Operation Manual

Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
45
Fruit en groente voorbereiden
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken.
Was het grondig.
Fruit resp. groente afhankelijk van de soort, schillen,
pitten verwijderen en kleinmaken en in weckflessen tot
ca. 2 cm onder de rand vullen.
Fruit
De vruchten in de weckflessen met hete, afgeschuimde
suikeroplossing vullen (ca. 400 ml voor 1-literfles). Op
één liter water:
ca. 250 g suiker bij zoet fruit
ca. 500 g suiker bij zuur fruit
Groente
De groente in de weckflessen vullen met heet,
afgekookt water.
De glazen randen schoonmaken. Leg op elke pot een
natte rubberen ring en een deksel. Sluit de potten af
met klemmen. Plaats de glazen potten zó in de
braadslede dat ze elkaar niet raken. 500 ml heet water
(ca. 80 °C) in de braadslede gieten. Instellen zoals
aangegeven in de tabel.
Inmaken beëindigen
Fruit
Na enige tijd stijgen er met korte tussenpozen belletjes
op. Apparaat uitschakelen, zodra alle weckflessen
belletjes vormen. Haal de weckflessen na de
aangegeven nawarmtijd uit de binnenruimte.
Groente
Na enige tijd stijgen er met korte tussenpozen belletjes
op. Zodra alle weckflessen borrelen, de temperatuur op
120 °C reduceren en de flessen zoals aangegeven in
de tabel in de gesloten binnenruimte verder laten
borrelen. Schakel na afloop van deze tijd het apparaat
uit en maak zoals in de tabel aangegeven nog enkele
minuten gebruik van de nawarmte.
Haal de flessen na het inmaken uit de binnenruimte en
plaats ze op een schone doek. Zet de hete potten niet
op een koude of natte ondergrond, ze zouden anders
kunnen knappen. Dek de weckflessen af om ze tegen
tocht te beschermen. Klemmen pas verwijderen
wanneer de glazen koud zijn.
Aanbevolen instelwaarden
De aangegeven tijden in de insteltabel zijn richtwaarden
voor het inmaken van fruit en groente. Deze kunnen
worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het
aantal potten, de hoeveelheid, de temperatuur en de
kwaliteit van de inhoud. De gegeven hebben betrekking
op ronde potten van1 liter. Controleer voor u om- of
uitschakelt of de potten werkelijk borrelen. Het borrelen
begint na ca. 30-60 minuten.
Gebruikte verwarmingsmethode:
< 4D hetelucht
Deeg laten rijzen
U kunt in het apparaat gistdeeg duidelijk sneller laten
rijzen dan bij kamertemperatuur. Gebruik de
verwarmingsmethode boven- en onderwarmte. Start de
werking alleen wanneer de binnenruimte geheel is
afgekoeld.
Laat gistdeeg altijd twee maal rijzen. Let op de
gegevens in de insteltabellen voor het 1e en 2e rijzen
(gaarheid van het deeg en afzonderlijke gaarheid).
Gaarheid van deeg
Instellen zoals aangegeven in de tabel. en het apparaat
verwarmen. Zet de deegkom op het rooster.
Open tijdens het gisten de apparaatdeur niet omdat er
anders vochtigheid ontwijkt. Het deeg met een vochtige
doek afdekken.
Afzonderlijke gaarheid
Plaats het gebak op de inschuifhoogte die in de tabel is
aangegeven.
Wanner u wilt voorverwarmen vindt de afzonderlijke
gaarheid buiten het apparaat op een warme plek plaats.
Aanbevolen instelwaarden
Temperatuur en duur van het gisten zijn afhankelijk van
de soort en hoeveelheid van de ingrediënten. Daarom
zijn de opgaven in de insteltabel richtwaarden.
Inmaken Vormen Inschuif-
hoogte
Verwar-
mings-
methode
Tempera-
tuur in °C
Duur in min.
Groente, bijv. wortelen Inmaakpotten 1 liter 1 < 160-170 tot aan het borrelen:30-40
120 vanaf het borrelen: 30-40
- Nawarmen: 30
Groente, bijv. komkommer Inmaakpotten 1 liter 1 < 160-170 tot aan het borrelen: 30-40
- Nawarmen: 30
Steenvruchten, bijv. kersen, prui-
men
Inmaakpotten 1 liter 1 < 160-170 tot aan het borrelen:30-40
- Nawarmen:35
Pitvruchten, bijv. appels, aardbijen Inmaakpotten 1 liter 1 < 160-170 tot aan het borrelen:30-40
- Nawarmen: 25