknop (10) doordraaien tot branderstand (blauwe bol) en de thermostaatknop (11) op de gewenste temperatuur instellen. De thermostaatknop op stand 1 komt overeen met 13°C. Eén gradatie is telkens +3°C (bv. stand 4 = 22°C). Let er op dat de voeler geplaatst wordt daar waar een normale luchtcirculatie door convectie mogelijk is. Het is aan de installateur om zelf de meest geschikte plaats te kiezen.
Gebruiksaanwijzing 2.2. Toestellen met Minisit kraanblok 2.2.1. Beschrijving van het kraanblok 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Waakvlamdrukknop Dovingsknop Thermostaatknop Schroeven voor beschermkap Regelschroef waakvlam Regelschroef kleinstand Piëzo-ontsteker 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Hoogspanningskabel Dichtingringen (kurk) Gastoevoer brander Debiet instelschroef Gastoevoer waakvlam Elektromagneet Drukmeetnippels Gasaansluiting 3/8” Thermostaatvoeler 2.2.2.
Gebruiksaanwijzing 2.2.4. Uitdoving Om het toestel volledig buiten dienst te stellen, de dovingsknop (2) indrukken. De twee drukknoppen (1 + 2) blijven beide gedurende ±40 seconden geblokkeerd. Tijdens deze periode is het onmogelijk het toestel te ontsteken. Na max. 50 seconden springen beide automatisch in hun oorspronkelijke positie terug. 2.2.5. Nachtstand De thermostaatknop (3) op stand “ster” plaatsen. Enkel de waakvlam blijft branden (indien de omgevingstemperatuur niet lager is dan 5°C). 2.2.6.
Gebruiksaanwijzing 2.3.2. Ontsteking De afsluitkraan op de gasleiding openen; Ontluchting is meestal nodig bij de eerste ingebruikname of na langdurige buitendienststelling. Het ontluchten gebeurt door de thermostaatknop (9) in te drukken; Thermostaatknop (9) op “ster” zetten (de knop blokkeert in deze stand); Thermostaatknop (9) indrukken en gelijktijdig herhaaldelijk de ontstekingsknop (7) indrukken; Eens de waakvlam ontstoken, thermostaatknop (9) gedurende ±20 sec.
Gebruiksaanwijzing 3. Plaatsing van het toestel De plaatsing dient te geschieden volgens de regels van de kunst en moet beantwoorden aan de gangbare normen. De minste afwijking ontslaat ons van alle verantwoordelijkheid wat betreft de veiligheid en de goede werking van het toestel. Bij wijzigingen aan de regelorganen door onbevoegde personen vervalt de waarborg. Controleer voor de installatie of de plaatselijke verdelingsvoorwaarden, de gassoort en de druk overeenstemt met de afstelling van het toestel.
Gebruiksaanwijzing 3.2. Open verbranding Het rookafvoerkanaal is voorzien voor buizen van Ø 90; De kachel dient aangesloten te worden op een goed werkende schouw. De schoorsteen vegen en de roetput reinigen indien nodig; De hoogte van het schouwkanaal moet minstens 4 meter bedragen; Indien de afvoerbuis door een brandbare wand gaat, zal de opening in de wand minstens 2 cm groter zijn dan de afvoerbuis en mag deze nergens de wand raken.
Gebruiksaanwijzing 3.2.1.2. DAK MET EEN HELLING KLEINER DAN 23° - PLAT DAK Vanuit de hoogste punten van het plat dak de referentie- horizontale trekken; Vanuit het snijpunt van deze horizontale met de verticale van de gevel, een lijnstuk naar omhoog toe tekenen onder een hoek van +20° t.o.v.
Gebruiksaanwijzing Bepaling van een hindernis: Invloed van een hindernis op een naastliggend gebouw: 15
Gebruiksaanwijzing 3.3. Gesloten verbranding 3.3.1. Dakdoorvoer voor A8M, A19M en A19ME 3.3.1.1. WANNEER GEBRUIKEN? Dit type wordt gebruikt wanneer de rookgasafvoer uitmondt op een hellend dak. Deze dakdoorvoeren zijn geschikt als gecombineerde doorvoeren voor de afvoer van verbrandingsgassen en de toevoer van verbrandingslucht voor gesloten gasgestookte toestellen, met of zonder ventilator. De aansluiting gebeurt met concentrische buizen Ø 100 – Ø 150. 3.3.1.2.
Gebruiksaanwijzing 3.3.2. Schouwdoorvoerkit voor A8M, A19M en A19ME 3.3.2.1. WANNEER GEBRUIKEN? Dit type wordt gebruikt wanneer de rookgasafvoer uitmondt op een plat dak of bij het gebruik van een schouwkanaal. Deze schouwdoorvoeren zijn geschikt als gecombineerde doorvoeren voor de afvoer van verbrandingsgassen en de toevoer van verbrandingslucht voor gesloten gasgestookte toestellen, met of zonder ventilator. De aansluiting gebeurt met concentrische buizen Ø 100 – Ø 150.
Gebruiksaanwijzing 3.3.3.3. PLAATSING MUURDOORVOER 1. Controleer eerst de muurdoorvoer op beschadigingen; Bepaal de plaats van de muurdoorvoerconstructie; 2. Maak van buitenaf een gat voor de muurdoorvoer. Zorg ervoor dat er geen vuil in het toestel kan komen; 3. Plaats de buitenrooster voorzichtig van buitenaf door de muur. Pas de lengte aan, aan de muurdikte; 4. Zet de muurdoorvoer horizontaal naar buiten. Zet het buitenrooster vast aan de buitenmuur; 5.
Gebruiksaanwijzing Opmerkingen: De muurkoker moet horizontaal geplaatst worden naar buiten toe. Nooit laten afhellen naar beneden om insijpelen van regenwater te voorkomen, dit is nefast voor een goede werking van het toestel; Indien de muurkoker door een spouwmuur loopt is het van groot belang de openingen (overgang telescopische buizen) die nog in de muurkoker zitten af te dichten om trekverliezen te voorkomen. 3.3.5.
Gebruiksaanwijzing 3.3.6. Voorwaarden voor opbouw concentrisch buizensysteem 3.3.6.1. ALGEMENE VOORWAARDEN Algemene regel: Bij de opbouw van het concentrisch buizensysteem zal de hoeveelheid weerstand opgebouwd door het buizensysteem bepalend zijn voor de goede werking. Daar horizontale stukken de meeste weerstand creëren, zijn deze te vermijden.
Gebruiksaanwijzing Figuur D geeft een overzicht van de verschillende soorten aansluitingen (muur- / schouw- / dakdoorvoer) bij gastoestellen met gesloten verbranding. Tevens staan de voorwaarden voor de opbouw van het concentrische buizensysteem duidelijk aangeduid. (1-2) dakdoorvoerkit (1-2) schouwdoorvoerkit (1-2) dakdoorvoerkit concentrische buis (1-2-3 muurdoorvoerkit) (1-2) dakdoorvoerkit A
Gebruiksaanwijzing 3.3.7. Richtlijnen uitmonding van de rookgasafvoeren 2 1 In het grijze gedeelte bevinden zich ramen, deuren noch ventilatieopeningen. 1. De afstand L tussen een wandopening en een eindstuk dat lager gelegen is (met de uitmonding in het dak of in een verticale wand) moet voldoen aan: L + ΔH > 4 m. 2. De afstand L tussen een wandopening en een eindstuk dat hoger gelegen is, wordt als volgt bepaald: Indien ΔH < 0,5 m dan moet L ≥ 2 m Indien ΔH < 1 m of ΔH ≥ 0,5 m dan moet L ≥ 1 m.
Gebruiksaanwijzing Uitmonding van het eindstuk in een vlakke gevel In het grijs getinte deel mogen geen ramen of deuren uitmonden. Is de verticale afstand tussen het eindstuk en de bovenkant van het raam groter dan 0,25 m dan moet de horizontale afstand tussen het raam en de uitmonding groter dan of gelijk zijn aan 1 m.
Gebruiksaanwijzing Uitmonding van het eindstuk in een gevel nabij een hoek- aangrenzend gevelvlak met wandopeningen In het grijs getinte deel mogen geen ramen of deuren uitmonden.
Gebruiksaanwijzing 4. Plaatsing v.d. houtblokken/wijnranken/keien/kolen en vermiculiet 1. Verdeel de vermiculietkorrels gelijkmatig op de brander; 2. Verdeel de gloeivlokken op de vermiculietkorrels om een optimaal gloei-effect te bekomen; 3. Plaats vervolgens de hout-, kolen-, keien-, of wijnrankenset volgens de figuren. W133 vermiculiet 1000 ml W134 gloeivlokken Eerst het vermiculiet op de brander, bovenop de vermiculiet komen mooi verdeeld de gloeivlokken.
Gebruiksaanwijzing 4.3. Houtset voor de toestellen: A99E-A9E-A19-A19E-A116 Inhoud van de houtset W46 houtblokken A9E/… Correcte plaatsing van de houtset Opmerking: Een correcte plaatsing van de houtset is nodig om een goede en mooie verbranding te hebben. Gelieve bij het plaatsen van de houtset gebruik te maken van de positioneringstaafjes op de brander en de uitsparingen in de brandplaat.
Gebruiksaanwijzing 4.6. Houtset voor toestel A108 – A108R W51 houtblokken A108/R Inhoud van de houtset Correcte plaatsing van de houtset Opmerking: Een correcte plaatsing van de houtset is nodig om een goede en mooie verbranding te hebben. Gelieve bij het plaatsen van de houtset gebruik te maken van de positioneringstaafjes op de brander en de uitsparingen in de brandplaat.