Operation Manual

nl Apparaat bedienen
10
1Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u een kookzone
instelt. In de tabel vindt u kookstanden en
bereidingstijden voor verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en
uit.
Inschakelen: raak het symbool # aan. Er klinkt een
signaal. De indicaties van de hoofdschakelaar en de
kookzone-indicaties zijn verlicht.De kookplaat is
bedrijfsklaar.
Uitschakelen: het symbool # aanraken tot de indicatie
verdwijnt. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De
restwarmte-indicatie blijft verlicht tot de kookzones
voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzingen
De kookplaat gaat automatisch uit wanneer alle
kookzones langer dan 20 seconden uitgeschakeld
zijn.
De gekozen instellingen blijven gedurende de eerste
4 seconden na uitschakeling van de kookplaat
bewaard. Wanneer u in deze tijd de kookplaat
opnieuw inschakelt, treedt deze in werking met de
vorige instellingen.
Kookzone instellen
De gewenste kookzone kiezen met de symbolen
@ en A.
Kookstand = laagste stand.
Kookstand Š = hoogste stand.
Elke kookstand heeft een tussenstand.Deze is
aangeduid met een punt.
Kookzone en kookstand kiezen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Met het symbool ø de kookzone kiezen.
2. Binnen de volgende 10 seconden het symbool @ of
A aanraken. De volgende basisinstelling verschijnt:
Symbool @: kookstand Š
Symbool A: kookstand
De kookstand is ingesteld.
Kookstand wijzigen
De kookzone kiezen en het symbool @ of A aanraken
tot de gewenste kookstand verschijnt.
Kookzone uitschakelen
De kookzone kiezen en vervolgens het symbool @ of A
aanraken tot verschijnt.
De kookzone gaat uit en de restwarmte-indicatie
verschijnt.
Aanwijzingen
Als er geen pan op de inductiekookzone wordt
geplaatst, gaat de geselecteerde vermogensstand
knipperen. Na een tijdje wordt de kookzone
uitgeschakeld.
Als er een pan op de kookzone staat voordat de
plaat wordt ingeschakeld, zal deze worden
gedetecteerd binnen 20 seconden na het indrukken
van de hoofdschakelaar en zal de kookzone
automatisch worden geselecteerd. Selecteer, zodra
deze is gedetecteerd, de vermogensstand binnen
20 seconden, anders wordt de kookzone
uitgeschakeld.
Ook al worden er meerdere pannen geplaatst, bij het
inschakelen van de kookplaat wordt er maar één
gedetecteerd.
Kookadvies
Advies
Bij het warm maken van puree, crèmesoepen en
dikvloeibare sauzen regelmatig roeren.
Voor het voorverwarmen kookstand 8 - 9 instellen.
Bij de bereiding met deksel de kookstand
terugschakelen, zodra er tussen deksel en
kookgerei stoom vrijkomt. Voor een goed
bereidingsresultaat is geen stoom nodig.
Na de bereiding het kookgerei tot het opdienen
gesloten houden.
Voor het koken met de snelkookpan de
aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen.
De gerechten niet te lang laten koken of bakken, om
de voedingswaarde te behouden. Met de
kookwekker kan de optimale bereidingstijd worden
ingesteld.
Voor een gezonder bereidingsresultaat dient
rokende olie te worden voorkomen.
Voor een bruine kleur van de gerechten deze na
elkaar klaarmaken in kleine porties.
Kookgerei kan tijdens de bereiding hoge
temperaturen bereiken. Het gebruik van
pannenlappen is aan te bevelen.
Adviezen voor energie-efficiënt koken vindt u in het
hoofdstuk ~ "Milieubescherming"

