Operation Manual
6 720 617 780 (2008/10)
Inbedrijfname | 19DE
5Inbedrijfname
5.1 Vullen en ontluchten cv-installa-
tie
Zodra de cv-waterdruk te laag is, dan zal het cv-
toestel dit melden door een service- of storings-
code op de display weer te geven. Voor een com-
pleet overzicht van displaycodes en hun
betekenis zie par. 8.1 op pagina 24. Een te lage
cv-waterdruk kan leiden tot het geheel of gedeel-
telijk uitvallen van het cv-toestel. Ga voor het vul-
len en ontluchten van de cv-installatie als volgt te
werk:
B Draai, indien aanwezig, zowel het dopje van
de automatische ontluchter aan de bovenzijde
van het cv-toestel (Æ fig. 5) als die van de au-
tomatische pompontluchter één omwenteling
open.
Fig. 5 Automatische ontluchter
B Verwijder de afdekdop van de vul- en aftap-
kraan.
B Sluit de ene aansluiting van de vulslang aan op
de waterkraan en vul de slang met water
(Æ fig. 6, [1]).
B Sluit de andere aansluiting van de vulslang aan
op de vul- en aftapkraan (Æ fig. 6, [2]).
B Neem het cv-toestel in bedrijf door de netstek-
ker in de wandcontactdoos te steken
(Æ fig. 10).
B Draai de vul- en aftapkraan (Æ fig. 6, [1]) vol-
ledig open.
Voorzichtig: Schade aan het
cv-toestel door oververhitting!
B Vul en ontlucht de gehele cv-in-
stallatie voorafgaand aan de inbe-
drijfname! ).
Voorzichtig: Waterschade en
mogelijk schade aan de overstort
door te hoge cv-waterdruk!
B Vul de cv-installatie nooit tot een
cv-waterdruk hoger dan 2 bar.
6 720 614 523-075.3DDC