6 720 644 143-00.
| Inhoudsopgave NL Inhoudsopgave 1 Uitleg van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 1.1 Uitleg van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . 5 1.2 Veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . 5 2 Leveringsomvang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 3 Toestelbeschrijving algemeen . . . . . . . . . . . . . . . 7 3.1 Gebruik volgens de voorschriften . . . . . . . 7 3.2 EG-conformiteitverklaring . . . . . . . . . . . . . 7 3.
NL |3 13 Inspectie en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 13.1 Beschrijving van de procedure . . . . . . . 48 13.1.1 Laatst opgeslagen storing oproepen (servicefunctie 6.A) . . . . . . . . . . . . . . . . 48 13.1.2 Filter in koudwaterleiding . . . . . . . . . . . 48 13.1.3 Platenwarmtewisselaar . . . . . . . . . . . . . 48 13.1.4 Branderbak, inspuiters en brander reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 13.1.5 Warmtewisselaar reinigen . . . . . . . . . . . 49 13.1.
| 6 720 645 012 (2011/02) NL Copyright (optional information)
NL Uitleg van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen | 5 1 Uitleg van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen 1.1 Uitleg van de symbolen Waarschuwingssymbolen Veiligheidsinstructies worden omkaderd en aangegeven met een uitroepteken in een gevarendriehoek met grijze achtergrond. 1.2 Veiligheidsaanwijzingen Bij gaslucht B Sluit de gaskraan (Æ pagina 25). B Open vensters en deuren. B Bedien geen elektrische schakelaars. B Open vuur doven.
| Leveringsomvang 2 NL Leveringsomvang 1 2 6 720 647 639-01.1O 3 4 5 6 Afb.
NL 3 Toestelbeschrijving algemeen | 7 Toestelbeschrijving algemeen Bosch 24 VRC II Open-toestellen zijn combitoestellen met ingebouwde trekonderbreker voor verwarming en tapwatervoorziening volgens het doorstroomprincipe. 3.3 3.1 24 VR C Open Gebruik volgens de voorschriften Het toestel mag alleen op gesloten warmwater-verwarmingssystemen volgens EN 12828 worden aangesloten. Een ander gebruik is niet volgens de voorschriften. Voor daaruit voortkomende schade wordt geen aansprakelijkheid aanvaard.
| Toestelbeschrijving algemeen 3.5 Toestelbeschrijving • Toestel voor montage aan de muur en schoorsteenaansluiting • Toestel met open verbrandingskamer en ingebouwde trekonderbreker NL 3.6 Accessoires Een volledig overzicht van alle beschikbare toebehoren is in onze hoofdcatalogus opgenomen.
NL Toestelbeschrijving algemeen | 9 Afmetingen en minimale afstanden min. min. 130 235 30 100 = 260 25 = 30 835 850 833 27 100 min. 300 3.7 1 2 30 200 440 380 3 6 720 647 639-02.1O Afb.
| Toestelbeschrijving algemeen 3.8 NL Toestelopbouw 24 25 23 22 21 26 20 27 28 29 30 19 31 18 17 32 16 33 34 35 15 14 36 1 13 37 2 3 12 11 38 4 5 10 min 6 7 8 9 6 720 647 639-03.1O Afb.
NL Toestelbeschrijving algemeen | 11 Legenda bij afb.
| Toestelbeschrijving algemeen 3.9 NL Elektrische bedrading 21 17 16 29 18 19 20 15 22 14 13 23 24 2 LZ NZ 7 LR Ls Ns N 5 3 9 25 27 6 8 6 7 1 AC 230 V L B B 4 2 1 A F 4 5 28 9V/25 V 11 12 AC 230V 8 9 10 26 6 720 647 639-06.1O Afb.
NL Toestelbeschrijving algemeen | 13 Legenda bij afb.
| Toestelbeschrijving algemeen NL 3.10 Technische gegevens met verbrandingsgastemperatuurstrip zonder verbrandingsgastemperatuurstrip Eenheid “5” Aardgas “31” Propaan “5” Aardgas Max. vermogen kW 24,3 23,0 23,8 Max. belasting kW 27,0 25,6 27,0 Min. vermogen kW 10,9 10,9 10,7 Min. belasting kW 12,1 12,1 12,1 Max. vermogen warmwater kW 24,3 23,0 23,8 Max.
NL Toestelbeschrijving algemeen | 15 zonder verbrandingsgastemperatuurstrip met verbrandingsgastemperatuurstrip Eenheid “5” Aardgas “31” Propaan “5” Aardgas mbar 0,015 0,015 0,015 Verbrandingsgastemperatuur bij max. nominaal belasting °C 132 132 146 Verbrandingsgastemperatuur bij min. nominaal belasting °C 89 89 95 Verbrandingsgasvolumestroom bij max. nominaal vermogen g/s 17,6 17,6 17,9 Verbrandingsgasvolumestroom bij min.
| Voorschriften 4 NL Voorschriften De onderstaande richtlijnen en voorschriften opvolgen: • Nationale voorschriften • NEN 1078 Voorschriften voor aardgasinstallaties NPR3378 toelichting bij NEN1078 • U dient als installateur ervoor te zorgen dat de gehele installatie voldoet aan onderstaande voorschriften. • EN 677 Verwarmingsketels voor gasvormige brandstoffen, bijzondere eisen aan ketels met eennominaal vermogen gelijk aan of kleiner dan 70 kW. • NOx-besluit.
NL 5 Installatie | 17 Installatie GEVAAR: Explosie! B Sluit de gaskraan voordat aan gasvoerende delen wordt gewerkt. B Controleer na werkzaamheden alle gasvoerende delen op dichtheid. Opstelling, stroomaansluiting, gas- en verbrandingsgaszijdige aansluiting en inbedrijfstelling mogen alleen door een erkend installateur worden uitgevoerd. Antivriesmiddel Antivriesmiddelen zijn niet toegestaan. Corrosiebeveiligingsmiddel Anticorrosiemiddelen zijn niet toegestaan.
| Installatie 5.2 NL Opstellingsplaats kiezen Voorschriften ten opzichte van de opstellingsruimte Neem voor alle installaties de desbetreffende voorschriften in acht. B Desbetreffende normen toepassen. 5.3 Leidingen installeren B Gaten voor de montagebouten (Ø 8 mm) en de montageplaat conform afbeelding 2, pagina 9 of afb. 3, pagina 10 maken. B Montageaansluitplaat (toebehoren) met meegeleverd bevestigingsmateriaal monteren.
NL 5.4 Installatie | 19 Slang van overstortventiel (verwarming) monteren Toestel monteren OPMERKING: Vervuiling in de installatie kan het apparaat beschadigen. B Spoel de installatie om vuil te verwijderen. B Verwijder de verpakking, let op de aanwijzingen op de verpakking en let op het bijgeleverde bevestigingsmateriaal. B Op de typeplaat de markering van het land van bestemming en goedkeuring voor het door het gasbedrijf geleverde soort gas controleren (Æpagina 10). 6 720 619 605-37.1O Afb.
| Installatie NL Klep monteren Verbrandingsgasafvoer B Uitlijning van de dempers controleren (Æ afb. 10). Om corrosie te voorkomen, alleen rookgasafvoerkanalen van aluminium gebruiken. B Klep van onderen vastklikken. 5.5 Aansluitingen controleren Wateraansluiting B Servicekraan aanvoerleiding en servicekraan retourleiding openen en CV-installatie vullen. B Koppelingen op dichtheid controleren (testdruk: max. 2,5 bar op manometer).
NL Elektrische aansluiting | 21 6 Elektrische aansluiting 6.1 Algemene aanwijzing 6.2 GEVAAR: Door elektrocutie! B Voor werkzaamheden aan het elektrische deel de voedingsspanning (230 V AC) onderbreken (zekering, vermogensautomaat) en beveiligen tegen onbedoeld herinschakelen. Het toestel wordt geleverd met een vast aangesloten netkabel inclusief netstekker. 6.3 In ruimten met badkuipen of douche mag het toestel alleen via een FI-aardlekschakelaar worden aangesloten.
| Elektrische aansluiting NL B Voor de spuitwaterdichtheid (IP) altijd de trekontlasting overeenkomstig de diameter van de kabel afsnijden. 6.3.1 24 Volt aan/uit kamerthermostaat aansluiten B De volgende aderdiameters gebruiken: Kabellengte Doorsnede ≤ 20 m 0,75 - 1,5 mm2 8-9 ≤ 30 m 1,0 - 1,5 mm2 5-7 > 30 m 1,5 mm2 Tabel 6 10-12 13-14 6 720 612 259-30.1R Afb. 15 B Het deksel van de aansluitstekker openen t.b.v. de aan/uit kamerthermostaat aansluiting, als aangegeven in afb. 16.
NL 6.3.2 Elektrische aansluiting | 23 Modulerende Kamerthermostaat aansluiten Het toestel kan alleen met een Bosch modulerende regelaar worden gebruikt. 6.4 Externe toebehoren aansluiten 6.4.1 Circulatiepomp (AC 230 V, max. 100 W) aansluiten Inbouw en elektrische aansluiting zie betreffende installatiehandleiding. 6.3.
| Elektrische aansluiting 6.4.3 NL 3-standen cv-pomp in gemengd cv-circuit aansluiten B LZ NZ B 4 2 1 F 9 A 8 7 6 720 640 384-20.2O Afb. 21 B Met servicefunctie 5.E aansluiting LZ - NZ op 03 (externe cv-pomp in gemengd verbruikerscircuit) instellen (Æ pagina 36). De externe cv-pomp draait parallel met de ingebouwde cv-pomp.
NL Inbedrijfname | 25 7 Inbedrijfname 1 3 2 4 5 6 7 8 9 eco reset 10 11 19 12 13 14 15 16 17 18 6 720 640 384-08.1O Afb.
| Inbedrijfname 7.1 NL Voor het in bedrijf nemen OPMERKING: Inbedrijfstelling zonder water zal schade aan het toestel veroorzaken. B De ketel mag alleen met water gevuld worden gebruikt. 7.3 Verwarming inschakelen De maximale aanvoertemperatuur kan op de aanvoertemperatuurregelaar op de CV-installatie worden aangepast. De momentele aanvoertemperatuur wordt op het display getoond. Instelling aanvoertemperatuurregelaar Aanvoertemperatuur B Open de radiatorventielen. 1 ca.
NL 7.4 Inbedrijfname | 27 Kamerthermostaat (toebehoren) instellen Respecteer de bedieningshandleiding van de gebruikte kamerthermostaat. Daar vindt u, B hoe u de bedrijfsstand en de verwarmingscurve bij weersgestuurde regelaars kunt instellen, B hoe u de kamertemperatuur kunt instellen, B hoe u economisch kunt verwarmen en energie kunt besparen. 9 12 h 15 18 6 3 Warmwater-temperatuurregelaar Warmwatertemperatuur min ca. 40 °C e ca. 55 °C max ca.
| Inbedrijfname 7.7 NL Zomerbedrijf instellen 7.9 De verwarmingspomp stopt en daarmee is de verwarming buiten werking. De warmwatervoorziening evenals de verzorging van de spanning voor de verwarmingsregelaar en schakelklok blijft gehandhaafd. OPMERKING: Gevaar voor bevriezen van de cv-installatie. In zomerbedrijf bestaat alleen gevaar voor bevriezing van het toestel. B Respecteer bij vorstgevaar de vorstbeveiliging (Æ hoofdstuk 7.8). B Stand van de aanvoertemperatuurregelaar ren.
NL 8 Pompblokkeringsbeveiliging | 29 Pompblokkeringsbeveiliging Deze functie voorkomt het vastlopen van de cv-pomp en de 3-wegklep na een langere bedrijfsstilstand. Na iedere pompuitschakeling volgt een tijdmeting, om met regelmatige tussenpozen de verwarmingspomp en de 3-wegklep kort in te schakelen.
| Instellingen van de elektronica NL 9 Instellingen van de elektronica 9.1 Algemeen Instellen van de Heatronic De elektronica maakt het comfortabel installen en controleren van vele toestelfuncties mogelijk. Servicefunctie Waarde U vindt een overzicht van de servicefuncties in hoofdstuk 9.2 op pagina 31. 3 reset 2 1 eco 3 2 3 4 2 5 4 e 6 1 6 max min max 1 4 5 6 720 612 659-31.1R Afb.
NL Instellingen van de elektronica | 31 9.2 Overzicht servicefuncties 9.2.1 Eerste serviceniveau (servicetoets net zolang indrukken, tot deze gaat branden). Servicefunctie Display Pagina Display Pagina 7.b 3-wegklep in middenpositie zetten 37 7.C Minimale tapwaterhoeveelheid voor tapwaterbedrijf 37 7.d Aansluiting externe aanvoertemperatuurvoeler (b.v. open verdeler) 37 7.E Gebouwdroogfunctie 37 7.F Configuratie van de klemmen 1-2-4 37 1.A Maximaal verwarmingsvermogen 32 1.
| Instellingen van de elektronica 9.2.2 NL Tweede serviceniveau vanuit het eerste serviceniveau, servicetoets brand (eco-toets en toetsblokkering tegelijkertijd indrukken, tot bijv. 8.A verschijnt) Beschrijving van de servicefuncties 9.3.1 1e serviceniveau Servicefunctie 1.A: maximale cv-vermogen Servicefunctie Pagina Display 9.3 Het is mogelijk om het toestel verwarmingszijdig op de juiste transmissieberekening in te stellen.
NL Instellingen van de elektronica | 33 Servicefunctie 1.b: maximale tapwatervermogen De basisinstelling is 4. Het tapwatervermogen kan tussen minimale nominale warmtevermogen en maximale nominale warmtevermogen op de overdrachtscapaciteit van de boiler worden ingesteld. H / m 5 1 4 Basisinstelling is het maximale nominale warmtevermogen tapwater: U0. 2 3 B Servicefunctie 1.b kiezen. 2 B Tapwatervermogen in kW en bijbehorende waarde zijn te vinden in de insteltabellen (Æ pagina 60).
| Instellingen van de elektronica NL Servicefunctie 1.d: pompkarakteristiek Servicefunctie 2.C: ontluchtingsfunctie Deze servicefunctie komt overeen met de schakelaar pomptoerental en is alleen actief, wanneer bij pompidentificatievel (servicefunctie 1.C) 0 is gekozen. Met de ontluchtingsfunctie wordt het toestel ontlucht. Daarvoor schakelt de cv-pomp in intervallen aan en uit (ca. 4 minuten lang). Het display toont afwisselend met de aanvoertemperatuur.
NL Instellingen van de elektronica | 35 Servicefunctie 3.b: schakelblokkering Servicefunctie 3.F: warmhoudtijd Alleen wanneer de automatische schakelblokkering (servicefunctie 3.A) is uitgeschakeld, is deze servicefunctie actief. De warmhoudtijd geeft aan, hoe lang het CV-bedrijf na een tapwaterafname geblokkeerd blijft. De schakelblokkering kan worden ingesteld van 00 t/m 15 (0 tot 15 minuten). De warmhoudtijd kan worden ingesteld van 00 t/m 30 (0 tot 30 minuten). Basisinstelling is 01 (1 minuut).
| Instellingen van de elektronica Servicefunctie 5.C: gebruik van het kanaal bij een 1kanaals schakelklok veranderen Met deze servicefunctie kunt u het gebruik van het kanaal veranderen van verwarming naar warm water. Mogelijke instellingen zijn: NL Servicefunctie 6.b: spanning klem 2 De actuele spanning op klem 2 wordt getoond.
NL Instellingen van de elektronica | 37 Servicefunctie 7.b: 3-wegklep in middenpositie zetten Servicefunctie 7.E: gebouwdroogfunctie Na het opslaan van de waarde 01 gaat de 3-wegklep naar de middenpositie. Daardoor wordt het volledig aftappen van het systeem en de eenvoudige demontage van de motor gewaarborgd. Met deze servicefunctie wordt de gebouwdroogfunctie in- of uitgeschakeld. Bij het verlaten van deze servicefunctie wordt automatisch weer de waarde 00 opgeslagen. Servicefunctie 7.
| Instellingen van de elektronica 9.3.2 2e serviceniveau Servicefunctie 8.A: software-versie De actuele software-versie wordt getoond. Servicefunctie 8.b: codeerstekker nummer De laatste vier posities van de codeerstekker worden getoond. De codeerstekker bepaalt de toestelfuncties. Wanneer het toestel van aardgas naar vloeibaar gas is omgebouwd (of omgekeerd), dan moet de codeerstekker worden vervangen. Servicefunctie 8.C: GFA-status Interne parameter. Servicefunctie 8.
NL Instellingen van de elektronica | 39 Servicefunctie 9.F: nadraaitijd cv-pomp (verwarming) Servicefunctie b.b.: minimale aanvoertemperatuur Met deze functie kan de pompnadraaitijd aan het einde van de warmtevraag van de externe regelaar worden ingesteld. Met deze servicefunctie kunt u de minimale aanvoertemperatuur instellen. De pompnadraaitijd kan van 01 t/m 10 (1 tot 10 minuten) worden in gesteld in stappen van 1 minuut.
| Instellingen van de elektronica NL Servicefunctie C.E: aantal pompstarts van de circulatiepomp Servicefunctie d.b: minimale verbrandingsgastemperatuur Met deze servicefunctie kunt u instellen, hoe vaak de circulatiepomp in een uur gedurende 3 minuten draait. Met deze servicefunctie kunt u de minimale verbrandingsgastemperatuur instellen. Mogelijke instellingen zijn: • 1: 3 minuten aan, 57 minuten uit. Deze kan van 9 tot 17 (90 °C tot 170 °C) in stappan van 10- °C worden ingesteld.
NL 10 Aanpassing aan het gassoort | 41 Aanpassing aan het gassoort De basisinstelling van de aardgastoestellen is conform aardgas 2L. 10.1 Gaszijdig ombouwen De volgende gassoort-ombouwsets zijn leverbaar: Een instelling op de nominale warmtebelasting en minimale warmtebelasting is niet nodig. Aardgas • Toestellen voor aardgasgroep 2L (G25) zijn af fabriek op Wobbe-index 12,2 kWh/m3 en 25 mbar aansluitdruk ingesteld en verzegeld.
| Aanpassing aan het gassoort NL 10.2 Instelling gas (aardgas en flessegas propaan (3P)) 10.2.1 Voorbereiding B Mantel wegnemen (Æ blz. 19). B Verwijder de schroef en klap de schakelkast naar voren. 1 2 3 3 3 4 2 5 1 6 4 5 6 max Afb. 35 Het nominaal verwarmend vermogen kan met de branderdruk of volumetrisch worden ingesteld. Voor de gasinstelling toebehorennr. 8 719 905 029 0 gebruiken. Altijd eerst bij maximaal verwarmend vermogen en dan bij minimaal verwarmend vermogen instellen.
NL Aanpassing aan het gassoort | 43 B Voor “max.” de opgegeven inspuiterdruk (mbar) uit de tabel op pagina 60 nemen. Inspuiterdruk via instelschroef max. gashoeveelheid (Æ afb.Æ 36, [2]) instellen. Naar rechts draaien meer gas, naar links draaien minder gas. Branderdruk bij minimaal verwarmend vermogen B De schoorsteenveger toets kort indrukken. Het display toont de aanvoertemperauur afwisselend met = minimale nominale warmtevermogen. B Controleer de vereiste voordruk volgens de tabel.
| Aanpassing aan het gassoort NL 10.2.3 Volumetrische instelmethode Gashoeveelheid bij minimaal verwarmend vermogen Controleer bij de toevoer van mengsels van flessegas gas en lucht in piekbehoeftetijden de instelling met de instelmethode volgens de inspuiterdruk. B De schoorsteenveger toets kort indrukken. Het display toont de aanvoertemperauur afwisselend met = minimale nominale warmtevermogen. B Wobbe-index (Wo) en verbrandingswaarde (HS) resp.
NL Verbrandingsgasmeting | 45 11 Verbrandingsgasmeting De controle van het verbrandingsgastraject omvat controle van de verbrandingsgasafvoer en een CO-meting. B Schakel het toestel uit. • Controleren van de verbrandingsgasafvoer B Meetpunt in de verbrandingsgasleiding afsluiten. B Meergatsensor verwijderen. • CO-meting (Æhoofdstuk 11.2) 11.3 Rookgasverlies bepalen 11.
| Milieubescherming/afval 12 NL Milieubescherming/afval Milieubescherming is een belangrijk beginsel van Bosch. Kwaliteit van de producten, spaarzaamheid en milieubescherming zijn voor ons doelen die even belangrijk zijn. Wetten en voorschriften ten aanzien van de milieubescherming worden strikt in acht genomen. Ter bescherming van het milieu passen wij met inachtneming van economische gezichtspunten de best mogelijke techniek en materialen toe.
NL 13 Inspectie en onderhoud | 47 Inspectie en onderhoud Om het gasverbruik en de milieubelasting gedurende lange tijd zo laag mogelijk te houden, adviseren wij om bij een erkend installatiebedrijf een inspectie- en onderhoudscontract met jaarlijkse inspectie en onderhoud naar behoefte af te sluiten. Belangrijke opmerkingen Een overzicht van de mogelijke storingen vindt u op pagina 55.
| Inspectie en onderhoud NL 13.1 Beschrijving van de procedure 13.1.3 Platenwarmtewisselaar Bij onvoldoende tapwatervermogen 13.1.1 Laatst opgeslagen storing oproepen (servicefunctie 6.A) B Controleer het filter in de koudwaterleiding op vervuiling (Æ blz. 13.1.2). B Servicefunctie 6.A selecteren (Æ pagina 36). B Platenwarmtewisselaar demonteren en vervangen, -of- Een overzicht van de mogelijke storingen vindt u op pagina 55. B met een voor roestvrijstaal (1.
NL Inspectie en onderhoud | 49 13.1.4 Branderbak, inspuiters en brander reinigen 13.1.5 Warmtewisselaar reinigen B Voorwand van de verbrandingskamer wegnemen. B Voorwand van de verbrandingskamer wegnemen. B Branderbak demonteren. B Kabel lostrekken, schroefkoppelingen losmaken en ketelblok naar voren uittrekken. 1. 4. 4. 3. 2. 3. 6 720 610 889-85.1TG 1. Afb. 46 B Branderbak met inspuiters uitblazen, indien nodig reinigen in water met reinigingsmiddel. B Brander reinigen met borstel. 2.
| Inspectie en onderhoud NL 13.1.6 Thermische terugslagbeveiliging (TTB) controleren B Plaat tussen de trekonderbreker leggen. Verbrandingsgasbeveiliging (TTB) aan de trekonderbreker, Æ pagina 10. B Toestel inschakelen en in werking zetten. B Toestel op maximale nominale warmtevermogen instellen, (Æ pagina 45). B Verbrandingsgasafvoer optillen en verbrandingsgasaansluiting met een plaat afdekken. 6 720 640 384-24.1O Afb. 49 1. B Het toestel schakelt na ca. 10 tot 12 minuten af.
NL Inspectie en onderhoud | 51 13.1.7 Vuldruk van de verwarmingsinstallatie instellen OPMERKING: Schade aan het toestel! Bij het bijvullen van cv-water kunnen spanningsscheuren in het hete ketelblok ontstaan. B Vul cv-water alleen bij in een koud toestel. Aanduiding op manometer 1 bar Minimale vuldruk (bij koude installatie) 1 - 2 bar Optimale vuldruk 3 bar Maximale vuldruk bij hoogste temperatuur van verwarmingswater: mag niet worden overschreden (overstort opent).
| Inspectie en onderhoud NL 13.2 Checklist voor de inspectie en het onderhoud (Inspectie- en onderhoudsverslag) Datum 1 Laatst opgeslagen storing in de elektronica oproepen, servicefunctie 6.A (Æ pagina 36). 2 Filter in de koudwaterleiding controleren (Æ pagina 48). 3 Controleer verbrandingslucht en verbrandingsgas. 4 Branderbak, inspuiters en brander controleren, (Æ blz. 49). 5 Warmtewisselaar controleren, (Æ pagina 49). 6 Elektroden controleren (Æ pagina 51).
NL 14 Weergaven in het display | 53 Weergaven in het display Het display toont de volgende aanwijzingen (tab. 15 en 16): Aangewezen waarde Beschrijving Cijfer of letter, punt gevolgd door letter Servicefunctie (tab. 9/ 10, Æpagina 32) Letter gevolgd door cijfer of letter Storingscode (Æ tab. 17, pagina 55) Twee cijfers Decimale waarde b.v. aanvoertemperatuur 00..99 Decimale waarde;100..109 wordt weergegeven als U0..U9 0..
| Storingen 15 NL Storingen 15.1 Storingen verhelpen GEVAAR: Explosie! B Sluit de gaskraan voordat aan gasvoerende delen wordt gewerkt. B Controleer na werkzaamheden alle gasvoerende delen op dichtheid. GEVAAR: Door vergiftiging! B Controleer na werkzaamheden alle verbrandingsgasvoerende delen op dichtheid. De elektronica bewaakt alle veiligheids-, regel- en besturingscomponenten. Wanneer tijdens gebruik een storing optreedt, gaat de bedrijfslamp knipperen. Het display toont een storingscode (bijv.
NL Storingen | 55 15.2 Storingen die in het display worden aangegeven Display Beschrijving Oplossing A2, C3 Verbrandingsgasafvoer aan de verbrandingskamer Controleer de warmtewisselaar op vervuiling. A3 Verbrandingsgastemperatuurvoeler niet herkend. Controleer rooktgastemperatuurvoeler en aansluitkabel op onderbreking. A4 Verbrandingsgas komt bij de stromingsbeveiliging naar buiten. Verbrandingsgastraject controleren. A6 Temperatuursensor in de verbrandingskamer wordt niet herkent.
| Storingen Display E5 NL Beschrijving Oplossing Temperatuur overschreden aan de branderaanvoertemperatuursensor. B Controleer de branderaanvoertemperatuursensor. B Ontlucht de cv-installatie. Controleer de warmtewisselaar op vervuiling. E7 Onderbreking of kortsluiting van de branderaanvoertemperatuursensor. B Branderaanvoertemperatuursensor en aansluitkabel controleren, evt. vervangen. E9 Temperatuurbegrenzer ketelblok is geactiveerd.
NL Storingen | 57 Display Beschrijving Oplossing F1 Interne datastoring. B Elektronica naar basisinstelling terugzetten (Æ servicefunctie 8.E). F7 Vlam wordt herkend, hoewel toestel uitgeschakeld is. B Elektroden controleren, eventueel vervangen. B Verbrandingsgassysteem controleren, eventueel reinigen of repareren. B Printkaart op vochtigheid controleren, evt. drogen. FA Na gasuitschakeling: Vlam wordt herkend. B Gasarmatuur controleren, evt. vervangen.
| Storingen NL 15.3 Storingen die niet in het display worden getoond Toestelstoringen Oplossing Te veel verbrandingsgeluid;brommend geluid B Codeerstekker correct plaatsen, evt. vervangen. B Gassoort controleren. B Gasaansluitdoorstroomdruk controleren, evt. aanpassen. B Verbrandingsgassysteem controleren, eventueel reinigen of repareren. B Gasinstelling controleren, evt. gasblok vervangen. Doorstroomgeluiden B Pompinstelling correct instellen en aanpassen op maximale vermogen.
NL Storingen | 59 15.4.3 Verbrandingsgasbeveiliging (TTB), verbrandingsgasbeveiliging (verbrandingskamer) 15.4 Voelerwaarden 15.4.1 Buitentemperatuurvoeler (bij weersafhankelijke regelaar, toebehoren) Buitentemperatuur ( °C) meettolerantie ± 10% Weerstand ( Ω) -20 2 392 -16 2 088 -12 1 811 -8 1 562 -4 1 342 0 1 149 4 984 8 842 10 781 15 642 20 528 25 436 Tabel 19 15.4.
| Instelwaarde voor verwarmings-/tapwatervermogen 16 NL Instelwaarde voor verwarmings-/tapwatervermogen Branderdruk (mbar) Gassoort Wobbe-index 0 °C, 1013 mbar (kWh/ m³) Aardgas Propaan 31 12,2 25,6 Gashoeveelheid (l/min) Aardgas Verwarmingswaarde 15 °C, HiB (kWh/ m³) 9,0 Rendement 0 °C, Hs (kWh/ m³) 8,1 Toestel Belasting (kW) Bosch 24 VRC II Open 10,9 (min) 3,5 6,7 24,2 12,0 4,1 8,1 26,7 13,0 4,7 9,5 28,9 14,0 5,5 11,0 31,1 15,0 6,3 12,6 33,4 15,8 (65 %) 6,9 14,0
NL 17 Ingebruiknemingsprotocol voor het toestel | 61 Ingebruiknemingsprotocol voor het toestel Klant/gebruiker van de installatie: Naam, voornaam Straat, nr. Telefoon/fax nr Postcode, woon plaats Naam installateur: Opdrachtnummer Keteltype: (voor iedere toestel een eigen protocol invullen!) Serienummer: Datum van de ingebruikneming: Enkel toestel Opstellingsruimte: Kelder | Zolder | Overige: cm2 Ventilatieopeningen: Aantal: ......, grootte: ca.
| Ingebruiknemingsprotocol voor het toestel NL Gewijzigde servicefuncties: (hier a.u.b. de veranderde servicefuncties uitlezen en waarden invullen.) Voorbeeld: servicefunctie 7.d van 00 in 01 veranderd. Sticker “Instellingen van de elektronica” ingevuld en aangebracht Verwarmingsregeling: FW 100 | FW 200 | FW 500 | FR 110 TA 250 | TA 270 | TA 300 FB 10 × ...... stuks, codering, cv-circuit(s): FB 100 × ...... stuks, codering, cv-circuit(s): FR 10 × ......
NL Index | 63 Index A Aanpassing aan het gassoort .................................. 41 Aanwijzingen voor inspectie en onderhoud .............. 47 Aardgas ............................................................... 41 Afdichtingsmiddel ................................................. 17 Afmetingen en minimale afstanden ........................... 9 afval .................................................................... 46 Antivriesmiddel.....................................................
| Index S Servicefuncties ..................................................... 40 3-wegklep in middenpositie (servicefunctie 7.b) ................................................37 aantal pompstarts van de circulatiepomp (servicefunctie C.E) ................................................40 actuele doorstroming turbine (ZW.-toestellen) (servicefunctie 6.d). ...............................................36 actuele spanning klem 2 (servicefunctie 6.b) .......
NL | 65 Notities Copyright (optional information) 6 720 645 012 (2011/02)
| NL Notities 6 720 645 012 (2011/02) Copyright (optional information)
NL | 67 Notities Copyright (optional information) 6 720 645 012 (2011/02)
Bosch Thermotechniek B.V. Postbus 379 7300 AJ Apeldoorn Tel: +31 (0) 55 - 543 43 43 Fax: +31 (0) 55 - 543 43 44 www.boschsupportline.nl infott@nl.bosch.