Operation Manual

Apparaat bedienen nl
31
1 Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
Programmagegevens
De programmagegevens
(verbruikswaarden) vindt u in de korte
handleiding. Deze zijn gebaseerd op
normale omstandigheden en een
waterhardheid-instelwaarde van
gemiddeld °dH 13 - 16 gemiddeld.
Verschillende factoren zoals de
temperatuur van het water en de druk in
de waterleiding zijn hierbij van invloed
en kunnen tot afwijkingen leiden.
Instellingen wijzigen
Om het u makkelijker te maken, zijn er
vooraf bepaalde instellingen gemaakt
voor uw afwasautomaat. U kunt deze
fabrieksinstellingen wijzigen.
Zo wijzigt u de instelling:
1. Deur openen.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. Infotoets {8 3 seconden
ingedrukt houden tot het
indicatievenster bovenaan @ de
volgende tekst weergeeft:
Bladeren met < >
Instellen met - +
Verlaten met Setup 3 sec.
4. Toets > )* meermaals indrukken
tot de gewenste instelling wordt
weergegeven in het indicatievenster
boven @.
5. Met de insteltoetsen + -X de
instelling maken.
6. Infotoets {8 3 seconden
indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
Tip: Wanneer u meerdere instellingen
wilt wijzigen, dient u alle wijzigingen na
elkaar uit te voeren. Houd dan de
infotoets { 8 3 seconden ingedrukt.
Alle instelwaarden zijn nu opgeslagen in
het apparaat.
Aquasensor *
Aquasensor
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat
De Aqua-Sensor is een optisch
meetsysteem (met lichtstraal) waarmee
de vertroebeling van het afwaswater
wordt gemeten.
Afhankelijk van het programma treedt
de Aqua-Sensor in werking. Als de
Aqua-Sensor actief is, kan „schoon”
afwaswater in de volgende
reinigingsfase gebruikt worden en het
waterverbruik daardoor met 3–6 liter
verminderd worden. Is het water te vuil,
dan wordt het afgepompt en door vers
water vervangen. In de automatische
programma’s worden bovendien
temperatuur en looptijd aan de mate
van vervuiling aangepast.