Installatie- en bedieningshandleiding Weersafhankelijke regelaar met solarregeling FW 120 6 720 800 833 (2012/02) 6 720 612 481-00.
Overzicht van de bedieningselementen en symbolen Overzicht van de bedieningselementen en symbolen 9 12 h 15 18 6 3 24 h 21 3 4 1 4 5 6 7 3 menu info 2 8 1 6 720 613 504-01.1O Afb.
Overzicht van de bedieningselementen en symbolen Pictogrammen Bedieningselementen 1 Draai de keuzeknop in de richting +: Menu/infoteksten boven kiezen of waarde hoger instellen Actuele kamertemperatuur (alleen bij montage op de muur) Knipperend segment: Actuele tijd (09:30 tot 09:45) 9 Draai de keuzeknop in de richting–: Menu/infoteksten onder kiezen of waarde lager instellen Druk op de keuzeknop : Menu openen of instelling/waarde bevestigen 2 Volle segmenten: Periode voor functie = Verwarmen op de h
Inhoudsopgave Inhoudsopgave De hoofdstukken op een grijze achtergrond zijn bestemd voor de installateur. De betreffende bladzijden zijn met grijze balken aan de bladrand gemerkt. 1 1.1 1.2 Veiligheidsvoorschriften en verklaring van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Voor uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 Verklaring symbolen . . . . . . . . . . . . . . . .6 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 Gegevens over het toebehoren . . . . . . . 8 Leveringsomvang . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave 8 8.5.3 8.5.4 8.6 8.7 8.8 8.9 Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur). . . . . . . . . 40 Overzicht en instellingen van het menu INSTALLATEURSNIVEAU . . . . . . . 40 INSTALLATEURSNIVEAU: Systeemconfiguratie . . . . . . . . . . . . . . . 41 INSTALLATEURSNIVEAU: Verwarmingsparameter . . . . . . . . . . . . 41 INSTALLATEURSNIVEAU: Solarsysteem config. . . . . . . . . . . . . . . 42 INSTALLATEURSNIVEAU: Solarsyst. parameter . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheidsvoorschriften en verklaring van de symbolen 1 Veiligheidsvoorschriften en verklaring van de symbolen 1.1 Voor uw veiligheid 1.2 B Neem de gebruiksaanwijzing in acht voor een juiste werking. B Monteer het verwarmingstoestel en het overige toebehoren en stel het in werking overeenkomstig de aanwijzingen in de bijbehorende handleidingen. B Laat het toebehoren alleen door een erkend installateur monteren. B Dit toebehoren alleen in combinatie met de aangegeven verwarmingstoestellen aansluiten.
Veiligheidsvoorschriften en verklaring van de symbolen Gebruikte weergave voor de beschrijving van de menustructuur in deze handleiding: • Afzonderlijke menuniveaus zijn door het symbool > gescheiden, b.v. Vakantie > Begin • Parameters die binnen een menu kunnen worden gekozen/ingesteld, worden met een lijstsymbool • gemarkeerd.
Gegevens over het toebehoren 2 Gegevens over het toebehoren De FW 120 kan alleen worden aangesloten aan een verwarmingstoestel met buscompatibele Heatronic 3. • • Opties: – Afstandsbediening FB 100 of FB 10. – Module IPM 1 voor aansturing van een gemengd of ongemengd CV-circuit. – Module ISM 1 voor solarwarmwaterbereiding.
Gegevens over het toebehoren °C ΩAF °C ΩAF –20 2392 4 984 –16 2088 8 842 –12 1811 12 –8 1562 –4 ±0 Tabel 2 2.3 2.4 Aanvullend toebehoren Zie ook de prijslijst. • IPM 1: Module voor aansturing van een gemengd of ongemengd CV-circuit. 720 • ISM 1: Module voor aansturing van solarwarmwaterbereiding. 16 616 • 1342 20 528 IUM 1: Module voor aansturing van externe veiligheidsvoorzieningen. • 1149 24 454 FB 10: Afstandsbediening voor het gemengde of ongemengde CV-circuit.
Gegevens over het toebehoren 2.5 Installatievoorbeelden T1 FK FB 100 2) FW 1201) FB 10 2) 230V AC AF WW IPM1 230V AC HP HK FW 1201) TWM KW TB MF SF SP P M VF HW T2 S...solar ISM1 230V AC 6 720 800 004-01.1O Afb.
Installatie (alleen voor de installateur) 3 Installatie (alleen voor de installateur) Zie de planningdocumentatie of de aanbesteding voor het gedetailleerde installatieschema van de montage van de hydraulische componenten en de bijbehorende besturingselementen. B Verwijder de afdekking en het blinde deksel. 2. 1. Gevaar: Gevaar voor stroomschok! 3.1 Montage 3.1.
Installatie (alleen voor de installateur) B Klik het bovenstuk vast en monteer de afdekking. 4. 3. 3.1.2 Montage op de muur De regelkwaliteit van de regelaar is afhankelijk van de montageplaats. De montageplaats (regelruimte) moet voor de regeling van de verwarming geschikt zijn. B Kies een montageplaats. 2. 35 mm 134 mm 0,3 m 0,3 m 119 mm 0,6 m 1. 6 720 612 220-04.1R 1,2 - 1,5 m 6 720 612 481-03.1R Afb. 8 Afb. 7 Het montageoppervlak op de muur moet egaal zijn.
Installatie (alleen voor de installateur) B Monteer de voet. 6 mm 3,5 mm 6 mm 3,5 mm 6 720 612 220-07.1R Afb. 10 B Breng de elektrische aansluiting tot stand (Æ afbeelding 14 of 15 op pagina 16). B Steek bovenstuk en schuifraam op de voet. 3. 1. 6 720 612 220-06.1R 2. Afb.
Installatie (alleen voor de installateur) 3.1.3 Montage van de buitenvoeler De regelkwaliteit is afhankelijk van de montageplaats van de buitentemperatuurvoeler AF. B Kies een montageplaats. N NO NW O W SO SW H 1/2 H (min 2m) H 1/2 Y Y 1/2 H (min 2m) S 6 720 610 967-02.1R Afb.
Installatie (alleen voor de installateur) B Verwijder de afschermkap. 3.2 Elektrische aansluiting B Bevestig het voelerhuis met twee schroeven aan de buitenmuur. 3.2.1 Elektrische aansluiting in verwarmingstoestel B Door de inbouw van de regelaar wordt automatisch de busverbinding via de drie contacten tot stand gebracht (Æ afbeelding 6 op pagina 11). 2. Heatronic 3 FW 120 6 720 610 967-10.2J 1. Afb. 13 3.1.4 ST 19 A F 1 2 4 B B 6 720 800 004-02.1O Afb.
Installatie (alleen voor de installateur) Elektrische aansluiting aan de muur Als de leidingdiameters van de busverbindingen verschillend zijn: B Busverbinding van regelaar naar overige busdeelnemers: Gebruik elektrische kabels die minimaal overeenkomen met type H05 VV-... (NYM-J...). B Sluit de busverbindingen via een aftakdoos aan.
Ingebruikneming (alleen voor de installateur) 4 Ingebruikneming (alleen voor de installateur) B Stel de codeerschakelaar op de IPM 1 op 1 in. B Schakel de installatie in. B Codeer de FB 10 of FB 100 op 1. Beschrijving van de bedieningselementen Æ pagina 2. Bij eerste ingebruikneming of na een totale reset van alle instellingen wordt de in de basisinstelling ingestelde taal aangeven: B Kies de taal met en bevestig met .
Bediening 5 Bediening Met de regelaar kunt u de gewenste kamertemperatuur voor elke functie instellen. Deze temperatuur is niet de feitelijke kamertemperatuur. Het betreft een richtwaarde die de gevraagde aanvoertemperatuur beïnvloedt. De functie van de bedieningselementen en de betekenis van de symbolen op het display vindt u op de pagina's 2 en 3. 5.1 Kamertemperatuur en functie wijzigen 5.1.
Bediening 5.1.3 Bedrijfsstand warm water veranderen (in de tijd begrensd) Gebruik deze functie als u buiten de geprogrammeerde schakeltijden warm water nodig heeft. B kort indrukken, om de warmwaterbereiding direct te activeren. – De boiler wordt gedurende 60 minuten op de ingestelde temperatuur van het warmwaterprogramma opgewarmd. – Bij combitoestellen is het comfortbedrijf gedurende 30 minuten actief. Om het activeren ongedaan te maken: B nogmaals kort indrukken. 5.1.
Bediening 5.2 Weergave in het display en navigeren in het menu De bediening van de weersafhankelijk kamerthermostaat FW 120 is als menu uitgevoerd. Binnen dit menu zijn de verschillende functies in een boomstructuur gerangschikt. Voor een beter overzicht is het menu in drie delen (HOOFDMENU, INFO, INSTALLATEURSNIVEAU) opgedeeld. Ieder deel kan via een eigen toets worden opgeroepen. De gehele menustructuur vindt u in de hoofdstukken 6.1, 7 en 8.1.
Bediening B indrukken. De displayverlichting schakelt in en het hoofdmenu wordt getoond. menu 9 12 h B 15 indrukken, om de menuoptie Maandag te bevestigen. Het volgende submenu (PROG. MAANDAG WIJZIGEN) met de voorgeprogrammeerde schakeltijden en bedrijfstijden P1 t/m P6 wordt getoond. 18 6 9 3 B 24 h 21 6 720 800 792-01.1O indrukken. Het menu verwarming is gekozen, de kopregel toont de actuele menunamen (hier VERWARMING). 9 12 h 12 h 15 18 6 3 24 h 21 6 720 800 792-05.
Bediening B verdraaien, tot de gewenste bedrijfsstand resp. temperatuur wordt getoond (b.v. Sparen). De segmentring toont altijd het effect van de verandering van de bedrijfsstand op het CVprogramma. 9 12 h 15 18 6 3 24 h 21 6 720 800 792-08.1O B indrukken. De bedrijfsstand is opgeslagen. De instelling van P1 is nu afgerond. B U kunt nu: Gebruik van daggroepen bij de programmering In veel gevallen zult u voor b.v. de werkdagen van de week dezelfde schakeltijden willen programmeren.
Bediening 5.3.2 Wissen van een enkel schakeltijdstip B Markering, zoals in hoofdstuk 5.3.1 beschreven, op het te wissen punt plaatsen, bijv. menupunt P1 (= schakeltijdstip 1). B indrukken. De schakeltijd en het bijbehorende segment in de segmentring knippert. 9 12 h 15 5.3.3 B Roep het menu: Verwarming > Programma, Warm water > Warmwaterprogramma of Warm water > Circ.pompprog.op. B verdraaien, tot het menupunt Naar basisinstelling terugzetten. B indrukken. Nee knippert.
Bediening 5.4 Terugzetten van alle instellingen (alleen voor de installateur) Met deze functie worden alle instellingen van het HOOFDMENU en het INSTALLATEURSNIVEAU het naar de basisinstelling teruggezet! Daarna moet de installateur de installatie weer opnieuw in bedrijf nemen! Wanneer de standaard aanwijzing is ingesteld: B en tegelijkertijd ingedrukt houden, tot de volgende waarschuwingstekst wordt getoond: menu 9 12 h 15 18 6 3 24 h 21 6 720 613 462-20.
Instellen van het HOOFDMENU 6 Instellen van het HOOFDMENU B Menutoets kort indrukken, om het hoofdmenu te openen of te sluiten. De menuopties worden alleen weergegeven als de installatiedelen aanwezig en/of geactiveerd zijn en deze niet door een afstandsbediening worden benaderd. Sommige menuopties worden niet weergegeven omdat deze door een instelling in een andere menuoptie uitgeschakeld worden. B Keuzeknop verdraaien, om het gewenste menupunt te kiezen.
Instellen van het HOOFDMENU A Warm water 1) Warm water en circulatiepomp Warmwaterprogramma 1) 1) Æ pagina 30 Æ pagina 31 Alle dagen ... Zondag P1, P2, ... P6 Naar basisinstelling terugzetten Circ.pompprog. 1) Æ pagina 32 Alle dagen ... Zondag P1, P2, ... P6 Naar basisinstelling terugzetten Parameter 1) Æ pagina 32 Boilertemp. bij verwarmingsfunctie Boilertemp. bij spaarstandfunctie Warmwatervoorrang Aantal schakelingen Therm.
Instellen van het HOOFDMENU B Alg. Instellingen Æ pagina 35 Tijd en datum Tijd Datum Zomer-/wintertijd Klok correctie Display Weergave Datum Contrast display Standaard informatie Toetsenblokkering Taal 1) Solar Æ pagina 36 T2: max. temperatuur solarboiler Invloed optimalisatie WW Optimalisatieinvloed CV circuit 1) Dit menu of de afzonderlijke menupunten worden afhankelijk van de geïnstalleerde installatie en de instellingen eventueel niet getoond.
Instellen van het HOOFDMENU 6.2 Verwarmingsprogramma Hoofdmenu: Verwarming Stel de regelaar aanvoertemperatuur van het verwarmingstoestel op de maximaal benodigde aanvoertemperatuur in. 6.2.1 Tijd-/temperatuurniveauprogramma Menu: Verwarming > Programma Gebruik dit menu, wanneer u het cv-programma met persoonlijk tijd-/temperatuurprofiel wenst. Het cv-programma is alleen actief, wanneer de bedrijfsstandenschakelaar op is ingesteld. Als de programmering voor bijv.
Instellen van het HOOFDMENU 6.2.2 Temperatuur voor de bedrijfsstanden (temperatuur constant veranderen) Menu: Verwarming > Temperatuurniveaus Gebruik dit menu om duurzaam de temperatuurniveaus voor de drie functies (Verwarmen / Sparen / Eco ) en de verwarmingssnelheid aan uw persoonlijke wensen en aan uw woonruimte aan te passen. B Gewenste kamertemperatuur voor de functies instellen: – Verwarmen = maximaal benodigde temperatuur (bijv.
Instellen van het HOOFDMENU 6.3 Warmwaterprogramma Hoofdmenu: Warm water Stel de regelaar warmwatertemperatuur van het verwarmingstoestel op de maximaal benodigde warmwatertemperatuur in. Als er een boiler na de hydraulische poort op de IPM is aangesloten, moet de regelaar aanvoertemperatuur op het verwarmingstoestel helemaal naar rechts worden gezet. 6.3.
Instellen van het HOOFDMENU 6.3.2 Tijd-/temperatuurniveauprogramma voor warm water via boiler 6.3.3 Tijdprogramma voor warm water met combiverwarmingstoestel Menu: Warm water > Warmwaterprogramma Menu: Warm water >Warmwaterprogramma Gebruik dit menu als u voor de warmwaterbereiding een programma met een persoonlijk tijd- en temperatuurprofiel wenst. Het tijd-/temperatuurniveauprogramma kan alleen worden ingesteld en is alleen actief als Warm water > Warm water en circulatiepomp > Apart van CV prog.
Instellen van het HOOFDMENU 6.3.4 Tijdprogramma voor circulatiepomp (alleen met boiler) Menu: Warm water > Circ.pompprog. Gebruik dit menu wanneer u voor de circulatiepomp een tijdprogramma wenst. Het tijdprogramma kan alleen worden ingesteld en is alleen actief als Warm water > Warm water en circulatiepomp > Apart van CV prog. is ingesteld. • Automatische wissel circulatiepomp Aan / Uit volgens het ingevoerde tijdprogramma. – Aan: Start van de circulatiepomp volgens instelling (Æ hoofdstuk 6.3.
Instellen van het HOOFDMENU Menu: Warm water > Parameter > Aantal schakelingen Deze menuoptie is alleen actief als er een circulatiepomp aanwezig is. – Handmatig: De thermische desinfectie kan tijdens Bedrijfstoestand telkens eenmalig worden gestart. • – Niet in bedrijf: Momenteel geen thermische desinfectie. Met Nu éénmalig starten kan de thermische desinfectie eenmalig worden gestart.
Instellen van het HOOFDMENU 6.4 Vakantieprogramma Hoofdmenu: Vakantie Gebruik dit menu als u gedurende enkele dagen een speciale functie wilt zonder de persoonlijke instellingen van de verschillende programma’s en parameters te veranderen. In het vakantieprogramma worden de verwarming en de warmwaterbereiding op de in het vakantieprogramma ingestelde functie geregeld (bescherming tegen vorst is gewaarborgd). • Begin: – Als de datum voor Begin de datum van vandaag is, start het vakantieprogramma meteen.
Instellen van het HOOFDMENU 6.5 Algemene instellingen Hoofdmenu: Alg. Instellingen 6.5.1 Tijd, Datum en Zomer-/wintertijd • Standaard informatie: Stel de informatie in die tijdens de standaardweergave in de bovenste regel moet worden weergegeven. Menu: Alg. Instellingen > Tijd en datum 6.5.3 Gebruik dit menu als u de tijd en datum wilt aanpassen. Menu: Alg. Instellingen > Toetsenblokkering • Tijd: Tijd opnieuw instellen als de stroomvoorziening langer dan 12 uur onderbroken was.
Instellen van het HOOFDMENU 6.6 Solarinstellingen Hoofdmenu: Solar Gebruik dit menu als u de boilertemperatuur wilt begrenzen of als u de gewenste warmwatertemperatuur en de gewenste aanvoertemperatuur op basis van de beschikbare zonne-energie afhankelijk van uw regio wilt optimaliseren. Meer informatie voor de installateur Æ hoofdstuk 8.5.3 op pagina 50. • Invloed optimalisatie WW: Maximale reducering van de gewenste temperatuur van het warme water door solarinvloed.
Informatie weergeven 7 Informatie weergeven Menu: INFO Overzicht menu INFO Hier kan systeeminformatie worden weergegeven. De volgende tabel dient • als overzicht van de menustructuur (kolom 1). De diepte van de menu’s wordt aangegeven met verschillende grijstinten. De menu’s Gebruiksaanwijzing en Verwarmingstoestel bevinden zich bijvoorbeeld op hetzelfde niveau. • als overzicht van de variabele weergavemogelijkheden (kolom 2). • als beschrijving van de verschillende infopunten (kolom 3).
Informatie weergeven Menustructuur INFO Variabele voorbeeldindicatie Beschrijving CV circuit – – Functie Auto. verwarmen / Auto. Actuele functie of speciale functie voor verwarsparen/ Auto. Eco/ Verming. warmen/ Sparen/ Eco/ Vakantie autom./ Vakantie verwarmen/ Vakantie sparen/ Vakantie Eco/ Vloerdrogen wacht/ Drogen vloer actief Gewenste kamertemperatuur. 25,0°C Van de regelaar of de afstandsbediening FB 10 gevraagde ruimtetemperatuur (alleen als „Ruimteinvloed“ actief is).
Informatie weergeven Menustructuur INFO Variabele voorbeeldindicatie Solar – – – Menu voor het basisinstallatiedeel van het solarsysteem. Standaardsysteem Beschrijving T1 : Temperatuur collec- 80,0°C torveld 1 Aan collectortemperatuurvoeler (T1) gemeten temperatuur. T2: Temp. Solarboiler 1 55,7°C Aan onderste boilertemperatuurvoeler (T2) gemeten temperatuur in solarboiler. SP : Solarpomp collectorveld 1 In bedrijf / Uit Schakeltoestand solarpomp (SP).
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur) 8 Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur) Het menu INSTALLATEURSNIVEAU is alleen voor de installateur bestemd. B INSTALLATEURSNIVEAU opemenu nen: Druk ca. 3 Sekunden in. Het navigeren binnen de menustructuur, het programmeren, het verwijderen van waarden en het terugzetten naar de basisinstelling worden in hoofdstuk 5.2 vanaf pagina 20 uitvoerig beschreven. 8.
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur) 8.1.1 INSTALLATEURSNIVEAU: Systeemconfiguratie Menustructuur Systeemconfiguratie Basisinstelling Instelbereik Automatisch Systeemconf. starten Nee Nee / Ja Configuratie warm water Combinatie toestel Nee / Combinatie toestel/ Boiler via toestel/ Boiler via IPM n°3 ...
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur) 8.1.3 INSTALLATEURSNIVEAU: Solarsysteem config. Menustructuur Solarsysteem config. Basisinstelling Instelbereik Solaroptie E therm. desinfectie Nee Nee / Ja 8.1.4 Persoonlijke instelling Beschrijving vanaf pagina 50 INSTALLATEURSNIVEAU: Solarsyst. parameter Menustructuur Solarsyst. parameter Basisinstelling 1. Standaardsysteem – Instelbereik Persoonlijke instelling – – SP: Inschakel-temperatuur- 8 K verschil 3 K ...
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur) 8.1.6 INSTALLATEURSNIVEAU: Service adres Menustructuur Service adres Voorbeeld Instelbereik Telefoonnummer 012345 6789 max. 20 tekens Naam Verwarmingsinstallatiebedrijf max. 20 tekens 8.1.
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur) 8.2 Verwarmingssysteem configureren Installateursniveau: Systeemconfiguratie 8.3 Parameters voor verwarming Installateursniveau: Verwarmingsparameter Menustructuur en instelbereiken Æ pagina 41. Menustructuur en instelbereiken Æ pagina 41. Installatievoorbeelden vindt u in de gebruiksaanwijzing van de IPM. Overige, mogelijk installaties vindt u in de planningsdocumentatie.
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur) 90 C 80 70 60 50 40 30 30 20 20 10 10 +10 0 -10 +20 -20 C Afb.
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur) Menu: Verwarmingsparameter > Voetpunt B Stel het voetpunt van de verwarmingscurve in volgens de klassieke voetpunt/eindpuntmethode. Menu: Verwarmingsparameter > Eindpunt B Stel het eindpunt van de verwarmingscurve in volgens de klassieke voetpunt/eindpuntmethode. Menu: Verwarmingsparameter > Temperatuurkeuze B Stel de gewenste aanvoertempertuur tijdens de configuratie passend bij het verwarmingstype in: – Voor Vloerverwarming bijv.
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur) Menu: Verwarmingsparameter > CV uit tot lager temp.niveau • Als de buitentemperatuur de ingestelde vorstgrenstemperatuur met 1 K(°C) overschrijdt en er geen warmtevraag is, wordt de CV-circuitpomp uitgeschakeld. • Als de buitentemperatuur de ingestelde vorstgrenstemperatuur overschrijdt, wordt de CVcircuitpomp ingeschakeld (installatievorstbescherming). B Selecteer de afkoelfase: – Nee: Verwarmen volgens verwarmingscurve.
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur) Menu: Verwarmingsparameter > IJken ruimtetemp. voeler FB 10 IJken ruimte-temp. voeler FB 10 wordt alleen weergegeven als er een afstandsbediening FB 10 is aangesloten. Gebruik dit menu als u de weergegeven kamertemperatuurwaarde wilt aanpassen. B Breng een geschikt precisiemeetinstrument in de buurt van de FB 10 aan. Het precisiemeetinstrument mag geen warmte aan de FB 10 afgeven.
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur) 8.4 Solarsysteem configureren Installateursniveau: Solarsysteem config. 8.5.1 Parameters voor het solarstandaardsysteem Menustructuur en instelbereiken Æ pagina 42. Menu: Solarsyst. parameter > 1. Standaardsysteem > SP: Inschakel-temperatuurverschil Gebruik dit menu als u voor het solarsysteem de thermische desinfectie wilt instellen. Voor de solarpomp (SP): B Stel naast de 1. Standaardsysteem de optie Solaroptie E therm.
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur) Meetplaats temperatuurvoeler (T1): B Stel een hogere waarde in als de geïnstalleerde buisleidingen, pompen, enz. met een bedrijfsdruk ≥ 6 bar kunnen worden gebruikt en voor hoge temperaturen geschikt zijn. -ofB Stel een lagere waarde in als de geïnstalleerde buisleidingen, pompen, enz. alleen met een zeer lage bedrijfsdruk kunnen worden gebruikt en alleen voor lage temperaturen geschikt zijn. Menu: Solarsyst. parameter > 1.
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur) RUS FIN 75 EST N LV S LT 80 BY DK PL UA IRL GB NL D B CZ 95 SK CH F RO H A SL HR SR 100 BG BiH MK I GR E 6 720 612 481-31.2O P 115 130 AL 135 MA Afb.
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur) Als de opstellingsplaats van de installatie op de kaart met de klimaatzones niet kan worden gevonden: 8.6 B Verander de vooraf ingestelde waarde voor de solaroptimalisatie niet. Menustructuur Æ pagina 42. -ofB Gebruik de waarde van de klimaatzone die het dichtst bij de opstellingsplaats van de installatie ligt. Menu: Solarsyst.
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur) 8.9 Vloerdroogfunctie Installateursniveau: Drogen vloer Menustructuur en instelbereik Æ pagina 43. Waarschuwing: Beschadiging van de vloer! B Een ongemengd CV-circuit moet rechtstreeks op het verwarmingstoestel zijn aangesloten. Daarvoor moet het afgenomen vermogen via de te drogen vloer groter dan het minimale verwarmingstoestelvermogen zijn. B Programmeer de vloerdroogfunctie volgens de voorschriften van de leverancier van de vloer.
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur) VL C 2 1 45 35 25 1d 1d 1d 3 4 1d t 6 720 613 058-06.1R Afb. 24 1d 1 2 3 4 t VL 54 1 dag (vaste waarden) Maximale aanvoertemperatuur Vasthoudduur max.
Storingen verhelpen 9 Storingen verhelpen Storingen van busdeelnemers worden weergegeven. Een storing van het verwarmingstoestel (bijv. storing EA) wordt in het display van de regelaar aangegeven. Voor de installateur: B Verhelp de storing volgens de documentatie van het verwarmingstoestel. B Raadpleeg een vakman voor verwarming. 9.1 Storingen verhelpen met indicatie 9 12 h 15 2 1 3 4 3 24 h 21 6 720 613 462-22.1O Afb.
Storingen verhelpen Indicatie (Æ Pos. 1, 3 en 4 in afbeelding 25) Door installateur laten verhelpen Tekst Code Oorzaak Storingen 01 Storing in HT-Buscommunicatie! 10 Aan IPM toegewezen busdeelnemer FB 100 meldt zich niet meer. 200 Verwarmingstoestel meldt zich niet meer. 201 Verkeerde busdeelnemer aangesloten. Identificeer de verkeerde busdeelnemer en vervang deze. 40 Verkeerde busdeelnemer aangesloten. Identificeer de verkeerde busdeelnemer en vervang deze.
Storingen verhelpen Indicatie (Æ Pos. 1, 3 en 4 in afbeelding 25) Tekst Code Oorzaak Storingen 10 Systeemconfiguratie ongeldig Afstandsbediening voor niet-aanwezig verwarmingscircuit herkend of ingesteld, codering controleren! 195 Zie displaytekst. 1) 131 Storingen 11 Systeemconfiguratie nieuwe busdeelne- 132 mer Nieuwe ISM herkend, aan alle ISM’s tegelijkertijd spanning inschakelen en automatische systeemconfiguratie starten! Zie displaytekst.
Storingen verhelpen Indicatie (Æ Pos. 1, 3 en 4 in afbeelding 25) Tekst Code Oorzaak Door installateur laten verhelpen 175 Storingen 12 Systeemconfiguratie busdeelnemer ontbreekt Afstandsbediening met codering 1 niet herkend. Controleer aansluiting en codering. Zie displaytekst. 1) Storingen 12 178 Systeemconfiguratie busdeelnemer ont- 179 breek t IPM met codering 1 niet herkend. Controleer aansluiting en codering. Zie displaytekst.
Storingen verhelpen Indicatie (Æ Pos. 1, 3 en 4 in afbeelding 25) Tekst Code Oorzaak Door installateur laten verhelpen Storingen 21 135 Systeemconfiguratie nieuwe busdeelne- 137 mer 139 Zie de displaytekst op de afstandsbediening. Storingen 22 178 Systeemconfiguratie busdeelnemer ont- 179 breekt Op de afstandsbediening IPM met codering 1 niet herkend. Controleer aansluiting en codering van de IPM en pas deze indien nodig aan.
Storingen verhelpen Indicatie (Æ Pos. 1, 3 en 4 in afbeelding 25) Door installateur laten verhelpen Tekst Code Oorzaak Storingen 40 Temperatuurvoeler T1 collectorveld 1 defect 101 Kortsluiting van voelerleiding (T1). 102 Onderbreking van voelerleiding (T1). Storingen 41 Temperatuurvoeler T2 Solarboiler defect 103 Kortsluiting van voelerleiding (T2). 104 Onderbreking van voelerleiding (T2).
Storingen verhelpen Indicatie (Æ Pos. 1, 3 en 4 in afbeelding 25) Tekst Code Oorzaak Door installateur laten verhelpen Storingen 53 Verkeerde montageplaats temperatuurvoeler 125 Collectortemperatuurvoeler (T1) aan ingang collectorveld geïnstalleerd. Monteer collectortemperatuurvoeler (T1) in de buurt van de collectorvelduitgang. Storingen 54 Temperatuur voor thermische desinfectie in Solarboiler niet bereikt 145 Maximale temperatuur voor de solarboiler te gering.
Storingen verhelpen 9.2 Storingen verhelpen zonder indicatie Klacht Oorzaak Oplossing Gewenste kamertemperatuur wordt niet bereikt. Thermostaatkraan of -kranen te laag ingesteld. Stel de thermostaatkraan of de -kranen hoger in. Verwarmingscurve te laag ingesteld. „Stel Temperatuurniveaus“ voor „Verwarmen“ hoger in of laat de verwarmingscurve door een installateur corrigeren. Regelaar aanvoertemperatuur van verwarmingstoestel te laag ingesteld. Stel regelaar aanvoertemperatuur hoger in.
Storingen verhelpen Als de storing niet kan worden verholpen: B Neem contact op met een erkend verwarmingsinstallatiebedrijf of een erkende klantenservice en geef de storing en de gegevens van het toestel (zie typeplaatje) op. Toestelgegevens Type:..................................................................... Bestelnummer:..................................................... Fabricagedatum (FD...):........................................
Energie besparen 10 • Energie besparen Bij de weersafhankelijke regeling wordt de aanvoertemperatuur geregeld overeenkomstig de ingesteld verwarmingscurve. Hoe kouder de buitentemperatuur, hoe hoger de aanvoertemperatuur. Om energie te besparen: Stel de verwarmingscurve overeenkomstig de isolatie van het gebouw en de omstandigheden van de installatie zo laag mogelijk in (Æ hoofdstuk 8.3 vanaf pagina 44).
Milieubescherming 11 Milieubescherming Milieubescherming is een belangrijk beginsel van Bosch. Kwaliteit van de producten, spaarzaamheid en milieubescherming zijn voor ons doelen die even belangrijk zijn. Wetten en voorschriften ten aanzien van de milieubescherming worden strikt in acht genomen. Ter bescherming van het milieu passen wij met inachtneming van economische gezichtspunten de best mogelijke techniek en materialen toe.
Individuele instellingen van de tijdprogramma’s 12 Individuele instellingen van de tijdprogramma’s Hier vindt u de basisinstellingen en de persoonlijke instellingen van de tijdprogramma’s. 12.1 Verwarmingsprogramma Het instellen van het verwarmingsprogramma is beschreven in hoofdstuk 6.2 op pagina 28.
Individuele instellingen van de tijdprogramma’s 12.2 Warmwaterprogramma Het instellen van het warmwaterprogramma is beschreven in hoofdstuk 6.3 op pagina 30.
Individuele instellingen van de tijdprogramma’s 12.3 Warmwatercirculatieprogramma Het instellen van het circulatieprogramma is beschreven in hoofdstuk 6.3 op pagina 30.
Individuele instellingen van de tijdprogramma’s Notities 6 720 800 833 (2012/02) 69
Individuele instellingen van de tijdprogramma’s Notities 70 6 720 800 833 (2012/02)
Individuele instellingen van de tijdprogramma’s Notities 6 720 800 833 (2012/02) 71
NV SERVICO SA Kontichsesteenweg 60 2630 Aartselaar Tel. 03 887 20 60 Fax 03 877 01 29 www.junkers.be Deutsche Fassung auf Anfrage erhältlich.