Operation Manual

Table Of Contents
9
Het bedieningspaneel
Bedieningsvlakken
Bij het aanraken van een symbool wordt de overeenkomstige
functie geactiveerd.
Aanwijzing: Zorg ervoor dat de bedieningsvlakken altijd droog
zijn. Vocht heeft een negatieve invloed op de werking.
De kookzones
Restwarmte-indicator
De kookplaat beschikt over een restwarmte-indicator in elke
kookzone, die aanduidt welke nog warm zijn. Raak kookzones
met die indicatie niet aan.
Ook als de plaat uitgeschakeld is, blijft de indicator
œ of ,
branden zolang de kookzone warm is.
Als de pan van de plaat genomen wordt voordat de kookzone
uitgeschakeld is, verschijnen afwisselend de indicator
œ o en
de geselecteerde vermogensstand.
Bedieningspaneel
Al naargelang apparaattype zijn detailafwijkingen mogelijk.
Functieknop
De functieknop dient ertoe om het verhittingstype te kiezen.
Bedieningsvlakken
#
Hoofdschakelaar
$
De kookzone selecteren
A/@
Instellingen selecteren
boost
G
Functie Powerboost
0
Timerfunctie
D
Kinderslot
Indicatoren
Operationaliteit
-Š
Vermogensstanden
Functie Powerboost
/œ
Restwarmte
‹‹
Timerfunctie
Indicatoren
Kookzone
$
Enkelvoudige kookzone Gebruik een pan met de geschikte maat.
Gebruik enkel pannen die geschikt zijn om te koken op inductie, zie hoofdstuk “Geschikte pannen".
Stand Gebruik
Û
Nulstand De oven is uitgeschakeld.
<
Hete lucht 3D* Voor taarten en banket. Het is
mogelijk om op drie niveaus te
bakken. Een turbine, die zich in de
achterwand van de oven bevindt,
verdeelt de warmte gelijkmatig
over de oven.
%
Boven- en onder-
warmte*
Voor taarten, gegratineerde
gerechten en mager braadvlees,
bv. kalfsvlees of wild, op een
niveau. De warmte is afkomstig
van de bovenste en onderste
weerstand.
* Verhittingstype waarmee de energie-efficiëntieklasse wordt
bepaald volgens EN60350.
6
Pizzafunctie Snelle bereiding van diepvries-
voedsel zonder voorverwarmen,
bv. pizza, frites of bladerdeegge-
bak. De warmte is afkomstig van
de onderste weerstand en van de
turbine die zich in de achterwand
bevindt.
7
Heteluchtgrill Braden van stukken vlees, gevo-
gelte en vis. De grillweerstand en
de ventilator worden afwisselend
in- en uitgeschakeld. De turbine
zorgt ervoor dat de door de grill
afgegeven warmte rond het voed-
sel circuleert.
(
Grill, groot oppervlak Op de grill braden van biefstuk-
ken, worstjes, toast en vis. Het
hele oppervlak onder de grillweer-
stand wordt verwarmd.
*
Grill, klein oppervlak Op de grill braden van kleine bief-
stukken, worstjes, toast en vis. Het
middengedeelte van de grillweer-
stand wordt verwarmd.
Stand Gebruik
* Verhittingstype waarmee de energie-efficiëntieklasse wordt
bepaald volgens EN60350.