Operation Manual

20
Energie besparen
6720 611 391 NL (2006/01)
3 Energie besparen
Zuinig verwarmen
De gaswandketel is zo geconstrueerd dat het gasverbruik en de
belasting voor het milieu zo laag mogelijk zijn en het comfort zo
groot mogelijk is. De gastoevoer naar de brander wordt geregeld
al naar het gelang de warmtebehoefte van de desbetreffende
installatie. De gaswandketel werkt verder met een lage vlam wan-
neer de warmtebehoefte kleiner wordt. In de vaktaal heet dit pro-
ces „continu regeling”.
Door de continu regeling worden temperatuurschommelingen
gering en wordt de warmte in de ruimtes gelijkmatig verdeeld. Zo
kan het gebeuren dat het apparaat gedurende een lange tijd
werkt, maar toch minder gas verbruikt dan een apparaat dat voor-
durend wordt in- en uitgeschakeld.
Verwarmingsinstallaties met weersafhankelijke
regelaar TA..
Bij deze wijze van regeling wordt de buitentemperatuur geregi-
streerd en de verwarmingsaanvoertemperatuur overeenkomstig
de ingestelde verwarmingskurve door de regelaar gewijzigd. De
temperatuurregelaar van de verwarmingsketel dient te worden
ingesteld op de maximale ontwerptemperatuur van de verwar-
mingsinstallatie. Wanneer de temperatuurregelaar op „E” staat,
wordt een maximale aanvoertemperatuur van 75˚C bereikt.
Verwarmingsinstallaties met ruimtetemperatuurregelaar
TR..
De ruimte waarin de kamertemperatuurregelaar is ingebouwd
(representatieve ruimte) bepaalt ook de temperatuur voor de
andere ruimtes. In deze ruimte mag geen thermostatische radia-
torkraan zijn ingebouwd.
De temperatuurregelaar van de gaswandketel dient te worden
ingesteld op de maximale ontwerptemperatuur van de verwar-
mingsinstallatie. In stand „E” wordt een maximale aanvoertempe-
ratuur van 75˚C bewerkt. In elke ruimte (behalve de