Operation Manual

6 720 640 334 (2009/07)
10 | Bediening met gesloten klep NL
4.2 Wanneer u het te koud of te
warm hebt
U kunt de momentele temperatuur op het display
aflezen. Afhankelijk van de montageplaats (aan
de muur of in het CV-toestel) en de instelling
toont het display de kamertemperatuur of de aan-
voertemperatuur.
Temperatuurinstelling weergeven
B Keuzeknop een positie verdraaien.
Temperatuurinstelling tijdelijk veranderen
Bij gesloten klep kunt u met de keuzeknop
de kamertemperatuur tijdelijk veranderen.
Wanneer de regelaar de kamertemperatuur weer-
geeft:
B Keuzeknop verdraaien, tot de gewenste ka-
mertemperatuur wordt getoond.
De temperatuur knippert.
B Keuzeknop indrukken.
De verandering is van kracht tot het volgende
schakeltijdstip van uw verwarmingsprogram-
ma. Daarna gelden weer de instellingen van
het verwarmingsprogramma.
Wanneer de regelaar de aanvoertemperatuur
weergeeft:
B Keuzeknop verdraaien, om de verwarming
WARMER of KOUDER in te stellen.
De positiepijlen op de aanwijsbalk knipperen.
B Keuzeknop indrukken.
De verandering is van kracht tot het volgende
schakeltijdstip van uw verwarmingsprogram-
ma. Daarna gelden weer de instellingen van
het verwarmingsprogramma.
De gewenste kamertemperatuur is
een oriëntatiewaarde, die de weers-
afhankelijke regeling probeert te be-
reiken. Er kunnen dus afwijkingen
ten opzichte van de werkelijk be-
reikte kamertemperatuur optreden.
U kunt de kamertemperatuur ook
permanent veranderen
(Æ hoofdstuk 5.2).