Operation Manual

22
Het keramische
kookoppervlak
De keramische zones worden bediend door knop-
pen welke 13 standen hebben. Op stand 0 is de
zone uitgeschakeld. De keramische zone wordt
geactiveerd zodra er een stand wordt ingesteld
tussen stand 1 tot en met 12. Als u een stand
instelt zal de zone een rode gloed krijgen en zal de
zone warmte afgeven waarmee zowel de pan als
het keramische glas verwarmt wordt.
Sommige zones hebben een uitbreidingszone.
Deze kan ingeschakeld worden door de knop van
de desbetreffende zone voorbij stand 12 te draai-
en. Door nogmaals de knop voorbij stand 12 te
draaien schakelt u de uitbreidingszone weer uit.
Voor elke zone is er een restwarmte indicatie-
lampje, welke aangeeft dat de zone heet is. Dit
lampje blijft branden zolang de zone nog heet is,
dus ook als de zone is uitgeschakeld.
Belangrijke aanwijzingen:
Laat de kookzones niet aanstaan als er geen pan
op staat. Vermijd temperatuurschommelingen op
de glaskeramische kookplaat. Giet bijvoorbeeld
geen koud water op de hete kookplaat. Ga na of de
pan de kookzone helemaal bedekt en dat de pan
goed in het midden van de kookzone staat.
Vermijd het contact van suiker, synthetische stof-
fen of aluminiumfolie met de hete glasplaat. Deze
stoffen kunnen tijdens het afkoelen het vitroke-
ramische oppervlak doen barsten of aantasten:
schakel het apparaat uit en verwijder ze onmiddel-
lijk van de nog hete zones (opgepast: risico voor
brandwonden)
U kunt de keramische kookplaat schoonmaken
zoals u al uw ander glaswerk ook schoonmaakt,
met een zachte en vochtige doek. Voor grondige
reiniging zijn er speciale reinigingsmiddelen voor
keramische glasplaten.
Inductie
De werking van inductie
Onder elke kookzone bevind zich een inductiespoel.
Als de kookzone ingeschakeld wordt, produceert
de spoel een elektromagnetisch veld dat ener-
giestromen genereert in de magnetische bodem
van de pan. De panbodem sluit het magnetisch
veld waardoor de pan op de zone warm wordt.
Let op de volgende zaken voordat u een inductie-
fornuis gaat gebruiken:
Verzeker u ervan dat u gebruik maakt van magne-
tische pannen (dit is te testen met hulp van een
doorsnee magneet) Geëmailleerde pannen, roest-
vrijstalen pannen met magnetische bodems als-
mede gietijzeren pannen zullen gewoon werken.
De inductiezone past zich automatisch aan, aan
de diameter van de pan. Als deze te klein is, zal
de kookzone niet werken. Als de pan niet geschikt
is voor de kookplaat geeft de display [U] aan.
Bediening:
Door de knop van de zone met de klok mee te
draaien kunt u de gewenste stand instellen van
stand 1 tot 9. Draait u de knop voorbij stand 9,
schakelt u de boosterstand in waarmee u voor
kortere tijd extra vermogen kunt vragen van de
inductiekookplaat. Dit is handig voor het aanbra-
den van vlees alsmede het sneller aan de kook
brengen van bijvoorbeeld water.
Automatisch koken:
Alle kookzones zijn uitgerust met een automati-
sche kookfunctie. Dit systeem dient er voor om
vooraf te bepalen welke temperatuur bereikt
moet worden en dat deze zo snel mogelijk be-
reikt wordt. Hiervoor is het noodzakelijk dat u de
bedieningsknop op ‘uit’ zet en de knop tegen de
klok in draait tot de [A] in het display verschijnt.
Vervolgens draait u de knop weer terug naar de
gewenste te bereiken stand. Deze stand zal sa-
men met de A gaan knipperen (afwisselend) om
u op de hoogte te houden dat de automatische
kookfunctie ingeschakeld is. Na het bereiken van