Gaswandketel Bosch HRC 6 720 611 391 - 00.
Inhoud Inhoud Voor uw veiligheid 3 Verklaring symbolen 3 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12 1.
Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid Bij gaslucht B Sluit de gaskraan (zie blz. 30). B Ramen openen. B Geen elektriciteitsschakelaars gebruiken. B Open vuur doven. B Direkt gasbedrijf/gastechnisch installateur waarschuwen. Bij rookgaslucht B Toestel buiten bedrijf stellen (zie blz. 31). B Ramen en deuren openen. B Gastechnisch installateur waarschuwen.
Toestelbeschrijving algemeen 1 Toestelbeschrijving algemeen 1.1 EG-conformiteitsverklaring Dit toestel voldoet aan de geldende eisen van de europese richtlijnen 90/396/EEG, 92/42/EEG, 73/23/ EEG, 89/336/EEG en de in het EG-proefmodelcertificaat beschreven proefmodel. Het voldoet aan de keuringseisen betreffende HRketels. Het gemiddelde NOx in de rookgassen ligt onder de 40 ppm. Het toestel is gekeurd volgens EN 677. Prod.-ID-Nr.
Toestelbeschrijving algemeen Mantel 125 80 min. 100 min. 85 240 100 = = 25 1.6 906 864 101 861 850 20 103.1 163 338 ~ 40 13 60 103 440 30 200 360 6 720 611 390 - 01.1O Afb. 1 13 101 103 103.1 338 Montageaansluitplaat Mantel Deksel voor bedieningspaneel Knop om klep te open Maatvoering voor elektrokabels uit de muur 85 min 1200 85 850 min 1200 850 min 800 360 min 800 360 6 720 611 393 - 13.1O 6 720 611 393 - 12.1O Afb. 2 6 720 611 390 NL (2006/01) Afb.
Toestelbeschrijving algemeen 1.7 Toestelopbouw 120 221.1 349 221.2 234.1 234 27 226 102 32.1 29 36 271 6 415 43 9 63 416 358 396 64 18 7 18.1 355 418 6.1 15 8.1 295 6 720 611 390-02.1O 4 98 88 Afb. 4 4 6 6.1 7 8.1 9 15 18 18.1 27 29 32.
Toestelbeschrijving algemeen 1.8 Opbouw 226 229 30 33 29 234.1 234 36 32 ϑ 443 221 27 6 35 29.1 447 9 63 358 52.1 69 64 18 56 52 88 57 7 55 317 61 4 8.1 355 15 ECO 3 0 2 1 4 96 95 90 5 E 6.1 max ϑ 91 13 43 44 45 361 94 93 98 max 97 M 47 46 14 84 48 6 720 611 390 - 04.3O Afb. 5 4 6 6.1 7 8.1 9 13 14 15 18 27 29 29.1 30 32 33 35 36 43 44 45 46 47 48 52 52.
Toestelbeschrijving algemeen 1.9 Elektrische bedrading 33 365 364 61 317 366 363 367 ECO 4.1 9V/25 V 153 230V/AC 230 V 310 136 135 312 328 302 313 151 318 315 319 329 124 789 84 L N Ns Ls LR 161 473 M 300 314 96 303 328.1 9 M M 18 226 6 6 2 52.1 O T F A 56 36 474 6.1 32 6 720 611 390-18.1O Afb. 6 4.1 6 6.1 9 18 32 33 36 52 52.
Toestelbeschrijving algemeen 1.10 Technische gegevens Bosch 26 HRC Eenheid Nominaal vermogen (bij cv 40/30°C) kW Nominaal vermogen (bij cv 50/30°C) kW Nominaal vermogen (bij cv 80/60°C) kW Nominale belasting kW Minimaal vermogen (bij cv 40/30°C) kW Minimaal vermogen (bij cv 50/30°C) kW Minimaal vermogen (bij cv 80/60°C) kW Minimale belasting kW Max. warmwater vermogen kW Continu warmwater vermogen kW Max.
Toestelbeschrijving algemeen 1.11 Technische gegevens Bosch 30 HRC Eenheid Nominaal vermogen (bij cv 40/30°C) kW Nominaal vermogen (bij cv 50/30°C) kW Nominaal vermogen (bij cv 80/60°C) kW Nominale belasting kW Minimaal vermogen (bij cv 40/30°C) kW Minimaal vermogen (bij cv 50/30°C) kW Minimaal vermogen (bij cv 80/60°C) kW Minimale belasting kW Max. warmwater vermogen kW Continu warmwater vermogen kW Max.
Toestelbeschrijving algemeen 1.12 Technische gegevens Bosch 35 HRC Eenheid Max. Nominaal vermogen 40/30°C kW Max. Nominaal vermogen 50/30°C kW Max. Nominaal vermogen 80/60°C kW Max. Nominaal belasting kW Min. Nominaal vermogen 40/30°C kW Min. Nominaal vermogen 50/30°C kW Min. Nominaal vermogen 80/60°C kW Minimale belasting kW Max. warmwater vermogen kW Continu warmwater vermogen kW Max.
Toestelbeschrijving algemeen 1.13 Technische gegevens Bosch 42 HRC Eenheid Max. Nominaal vermogen 40/30°C kW Max. Nominaal vermogen 50/30°C kW Max. Nominaal vermogen 80/60°C kW Max. Nominaal belasting kW Min. Nominaal vermogen 40/30°C kW Min. Nominaal vermogen 50/30°C kW Min. Nominaal vermogen 80/60°C kW Minimale belasting kW Max. warmwater vermogen kW Continu warmwater vermogen kW Max.
Voorschriften 2 Condensanalyse mg/l Ammoniak Lood 1,2 ≤ 0,01 Nikkel Kwikzilver 0,15 ≤ 0,0001 Cadmium ≤ 0,001 Sulfaat Chroom ≤ 0,005 Zink ≤ 0,015 Halogeenkoolwaterstof ≤ 0,002 Tin ≤ 0,01 Koolwaterstof Vanadium 0,015 Koper 0,028 Tabel 5 PH-waarde 1 ≤ 0,001 4,8 Voorschriften Voor de Bosch gaswandketels HRC, zijn de navolgende voorschriften van toepassing. • NEN 3028 Veiligheidseisen voor centrale verwarming installaties.
Overzicht van rookgastoebehoren 3 Overzicht van rookgastoebehoren Rookgastoebehoren voor apparaten Dakuitmonding kombidoorvoer-vertikaal (schuin dak) C33 Dakuitmonding combidoorvoer, vertikaal (plat dak) C33 L max = 1275 mm L min = 300 L min = 300 L min = 200 L min = 500 6 720 610 822-05.1O Afb. 9 L min = 300 L min = 500 L min = 300 L min = 200 L min = 300 Dakuitmonding dubbel-pijpsdoorvoer vertikaal (plat dak) C53 L min = 100 Afb. 7 L min = 100 6 720 610 338-12.
Overzicht van rookgastoebehoren 26 HRC 30/35 HRC 42 HRC horizontaal RG 20 verticaal RG 20 horizontaal RG 20 verticaal RG 20 horizontaal RG 11,5 verticaal RG 11,5 A L min = 300 lengte [m] L min = 160 Type Dakuitmonding prefabschoorsteen C 53 L min = 100 Max. rechte leiding lengte parallel 2 x Ø 80 mm Tabel 6 Weerstand bocht 90˚ = 2,0 m Weerstand bocht 45˚ = 1,0 m Langere leidinglengte is mogelijk met grotere diameter. C.
Overzicht van rookgastoebehoren Minimale doortocht A cm2 Steenachtig afvoersysteem parallel L min = 300 Aantal toestellen Dakuitmonding C.L.V.
Overzicht van rookgastoebehoren Concentrische muurdoorvoer met broekstuk naar parallel 2 x 80 mm C 13 Concentrische muurdoorvoer horizontaal C 13 L max = 1500 30 mm L min = 356 mm L max = 8000 mm 6 720 610 338-14.1O 6 720 610 822-13.1O Afb. 14 Afb. 17 Balkondoorvoer C13 L max = 1500 6 720 610 822-14.1O Afb. 15 Concentrische dakuitmonding vertikaal C 33 L max = 10 000 mm 6 720 610 338 - 13.1O Afb.
Overzicht van rookgastoebehoren L min = 500 Dakuitmonding met luchttoever vanuit de gevel C53 6 720 610 822 - 15.1O Afb.
Overzicht van rookgastoebehoren Centraal rookgas systeem C 83 6 720 610 822 - 18.1O 6 720 610 822-17.1O Afb. 19 6 720 611 390 NL (2006/01) Afb.
Installatie 4 Installatie Montage, gas, afvoer en stroomaansluitingen en het in bedrijf nemen van de installatie mag alleen plaatsvinden door een erkend intallateur. i 4.1 4.2 Belangrijke opmerkingen B Voor het installeren van het toestel moet ervan uitgegaan worden, dat aan alle voorschriften wordt voldaan en alle voorschriften worden opgevolgd. B De waterinhoud van de toestellen bedraagt minder dan 10 liter en voldoet aan de geldende voorschriften. Daarom is geen bouwtype goedkeuring vereist.
Installatie 4.3 Voormonteren van de installatie B Montageaansluitplaat1) met bijverpakte schroeven 6 x 50 aan de wand monteren. Afb. 21 Montageaansluitplaat (levering) B Gasleiding en aansluitpijpen volgens de voorschriften monteren. B Servicekranen1) en gaskraan1) monteren. B Om het toestel tegen te hoge gasdruk te beschermen moet bij propaan een drukregelaar met veiligheidsventiel gemonteerd worden.
Installatie 4.4 Toestel monteren Voorzichtig: installatie spoelen om vuil te verwijderen. B Verpakking verwijderen, let op de aanwijzingen op de verpakking. B Bevestigingsmateriaal aan de gasaansluitpijp verwijderen. Trechter sifon (toebehoren) Om uittredend water uit de overdrukveiligheid af te voeren kan een trechtersifon (als toebehoren) met ontlastpijp een aansluitbochtstuk gemonteerd worden. B Ontlastpijp in het veiligheidsventiel draaien.
Installatie 4.5 Aansluitingen controleren Wateraansluiting B Servicekranen van aanvoer en retourverwarming indien aanwezig openen en installatie vullen. B Afdichten en pakkingen op dichtheid controleren (test druk: max. 2,5 bar op manometer). B Toestel via de automatische ontluchter (27) ontluchten, blz. 30. B Open de koudwaterstopkraan en vul het warmwatercircuit (testdruk: max. 10 bar). B Alle overige onderdelen op lekkage controleren.
Basistoebehoren voor parallelaansluiting AZB 817/1 monteren 5 Basistoebehoren voor parallelaansluiting AZB 817/1 monteren 5.1 Leveringsomvang Ø121 Ø82 80 47 17.1 Ø80 112 17.2 17.3 17.4 6 720 610 212-00.2O Afb. 27 B17.1 B17.2 B17.3 B17.4 5.2 Afdichtverloopring Aansluitstuk luchttoevoer Pakking Verbrandingsluchttoevoerrooster Algemeen 5.3 Montage B Afdichtverloopring (B17.1) door licht te draaien over de rookgasafvoermof van het toestel steken.
Basistoebehoren voor parallelaansluiting AZB 817/1 monteren B Bij luchttoevoer uit de gevel (C 53): Verbrandingsluchttoevoerrooster (B17.4) in de mof van de laatste uit de muur stekende verbrandingsluchttoevoerpijp (B22) steken (afb. 31). 17.1 6 720 611 390-10.2O B17.4 Afb. 29 B Deksel van de parallel aansluiting op het toestel demonteren: – schroeven losdraaien – deksel met pakking losnemen. B Rookgasaansluitstuk (B17.2) en pakking (B17.3) met de schroeven monteren en vastzetten. B22 60 B17.
Elektrische aansluiting 6 Elektrische aansluiting Schakelkast openen B Afdekking onder los halen en wegnemen. Gevaar: Door stroom schok! B Bij het aansluiten en werken aan elektrische delen altijd toestel spanningsvrij maken: stekker uit wandcontactdoos verwijderen. 3 0 4 2 5 1 E De regel, besturings en veiligheidsinrichtingen zijn door de fabrikant van bedrading voorzien en gekeurd. Toestel wordt compleet met aansluitsnoer geleverd.
Elektrische aansluiting B Bevestig de kabel van de spanningsvoorziening door de trekontlasting aan te draaien. De massa-ader moet nog los zijn wanneer de andere reeds vast gezet zijn. L 6.3 Aansluiten temperatuurregelaar, afstandsbedieningen of schakelklokken Wij bevelen aan de gaswandketels met Bosch regelaars uit te voeren. N NS L S L R B Open Therm-moduul ausstecken. 4130-14.1R A O T F Afb. 35 6.
Elektrische aansluiting Aansluiten modulerende ruimtetemperatuurregelaar 6.4 Tweedraads kamerthermostaat aansluiten B Modulerende ruimtetemperatuur TR 21, TR 100, TR 200 volgens onderstaande afbeelding aansluiten: Om een tweedraads aan/uit kamerthermostaat met een potentiaal vrij kontakt te kunnen aansluiten, is het noodzakelijk de volgende handelingen te verrichten: B Verwijder de onder klem 7 voorgemonteerde weerstand 1,5 kΩ en sluit deze aan onder klem 2 en klem 4.
Elektrische aansluiting 6.5 Aansluiten van de boiler Voorraadsysteem aansluiten Bosch voorraadsystemen hebben twee NTC-voelers en worden rechtstreeks op de printplaat van het toestel aangesloten. De kabel maakt deel uit van het aansluittoebehoren. B Breek de kunststof lipjes uit. B Kabel doorvoeren. B Steker op de print aanbrengen. 6.
Inbedrijfname 7 Inbedrijfname 27 136 365 61 358 317 366 367 ECO 364 363 135 310 8.1 15 295 14.1 170 171 172 173 170 14 6 720 611 309 - 08.1O Afb. 42 8.1 14 14.
Inbedrijfname B Servicekranen (170) indien aanwezig opendraaien en installatie vullen tot 1 - 2 bar. Vul/aftapkraan sluiten. B Radiatoren ontluchten. B Automatische ontluchter (27) openen, ontluchten en weer sluiten. B Vul de verwarmingsinstallatie opnieuw tot 1 - 2 bar. B Open de koudwaterstopkraan (173). B Controleren of de gassoort overeenkomt met de gassoort op het typeplaatje B Gasstopkraan (172) openen. 7.2 7.
Inbedrijfname 7.5 Toestellen met voorraadsysteem: warmwatertemperatuur instellen Waarschuwing: Verbrandingsgevaar! B Temperatuur bij normaal gebruik niet hoger als 60°C instellen. B Temperatuur tot 70°C alleen kortstondig instellen voor thermische desinfectering (antilegionella). 7.6 Gaswandketels zonder voorraadsysteem: warmwatertemperatuur en hoeveelheid instellen 7.6.1 Warmwatertemperatuur De warmwatertemperatuur kan met de temperatuurregelaar tussen ca. 40˚C en 60˚C worden ingesteld.
Inbedrijfname 7.6.2 Gaskeur CW Bosch 26 HRC, Gaskeur CW/HRww: 2003 Toepassingsklasse 3 Toestel voldoet aan bovenstaande toepassingsklasse wanneer: Bosch 30 HRC, Gaskeur CW/HRww: 2003 Toepassingsklasse 4 Toestel voldoet aan boven staande toepassingsklasse waarneer: • Tapwater temperatuur is ingesteld op 60°C. • Tapwater temperatuur is ingesteld op 60°C. • De effectieve toestel wachttijd is 3,5 sec. • De effectieve toestel wachttijd is 12,2 sec.
Inbedrijfname Bosch 35 HRC, Gaskeur CW/HRww: 2003 Toepassingsklasse 5 Toestel voldoet aan boven staande toepassingsklasse waarneer: Bosch 42 HRC, Gaskeur CW/HRww: 2003 Toepassingsklasse 5 Toestel voldoet aan boven staande toepassingsklasse waarneer: • Tapwater temperatuur is ingesteld op 60°C. • Tapwater temperatuur is ingesteld op 60°C. • De effectieve toestel wachttijd is 13,2 sec. • De effectieve toestel wachttijd is 13,2 sec.
Inbedrijfname 7.6.3 7.8 Warmwaterhoeveelheid B Warmwaterhoeveelheid vergroten (max. 14 l/min): draai de schroef op de waterschakelaar naar links (+). De uitstroomtemperatuur wordt lager vanwege de grotere waterhoeveelheid. B Warmwaterhoeveelheid verkleinen (min. 8 l/min): draai de schroef op de waterschakelaar naar rechts (–). De uitstroomtemperatuur wordt hoger vanwege de kleinere waterhoeveelheid.
Individuele instelling 8 Individuele instelling 8.1 Mechanische instellingen 8.1.2 Karakteristieken van de verwarmingspomp Toerental van de pomp op de aansluitkast van de pomp instellen. 8.1.1 Instellen van de aanvoertemperatuur De aanvoertemperatuur is tussen 35˚C en 88˚C instelbaar. i In schakelaarstand 1 wordt bij de bereiding van warmwater niet het maximale vermogen overgedragen. Gebruik deze stand daarom zuiver en alleen voor verwarmingstoestellen.
Individuele instelling 8.2 Instellen van de Bosch Heatronic 8.2.1 Bosch Heatronic bedienen De Bosch Heatronic maakt één comfortabele instelling mogelijk, tevens kan men veel toestelfuncties controleren. De beschrijving beperkt zich tot de noodzakelijke functies bij het inbedrijf nemen. Een uitvoerige beschrijving vindt u in het Bosch Service vademecum. 5 2 1 6 720 610 332-30.1O 4 3 Afb.
Individuele instelling Na het instellen B Temperatuurregelaars en op de oorspronkelijk ingestelde temperatuur draaien. 8.2.2 i Pompschakeling kiezen voor verwarmingsbedrijf (servicefunctie 2.2) B Ingestelde schakelstand invullen op het inbedrijfname protokol, Afb. 56. B Toets indrukken en ingedrukt houden, totdat op de display [ ] verschijnt. De pompschakelstand is vastgelegd. Bij het aansluiten van een weersafhankelijke regeling, wordt automatisch op pompschakeling 3 omgeschakeld.
Individuele instelling B Gashoeveelheid meten en met de gegevens van het juiste kengetal vergelijken. Bij afwijkingen kengetal corrigeren! B Boileropwarmvermogen op het bijbehorende inbedrijfname protocol (zie blz. 37) invullen. B Toets indrukken en ingedrukt houden, totdat op display [ ] verschijnt. Het boileropwarmvermogen is vastgelegd. B Temperatuurregelaar draaien totdat op de display 2.4 verschijnt. Na korte tijd verschijnt de ingestelde antipendeltijd op de display. 6 720 610 332-39.1O Afb.
Individuele instelling 8.2.5 Max. aanvoertemperatuur instellen (servicefunctie 2.5) De maximale aanvoertemperatuur kan tussen 35˚C en 88˚C (fabriekszijdige instelling) begrenst worden. B Druktoets service indrukken en ingedrukt houden tot dat op de display – – verschijnt. Toets brandt. De schakeldifferentie is de toegestane afwijking van de gevraagde aanvoertemperatuur. De schakeldifferentie kan met stappen van 1 K ingesteld worden.
Individuele instelling 8.2.7 Automatisch antipendelprogramma (servicefunctie 2.7) Bij aansluiting van een weersafhankelijke regelaar wordt het antipendelprogramma automatisch aangepast. Met servicefunctie 2.7 kan de automatische aanpassing van het antipendelprogramma uitgeschakeld worden. Dit kan noodzakelijk zijn bij een verwarmingsinstallatie met ongunstige dimensionering. Wanneer de aanpassing van het antipendelprogramma uitgeschakeld is, moet het antipendelprogramma met servicefunctie 2.
Individuele instelling B Toetsen en indrukken en ingedrukt houden tot op de display [ ] verschijnt. Het verwarmingsvermogen is vastgelegd. B Draai de temperatuurregelaar tot in de display de gewenste antipendeltijd wordt weergegeven. De display en de toetsen en knipperen. B Druk tegelijkertijd op de toetsen en en houd deze vast tot in de display [ ] wordt weergegeven. De antipendeltijd warmhouden is opgeslagen. 6 720 610 332-52.1O Afb.
Individuele instelling B Draai de temperatuurregelaar en stel „1” in. De display en de toetsen en knipperen. B Druk tegelijkertijd op de toetsen en en houd deze vast tot in de display „[ ]” wordt weergegeven. De ontluchtingsfunctie is ingeschakeld en wordt na afloop weer automatisch op „0“ teruggezet. B Toetsen en indrukken en ingedrukt houden tot op de display = = verschijnt. Toetsen en branden. 6 720 610 332-50.1O Afb. 84 6 720 610 332-52.1O Afb.
Individuele instelling 8.2.12 Waarde uitlezen van de Bosch Heatronic 1 4 2 Dit vereenvoudigt, in geval van storing, de instellingen weer over te nemen. B Uitlezen van de ingestelde waarde in de display (zie tabel 15) en in het inbedrijfname protokol invullen. B Inbedrijfname protokol zichtbaar bevestigen. Na het uitlezen: B Temperatuurregelaar spronkelijke stand. 6 720 610 332-56.1O 3 weer instellen op de oorAfb. 87 Servicefunctie Hoe uitlezen? Pompschakeling 2.2 Boiler opwarmingsvermogen 2.
Gasinstellingen 9 Gasinstellingen 9.1 Het toestel is fabriekszijdig ingesteld op aardgas. De fabriekszijdige instelling is afgezegeld. Een instelling op nominale of minimale belasting is niet noodzakelijk. De gas/luchtverhoudig mag alleen door middel van CO2 met een elektronisch meetapparaat op minimaal en maximaal vermogen ingesteld worden. Het monteren van diafragma’s en remplaatjes bij verschillende rookgasafvoer constructies is niet noodzakelijk.
Gasinstellingen B Temperatuurregelaar linksom draaien tot op de display 1. (= minimaal vermogen) verschijnt. Display en toets knipperen. B Draai de temperatuurregelaar tot in de display 2. (= max. nominaal vermogen (warmwater)) wordt weergegeven. Display en toets knipperen. 6 720 610 332-63.1O Afb. 91 6 720 610 332-61.1O B CO2-waarde meten. B Verzegeling van de instelschroef gashoeveelheid (64) verwijderen en CO2-waarde voor minimaal vermogen volgens tabel 17/ 18 instellen. Afb.
Onderhoud 9.2 9.2.1 i Verbrandingslucht/rookgasafvoer metingen met een ingesteld verwarmingsvermogen O2- of CO2-metingen in de verbrandingslucht Met een O2- of CO2-meting in de verbrandingslucht kan bij een rookgasafvoersysteem volgens C13, C33 en C43 de dichtheid van de rookgasafvoer gecontroleerd worden. De O2-waarde mag niet onder de 20,6 % zijn. De CO2waarde mag de 0,2 % niet overschrijden. B Toets indrukken en ingedrukt houden tot op de display – – verschijnt. Het steenvegerprogramma is actief.
Onderhoud 10.1 Checklist voor het onderhoud (onderhoud protocol) Datum 1 Laatste foutmelding oproepen , servicefunctie .0, (zie blz. 49). 2 Ionisatiestroom testen, servicefunctie 3.3, (zie blz. 49). 3 Verbrandingslucht en luchtaanvoer optisch testen. Optische controle van de membraan op vervuiling en scheurtjes (zie blz. 51). 4 Controleer de gasvoordruk. 5 Controleer CO2 in de verbrandingslucht. 6 Controleer de CO2-instelling voor min./max. (Gas- / luchtverhouding). mbar min. % max.
Onderhoud 10.2 Beschrijving van de verschillende onderhoudsstappen Laatste foutmelding, servicefunctie .0 B Servicefunctie .0 kiezen, (zie blz. 37). Een overzicht van de storingen vindt U in de bijlage, zie blz. 53. Warmtewisselaar Voor de reiniging van de warmtewisselaar is een reinigingsset verkrijgbaar, toebehoren nr. 840, best.nr. 7 719 001 996. B Controleer de stuurdruk bij nominaal vermogen aan de mengkamer. B Temperatuurregelaar helemaal naar links draaien.
Onderhoud B Maak de warmtewisselaar van boven naar onderen schoon. Brander B Branderdeksel losdraaien. 4. 2. 3. 1. 6 720 610 332-73.1R 7 181 465 330-04.1R Afb. 99 Afb. 102 B Met borstel warmtewisselaar van boven naar onder reinigen. B Brander uitnemen en reinigen. 6 720 610 332-74.1R Afb. 100 B Demonteer ventilator en brander en spoel de warmtewisselaar van boven door. B Reinig de condensopvang en de sifonaansluiting. 7 181 465 330-08.2R Afb.
Onderhoud Membraan in de mengkamer bij Bosch 26 HRC Voorzichtig: Bij het demonteren en monteren van de membraan (443) deze niet beschadigen! Membraan in de mengkamer bij Bosch 30/35/42 HRC B Ventilator met mengkamer demonteren. B Mengkamer (29) los draaien. B Membraan (443) voorzichtig uit de ventilator aanzuigstuts nemen en deze op vervuiling en scheurtjes controleren. 2. 4. 3. 443 29 5. 443 3. 1. 1. 6 720 610 910-63.1R 29 Afb. 105 2. 6 720 610 790-07.2R Afb.
Onderhoud Vuldruk van de installatie i Voor het bijvullen eerst de vulslang met water vullen, dit voorkomt dat er lucht in uw installatie komt. B De wijzer op de manometer moet tussen 1 en 2 bar staan. B Staat de wijzer onder 1 bar (bij koude installatie) dient water bijgevuld te worden totdat wijzer tussen 1 en 2 bar staat. B Maximale druk van 3 bar mag, bij de hoogste temperatuur van het water niet overschreden worden (veiligheidsventiel opent).
Bijlage 11 Bijlage 11.1 Storingsaanduiding Display Korte omschrijving Aanwijzing A5 Boiler-NTC 2 defect (HRC.. met voorraadsysteem). Controleer boiler-NTC 2 en aansluitkabel op onderbreking of kortsluiting. A7 Warmwater-NTC defect (HRC...). Controleer warmwater-NTC 2 en aansluitkabel op onderbreking of kortsluiting. A8 CAN-communicatie onderbroken. Controleer verbindingskabel, busmodule en regelaar. AC Module niet herkend. Controleer de verbindingskabel tussen busmodule en Heatronic.
Bijlage 11.2 Instelwaarde (aardgas) voor verwarming/boileropwarmvermogen bij Bosch 26 HRC Display 27 30 35 40 45 50 55 60 65 68 70 75 80 85 90 95 99 Vermogen kW 7,6 8,5 10,1 11,7 13,3 14,9 16,5 18,1 19,7 20,6 21,3 22,8 24.4 26.0 27,6 29,3 32,2 Aardgas, kencijfer G25 Ho (kWh/m3) 9,8 3 HuB (kWh/m ) 8,3 Belasting kW Gashoeveelheid (l/min bei t V/tR = 80/60˚C) 7,8 16 8,7 17 10,3 21 11,9 24 13,5 27 15,1 30 16,7 33 18,3 37 19,9 40 20,8 42 21,5 43 23,0 46 24.6 49 26,2 53 27,8 56 29,4 60 32,5 65 Tabel 22 11.
Bijlage 11.
Bijlage 11.
Inbedrijfname protokol 12 Inbedrijfname protokol Klant / gebruiker : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hier meetcontrole kleven ............................................. Installateur : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ............................................. Toesteltype : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . FD ( Fabricatiedatum): . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Installatiedatum :.
Garantie 13 Garantie Op de Bosch Thermotechnik produkten (cv-ketels, boilers en geisers) verlenen wij namens uw installateur 24 maanden na de installatiedatum garantie, mits de ingevulde registratiekaart binnen 8 dagen na installatie door ons is terugontvangen. Garantiewerkzaamheden leiden niet tot verlenging van de duur van de garantie. Omschrijving van de garantie Deze garantiebepalingen gelden uitsluitend voor door Bosch Thermotechnik zelf vervaardigde produkten.
Combinatie met zonne-energie 14 Combinatie met zonne-energie Bij toepassing in combinatie met zonne-energie, de temperatuurkiezerknop (310, blz. 30) op de maximale temperatuur 60 °C laten staan. Dit ter voorkoming van bacteriën bij langere stilstand. Het solarsysteem moet zo uitgelegd zijn, dat het in combinatie met de Bosch gaswandketel HRC veilig kan funktioneren (zie afbeelding onder). De inlaattemperatuur mag de 80 °C niet overschrijden. Afb.
Robert Bosch Thermotechniek BV Postbus 379 7300 AJ Apeldoorn Bosch Supportline (055) 543 43 43 Telefaxnummer (055) 543 43 44 www.boschsupportline.nl infott@nl.bosch.