Installation Instructions

.. Temperatuurregelaar v
erw
arrninq
11tI
draaien tot 2.2
verschijnt.
Na een korte tijd verschijnt de Ingestelde
pompsc
ha-
keling op de display.
Afb. 49
.. Temperatuurregelaar draaien, tot op de display
de gewenste
pompscha
kelstand tussen 1 en 3 ver-
sch
ijnt
De displa
yen
de toets /J knipperen.
.. W aarde noteren op het mbedrijlname protokol op
pagina
45
.
.. Toets /J indrukken en ingedrukt houden. totdat op
de
display [ ] verschijnt.
De pompschakelstand is vastgelegd.
Afb. 50
.. Draai de temperatuurregelaars
1IU
en
~
op de oor-
spronke lijke waarden.
Op de display verschijnt de aanvuertem peraTuur.
6.2.3
Antipe
ndelpr
ogramma
(serv
ic
efunct ie 2.4)
Op
het schakelpaneel kan het antipendelprogramma
individuee l tussen
0 en 15 minuten ingesteld worden
(de fabn kafstelling is 3 minuten) .
De kortste
schakeltjjd bedraag 1 minuut (adviseren bij
eenpijps-mstallatles en luchtverwarming).
Bij 0 is het antipendelprog ramma uitgeschakeld.
Bij
aansluihng van een weersafbankelijke
regelaar wordt het schakelverschil
door
de regelaar overgenomen.
Een instelling op het toestel is niet nood -
zakelijk.
6 720 6 10 822 NL (02.07)
Ind
ivid
uele
inste
lli
ng
.. Toets 'jJ, indrukken en ingedrukt houden tot op de
display - - versc hijnt.
Toets
/J brand t
Afb. 51
~
Temperatuurregelaar
1m
draaien totdat op de display
2.4 verschijnt.
Na kort e tijd verschijn! de Ingestelde antipendellijd
op de display.
1llI
- -
Afb.
52
.. Tempera tuurregelaar
~
draaien totdat op de display
de gewenste antipendelprogramma tussen
0 en15
verschijnt.
De displa
yen
de toets /J knipperen.
W aarde noteren op
h I Inbedrijf ame protokol op
pagina 45.
.. Toets /J indrukken en ingedrukt houden. totdat op
de display [ ] verschijnt.
De antipe ndelprogramma is vastgel
egd
.
Afb.
53
.. Draai de temperatuurregelaars
11U
en
~
op de oor-
spronkelijke waarden.
Op de display versch ijnt de aanvoertemperatuur.
31