Operation Manual

36
SYSTEEMMENUS GEBRUIKEN
SYSTEEMMENUS GEBRUIKEN
Svenska Nederlands DanskItaliano Deutsch
Audio-opties
Druk op System op de LIFESTYLE
®
-afstandsbediening. Druk op de rechterpijltoets om het
tabblad Audio te selecteren. Wanneer u een voorbeeld van audiofuncties ziet, drukt u op de
knop Enter om naar de actieve lijst met audio-opties te gaan.
Figuur 17
Voorbeeld van
audiokenmerken
Opmerking: Het is handig om naar een audiobron te luisteren terwijl u de instellingen wijzigt.
Bepaalde wijzigingen zijn onmiddellijk te merken en kunnen helpen bij het fijn afstemmen van uw
selecties.
Audio
Selecteer Audio om deze systeemopties aan te
passen:
Compensatie lage tonen
Compensatie hoge tonen
Audioverwerking
Ingangsniveaus
ADAPTiQ
Uitbreidingsprotocol
navigeren
selecteren
Menuoptie Instelling optie Omschrijving instelling
Compensatie lage tonen 0 [standaard]
-14 t/m +14
-9 t/m +6
Normale weergave van lage frequenties.
Verzwakt (-) of versterkt (+) de weergave van lage frequenties.
Beschikbaar bereik na ADAPTiQ
®
systeemkalibratie.
Compensatie hoge tonen 0 [standaard]
-14 t/m +14
-9 t/m +6
Normale weergave van hoge frequenties
Verzwakt (-) of versterkt (+) de weergave van hoge frequenties
Beschikbaar bereik na ADAPTiQ-systeemkalibratie.
Audioverwerking
(Film EQ, Range compression, Mono
decoderen)
Automatisch
[standaard]
Door gebruiker
afstelbaar
Standaard Bose
®
-verwerking toegepast.
Hiermee kunt u opties (specifiek voor elke geluidsbron) wijzigen nadat u
hebt gedrukt op de knop Settings tijdens het afspelen van de geluidsbron
van een intern of extern systeem.
TV analoog ingangsniveau
TV digitaal ingangsniveau
Videorecorder analoog
ingangsniveau
Videorecorder digitaal
ingangsniveau
CBL SAT analoog
ingangsniveau
CBL SAT digitaal
ingangsniveau
AUX analoog ingangsniveau
AUX digitaal ingangsniveau
Normaal [standaard]
-6, -3, +3, +6
Standaard signaalniveau (geluidssterkte).
Verzwakt of versterkt het signaalniveau (afstelbaar voor overeenstemming
met de niveaus van andere onderdelen).
Opmerking: U kunt de ingangen van alle externe apparaten afstellen zodat
ze overeenkomen met de interne FM- en cd-niveaus van het systeem.
ADAPTiQ
®
Uit [standaard]
Aan
Wissen
ADAPTiQ-audiokalibratie niet uitgevoerd.
Gebruikt de ADAPTiQ-systeemafstellingen die werden vastgesteld met
behulp van disk 2.
Elimineert de ADAPTiQ-systeemafstellingen* als deze selectie binnen 5
seconden wordt gevolgd door op de knop Erase te drukken op het
bedieningspaneel van het mediacenter.