Operation Manual

Wat te doen bij storingen? nl
43
Etensresten op het
serviesgoed.
Serviesgoed te dicht op elkaar
ingeruimd, servieskorf te vol.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat er
voldoende vrije ruimte aanwezig is en de
sproeistralen het oppervlak van het
serviesgoed kunnen bereiken.
Aanraakpunten vermijden.
Sproeiarmen konden niet
ongehinderd ronddraaien.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat de
draaibeweging van de sproeiarm niet
wordt gehinderd.
Sproeiers van sproeiarmen
verstopt.
Sproeiers van de sproeiarm reinigen.
~ "Reinigen en onderhouden"
op pagina 36
Zeven 1j vuil. Zeven reinigen. ~ "Reinigen en
onderhouden" op pagina 36
Zeef 1j onjuist aangebracht
en/of niet vastgezet.
Zeef goed aanbrengen en vastzetten.
Te zwak afwasprogramma
gekozen.
Krachtiger spoelprogramma kiezen.
Gevoeligheid van het sensorsysteem
verhogen. ~ "Sensorinstelling"
op pagina 32
Serviesgoed te sterk
voorgereinigd, daarom kiest de
sensortechniek voor een zwak
spoelprogramma. Hardnekkig
vuil kan gedeeltelijk niet worden
verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Gevoeligheid van het sensorsysteem
verhogen. ~ "Sensorinstelling"
op pagina 32
Geadviseerd programma Eco 50° of
Intensief.
Hoge, smalle serviesdelen
worden in de hoeken
onvoldoende uitgespoeld.
Hoge, smalle serviesdelen niet te schuin
en niet in de hoeken inruimen.
Bovenste servieskorf 12 rechts
en links niet op dezelfde hoogte
erin gezet.
Bovenkorf met hendels aan de zijkant op
dezelfde hoogte instellen.
Storing Oorzaak Oplossing