GEBRUIKERSHANDLEIDING
Copyright Deze handleiding is auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze handleiding mag worden gekopieerd of verveelvoudigd, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BRADY.
Garantie van BRADY Brady-producten worden verkocht met dien verstande dat de koper het product zal testen bij het daadwerkelijke gebruik ervan en voor zichzelf de geschiktheid ervan voor zijn/haar bedoeld gebruik zal bepalen.
Naleving van wet- en regelgeving Verenigde Staten Opmerking Deze apparatuur is getest en voldoet aan de beperkingen van een digitaal apparaat van Klasse B volgens Deel 15 van de FCC-richtlijnen. Deze beperkingen zijn bedoeld om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storing in woongebieden.
RoHS Richtlijn 2011/65/EG (BGS 2), 2015/863/EU (BGS 3) Dit product is CE-gemarkeerd en voldoet aan de EU-richtlijn 2011/65/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 8 juni 2011 inzake de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur. EU-richtlijn 2015/863 van 31 maart 2015 (RoHS 3) strekt tot wijziging van Bijlage II bij richtlijn 2011/65/EG van het Europees Parlement en van de Raad wat betreft de lijst met verboden stoffen.
Technische dienst en registratie Contactgegevens Neem voor reparaties en technische bijstand contact op met een regionale Technische Dienst van BRADY via: • Verenigde Staten: www.bradyid.com/techsupport • Europa: www.bradyeurope.com/services • Australië: www.bradyid.com.au/en-au/supportlanding • Canada: www.bradycanada.ca • Latijns-Amerika: www.bradylatinamerica.com Registratie-informatie Om uw printer te registreren, ga naar: • www.bradycorp.
vii Inhoudsopgave Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 De printer uitpakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Accessoires. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 De printer registreren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
viii Backlight-tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Info . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aan de slag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tekst invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tekst bewerken. . .
ix Aansluitklem, Patchpaneel (BMP®21-PLUS en 2.0 of hoger) . . . . . . . . . . . . . . . . Paneel-Residentieel (versie 2.0 of hoger) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vlaggetjes (BMP®21-PLUS en 2.0 of hoger). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stroomonderbrekerkast (BMP®21-PLUS en 2.0 of hoger) . . . . . . . . . . . . . . . . . . Telefoonnummers en online hulp voor technische ondersteuning. . . . . . . . . . . Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . .
Inleiding Inleiding De BMP®21-PLUS/BMP®21-LAB labelprinter kan afdrukken op uiteenlopend continuafdrukmateriaal van maximaal 19,1 mm breed. De printer beschikt over de volgende functies: • doelgerichte toepassingen voor het eenvoudiger maken van bepaalde types labels • Werking op batterijen: minimaal 1800 labels van 50,8 mm op zes AA-alkalinebatterijen, tenminste 2000 labels van 50,8 mm op een lithium-accu.
Inleiding De printer uitpakken De printer uitpakken Het standaard BMP®21-PLUS/BMP®21-LAB labelprinter-pakket bestaat uit de volgende onderdelen: • BMP®-21-PLUS-labelprinter (BMP®21-LAB labelprinter) • M21-750-499 zwart op wit vinylcartridge (BMP®21-PLUS en BMP®21-PLUS-RUSSISCH) • M21-750-7425 cartridge (BMP® 21-LAB) • Beknopte handleiding Accessoires De volgende items zijn onderdelen beschikbaar voor de BMP®21-PLUS/BMP®21-LAB Labelprinter.
Inleiding Systeemeigenschappen van de BMP®21-PLUS / BMP®21-LAB labelprinter Systeemeigenschappen van de BMP®21-PLUS / BMP®21LAB labelprinter De technische specificaties van de BMP®21-PLUS/BMP®21-LAB labelprinter zijn als volgt: • Gewicht 0,753 kg • Thermisch transfer-printmechanisme 203 dpi afdrukresolutie • Softplast toetsenbord ABC-stijl • Afdrukbreedte: 19,1 mm maximale breedte label • Maximale lengte voor etiketten met alfanumerieke tekens: 400 mm • Maximaal aantal tekens dat kan worden afgedrukt: 50 •
Inleiding Afmetings- en omgevingseigenschappen Omgeving Bedrijf Opslag Temperatuur* (printer) 4° à 43° C -18° à 43° C Relatieve vochtigheid (printer) 20% tot 90% (niet-condenserend) 10% tot 90% (niet-condenserend) *Het wordt aanbevolen om de BMP®21-PLUS / BMP®21-LAB Labelprinter niet aan direct zonlicht bloot te stellen. WAARSCHUWING Gebruik het apparaat niet in de buurt van water, rechtstreeks zonlicht of in de buurt van de verwarming.
Extern aanzicht Afmetings- en omgevingseigenschappen Extern aanzicht 1 2 Power-toets Functietoetsen 8 9 3 4 5 6 7 Symbolen en karakters Toets voor secundaire functie Navigatiepaneel met ENTER-toets Taal en standaardeenheid instellen Print, toets 10 11 12 13 14 Snijhendel Vergrendelingshendel van cartridgevak Cartridgevak met cartridge Poort voor wisselstroomadapter Uitwerpknop voor cartridge Batterijcompartiment Tabjes op batterijcompartiment Opmerking: Er zijn GEEN pc-verbindingspoorten op de BMP®
Voedingsbron Afmetings- en omgevingseigenschappen Voedingsbron Voeding naar de BMP®21-PLUS / BMP®21-LAB Labelprinter wordt voorzien door 6 AAalkalinebatterijen, een BMP21-PLUS-BATT lithium-ionaccu of door een wisselstroomadapter. Gebruik voor maximale prestaties van uw printer basis AA-alkalinebatterijen, GEEN oplaadbare (ultimate lithium) AA-batterijen. De optionele Li-Ion-accu is oplaadbaar, maar dient uit de printer verwijderd te worden en verbonden te worden met de AC netadapter om opgeladen te worden.
Voedingsbron Afmetings- en omgevingseigenschappen WAARSCHUWING Maak cellen of batterijen niet open. Stel cellen en accu's niet bloot aan hitte of vuur. Bewaar de accu niet in direct zonlicht. Veroorzaak geen kortsluiting bij een cel of accu. Bewaar cellen en batterijen niet los in een doos of lade waar kortsluiting kan optreden door onderling contact of door andere metalen voorwerpen. Neem cellen en batterijen niet uit de verpakking totdat u ze nodig hebt.
Voedingsbron AA-alkalinebatterijen opladen AA-alkalinebatterijen opladen 1. Knijp aan de achterkant van de printer de vingergrepen aan beide zijden van het batterijklepje in, en til het batterijklepje omhoog en weg. (Het klepje laat los). 2. Plaats 6 AA- 3. Plaats het scharnier van het alkalinebatterijen en let daarbij op de juiste polariteit. (Gebruik geen oplaadbare AA-batterijen of Ultimate Lithium AAbatterijen).
Voedingsbron Plaatsen van lithium-ionaccu Plaatsen van lithium-ionaccu Raadpleeg bij gebruik van een BMP21-PLUS-BATT lithium-ionaccu de bij de accu gevoegde instructies voor het opladen van de accu. 1. Knijp aan de achterkant van de printer de vingergrepen aan beide zijden van het batterijklepje in, en til het batterijklepje omhoog en weg. (Het klepje laat los). 2. Houd het batterijlabel naar 3.
Voedingsbron Plaatsen van lithium-ionaccu Verwijderen lithiumbatterij 1. Knijp de vingergrepen aan 2. Plaats uw duim aan de beide zijden van het batterijklepje in, en til het batterijklepje omhoog en weg. (Het klepje laat los). onderkant van de printer en trek het verhoogde gedeelte van de batterij dan voorzichtig omhoog met uw wijsvingers. Hierdoor komt de bovenkant van de batterij los van de contacten. 3. Trek de omhoog gelichte batterij uit de contactsleuven aan de onderkant.
Voedingsbron Wisselstroomadapter Wisselstroomadapter De printer kan via een wisselstroomadapter van voeding worden voorzien. De lichtnetadapter kan ook worden gebruikt om de BMP21-BATT-accu buiten de printer te laden. WAARSCHUWING Gebruik voor de voeding van de BMP®21-PLUS / BMP®21-LAB uitsluitend de hieronder weergegeven lichtnetadapters van Brady (9V gelijkstroom). De adapter aansluiten De printer kan voeding ontvangen via een speciale lichtnetadapter.
Voedingsbron Wisselstroomadapter De lithium ion-accu vervangen De lithium-ionaccu-accessoire kan niet binnen de printer worden opgeladen. De accu moet uit de printer worden genomen en opgeladen met de BMP21-wisselstroomadapter. Om de printer te gebruiken tijdens het opladen van de accu, plaatst u 6 AA alkalinebatterijen in het batterijcompartiment. De adapter aan de accu bevestigen 1. Plaats het ronde uiteinde van de adapterkabel in de plug-in-poort van de linker onderkant aan de accu. 2.
Mediacartridge Wisselstroomadapter Mediacartridge De materiaal- en linttoebehoren van de BMP®21-PLUS / BMP®21-LAB Labelprinter worden samen in een plastic cartridge geleverd zodat ze gemakkelijk in één handeling geïnstalleerd kunnen worden. Met uitzondering van de 0,25-inch (6,35 mm)-cartridges zijn deze cartridges NIET compatibel met de BMP21-printer. Formaat van het afdrukmateriaal is tussen 0,25-0,75-inch (6,35-19,1 mm) breed.
Mediacartridge DE LABELCARTRIDGE VERVANGEN DE LABELCARTRIDGE VERVANGEN 1. Draai de vergrendelingshen del naar links om de cartridge te ontgrendelen. 2. Druk op de 3. Plaats een nieuwe cartridge in de uitwerpknop aan de achterkant van de printer, en licht dan de cartridge uit de printer. cartridgeruimte en duw omlaag totdat de cartridge vastklikt. 4. Draai de vergrendelingshendel omhoog (naar rechts). Als de cartridge leeg is, bied deze dan aan voor hergebruik volgens plaatselijke richtlijnen.
Mediacartridge De labelcartridge recyclen De labelcartridge recyclen Cartridges moeten worden gerecycled in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften. Voordat ze worden gerecycled moeten de gebruikte cartridges worden gedemonteerd om de afzonderlijke onderdelen los te maken. Deze verschillende onderdelen moeten vervolgens worden gerecycled in de juiste afvalbakken.
Mediacartridge De labelcartridge recyclen Ga als volgt te werken om de cartridge te openen: 2. Begin bij het kleine uiteinde van de cartridge, plaats de platte schroevendraaier in de naad van de cartridge, draai de schroevendraaier vervolgens lichtjes rond om de twee buitenste stukken van de lijst los te maken. 3. Herhaal dit op verschillende punten van de naad totdat u de bovenkant van de lijst kunt losmaken van de basis. 4. Draai de basis van de cartridge ondersteboven en schud er voorzichtig mee.
Mediacartridge De labelcartridge recyclen Componenten recyclen Deze componenten moeten uit de cartridge worden gehaald en worden gerecycled in overeenstemming met de volgende richtlijnen.
Schakel de voeding in Printerversie Schakel de voeding in Printerversie Zet het systeem als volgt aan en uit: 1. Druk op Power . 2. Let op het scherm waarop het versienummer kort wordt weergegeven. BMP21-Plus 2,3 Als u het versienummer hebt gemist, maar toch nodig heeft: 3. Verwijder de batterijen die zijn geïnstalleerd. 4. Houd de powerknop 2 seconden ingedrukt. 5. Plaats de batterijen terug terwijl u naar het scherm kijkt. Bij gebruik van poweradapter in plaats van batterijen: 6.
Schakel de voeding in Bewerken-scherm Bewerken-scherm Op het bewerken-scherm kunt u opmaakkenmerken direct op het scherm weergeven tijdens het invoeren en wijzigen van gegevens.
Toetsenpaneel Pijl- en tekstbewerkingstoetsen Toetsenpaneel Pijl- en tekstbewerkingstoetsen Functie Toets Beschrijving Voeding Zet de printer aan Pijltoetsen Pijltoetsen: • In een regel tekst: verplaatst de cursor één teken tegelijk naar links/rechts, of één regel tegelijk omhoog/omlaag. • In menu's verplaatst u de selectie omhoog of omlaag bij primaire menukeuzes, naar links of rechts door secundaire menukeuzes (zoals Symbolen of Internationale tekens), indien beschikbaar.
Toetsenpaneel Pijl- en tekstbewerkingstoetsen Functie Achtergrondlichttoets Backspace-toets Toets Beschrijving Vergroot de leesbaarheid van het scherm bij weinig licht • Verplaatst de cursor naar links en verwijdert tekens één tegelijk. • Verlaat menu-opties en functies, één scherm per keer. Opmerking: Afhankelijk van hoe diep u zich bevindt in menu's en functies, dient u verschillende keren op Backspace te drukken.
Toetsenpaneel Functietoetsen Functietoetsen Functie Toets Beschrijving Feed-toets Voert de media aan de printer. Serial-toets Voor het instellen van begin, einde en waardetoename van series. Menutoets Voor standaardinstellingen van de printer (bv taal, eenheden) en andere afdrukopties die niet via de toetsen beschikbaar zijn. Menu-items zijn onder andere symbolen, internationale tekens, streepjescodestijlen, en bestandsopties.
Menu's Functietoetsen Menu's Andere functies die niet op een toets worden weergegeven zijn beschikbaar via de menutoets. Druk op de verticale pijltoetsen voor de weergegeven menu-items. Als u het laatst weergegeven menu-onderdeel hebt bereikt, keren de menu's terug naar het eerste menuonderdeel. Figuur 1 • Menu's Ga als volgt te werk om naar de menu's te gaan: 1. Druk op MENU . De menu-opties worden in een lijst weergegeven. 2. Druk op de verticale pijltoetsen om de menu-items te markeren. 3.
Menu's Gegevensvelden Gegevensvelden Bij sommige menu-items kunnen gegevensvelden om aanvullende informatie verzoeken. Om de gegevens direct in te voeren: 1. Ga met de navigatiepijlen naar het gegevensveld. 2. Voer met het toetsenbord de gegevens in. OF Schakel met de linker- en rechterpijlen heen en weer tussen een aantal voorgedefinieerde waarden. 3. Ga met de navigatiepijlen uit het veld na het invoeren van gegevens. 4. Om ingevoerde gegevens te accepteren, druk op Enter .
Menu's Standaardinstellingen van de printer Standaardinstellingen van de printer De standaardinstellingen van de printer zorgen voor een consistente omgeving voor het werk dat u met uw printer doet. De door u ingevoerde standaardinstellingen blijven van kracht totdat u ze wijzigt. De volgende standaardinstellingen vindt u met behulp van de menutoets.
Menu's Standaardinstellingen van de printer Talen voor BMP21-Lab Engels - standaard Nederlands Frans Portugees Spaans Italiaans Duits BMP21-Plus Russische talen Russisch - standaard Engels Opmerking: De karakters van de Griekse taal vindt u onder de menufunctie Internationaal. Aanvankelijke instelling van de taal Ga wanneer u de printer voor het eerst inschakelt, naar de functie Menu>Taal en kies de taal waarin u alle printermenu's, -functies en de gegevens wilt weergeven. 1. Druk op MENU . 2.
Menu's Standaardinstellingen van de printer Klok instellen In het menu Klok Instellen vindt u de volgende instellingen: Stel de datum en tijd in wanneer de printer voor het eerst wordt gestart. Figuur 3 • Instellingen voor tijd/datum in functie Klok Instellen Tijdsindeling Stel eerst de tijdsindeling in voordat u de datum en tijd instelt. Zo kunt u een 12-uurs klok of een 24-uurs klok gebruiken. Om de tijdsindeling in te stellen: 1. Druk op MENU . 2. Ga naar Klok Instellen en druk dan op Enter . 3.
Menu's Standaardinstellingen van de printer Datumnotatie U hebt vier keuzes voor de datumnotatie. De datum kan volgens de Amerikaanse standaard worden weergegeven (MM/DD/JJ) of volgens de Internationale Standaard (DD/MM/JJ). U kunt de datum ook in 2 cijfers of 4 cijfers voor het jaar laten weergeven (bv. JJ = 14, JJJJ = 2014). Om de datum in te stellen: 1. Druk op MENU . 2. Ga naar Klok Instellen en druk dan op Enter . 3. Ga naar Datumnotatie en druk dan op Enter . 4.
Menu's Standaardinstellingen van de printer Datum instellen Als u de datum-en tijdnotatie hebt ingesteld, kunt u nu de werkelijke datum en tijd instellen. Om de datum in te stellen: 1. Druk op MENU . 2. Ga naar Klok Instellen en druk dan op Enter 3. Ga naar Datum en druk dan op Enter . . 4. Ga naar de verschillende velden om de gewenste maand, dag en het jaar voor de tijd die u op uw labels wilt weergeven. 5.
Menu's Standaardinstellingen van de printer Tijd instellen Om de tijd in te stellen: 1. Druk op MENU . 2. Ga naar Klok Instellen en druk dan op Enter 3. Ga naar Tijd en druk dan op Enter . . 4. Ga naar de verschillende velden om de uren en/of minuten in te stellen. Opmerking: Bij gebruik van de tijdnotatie UU:MM:SS is er geen veld voor seconden. De interne klok van de printer start de seconden op basis van de minuten die u hebt gekozen. 5.
Menu's Eenheden Eenheden Met de instelling Eenheden kunnen de labelparameters voor de printer worden ingesteld. De volgende eenheden zijn beschikbaar: • Inches • Millimeters Wanneer deze eenheden zijn ingesteld hoeft u geen “inches” of “millimeters” (of de algemeen geaccepteerde afkortingen ervan) meer aan te geven als u getallen in gegevensvelden invoert. Ook in meetvelden (zoals onder Labeltype) worden de meeteenheden automatisch ingesteld op de in Menu geselecteerde eenheden.
Menu's Snijstand Snijstand Met Snijstand kunt u instellen wanneer de printer moet worden onderbroken voor het snijden. U kunt kiezen uit twee standen: • Afsnijden na elk label • Afsnijden na printsessie In een multiprintsessie (labelserie, klemmenstrook, stroomonderbrekerkast, enz.) bepaalt de snijstand of de printer tussen elk label moet pauzeren de afzonderlijke labels af te snijden.
Menu's Nulstijl instellen Nulstijl instellen De standaardwaarde voor nul-stijl bepaalt of het getal nul wordt afgedrukt als een open nul (0), of wordt doorsneden door een lijn ( ), zoals op een computer. Instellen van de Nulstijl: 1. Druk op MENU . 2. Ga naar Nulstijl instellen en druk dan op Enter . 3. Ga naar de gewenste nulstijl en druk op Enter .
Menu's Backlight-tijd Backlight-tijd Met de Backlight-tijd wordt de time-out-periode voor het achtergrondlicht ingesteld. Dit heeft betrekking op het aantal seconden aan inactiviteit voordat het achtergrondlicht automatisch wordt uitgeschakeld. Als u het achtergrondlicht altijd aan wilt laten staan bij gebruik van de wisselstroomadapter, kies dan Altijd Aan. Om het volledig uit te schakelen selecteert u Altijd uit.
Aan de slag Tekst invoeren Aan de slag Deze sectie beschrijft het proces voor het maken van een tekstlabel met minimale opmaak, met behulp van eenvoudige bewerkingstechnieken, en het afdrukken van het label. Tekst invoeren Zorg alvorens tekst in te voeren dat de mediacartridge is geladen en dat het apparaat is ingeschakeld. De verticale balk op het weergavescherm is de cursor en is het startpunt voor elk label dat u met de BMP®21-PLUS/BMP®21-LAB LabelPrinter zal maken.
Aan de slag Tekst bewerken Tekst verwijderen Als u tekst wilt verwijderen, één voor één, van de cursorpositie naar LINKS (achterwaarts): 1. Druk op Backspace . Als u de tekens in het midden van de tekstregel wilt verwijderen, gebruik dan de navigatietoetsen om de cursor rechts van de te verwijderen tekens te plaatsen, en druk dan op [BACKSPACE]. Gegevens wissen De Clear-toets wordt gebruikt om alle data van het scherm te wissen. Gegevens wissen: 1. Druk op CLEAR .
Aan de slag Tekst bewerken Lettergrootte Opmerking: Deze printer beschikt over één lettertype - Arial® Alternative Monospace - met verschillende afmetingen en zwaartes. Versie 2.0 bevatte een update van dit lettertype waardoor het er anders uitziet dan in eerdere versies. De lettertypegrootte kan vóór of na het invoeren van gegevens worden toegepast, ongeacht de locatie van de cursor. De lettertype-instelling is van toepassing op alle tekst op het label.
Aan de slag Tekst bewerken Autom. grootte Automatische grootte begint met het grootste lettertype dat op het label past. Wanneer een regel tekst de ingestelde marge (afstand tussen de rand van de printkop en het snijmes) bereikt, wordt het lettertype verkleind tot u op [ENTER] (INVOEREN) drukt of tot de minimale lettergrootte wordt bereikt Standaard zijn alle labels ingesteld op een 9-punts lettertype. Autosize inschakelen: 1. Druk op FONT SIZE 2. Ga naar Auto en druk op Enter . .
Aan de slag Labels afdrukken Labels afdrukken Ga als volgt te werk om een label af te drukken: 1. Druk op PRINT . Er verschijnt een print-pictogram op het scherm waarmee wordt aangegeven dat het label wordt afgedrukt. Als het pictogram verdwijnt, kunt u het label afsnijden. 2. Knijp in de armen van de snijder om het label af te snijden. De uitvoerbak is voorzien van plastic grepen die het label na het snijden op zijn plaats houden, zodat het er niet vanaf valt. 3.
Opmaak Symbolen Opmaak Opmaak duidt op de lay-out, structuur en het aanzien van een label. De verschillende opmaakfuncties vindt u onder Menu en functietoetsen. Symbolen Figuur 4 • Symboolcategorieën Er zijn symbolen (pictogrammen) beschikbaar op de printer die voor verschillende toepassingen gebruikt kunnen worden.
Opmaak Symbolen U kunt symbolen ook kiezen via de Menu-functie. 1. Druk op MENU . 2. Ga naar Symbolen en druk dan op Enter . 3. Ga naar de gewenste symboolcategorie en druk op Enter . 4. Selecteer met de navigatietoetsen het gewenste symbool en druk op Enter . Het symbool wordt weergegeven met de lettertypegrootte die op het betreffende moment in gebruik is. Figuur 5 • Een symbool selecteren Een symbool verwijderen Het symbool is hetzelfde als andere tekens.
Opmaak Internationale tekenset Internationale tekenset De internationale tekenset bestaat uit tekens die in bepaalde internationale alfabetten worden gebruikt, waaronder letters met diacritische en accenttekens. Toevoegen van tekens uit de internationale tekenset: 1. Plaats de cursor waar u het internationale teken wilt hebben. 2. Druk op Internationaal toets . OF Druk op MENU . Navigeer naar Internationaal en druk dan op Enter . 3. Ga naar het gewenste internationale teken en druk op Enter .
Opmaak Datum en tijd Datum en tijd Ga als volgt te werk om de huidige datum en/of tijd op een label weer te geven: 1. Plaats de cursor op het label waar u de datum en/of de tijd wilt invoegen. 2. Druk op DATUM TOEVOEGEN . OF 3. Druk op TIJD TOEVOEGEN . De BMP®21-PLUS/BMP®21-LAB-printer voegt de datum of tijd in aan de hand van de tijd van de systeemklok op het moment van afdrukken en met gebruik van de datum/tijd-opmaak zoals bepaald in de Menufunctie.
Opmaak Streepjescode Streepjescode De BMP®21-PLUS/BMP®21-LAB Labelprinter biedt ondersteuning voor de volgende barcodesymbolen: Code 39 en Code 128. Voor het invoeren van een streepjescode kunt u zowel het labeltype Banner Landscape of Vlag gebruiken. (Zie pagina 55 voor informatie over het wijzigen van het labeltype). De streepjescodegegevens kunnen worden weergegeven op dezelfde regel als andere gegevens (tekst en symbolen).
Opmaak Datamatrix en QR-codes (versie 2.0 of hoger) Als u meer gegevens op dezelfde tekstregel wilt invoeren als de streepjescode: 1. Druk op de rechter navigatietoets om de streepjescode te verlaten. 2. Voer de gegevens in. (Druk op Ruimte voordat u meer gegevens invoert als u de gegevens van de streepjescode wilt scheiden).
Opmaak Datamatrix en QR-codes (versie 2.0 of hoger) Een DataMatrix-code of QR-code toevoegen Opmerking: Het labeltype moet op Banner Panoramisch (liggend) worden ingesteld. De afmeting van de codes is vooraf ingesteld en verandert niet door een andere lettergrootte. 1. Plaats de cursor waar u de code wilt toevoegen. 2. Druk op . 3. Scroll met de pijlen naar de gewenste code (DataMatrix of QR) en grootte (klein of groot) en druk op Enter .
Serialisering Hoe werkt serialisering? Serialisering Serialisering (ofwel het aanbrengen van een volgorde) dient voor het automatisch toevoegen van op elkaar volgende cijfers of letters op af te drukken labels. De seriefunctie plaats opeenvolgende het volgende cijfer of de volgende letter in een vooraf bepaalde volgorde op aparte labels. Het aantal gemaakte labels wordt bepaald door de sequentiewaarden die u invoert. Serialisering kan worden gecombineerd met andere tekst op een label.
Serialisering Voorbeelden van serialisering Voorbeelden van serialisering Bij een eenvoudige serialisering doorloopt de volgorde door het hele bereik van cijfers en/of letters (bijv. 0 tot 9 of A tot Z), met één getal/letter per label. Vanaf de startwaarde wordt de stapgrootte aan het vorige nummer toegevoegd om het volgende volgnummer te produceren, totdat de eindwaarde is bereikt.
Serialisering Voorbeelden van serialisering Gebruik van letters in serialisering Het op volgorde zetten van letters gebeurt op grond van de positie van de letters in het alfabet. Hieronder volgt een grafiek met de positie van alfatekens in het Engelse alfabet.
Serialisering Serialisering toevoegen Serialisering toevoegen Ga als volgt te werk om serialisering aan labels toe te voegen: 1. Plaats de cursor op het label waar u de serialisering wilt weergeven. 2. Druk op SERIE . Er verschijnt een dialoogvenster waarin u de startwaarde van de serialisering, de stapgrootte en de eindwaarde kunt opgeven. Voor eenvoudige serialisering: 3. Plaats de cursor in het veld Startwaarde en type de startwaarde van de volgorde. 4.
Bestandsbeheer Naamconventies voor bestanden Bestandsbeheer Een label kan als een bestand worden opgeslagen dat later geopend en opnieuw gebruikt kan worden. U kunt tot 12 bestanden op de BMP®21-PLUS / BMP®21-LAB labelprinter opslaan. De bestanden worden opgeslagen en blijven bewaard als u de oplaadbare accu verwijdert. Opmerking: De BMP®21-PLUS/BMP®21-LAB printer KAN NIET worden verbonden met een pc. U kunt geen pc labelbestanden afdrukken op de BMP21PLUS/BMP®21-LAB printer.
Bestandsbeheer Een bestand vervangen (overschrijven) 5. Voer in het veld File Name? een naam in voor het bestand en druk dan op Enter . Na het opslaan van het bestand keert het systeem terug naar het scherm waar het opgeslagen bestand nog steeds wordt weergegeven. Ga als volgt te werk om het opgeslagen bestand van het scherm te verwijderen: 6. Druk op CLEAR . Een bestand vervangen (overschrijven) U kunt tot 12 bestanden op de BMP®21-PLUS / BMP®21-LAB labelprinter opslaan.
Bestandsbeheer Open een bestand Om het vorige bestand te overschrijven: 5. Ga naar Ja en druk dan op Enter . 6. Voer in het veld File Name? een naam in voor het bestand en druk dan op Enter . Open een bestand Ga als volgt te werk om een opgeslagen bestand te openen (opnieuw op het scherm weer te geven): 1. Druk op MENU . 2. Ga naar Bestand en druk dan op Enter 3. Ga naar Openen en druk dan op Enter . . Er verschijnt een lijst van opgeslagen bestanden. 4.
Bestandsbeheer Een bestand verwijderen Een bestand verwijderen Als u een bestand wilt verwijderen, is het niet nodig om eerst het scherm te wissen. U kunt een bestand verwijderen terwijl andere gegevens nog op het scherm worden weergegeven. Ga als volgt te werk om een eerder opgeslagen bestand te verwijderen: 1. Druk op MENU . 2. Ga naar Bestand en druk dan op Enter . 3. Ga naar Verwijderen en druk dan op Enter . Er verschijnt een lijst van opgeslagen bestanden. 4.
Labeltypes Een labeltype selecteren Labeltypes Labeltypen bieden sjablonen die u begeleiden bij het bepalen van de lay-out voor labelformaten en waarvoor specifiek afdrukmateriaal benodigd kan zijn. De beschikbare labeltypes zijn: BMP BMP®21-PLUS en ®21-PLUS-Russische labelprinter De BMP® 21-LAB-labelprinter • Vaste lengte De BMP®21-LAB Labelprinter is bedoeld voor gebruik in laboratoria, en bevat daarom alleen de volgende labeltypes.
Labeltype Banner Portrait Een labeltype selecteren Labeltype Banner Portrait Het labeltype Banner Portrait wordt gebruikt voor het maken van basislabels, zonder speciale opmaak. Banner Portrait biedt ondersteuning voor alle soorten afdrukmateriaal, behalve SelfLam en PermaSleeve. Bij gebruik van een specifiek labeltype blijven bij het wissen van gegevens de parameters van het labeltype behouden.
Labeltype Banner Landscape Een labeltype selecteren Labeltype Banner Landscape Met het labeltype Banner Landscape kunt u lange tekenreeksen invoeren. Alle soorten afdrukmateriaal zijn geschikt voor Banner Landscape. Als een bepaald labeltype voor nieuw geplaatst afdrukmateriaal niet wordt ondersteund, schakelt het labeltype automatisch over op Banner Landscape. Voor het afdrukken van een lange tekenreeks (dwz. voor het maken van een "banner"): 1. Druk op LABELTYPE . 2.
Vaste lengte Een labeltype selecteren Vaste lengte Als het labeltype op Banner Landscape is ingesteld, dan is het label zo lang als nodig is voor de lettergrootte en de ingevoerde tekst. U kunt de lengte van het afdrukmateriaal ook op een vaste lengte instellen, zodat de hoeveelheid gegevens op het label vooraf wordt bepaald. Opmerking: Op alle labels is er een vastgestelde marge die de afstand meet tussen de rand van de printkop en het snijmes. Deze afstand kan niet worden gewijzigd.
Aangepaste lengte (versie 2.0 of hoger) Een labeltype selecteren Aangepaste lengte (versie 2.0 of hoger) Door een aangepaste lengte in te stellen kunt u kleinere labellengtes instellen dan bij een vaste lengte-instelling. De maximum lengte is 2537,46 mm met een maximum aantal tekens van 50. Tekst wordt gecentreerd op het label, ongeacht de lengte. Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar op versie 2.0 of hoger. Om een aangepaste labellengte in te stellen: 1. Druk op LABELTYPE . 2.
Buis Een labeltype selecteren Buis Het labeltype Buis kan met alle soorten afdrukmateriaal worden gebruikt, behalve SelfLam en PermaSleeve. (Als SelfLam of PermaSleeve afdrukmateriaal is geplaatst, wordt het Buislabeltype niet weergegeven). Het Buis-labeltype past de labellengte aan de grootte van de geselecteerde buis aan en formatteert de gegevens horizontaal of verticaal. Om zoveel mogelijk gegevens op een klein oppervlak te krijgen wordt aangeraden een 2D-barcode te gebruiken.
Draadmarkering-labeltype (BMP®21-PLUS en 2.0 of hoger) Een labeltype selecteren Draadmarkering-labeltype (BMP®21-PLUS en 2.0 of hoger) Het labeltype Draadmarkering wordt gebruikt om ingevoerde tekst langs de lengte van het label te herhalen. De gegevens worden zo vaak mogelijk herhaald, afhankelijk van de lettergrootte en de geselecteerde draadomvang.
Draadmarkering-labeltype (BMP®21-PLUS en 2.0 of hoger) Een labeltype selecteren U kunt op [ENTER] drukken om een nieuwe regel tekst te beginnen. Wanneer het label wordt afgedrukt, worden beide regels tekst herhaald langs het label herhaald, afhankelijk van de grootte van het label en de lettergrootte.
Aansluitklem, Patchpaneel (BMP®21-PLUS en 2.0 of hoger) Een labeltype selecteren Aansluitklem, Patchpaneel (BMP®21-PLUS en 2.0 of hoger) De labeltypen Aansluitklem en Patchpaneel zijn geschikt voor alle soorten afdrukmateriaal, behalve SelfLam en PermaSleeve. Als SelfLam of PermaSleeve zijn geplaatst, zijn deze labeltypen niet beschikbaar). Voor gebruik van Aansluitingsblok of Patchpaneel: 1. Druk op LABELTYPE . 2. Ga naar het gewenste labeltype en druk op Enter .
Aansluitklem, Patchpaneel (BMP®21-PLUS en 2.0 of hoger) Een labeltype selecteren Als serievolgorde UIT staat, gaat u verder met het volgende: 3. Ga naar het veld Aantal blokken (of Aantal poorten) en voer het benodigde aantal blokken of poorten in. 4. Ga naar het veld Rotatie (niet zichtbaar op het eerste scherm met gegevensvelden), en bepaal of u de labelgegevens met 0° rotatie (liggend) wilt afdrukken of verticaal met 90° rotatie (staand).
Aansluitklem, Patchpaneel (BMP®21-PLUS en 2.0 of hoger) Een labeltype selecteren Verwijderen van de serievolgorde: 10. Druk op Backspace . Er verschijnt een bevestigingsbericht. Verwijderen van de hele volgorde: 11. Druk op Enter . Verwijderen annuleren: 12. Druk opnieuw op Backspace . Als serievolgorde is uitgeschakeld, wordt het aantal in stap 3 aangegeven blokken (of poorten) in afzonderlijke velden weergegeven. De blokruimten worden in de rechterbovenhoek van het bewerkingscherm weergegeven.
Paneel-Residentieel (versie 2.0 of hoger) Een labeltype selecteren Paneel-Residentieel (versie 2.0 of hoger) Hiermee kunt u thuis labels maken voor panelen of deuren van stroomonderbrekers op basis van voorgedefinieerde of door de gebruiker gedefinieerde voorwaarden. Bij gebruik van meer dan één regel worden labels in portretstand afgedrukt. Tekengrootte 9 op media van 6,35 mm breedte wordt aanbevolen voor een standaard residentiële stroomonderbrekerkast.
Paneel-Residentieel (versie 2.0 of hoger) Een labeltype selecteren 5. (Optioneel) Navigeer naar Afsnijden tussen, schakel met de navigatietoets voor links en rechts tussen Ja of Nee en druk dan op Enter . Als u "Ja" kiest bij Snijden Tussen wordt tijdens het afdrukken na elk label gevraagd om te "Snijden" of om "Druk op afdrukken" te kiezen. Opmerking: Ook als de printer al is ingesteld op Snijden Tussen, moet die instelling hier alsnog worden geselecteerd.
Vlaggetjes (BMP®21-PLUS en 2.0 of hoger) Een labeltype selecteren Vlaggetjes (BMP®21-PLUS en 2.0 of hoger) Een vlaglabel wordt rond een draad of kabel gevouwen waarna de uiteinden worden samengeplakt in de vorm van een soort vlag. Het Vlag-labeltype is geschikt voor alle soorten afdrukmateriaal, behalve SelfLam en PermaSleeve. Ga als volgt te werk om labels van het vlagtype te gebruiken: 1. Druk op LABELTYPE . 2. Navigeer naar Vlag en druk op Enter .
Vlaggetjes (BMP®21-PLUS en 2.0 of hoger) Een labeltype selecteren 5. Geef in het veld Stijl met behulp van de linker- of rechternavigatietoets de acht verschillende vlagrotaties weer. Figuur 7 • Acht vlaglay-outs 6. Als u klaar bent, drukt u op Enter . De draaiing van de tekst is verwerkt in het ontwerp van het sjabloon, gebaseerd op de vlag die u kiest. Uitvulling staat standaard op centrum, midden. De lettergrootte is gelijk aan de grootte die is ingesteld wanneer het vlaglabeltype wordt gekozen.
Stroomonderbrekerkast (BMP®21-PLUS en 2.0 of hoger) Een labeltype selecteren Stroomonderbrekerkast (BMP®21-PLUS en 2.0 of hoger) Stroomonderbrekers staan meestal in twee kolommen of in een rij, afhankelijk van de geografische locaties. De posities van de stroomonderbrekers zijn genummerd van links naar rechts of van boven naar beneden, afhankelijk van de afdrukstand van de label. Dit nummeringssysteem wordt universeel toegepast door verschillende concurrerende fabrikanten van stroomonderbrekerpanelen.
Stroomonderbrekerkast (BMP®21-PLUS en 2.0 of hoger) Een labeltype selecteren 7. Als u klaar bent, drukt u op Enter . Voer in het bewerkingscherm voor stroomonderbrekers het aantal polen voor elke breker in en bijbehorende gegevens. Het nummer van de breker wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van het Bewerkenscherm. 8. Ga met de verticale navigatietoetsen naar het brekernummer. 9. Ga vanaf een brekernummer met een horizontale navigatietoets naar een ander brekernummer.
Telefoonnummers en online hulp voor technische ondersteuning Telefoonnummers en online hulp voor technische ondersteuning Raadpleeg voor reparaties en technische hulp van de plaatselijke Brady-vestiging de volgende lijst: • Verenigde Staten: 1-800-643-8766 of via het web op www.bradyid.com/techsupport • Australië: 1-800-644-834 of via het web op www.bradyid.com.au/en-au/supportlanding • Canada: 1-800-263-6179 of via het web op www.bradycanada.
Problemen oplossen Problemen oplossen Gebruik de volgende tabel om eventuele problemen met uw BMP®21-PLUS / BMP®21-LAB labelprinter vast te stellen en op te lossen. Als de geboden oplossing niet werkt, neemt u contact op met de technische ondersteuning van BRADY (zie pagina 72). Probleem Oorzaak Oplossing Hardware-apparatuur Het toetsenbord werkt af en toe of helemaal niet. Een toets (of meerdere) zijn constant ingedrukt. Zoek naar de toets die in de ingedrukte positie staat.
Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Voeding AAN/UIT - Printer werkt niet Printer springt niet aan wanneer hij wordt ingeschakeld. Het batterijpakket is niet opgeladen. Het scherm loopt vast Fout in de gebruikersinterface. Als u batterijen gebruikt, vervang deze dan door 6 nieuwe AA-batterijen. OF, bij gebruik van de lithium-ion batterij: verwijder de batterij uit de printer en laad deze op met de AC-adapter.
Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing De printer schakelt regelmatig uit. Batterij is bijna leeg. Opmerking: De printer is zo geprogrammeerd dat hij automatisch uitschakelt na 10 minuten inactiviteit. Plaats 6 nieuwe AA-batterijen. OF Sluit de lichtnetadapter aan op de printer en steek hem in het stopcontact. Hierdoor wordt direct stroom voorzien. Bij gebruik van de lithium-ion batterij: verwijder de batterij uit de printer en laad deze op met de AC-adapter.
Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Afdrukkwaliteit Slechte afdrukkwaliteit Wellicht is de accu of zijn de 6 De batterij gaat ongeveer 1 á 3 jaar mee, AA-batterijen oud en houden afhankelijk van gebruik en zorg. Bestel een deze de lading niet goed vast. nieuwe accu of plaats 6 nieuwe AAbatterijen. Slechte afdrukkwaliteit. Op de printkop heeft zich stof of kleefmateriaal verzameld. Reinig de printkop. (Raadpleeg pagina 80 voor instructies over het reinigen van de printer.
Problemen oplossen Probleem Er wordt een zwarte lijn weergegeven op het eerste afgedrukte label Oorzaak Oplossing Als de cartridge links in de vergrendelde positie is gelaten (wanneer niet in gebruik), wordt de printerkop tegen de drukrol aan gedrukt waardoor een verticale lijn van drukpunten (of resterende brandlijn) op de tape verschijnt. Ontgrendel de cartridge zodra u klaar bent met het afdrukken van meer labels.
Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Programma Ongeldige herhalingswaarde De opgegeven waarde is buiten Het toegestane bereik ligt tussen 50,8 mm en voor aansluiting ingevoerd. het toegestane bereik. 1016 mm. Fout - "Past niet" Tekengrootte en instellingen te • Wijzig de tekengrootte naar een kleiner groot voor label. lettertype. (Zie pagina 37). • Verwijder wat tekst. (Zie pagina 35 voor meer informatie). Fout - "Past niet" Er zijn teveel tekstregels. Het maximum aantal regels is vier.
Probleem Oorzaak ® Oplossing ® Het menu geeft niet alle labeltypen weer. De BMP 21-PLUS/BMP 21LAB geeft alleen de labeltypen weer die gebruikt kunnen worden met het geplaatste labelmateriaal (cartridge). Kan geen andere taal instellen. Drukte op een verkeerde toets Stel de taal opnieuw in. Zie pagina 25 voor tijdens het instellen van de taal. meer informatie over het instellen van een specifieke taal. Datamatrix en/of QR-code kan niet worden ingevoerd.
Problemen oplossen De printer reinigen De printer reinigen Het reinigen van de printer verbetert de afdrukkwaliteit en de leesbaarheid van de labels. Tevens draagt het reinigen bij tot grotere afdrukaantallen, een langere levensduur en grotere betrouwbaarheid en betere prestaties van de printer. Het scherm Ga als volgt te werk om het weergavescherm te reinigen: 1. Bevochtig een zacht (niet krassende) doekje met isopropylalcohol.
Bijlage A - Symbolen Bijlage A - Symbolen Symbolen voor alle ingeschakelde toepassingen zijn beschikbaar voor gebruik op alle labels, ongeacht de toepassing of het type label dat in gebruik is. Zie pagina 40 voor informatie over het toepassen van symbolen op labels.
Bijlage A - Symbolen Overig ? ¿ ¡ ; < > [ ] ^ { } | ~ 2 £ € Overig (alleen in het Russisch) BMP®21-PLUS/BMP®21-LAB Gebruikershandleiding 82
Bijlage A - Symbolen Grieks Opmerking: Beschikbare Griekse symbolen zijn afhankelijk van de printerversie.
Bijlage A - Symbolen Lab Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar op versie 2.0 of hoger. Als een symbool niet in 6 pt lettertype kan worden afgedrukt, verschijnt de foutmelding "Past niet". Wijzig tekengrootte naar 9 pt. Bepaalde symbolen worden in de editor als weergegeven.
Bijlage B - Ondersteunde ASCII-tekens voor barcodes Bijlage B - Ondersteunde ASCII-tekens voor barcodes Raadpleeg de tabellen hieronder voor ondersteunde tekens bij het maken van barcodes. Code 39 A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 (spatie) - .
Bijlage B - Ondersteunde ASCII-tekens voor barcodes Datamatrix en QR-codes A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 (spatie) ! " # $ % & ’ ( ) * + , - . / : ; < = > ? @ [ \ ] ^ _ { | } BMP®21-PLUS/BMP®21-LAB Gebruikershandleiding 86