Operation Manual

nl
19
Instellen van het apparaat
Inschakelen van het apparaat
Kraan helemaal opendraaien.
Apparaat met de hoofdschakelaar 1
inschakelen, eventueel een gebrek aan
zout en glansspoelmiddel verhelpen
(zie de hoofdstukken „Vullen met
onthardingszout”, „Vullen met
glansspoelmiddel”). Hierna verschijnt
het startmenu.
Automatisch afwassen
<>
Na het inschakelen van het apparaat
wordt in het startmenu altijd het
programma „Automatisch afwassen”
aangegeven.
Instellen van het programma
In het startmenu kunt u, uitgaande van
het programma „Automatisch afwassen”,
achtereenvolgens uit de volgende
programma’s kiezen:
„Automatisch super” –
„Automatisch afwassen” –
„Automatisch soft” –
„Snel afwassen” –
„Alleen voorspoelen”.
Stel het gewenste programma
met de toetsen – of +
3 in.
Bij de automatische programma’s
„Automatisch super”, „Automatisch
afwassen” en „Automatisch soft” wordt
het programmaverloop automatisch
aangepast aan de hoeveelheid en de
mate van vervuiling van het serviesgoed.
Hierdoor wordt het energie- en
waterverbruik zo laag mogelijk gehouden.
Met behulp van het volgende
programma-overzicht kunt u voor het
soort serviesgoed en de hoeveelheid resp.
toestand van de etensresten steeds het
geschikte programma kiezen.
auto 3in1
Het gebruik van zogenaamde
gecombineerde reinigingsproducten kan
het gebruik van glansspoelmiddel en/of
onthardingszout overbodig maken.
Op het moment zijn verschillende soorten
gecombineerde reinigingsproducten
verkrijgbaar:
3in1: deze bevatten afwasmiddel,
glansspoelmiddel en een zoutfunctie.
2in1: deze bevatten afwasmiddel en
glansspoelmiddel of een zoutfuntie.
>>> Altijd nakijken om welk soort
afwasmiddel of gecombineerd
product het gaat!
De gebruiksaanwijzing of de aanwijzingen
op de verpakking altijd in acht nemen.
Het afwasprogramma past zich
automatisch zó aan dat altijd het best
mogelijke afwas- en droogresultaat
wordt bereikt.
Neem de volgende belangrijke
aanwijzingen in acht bij het gebruik van
gecombineerde reinigingsproducten:
Alleen tot een waterhardheid van
21 dH (37 fH, 26 Clarke,
3,7 mmol/L) kan van het gebruik van
onthardingszout worden afgezien.
Andere instellingen aan het apparaat
zijn overbodig.
Bij een waterhardheid van meer dan
21 dH (37 fH, 26 Clarke,
3,7 mmol/L) is het gebruik van zout
wel noodzakelijk. Zoutreservoir
25
met zout vullen.
Door de instelling van de waterhardheid
op „Hardheid: Automatisch” (door de
fabriek ingesteld) wordt ook bij
gebruik van gecombineerde
reinigingsproducten de
wateronthardingsinstallatie door de
optische kalkaanslagsensor optimaal
ingesteld.