Operation Manual

Nederlands - 1
Lees deze voorschriften voordat u het apparaat in
gebruik neemt en neem ze in acht.
Lees voor de ingebruikneming de gebruiksaanwij-
zing van het apparaat en neem in het bijzonder de
veiligheidsvoorschriften in acht. Bewaar de ge-
bruiksaanwijzing om deze later te kunnen raadple-
gen.
De plaatjes met waarschuwingen en aanwijzingen op het
apparaat geven belangrijke informatie over veilig gebruik.
Neem naast de voorschriften in de gebruiksaanwijzing ook
de algemene veiligheidsvoorschriften en voorschriften ter
voorkoming van ongevallen in acht.
Richt de waterstraal nooit op mensen, dieren, het
apparaat of elektrische onderdelen.
Let op: De hogedrukstraal kan gevaarlijk zijn als deze onjuist
wordt gebruikt.
Stroomaansluiting
De op het typeplaatje aangegeven spanning moet overeen-
komen met de spanning van de stroombron.
Een apparaat volgens veiligheidsklasse 1 mag alleen wor-
den aangesloten op een correct geaarde stroombron.
Geadviseerd wordt om dit apparaat alleen aan te sluiten op
een stopcontact dat is beveiligd met een zekeringautomaat
van 30 mA.
Bij gebruik van een verlengkabel moeten stekker en koppe-
ling waterdicht zijn uitgevoerd.
Let op: Ongeschikte verlengkabels kunnen gevaarlijk zijn.
Pak de stekker nooit met natte handen vast.
Rijd niet over de aansluitkabel of de verlengkabel, klem deze
niet vast en trek er niet aan. De kabel kan anders beschadigd
raken. Bescherm de kabel tegen hitte, olie en scherpe ran-
den.
De verlengkabel moet de in de gebruiksaanwijzing vermelde
diameter hebben en moet spatwaterbeschermd zijn. De ver-
binding van stekker en contrastekker mag niet in het water
liggen.
Wateraansluiting
Neem de voorschriften van het waterbedrijf in acht.
De schroefverbinding van alle aansluitslangen moet dicht
zijn.
De hogedrukslang mag niet beschadigd zijn (gevaar voor
barsten). Een beschadigde hogedrukslang moet onmiddellijk
worden vervangen. Gebruik alleen door de fabrikant geadvi-
seerde slangen en verbindingen.
Gebruik
Controleer voor het gebruik of het apparaat en het toebeho-
ren zich in een correcte toestand bevinden en veilig kunnen
worden gebruikt. Wanneer de toestand niet in orde is, mag
het niet worden gebruikt.
Zuig nooit oplosmiddelhoudende vloeistoffen of onderdunde
zuren en oplosmiddelen op. Daarbij horen onder andere ben-
zine, verfverdunner en stookolie. De sproeinevel is zeer ont-
vlambaar, explosief en giftig. Aceton, onverdunde zuren en
oplosmiddelen tasten bovendien de voor het apparaat ge-
bruikte materialen aan.
Wanneer het apparaat in een gevaarlijke omgeving wordt ge-
bruikt, bijvoorbeeld bij een tankstation, moeten de daar gel-
dende veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen. Het
gebruik in een explosiegevaarlijke ruimte is verboden.
Het apparaat moet een stevige ondergrond hebben.
Gebruik alleen de door de fabrikant van het apparaat gead-
viseerde reinigingsmiddelen. Neem de gebruiksvoorschrif-
ten, de voorschriften ten aanzien van de afvoer van afval en
de waarschuwingen van de fabrikant in acht.
Alle stroomvoerende delen in de werkomgeving moeten
spatwaterbeschermd zijn.
De hendel van het spuitpistool mag tijdens het gebruik niet in
de stand ON worden vastgeklemd.
Draag indien nodig werkkleding ter bescherming tegen water
dat van voorwerpen terugspat.
Reinig voertuigbanden en ventielen met een mini-
mumafstand van 30 cm ter voorkoming van beschadigingen
door de hogedrukstraal. Een eerste teken van een beschadi-
ging is een verkleuring van de band. Beschadigde voertuig-
banden en ventielen zijn levensgevaarlijk.
Asbesthoudende materialen en andere materialen die voor
de gezondheid gevaarlijke stoffen bevatten, mogen niet wor-
den afgespoten.
Gebruik alleen reinigingsmiddelen die door de fabrikant van
het apparaat toegelaten zijn.
Gebruik de geadviseerde reinigingsmiddelen niet onver-
dund. De producten zijn in zo verre veilig, aangezien ze geen
zuren, logen of voor het milieu schadelijke stoffen bevatten.
Wij adviseren het buiten bereik van kinderen bewaren van
reinigingsmiddelen. Spoel onmiddellijk grondig met water af
bij contact van het reinigingsmiddel met de ogen. Raadpleeg
bij inslikken onmiddellijk een arts.
Bediening
De bedienende persoon mag het apparaat alleen volgens de
bestemming gebruiken. De plaatselijke omstandigheden
moeten in acht worden genomen. Let tijdens de werkzaam-
heden goed op andere personen, in het bijzonder op kinde-
ren.
Gebruik het apparaat niet in de buurt van personen, tenzij
deze beschermende kleding dragen.
Richt de waterstraal nooit op uzelf of anderen om kleding of
schoenen te reinigen.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die
zijn geïnstrueerd in het gebruik of die het apparaat aantoon-
baar kunnen bedienen. Het apparaat mag niet door kinderen
of jongeren worden gebruikt.
Laat het apparaat nooit onbeheerd zolang de motor in wer-
king is.
De naar buiten komende waterstraal veroorzaakt een terug-
stotende kracht aan het spuitpistool. Houd daarom de pis-
toolgreep en de lans stevig vast.
Transport
Schakel het apparaat uit en zet het stevig vast voordat u het
vervoert.
Onderhoud
Trek de stekker uit het stopcontact:
altijd wanneer u het gereedschap onbeheerd laat
voor controle, reiniging en werkzaamheden aan het gereed-
schap
Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door een er-
kende Bosch-klantenservicewerkplaats.
Toebehoren en vervangingsonderdelen
Gebruik alleen toebehoren en vervangingsonderdelen die
door de fabrikant worden aanbevolen. Origineel toebehoren
en originele vervangingsonderdelen waarborgen de sto-
ringsvrije werking van het apparaat.
Veiligheidsvoorschriften
F016 L70 375.book Seite 1 Montag, 14. November 2005 10:35 10
48 F016 L70 375 TMS 21.10.05