Operation Manual

Het apparaat leren kennen nl
9
Verwarmingsmethoden en functies
Met de functiekeuzeknop stelt u de
verwarmingsmethoden en meer functies in.
Om altijd de juiste verwarmingsmethode voor uw
gerecht te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
--------
Aanwijzing: Bij elke verwarmingsmethode geeft het
apparaat een voorgestelde temperatuur of stand weer.
U kunt deze overnemen of in het betreffende bereik
veranderen.
Meer functies
Uw nieuwe oven biedt u nog meer functies, waarop wij
hier een korte toelichting geven.
--------
Verwarmings- methode Temperatuur Gebruik
<
3D-hetelucht 30-275°C Voor het bakken en braden op één of meerdere niveaus.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achter-
kant gelijkmatig in de binnenruimte.
6
Eco hetelucht 125-275°C Voor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten op één niveau, zonder voor-
verwarmen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achter-
kant in de binnenruimte.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de cir-
culatieluchtmodus en de energie-efficiëntieklasse gebruikt.
$
Pizzastand 30-275°C Voor het bereiden van pizza's en gerechten die veel warmte van onderen nodig heb-
ben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de achter-
wand zijn ingeschakeld.
$
Onderwarmte 30-250°C Voor de bereiding au bain-marie en om na te bakken.
De warmte komt van onderen.
O
Warmhouden 60-100°C Voor het warmhouden van bereide gerechten.
B
Ontdooien 30-60°C Voor het gezond ontdooien van diepvriesgerechten.
;
Langzaam garen 70-120°C Voor het gezond en langzaam garen van aangebraden, zachte stukken vlees in open
vormen.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van boven en van onderen.
(
Grill, groot Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Voor het grillen van platte stukken, zoals steaks, worstjes of toast, en voor het gratine-
ren.
Het hele oppervlak onder het grillelement wordt heet.
7
Circulatiegrillen 30-275°C Voor het braden van gevogelte, hele vis en grotere vleesstukken.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator wervelt
de hete lucht rond de gerechten.
%
Boven- en onderwarmte 30-275°C Voor traditioneel bakken en braden op één niveau. Bijzonder geschikt voor gebak met
vochtige bedekking.
De warmte komt gelijkmatig van onderen en van boven.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de con-
ventionele modus gebruikt.
Functie Gebruik
%
Programma's Voor veel gerechten zijn de juiste instelwaarden al geprogrammeerd.
~ "Programma’s" op pagina 27
q
Pyrolyse (ovenreiniging) Met de reinigingsfunctie Pyrolyse wordt de binnenruimte vrijwel zelfstandig gereinigd.
~ "Reinigingsfunctie" op pagina 20