6 720 613 303-00.
| Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Uitleg van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen . . . . . 5 1.1 Uitleg van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 1.2 Veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 2 Openen van de afdekplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 3 Overzicht bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 4 Inbedrijfname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 5 Bediening . . .
Inhoudsopgave | 3 6 Energie besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 7 Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 8 Korte gebruiksinstructie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
| 6 720 649 524 (2011/08)
Uitleg van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen | 5 1 Uitleg van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen 1.1 Uitleg van de symbolen Waarschuwingssymbolen Veiligheidsinstructies worden omkaderd en aangegeven met een uitroepteken in een gevarendriehoek met grijze achtergrond. Bij gevaar door elektriciteit wordt het uitroepteken in de gevarendriehoek vervangen door een bliksemsymbool.
| Uitleg van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Informatiesymbool Belangrijke informatie zonder gevaar voor personen en materialen, wordt tussen twee lijnen geplaatst en aangegeven met een i-symbool in een vierkant.
Uitleg van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen | 7 1.2 Veiligheidsaanwijzingen Bij gaslucht B Sluit de gaskraan (Æ pagina 10). B Open de ramen. B Bedien geen elektrische schakelaars. B Open vuur doven. B Direct gasbedrijf/gastechnisch installateur waarschuwen. Gevaar bij rookgaslucht B Schakel het toestel uit (Æ pagina 17). B Open vensters en deuren. B Neem contact op met een erkend installatiebedrijf.
| Uitleg van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Inspectie en onderhoud B Aanbeveling voor de gebruiker: sluit een onderhouds- en inspectiecontract af voor jaarlijkse inspectie en behoefteafhankelijk onderhoud met een erkend installateur. B De gebruiker is verantwoordelijk voor de veiligheid en de milieuvriendelijke werking van de cv-installatie. B Gebruik alleen originele onderdelen! Schade door bedieningsfouten Bedieningsfouten kunnen persoonlijk letsel en/of materiële schade tot gevolg hebben.
Openen van de afdekplaat | 9 Openen van de afdekplaat 6 720 613 303-10.1O 2 Afb.
| Overzicht bedieningselementen 3 Overzicht bedieningselementen 1 3 2 4 5 6 7 8 eco reset 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 6 720 616 856-01.2O Afb.
Overzicht bedieningselementen | 11 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 Schoorsteenvegertoets voor de installateur (Æ installatieinstructie) Servicetoets voor de installateur (Æ installatie-instructie) Lamp voor branderwerking Hoofdschakelaar Toetsen blokkering eco-toets Resettoets Display Temperatuurregelaar voor warm water Manometer Hier kan een weersafhankelijke regelaar of een schakelklok zijn ingebouwd (toebehoren) Aanvoertemperatuur regelaar Lamp voor branderwerking (constant branden)/stor
| Inbedrijfname 4 Inbedrijfname Open de gaskraan B Indrukken en helemaal naar links draaien (Knop in stand stromingsrichting = open). 2. 6 720 616 856-02.1O 1. Afb.
Inbedrijfname | 13 CV-waterdruk controleren De normale bedrijfsdruk bedraagt 1 tot 2 bar. 2 3 1 bar 4 6 720 616 856-04.1O 0 Afb.
| Inbedrijfname CV-water bijvullen Het bijvullen van cv-water is bij iedere cv-installatie verschillend. Laat de installateur daarom uitleggen hoe u water bijvult. De maximale druk van 3 bar, bij de maximale temperatuur van het cv-water, mag niet worden overschreden (overstortventiel opent). B Vul de slang met water zodat er geen lucht in het cv-water binnendringt. B Sluit de slang aan op de vul- en aftapkraan en op een waterkraan. B Open de vul- en aftapkraan.
Bediening | 15 5 Bediening Deze instructie heeft alleen betrekking op het cv-toestel. Afhankelijk van de gebruikte thermostaat zijn vele functies in de bediening verschillend. Voor een cv-regeling kunnen de navolgende mogelijkheden worden gebruikt: • weersafhankelijke regelaar in het toestel ingebouwd, Æ pagina 10, pos. 11. • weersafhankelijke regelaar extern gemonteerd. • Kamerthermostaat. Respecteer daarom de gebruiksinstructie van de gebruikte regelaar of kamerthermostaat.
| Bediening 5.1 Toestel in/uitschakelen Toestel inschakelen 3 2 1 4 5 6 max 6 720 613 896-05.1O B Schakel de hoofdschakelaar in. Het display toont de momentele aanvoertemperatuur van het cv-water. De lamp voor branderwerking/storingen brandt constant, zolang de brander in bedrijf is. Afb. 5 Wanneer op het display afwisselend met de aanvoertemperatuur verschijnt, dan is het sifonvulprogramma in werking.
Bediening | 17 Toestel uitschakelen B Toestel via hoofdschakelaar uitschakelen. Het display gaat uit. B Als het toestel langer buiten bedrijf moet worden gesteld: neem de vorstbeveiliging in acht (Æ hoofdstuk 5.7).
| Bediening 5.2 Verwarming inschakelen De maximale aanvoertemperatuur kan tussen 35 °C en ca. 90 °C worden ingesteld. Respecteer bij vloerverwarmingen de maximaal toegestane aanvoertemperatuur. B De maximale aanvoertemperatuur met de aanvoertemperatuurregelaar op de cv-installatie aanpassen: – Vloerverwarming bijv. stand 3 (ca. 50 °C) – Lagetemperatuurverwarming: stand 6 (ca. 75 °C) – Verwarming voor aanvoertemperaturen tot 90 °C: Stand max.
Bediening | 19 Positie Aanvoertemperatuur 1 ca. 35 °C 2 ca. 43 °C 3 ca. 50 °C 4 ca. 60 °C 5 ca. 67 °C 6 ca. 75 °C max ca.
| Bediening 5.3 CV-regeling Respecteer de gebruiksinstructie van de gebruikte kamerthermostaat. Daar vindt u, B hoe u de bedrijfsstand en de verwarmingscurve bij weersgestuurde regelaars kunt instellen, B hoe u de kamertemperatuur kunt instellen, B hoe u economisch kunt verwarmen en energie kunt besparen. 9 12 h 15 18 6 3 24 h 21 6 720 612 660-07.2O Afb.
Bediening | 21 5.4 Warmwatertemperatuur instellen Bij aansluiting van zonne-energie voorverwarmd water kan de warmwatertemperatuur op de warmwatertemperatuurregelaar alleen worden verhoogd. B Warmwatertemperatuur op de warmwatertemperatuurregelaar instellen. In het display knippert de ingestelde warmwatertemperatuur voor ongeveer 30 seconden. reset eco 3 2 1 4 3 2 5 6 max 1 4 e 6 max 6 720 614 156-11.1O Afb. 8 Warmwatertemperatuurinstelling Warmwatertemperatuur min ca. 40 °C e ca.
| Bediening eco-toets Door het indrukken van de eco-toets tot deze brandt, kan worden gekozen tussen Comfortbedrijf en Spaarbedrijf. Comfortbedrijf, eco-toets brandt niet (basisinstelling) Het toestel wordt voortdurend op de ingestelde temperatuur gehouden. Daardoor is er een korte wachttijd bij een tapwaterafname. Het toestel wordt daarom ingeschakeld, ook wanneer er geen tapwater wordt afgenomen. Spaarbedrijf, eco-toets brandt Wanneer een inschakelvertraging bij zonne-aansluiting (servicefunctie b.
Bediening | 23 5.5 Gaskeurlabels Dit cv-toestel draagt een gaskeurlabel. Dit is een onafhankelijk prestatielabel dat door de keuringsinstantie KIWA Gastec Certification wordt toegekend aan die gasverbruikstoestellen die voldoen aan specifieke eisen met betrekking tot een aantal doelmatigheids-, milieutechnische en comfortaspecten. Hoog Verwarming 107 Comfort Warm Water 4 Schonere Verbranding 6 720 649 521-06.1O Afb.
| Bediening CW-label (CW = Comfort Warm Water) Dit cv-toestel draagt een CW-label. Dit is een prestatielabel dat aangeeft dat het cv-toestel bij de bereiding van warm water voldoet aan bepaalde toepassingsklassen voor Comfort Warm Water. CW3: • een CW-tapdebiet van tenminste 6 l/min. van 60 °C, • een douchefunctie vanaf 3,6 tot tenminste 6 l/min. van 60 °C (dit komt overeen met 6 tot 10 l/min. bij 40 °C), • het vullen van een bad met 100 liter water van 40 °C gemiddeld, binnen 12 minuten.
Bediening | 25 5.6 Zomerbedrijf (geen verwarming, alleen warmwatervoorziening) B Stand van de aanvoertemperatuurregelaar noteren. B Aanvoertemperatuurregelaar geheel naar links draaien. De cv-pomp stopt en daarmee is de cv buiten werking. De warmwatervoorziening evenals de verzorging van de spanning voor de thermostaat en klokprogramma blijft gehandhaafd. eco 3 3 2 1 5 2 6 max 1 min 4 e 6 max 6 720 615 065-13.1O Afb. 10 OPMERKING: Bevriezingsgevaar cv-installatie.
| Bediening 5.7 Vorstbeveiliging Vorstbeveiliging voor de verwarming: B Toestel ingeschakeld laten, aanvoertemperauturregelaar minimaal op stand 1. eco 3 3 2 1 5 2 6 max 1 min 4 e 6 max 6 720 615 065-14.1O Afb. 11 B Bij een uitgeschakeld toestel vorstbeschermend middel door het cv-water mengen, (Æ installatie-instructie) en warmwatercircuit legen. Voor verdere aanwijzingen raadpleeg de gebruiksinstructie van de kamerthermostaat of weersafhankelijke regeling.
Bediening | 27 5.8 Toetsenblokkering De toetsblokkering werkt in op de aanvoertemperatuurregelaar, de warmwatertemperatuurregelaar en alle toetsen behalve de hoofdschakelaar en schoorsteenvegertoets. Toetsenblokkering inschakelen: B Toets indrukken tot in het displayafwisselend aanvoertemperatuur wordt getoond. en de CV- reset eco 3 4 2 1 3 5 2 6 max 1 min 4 e 6 max 6 720 615 065-17.1O Afb.
| Bediening 5.9 Storingen De Heatronic bewaakt alle veiligheids-, regel- en besturingscomponenten. Wanneer tijdens gebruik een storing optreedt, klinkt een waarschuwingstoon. Wanneer u een toets indrukt, wordt de waarschuwingstoon uitgeschakeld. Het display toont een storing. De lamp voor branderwerking/storingen knippert, bovendien kan de resettoets knipperen. Wanneer de resettoets knippert: B Houd de resettoets in tot op het display verschijnt.
Bediening | 29 Een overzicht van de weergaven in het display vindt u op pagina 29. 5.10 Weergaven in het display Display Beschrijving Inspectie nodig Toetsblokkering actief Sifonvulprogramma actief Ontluchtingsfunctie actief Ontoelaatbaar snelle toename van de aanvoertemperatuur (gradiëntbewaking). Het CV-bedrijf wordt gedurende twee minuten onderbroken. Droogfunctie. Wanneer op een weergestuurde regelaar de dekvloerdroging is ingeschakeld (Æ gebruiksinstructie van de regelaar).
| Energie besparen 6 Energie besparen Zuinig verwarmen Het toestel is zodanig geconstrueerd, dat het gasverbruik en de milieubelasting zo laag mogelijk is en de behaaglijkheid groot. Overeenkomstig de actuele warmtebehoefte van de woning wordt de gastoevoer naar de brander geregeld. Wanneer de warmtebehoefte minder wordt, werkt het toestel verder met een lagere vlam. Dit wordt een modulerende regeling genoemd.
Energie besparen | 31 Ventileren Laat de ramen niet open staan. Anders wordt constant warmte aan de ruimte onttrokken, zonder dat de kamerlucht noemenswaardig wordt ververst. Beter is om het raam gedurende korte tijd helemaal open te zetten. Tijdens het ventileren de thermostaatkranen dichtdraaien of de thermostaat instelling wijzigen zodat het cv-toestel gedurende deze periode niet inschakeld. Warm water De warmwatertemperatuur altijd zo laag mogelijk kiezen.
| Algemeen 7 Algemeen Mantel reinigen Wrijf de mantel schoon met een vochtige doek. Geen scherpe of etsende reinigingsmiddelen gebruiken Gebruiksaanwijzing bewaren Na het lezen kunt u de beknopte gebruiksinstructie (Æ hoofdstuk 8) naar buiten vouwen en de handleiding in het vak van het toestel steken waar deze kan worden bewaard. 3 2 1 4 5 6 max 6 720 614 235-04.1O Afb.
Algemeen | 33 Toestelgegevens Wanneer u de hulp van de servicedienst inroept, dan is het nuttig, meer exacte specificaties van uw toestel te kunnen geven. Deze specificaties vindt u op de typeplaat of op de toesteltypesticker binnen in de afdekplaat. Condens 3000 W (bijv. 27 HRC CW4) ........................................................................................................ Serienummer: ........................................................................................................
| Korte gebruiksinstructie 8 Korte gebruiksinstructie Toestel inschakelen Warmwatertemperatuur reset eco 6 720 613 896-05.1O 3 4 3 5 2 1 6 max 2 eco 3 3 4 4 e 2 5 4 e 1 6 max 6 720 614 156-10.1O reset 2 3 2 6 max Verwarming inschakelen 1 4 5 1 6 1 6 max min max Comfortbedrijf: eco-toets brandt niet. Spaarfunctie: eco-toets brandt. Vorstbeveiliging reset eco 6 720 615 065-12.
Index | 35 Index C Comfortbedrijf ........................................................................... 22 CV-regeling........................................................................... 20, 34 E Eco-toets.................................................................................... 22 Energie besparen ....................................................................... 30 I Inbedrijfname.............................................................................
| Index U Uitschakelen .............................................................................. 17 V Verwarming inschakelen ...................................................... 18, 34 Vorstbeveiliging ......................................................................... 26 Z Zomerbedrijf ..............................................................................
| 37 Notities 6 720 649 524 (2011/08)
| Notities 6 720 649 524 (2011/08)
| 39 Notities 6 720 649 524 (2011/08)
Bosch Thermotechniek B.V. Postbus 379 7300 AJ Apeldoorn Tel: +31 (0) 55 - 543 43 43 Fax: +31 (0) 55 - 543 43 44 www.boschcvketels.nl infott@nl.bosch.