Installation Instructions

Inbedrijfname | 33
6 720 612 926 (2007/10)
9.1 Voor het in bedrijf nemen
B Verwijder de voorste afdekking (Æ pagina 24).
B Voordruk van het externe expansievat controleren
(druk vaststellen op statische hoogte installatie).
B Open de radiatorventielen.
B Open de eventueel aanwezige cv afsluitkranen.
B Open koud water kraan.
B Installatie vullen tot 1 - 2 bar. Vul/aftapkraan sluiten.
B Ontlucht de radiatoren.
B Vul de verwarmingsinstallatie opnieuw tot 1 - 2 bar.
B Vul/aftapkraan sluiten.
B Open een warmwaterkraan tot er water uit de kraan
komt.
B Open het ontluchtingsventiel (190) tot er water uit
het ventiel komt.
B Controleren of de gassoort overeenkomt met de gas-
soort op het typeplaatje.
B Gaskraan (172) openen.
9.2 In- en uitschakelen
9.2.1 Inschakelen
B Hoofdschakelaar (I) inschakelen.
Het controlelampje brandt groen en op de display ver-
schijnt de aanvoertemperatuur.
Afb. 44
Belangrijke opmerkingen
Het toestel wordt eenmalig ontlucht wanneer het voor
het eerst ingeschakeld wordt. De verwarmingspomp
wordt in intervallen in- en uitgeschakeld (duur ca.
8minuten).
Gedurende deze tijd geeft de display
aan, afwisse-
lend met de aanvoertemperatuur.
Als de display -II- afwisselend met de aanvoertempe-
ratuur aangeeft, is het sifonvulprogramma in werking
(Æ pagina 44).
Als de display I--I afwisselend met de aanvoertempe-
ratuur aangeeft, wordt de NTC-voeler afgestemd.
Als tijdens de afstemming van de NTC-voeler warm
water wordt getapt, wordt de afstemming herhaald.
9.2.2 Uitschakelen
B Hoofdschakelaar (0) uitschakelen.
Het controlelampje gaat uit.
B Als het toestel langer buiten bedrijf moet worden
gesteld: Neem de vorstbeveiliging in acht
(Æ pagina 35).
Waarschuwing: wanneer het toestel zonder
water in gebruik wordt genomen, wordt het
onherstelbaar beschadigd!
B Gebruik het toestel niet zonder water.
6 720 610 333-04.1O