Installation Instructions

6 720 611 390 NL (2006/01)
38
Individuele instelling
Na het instellen
B Temperatuurregelaars en op de oorspronke-
lijk ingestelde temperatuur draaien.
8.2.2 Pompschakeling kiezen voor verwar-
mingsbedrijf (servicefunctie 2.2)
Verschillende pompschakelingen:
Schakelstand 1 Voor installaties zonder externe
regelaar.
De pomp wordt door de aanvoertemperatuurrege-
laar geschakeld.
Schakelstand 2 (fabriekszijdige instelling)
Installaties met ruimtetemperatuurregelingen.
De aanvoertemperatuurregelaar schakelt alléén gas,
de pomp loopt door. De externe regelaar schakelt
gas en pomp.
Pomp en ventilator hebben een nadraaitijd tussen
15 sec. en 3 minuten.
Schakelstand 3 De pomp wordt door de weersaf-
hankelijke regelaar geschakeld.
De pomp wordt door de regelaar geschakeld. Op
zomerstand draait de pomp alléén tijdens warmwater
bereiding.
B Toets indrukken en ingedrukt houden tot op de
display – – verschijnt.
Toets brandt.
Afb. 57
B Temperatuurregelaar verwarming draaien tot 2.2
verschijnt.
Na een korte tijd verschijnt de ingestelde pompscha-
keling op de display.
Afb. 58
B Temperatuurregelaar draaien, tot op de display
de gewenste pompschakelstand tussen 1, 2 of 3 ver-
schijnt.
De display en de toets knipperen.
B Ingestelde schakelstand invullen op het inbedrijfna-
me protokol, Afb. 56.
B Toets indrukken en ingedrukt houden, totdat op
de display [ ] verschijnt.
De pompschakelstand is vastgelegd.
Afb. 59
B Temperatuurregelaars en op de oorspronke-
lijk ingestelde temepratuur draaien.
Op de display verschijnt de aanvoertemperatuur.
8.2.3 Boiler opwarmvermogen
(servicefunctie 2.3)
Het boiler opwarmvermogen kan tussen het kleinste en
het maximale opwarmvermogen (fabriekszijdige instel-
ling) ingesteld worden, afhankelijk van overdraagbare
vermogen van de boiler.
Fabriekszijdige instelling is het nominale verwar-
mingsvermogen, aanduiding 99 op de display.
B Toets indrukken en ingedrukt houden totdat op
de display – – verschijnt.
Toets brandt.
Afb. 60
B Temperatuurregelaar verwarming draaien tot op
de display 2.3 verschijnt.
Na een korte tijd verschijnt het ingestelde boilerver-
mogen op de display.
Afb. 61
B Boilervermogen in kW: kan men door middel van het
kengetal uit de tabel verwarming en boilervermogen
(zie blz. 54) instellen.
B Temperatuurregelaar verdraaien tot op de display
het juiste kengetal verschijnt.
Display en toets knipperen.
i
Bij het aansluiten van een weersafhanke-
lijke regeling, wordt automatisch op
pompschakeling 3 omgeschakeld.
6 720 610 332-32.1O
6 720 610 332-33.1O
6 720 610 332-34.1O
6 720 610 332-32.1O
6 720 610 332-36.1O