Operation Manual

Nederlands - 8
Schakelaar zonder vergrendeling
(per land verschillend):
Als u de machine wilt inschakelen, duwt u de
aan/uit-schakelaar 3 naar voren en drukt u deze
vervolgens in.
Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de
aan/uit-schakelaar 3 los.
Proefdraaien!
Controleer het slijpgereedschap voor het
gebruik. Het slijpgereedschap moet op de
juiste wijze gemonteerd zijn en vrij kunnen
draaien. Laat het slijpgereedschap min-
stens 30 seconden onbelast proefdraaien.
Gebruik geen beschadigde, niet-ronde of
trillende slijpgereedschappen.
Snelstop
Dit gereedschap beschikt over het
Bosch Brake System, een gepaten-
teerde elektromechanische snel-
stop.
Bij het uitschakelen of bij onderbreking van de
stroomtoevoer wordt het slijpgereedschap bin-
nen enkele seconden tot stilstand gebracht.
Daardoor is de uitlooptijd ca. 70 % korter dan bij
met haakse slijpmachines zonder snelstop en
kan het gereedschap eerder worden neergelegd.
Laat het gereedschap nazien door een erkende
klantenservice voor Bosch elektrische gereed-
schappen wanneer de remwerking van de snel-
stop merkbaar afneemt.
Aanloopstroombegrenzing
(GWS 24-180 JBX/GWS 24-230 JBX)
Dankzij het zacht aanlopen van de machine is
een zekering van 16 A voldoende.
Voor een machine zonder aanloopstroom-
begrenzing is een grotere zekering nodig
(gebruik minstens een zekering van
16 A traag).
Voorzichtig bij het maken van sleuven in
dragende muren: zie de aanwijzingen over
bouwkundige aspecten.
Span het werkstuk in als het niet door het ei-
gen gewicht stabiel ligt.
Belast de machine niet zo sterk dat deze tot
stilstand komt.
Slijp- en doorslijpschijven worden tijdens de
werkzaamheden zeer heet. Raak ze niet aan
voordat ze zijn afgekoeld.
Afbramen
Met aanzethoeken van 30 tot 40°
bereikt u bij het afbramen het beste
resultaat. Beweeg de machine met
matige druk heen en weer. Het
werkstuk wordt dan niet te heet,
verkleurt niet en krijgt geen groe-
ven.
Gebruik doorslijpschijven nooit om af te
bramen.
Lamellenschijf
Met de lamellenschijf (toebehoren) kunnen ook
gebogen oppervlakken en profielen (contour-
schuren) worden bewerkt.
Lamellenschijven hebben een veel langere le-
vensduur dan schuurbladen, een lager geluidsni-
veau en lagere schuurtemperaturen.
Doorslijpen
Niet duwen, machine niet schuin
houden en niet oscilleren tijdens
het doorslijpen. Werk met een ma-
tige, aan het te bewerken materiaal
aangepaste voorwaartse bewe-
ging.
Rem uitlopende doorslijpschijven niet af door er
aan de zijkant tegen te duwen.
Belangrijk is de rich-
ting van de doorslijp-
werkzaamheden.
De machine moet al-
tijd tegenlopend wer-
ken. Beweeg de ma-
chine daarom niet in
de andere richting.
Anders bestaat het
gevaar dat de ma-
chine ongecontro-
leerd uit de snede
wordt geduwd.
Tips voor de werkzaamheden
1 609 929 H82.book Seite 8 Dienstag, 3. Mai 2005 3:11 15
75 1 609 929 H82 TMS 28.04.05