Operation Manual

Nederlands - 7
Controleer voor de montage van het
slijpgereedschap en voor het inschake-
len of het slijpgereedschap juist is ge-
monteerd en vrij kan draaien.
Lamellenschijf
Monteer voor werkzaamheden met de rubber
steunschijf, komstaalborstel, vlakstaalbor-
stel of lamellenschijf altijd de handbescher-
ming (toebehoren).
Plaats de lamellenschuurschijf op de uitgaande
as 6. Schroef de snelspanmoer 11 op de uit-
gaande as en draai de schuurschijf vast.
Rubber steunschijf 19
Monteer voor werkzaamheden met de rubber
steunschijf, komstaalborstel, vlakstaalbor-
stel of lamellenschijf altijd de handbescher-
ming (toebehoren).
Zie voor de montage de pagina met afbeeldin-
gen.
Schroef de ronde moer 21 op de uitgaande as en
draai deze vast met de pensleutel.
Houd rekening met meer krachtsinspanning bij
het losdraaien van de ronde moer 21.
Komstaalborstel 22 of vlakstaalborstel
Monteer voor werkzaamheden met de rubber
steunschijf, komstaalborstel, vlakstaalbor-
stel of lamellenschijf altijd de handbescher-
ming (toebehoren).
Het slijpgereedschap moet zo ver op de uit-
gaande as 6 kunnen worden geschroefd dat het
nauwkeurig aansluit op de flens aan het einde
van schroefdraad van de uitgaande as. Draai het
vast met een steeksleutel.
Houd rekening met meer krachtsinspanning bij
het losdraaien van het slijpgereedschap.
Komsteen
Gebruik bij werkzaamheden met kom-
stenen de speciale beschermkap 14.
De komsteen 15 mag altijd slechts zo ver uit de
beschermkap 14 steken als voor de desbetref-
fende bewerking beslist nodig is.
Stel de beschermkap 14 op deze maat bij.
Zie voor de montage de pagina met afbeeldin-
gen.
Schroef de spanmoer 16 met de platte zijde naar
de slijpschijf op de uitgaande as 6 en draai de
spanmoer met de passende gebogen pensleu-
tel 17 vast.
Houd rekening met meer krachtsinspanning bij
het losdraaien van de spanmoer 16.
Alle in deze gebruiksaanwijzing genoemde slijp-
en schuurgereedschappen kunnen worden ge-
bruikt.
Het toegestane toerental [min
-1
] resp. de omtrek-
snelheid [m/s] van de gebruikte slijpgereed-
schappen moet minstens gelijk zijn aan de gege-
vens in de tabel.
Neem daarom altijd het toegestane toerental en
de omtreksnelheid op het etiket van de slijpge-
reedschappen in acht.
Let op de netspanning: De spanning van de
stroombron moet overeenkomen met de gege-
vens op het typeplaatje. Met 230 V aangeduide
machines kunnen ook worden gebruikt met een
spanning van 220 V.
In- en uitschakelen
Als u de machine wilt inschakelen, duwt u de
aan/uit-schakelaar 3 naar voren en drukt u deze
vervolgens in.
Als u de schakelaar wilt vastzetten, duwt u de
aan/uit-schakelaar 3 in ingedrukte toestand ver-
der naar voren.
Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de
aan/uit-schakelaar 3 los of drukt u de schakelaar
in en laat u deze vervolgens los.
Toegestane
slijpgereedschappen
max.
[mm] [mm]
Db d[min
-1
] [m/s]
180
230
8
8
22,2
22,2
8 500
6 500
80
80
180
230
8 500
6 500
80
80
100 30 M 14 8 500 45
Ingebruikneming
b
d
D
D
D
b
d
1 609 929 H82.book Seite 7 Dienstag, 3. Mai 2005 3:11 15
74 1 609 929 H82 TMS 28.04.05