Operation Manual

Nederlands | 49
Bosch Power Tools 1 618 C00 75G | (10.12.12)
Gebruik
Ingebruikneming oppervlaktelaser
Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel zon-
licht.
Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme tem-
peraturen of temperatuurschommelingen. Laat het bij-
voorbeeld niet lange tijd in de auto liggen. Laat het meetge-
reedschap bij grote temperatuurschommelingen eerst op
de juiste temperatuur komen voordat u het in gebruik
neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuurschom-
melingen kan de nauwkeurigheid van het meetgereed-
schap nadelig worden beïnvloed.
Voorkom heftige schokken of vallen van het meetge-
reedschap. Na sterke externe inwerkingen dient u de wa-
terpasnauwkeurigheid van het meetgereedschap door een
erkende Bosch-klantenservice te laten controleren.
Schakel het meetgereedschap uit wanneer u het ver-
plaatst of vervoert. Bij het uitschakelen wordt de pende-
leenheid vergrendeld. Anders kan deze bij heftige bewe-
gingen beschadigd raken.
Meetgereedschap opstellen
Plaats het meetgereedschap op de te controleren vloer op
een stevige ondergrond.
De waterpasnauwkeurigheid kan door de omgevingstempera-
tuur beïnvloed worden. Vooral vanaf de grond naar boven toe
verlopende temperatuurverschillen kunnen de laserstraal af-
buigen. Aangezien er vooral vlakbij de vloer verschillende
temperatuurlagen zijn, dient u het meetgereedschap altijd in
het midden van de te controleren vloer op te stellen.
In- en uitschakelen
Als u het meetgereedschap wilt inschakelen, duwt u de
aan/uit-schakelaar 8 in de stand „On. Het meetgereedschap
zendt onmiddellijk na het inschakelen laserstralen uit de uit-
gangsopeningen 1.
Richt de laserstraal niet op personen of dieren (in het
bijzonder niet op hun ooghoogte) en kijk zelf niet in de
laserstraal (ook niet van een grote afstand).
Als u het meetgereedschap wilt uitschakelen, duwt u de
aan/uit-schakelaar 8 in de stand „Off”. Als u het meetgereed-
schap uitschakelt, wordt de pendeleenheid vergrendeld.
Als het meetgereedschap ca. 30 minuten lang niet wordt be-
wogen of niet met de afstandsbediening wordt bediend,
wordt het automatisch uitgeschakeld om de batterijen of de
accu te ontzien.
Schakel het meetgereedschap na de automatische uitschake-
ling met de aan/uit-schakelaar 8 uit en indien nodig weer in.
GSL 2 Set: U kunt het meetgereedschap na de automatische
uitschakeling door indrukken van een willekeurige toets op de
afstandsbediening weer inschakelen.
Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbe-
heerd achter en schakel het meetgereedschap na ge-
bruik uit. Andere personen kunnen door de laserstraal
verblind worden.
Bij het overschrijden van de maximaal toegestane bedrijfs-
temperatuur van 50 °C vindt uitschakeling plaats om de laser-
diode te beschermen. Na het afkoelen is het meetgereed-
schap weer gereed voor gebruik en kan het opnieuw worden
ingeschakeld.
Gebruik met accu: De lithiumionaccu is met „Electronic Cell
Protection (ECP)” tegen te sterk ontladen beschermd. Als de
accu leeg is, wordt het elektrische gereedschap door een vei-
ligheidsschakeling uitgeschakeld.
Als het elektrische gereedschap automatisch wordt uitge-
schakeld vanwege een lege accu, zet u het de aan/uit-schake-
laar 8 van het meetgereedschap in de uit-stand. Laad de accu
op voordat u het meetgereedschap weer inschakelt. De accu
kan anders beschadigd raken.
Meetgereedschap laten waterpassen
Door het automatisch waterpassen worden oneffenheden
binnen het zelfwaterpasbereik van ±4° automatisch gecom-
penseerd. Het waterpassen is afgesloten zodra de laserlijnen
niet meer bewegen.
Als automatisch waterpassen niet mogelijk is, bijvoorbeeld
omdat het oppervlak waarop het meetgereedschap staat
meer dan 4° van de waterpaslijn afwijkt, knipperen de laser-
lijnen.
Stel in dit geval het meetgereedschap horizontaal op en wacht
het zelfwaterpassen af. Zodra het meetgereedschap zich bin-
nen het zelfwaterpasbereik van ±4° bevindt, schijnen de la-
serstralen continu.
Bij schokken of veranderingen van plaats tijdens het gebruik
wordt het meetgereedschap automatisch weer waterpas ge-
steld, bij grote positieveranderingen mogelijkerwijs echter op
een andere hoogte. Controleer na een opnieuw waterpassen
of de beide laserlijnen bij het referentiepunt overeenkomen
(zie „Meetgereedschap in hoogte uitrichten”, pagina 49), om
hoogtefouten te voorkomen.
Meetgereedschap in hoogte uitrichten
Het meetgereedschap produceert twee laserlijnen, die vanaf
een afstand van ca. 50 cm voor het meetgereedschap op de
vloer zichtbaar zijn. Zorg ervoor dat lijnen overeenkomen op
dit referentiepunt waar ze voor het eerst op de vloer zichtbaar
zijn. Draai daarvoor de knop 9 van de hoogteverstelling in de
richting of tegen de richting van de wijzers van de klok tot bei-
de laserlijnen elkaar op het referentiepunt overlappen en nog
maar één lijn zichtbaar is.
Als het niet mogelijk is de beide laserlijnen overeen te laten
komen door de hoogteverstelling te draaien, staat het meet-
gereedschap duidelijk hoger of lager dan de vloer. Zet het
meetgereedschap op een ander punt op de vloer met een klei-
ner hoogteverschil neer en zorg er daar voor dat de laserlijnen
overeenkomen.
Ingebruikneming afstandsbediening (GSL 2 Set)
Bescherm de afstandsbediening tegen vocht en fel
zonlicht.
Stel de afstandsbediening niet bloot aan extreme tem-
peraturen of temperatuurschommelingen. Laat deze
bijvoorbeeld niet lange tijd in de auto liggen. Laat afstands-
bediening bij grote temperatuurschommelingen eerst op
de juiste temperatuur komen voordat u deze in gebruik
neemt.
OBJ_BUCH-1545-005.book Page 49 Monday, December 10, 2012 11:06 AM