Operating Instructions and Installation Instructions

Gebruiksaanwijzing
22
3.3.7. Richtlijnen uitmonding van de rookgasafvoeren
In het grijze gedeelte bevinden zich ramen, deuren noch ventilatieopeningen.
1. De afstand L tussen een wandopening en een eindstuk dat lager gelegen is (met de uitmonding in het dak of
in een verticale wand) moet voldoen aan: L + ΔH > 4 m.
2. De afstand L tussen een wandopening en een eindstuk dat hoger gelegen is, wordt als volgt bepaald:
Indien ΔH < 0,5 m dan moet L
≥ 2
m
Indien ΔH < 1 m of ΔH ≥ 0,5 m dan moet L
≥ 1
m.
1
2