Operation Manual

58
Fout
FoutFout
Fouten bij de recepten
en bij de receptenen bij de recepten
en bij de recepten
Probleem
ProbleemProbleem
Probleem
Oorzaak
OorzaakOorzaak
Oorzaak
Verhelpen
VerhelpenVerhelpen
Verhelpen
Brood rijst te hard – te veel gist, te veel meel, te weinig zout
– of een combinatie van deze oorzaken
a/b
Brood rijst niet of niet
voldoende
– geen of te weinig gist
– oude of slechte gist
– vloeistof te heet
– gist met vloeistof in contact gekomen
– verkeerd of oud meel
– te veel of te weinig vloeistof
– te weinig suiker
a/b
d
c
c
d/l
a/b/g
a/b
Deeg rijst te sterk tot over de
bakvormrand
– heel zacht water versterkt de werking van de gist
– te veel melk beïnvloedt de werking van de gist
f/k
c
Brood is ingezakt – broodvolume groter dan de vorm, daardoor ingezakt
– te vroege of te snelle gisting door te warm water, warme
bakruimte, hoge vochtigheidsgraad. Door warme
vloeistoffen rijst het deeg te snel en zakt dan voor het
bakken in elkaar
– geen zout of te weinig suiker
– te veel vloeistof
a/f
c/h/i
a/b
f/g
Zware, klomperige structuur – te veel meel of te weinig vloeistof
– te weinig gist of suiker
– te veel vruchten, volle graankorrels of andere ingrediënten
– oud of slecht meel
a/b/g
a/b
b
d
Brood is in het midden niet
doorbakken
– te veel of te weinig vloeistof
– hoge vochtigheidsgraad
– recept met vochtige ingrediënten, bijvoorbeeld yoghurt
a/b/g
g
f
Open, grove structuur of
gaten
– te veel water
– geen zout
– hoge vochtigheidsgraad, te warm water
– vloeistof te heet
f/g
b
f/h
c
Paddestoelvormig, niet
gebakken oppervlak
– broodvolume groter dan de vorm
– te veel meel, vooral bij witbrood
– te veel gist of te weinig zout
– te veel suiker
– behalve suiker nog andere zoete ingrediënten
a/e/j
e
a/b/j
a/b
b
Sneetjes worden
ongelijkmatig of klonteren in
het midden
– brood niet voldoende afgekoeld (stoom ontweken) i
Meelresten aan de
broodkorst
– meel is bij het kneden aan de randen niet goed gemengd k
De fouten verhelpen
De fouten verhelpenDe fouten verhelpen
De fouten verhelpen
a) Meet de ingrediënten correct.
b) Pas de hoeveelheid van de ingrediënten dienovereenkomstig aan en controleer of u een ingrediënt
vergeten hebt.
c) Gebruik een andere vloeistof of laat deze afkoelen tot op kamertemperatuur. Voeg de ingrediënten toe in
de in het recept genoemde volgorde. Druk een klein gaatje in het midden en leg daarin de verbrokkelde of
de droge gist. Vermijd direct contact van de gist met vloeistof.
d) Gebruik alleen verse en correct bewaarde ingrediënten.
e) Verminder de totale hoeveelheid en neem nooit meer dan de aangegeven hoeveelheid meel.Verminder
eventueel alle ingrediënten met 1/3.
f) Corrigeer de vloeistofhoeveelheid.Wanneer u vochthoudende ingrediënten gebruikt, moet u de
vloeistofhoeveelheid dienovereenkomstig verminderen.
g) Neem bij zeer vochtig weer 1 - 2 eetlepels water minder.