Gebruikershandleiding
Copyrightinformatie en handelsmerken Vrijwaring Deze handleiding is eigendom van Brady Worldwide, Inc. (hierna "Brady" te noemen) en kan van tijd tot tijd worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. Brady doet geen enkele toezegging met betrekking tot het beschikbaar stellen van zulke wijzigingen. Deze handleiding is auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten voorbehouden.
Brady-garantie Brady-producten worden verkocht met dien verstande dat de koper het product zal testen bij het daadwerkelijke gebruik ervan en voor zichzelf de geschiktheid ervan voor zijn/haar bedoeld gebruik zal bepalen.
Technische ondersteuning en registratie Contactgegevens Neem voor reparaties en technische assistentie contact op met een plaatselijke technische dienst van Brady via: • Verenigde Staten: www.bradyid.com/techsupport • Europa: www.bradyeurope.com/services • Azië, Australië en Nieuw-Zeeland: www.bradycorp.com/global • Australië: www.bradyid.com.au/en-au/supportlanding • Canada: www.bradycanada.ca • Latijns-Amerika: www.bradylatinamerica.
Inhoud 1 • Inleiding De printer uitpakken .................................................................................................. 1 Accessoires ...........................................................................................................2 Bewaar de verpakking ..........................................................................................2 De printer registreren ............................................................................................
Configuratie (printerconfiguratie) ........................................................................26 Tijd/datum ...........................................................................................................26 Eenheden ............................................................................................................27 Taal .....................................................................................................................
Streepjescode .......................................................................................................... 46 Streepjescode-instellingen ..................................................................................47 Een streepjescode toevoegen ............................................................................48 Streepjescodegegevens bewerken .....................................................................48 Serialisering ....................................................
Buis ........................................................................................................................... 78 DesiStrip ................................................................................................................... 79 Stroomonderbreker ................................................................................................. 80 7 • Onderhoud en probleemoplossing De printer reinigen.............................................................................
1 Inleiding De BMP®61-labelprinter kan afdrukken op verschillende snijlabels en continu labelmateriaal.
Inleiding De printer uitpakken Accessoires De volgende items zijn beschikbare accessoires voor de BMP®61 labelprinter en kunnen afzonderlijk worden gekocht bij uw distributeur: • Batterij (oplaadbaar) (BMP41-BATT) • Batterijklepje (BMP61-BATCOV) • Snijmes (BMP61-Cutter) • Reinigingskit (PCK-5) voor interne reiniging • Reinigingskit (PCK-6) voor externe reiniging • Koffer (BMP-HC-1) • Magneet (BMP-MAGNET-1) • Snellader (BMP-41-QC) • Riem (BMP-Strap-1) • USB-kabel (BMP41-USB) • Verschill
Inleiding Systeemgegevens van de BMP®61 Systeemgegevens van de BMP®61 De technische specificaties van de BMP®61 printer zijn als volgt: • Gewicht 1,6 kg (3,55 lb) (met batterijpakket en materiaal) • Thermisch transfer-printmechanisme 300 dpi • Optisch registratiesysteem voor nauwkeurige afdrukregistratie • Elastomerisch toetsenpaneel • Aangepaste TrueType-lettertypen • Afdrukbreedte – 51 mm (2 inches) maximale labelbreedte • Max.
Inleiding Extern aanzicht Extern aanzicht 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 BMP®61 Gebruikershandleiding Deksel Deksel sluiting Poort voor wisselstroomadapter USB-poort (computerverbinding) USB-hostpoort (flash drive) Band onderste bevestigingslus Snijhendel Lintcassette vervangen Vergrendelingshendel printkop Band bovenste bevestigingslus Schroefgat Tripod-bevestiging Deurklep accu Accuklep (batterijruimte) Schroefgaten magneetbevestiging Bulk of extern toevoerpad Serienummer en Wi-Fi-symbool (voo
Inleiding Voedingsbron Voedingsbron De BMP®61 wordt gevoed door een NiMH-batterijpakket of via een AC netadapter. WAARSCHUWING! • • • • • Stel batterijen niet bloot aan temperaturen boven de 60 °C (140 °F). De accu mag niet uit elkaar worden gehaald of verkeerd worden gebruikt. De onderdelen in de accu mogen niet worden vervangen. Gebruik alleen het BMP41-BATT oplaadbare batterijpakket in de BMP®61-printer. Zorg dat de batterijpolen niet met metaal of ander geleidend materiaal in aanraking komen.
Inleiding Wisselstroomadapter Wisselstroomadapter De printer kan via een wissel- of gelijkstroomadapter van voeding worden voorzien. Wanneer de adapter is aangesloten, wordt tevens de batterij opgeladen (indien geïnstalleerd). WAARSCHUWING! Gebruik voor de voeding van de BMP®61 uitsluitend de hieronder weergegeven lichtnetadapters van Brady 18V gelijkstroom. Lichtnetadapters van Brady Catalogusnr.
Inleiding Snellader Snellader De snellader is een accessoire dat verkrijgbaar is bij uw BMP®61-distributeur. Als de batterij binnen in de printer wordt geladen als de AC-adapter is verbonden, kan het voorkomen dat u een andere batterij volledig wilt opladen en gebruiken als de AC-adapter niet beschikbaar is. Om een batterij buiten de printer te laden, gebruikt u de BMP-41-QC snellader. De snellader bestaat uit de lader zelf, een ACadapter en een netsnoer. 1.
Inleiding Het stuurprogramma installeren Het stuurprogramma installeren Om gegevens van een labelprogramma van een derde partij naar de BMP®61-printer te sturen, moet u het Windows (printer)-stuurprogramma installeren op de computer met dat programma. Het stuurprogramma staat op de USB-stick die bij de printer wordt meegeleverd.
Inleiding Het stuurprogramma installeren Stel nadat het stuurprogramma is geïnstalleerd uw voorkeur voor Onderbreken/Snijden in. 1. Klik in Windows XP op Start en selecteer vervolgens Instellingen > Printers en faxen. OF Klik in Windows 7 op Start en kies vervolgens Apparaten & Printers. OF Gebruik in Windows 8 of Windows 10 de zoekfunctie in de Charms-balk en zoek naar Apparaten en printers. 2. Klik in de lijst met beschikbare printers met de rechtermuisknop op BMP®61 en kies Printervoorkeuren.
Inleiding Aansluiten op een computer of apparaat Aansluiten op een computer of apparaat Labels kunnen rechtstreeks op de printer worden aangemaakt in Brady Workstation, met software van derden op een computer, of met de Brady expresslabels app op een mobiel apparaat. Bovendien kunnen gegevens en afbeeldingen overgedragen worden tussen printers. • Computer: Sluit de printer met de USB-kabel of via Wi-Fi aan op de computer. • Mobiel: Labels via Wi-Fi naar de printer sturen.
Inleiding Aansluiten op een computer of apparaat Verbinden met een smartphone Met Brady Workstation mobiele applicaties kunt u rechtstreeks vanaf een smartphone afdrukken naar de BMP61-printer. 1. Download de juiste Brady Workstation-applicatie (Android of Apple store) naar een smartphone. 2. Open instellingen/Wi-Fi op de smartphone. 3. Selecteer de printer. Als er meer dan één BMP®61 beschikbaar is, selecteert u de informatieknop om het volledige serienummer te bekijken. Serienummer bekijken 4.
Inleiding Afdrukmateriaal laden Afdrukmateriaal laden Lintcassette vervangen De BMP®61-printer wordt geleverd met het lint geïnstalleerd. Verwijderen 1. Draai de vergrendelingshendel van de 2. Pak het lint en schuif het voorzichtig uit de printer. printkop naar achteren (naar rechts) om de printkop te ontgrendelen. Laden BELANGRIJK! Plaats het lint VOORDAT u de labeltoevoer plaats om beschadiging van het lint te voorkomen. 1.
Inleiding Afdrukmateriaal laden Labelmateriaal Labels van Brady beschikken over de zogenaamde “smart-cell”-technologie waardoor de printer het type label herkent en automatisch opmaakparameters voor de labels instelt. Voor optimale prestaties raden we aan originele BMP®61-labels van Brady te gebruiken. De labels kunnen worden geïnstalleerd terwijl de voeding is in- of uitgeschakeld. Opmerking: TLS2200 labelmateriaal is voorwaarts compatibel met BMP®61 en cross-compatibel met BMP71-printers.
Inleiding Afdrukmateriaal laden Verwijderen 1. Om de printerklep te openen plaatst u uw 2. Draai de vergrendelingshendel van de duim onder het tabje en duwt u het omhoog. printkop naar achteren (naar rechts) om de printkop te ontgrendelen. 4. Pak de handgreep van de smart cell vast en 3. Als de labelspoel niet leeg is, draait u de trek hem er voorzichtig uit. spoel voorzichtig terug met uw vinger om de ongebruikte labels onder de printkop vandaan te halen. 5.
Inleiding Afdrukmateriaal laden Labelmateriaal in bulk laden 1. Haal de BMP®61 labelspoel en de labelinvoer uit de 2. Duw de lipjes B en C in op de doos van het labelmateriaal en duw de geperforeerde flap naar doos. beneden en scheur deze af. 3. Bevestig de labelinvoer aan de onderkant van de perforatie, met de armen van de invoer aan de buitenkant van de doos. 4. Bevestig de haken van de helling aan de buitenkant van het bulk label toevoerpad op de printer. 5.
Inleiding Afdrukmateriaal laden B-593 Verhoogde paneellabels 1. Open de printer en plaats een BMP®61 labelspoel in 2. Houd het labelmateriaal in de doos, plaats de doos achter de printer en voer de beginrand van de Bde printer. (Zie instructies in "Labelmateriaal" op 593-labels door het externe toevoerpad voor pagina 13.) afdrukmateriaal en door de materiaalinkepingen totdat hij vastzit. 3. Schakel de voeding in 4. Druk op FEED (TOEVOER). 5. Laat de klep van de rol open tijdens het printen.
Inleiding De band bevestigen De band bevestigen De band kan worden bevestigd aan de achterkant van de printer voor een veilige grip als u de printer in uw hand houdt of aan een haak hangt. 1. Verwijder eerst het label. Rijg vervolgens, 2. Voer, nog steeds aan de achterkant van de printer, de band onder de lus aan de met de (rand) sluiting naar beneden, de bovenkant van de printer, rechtstreeks in de handlus van de dubbele D-ring door de lus printer.
Inleiding De band bevestigen 7. Doe uw hand door de band om de printer veilig vast te kunnen houden. BMP®61 Gebruikershandleiding 8. Of gebruik de derde D-ring aan de onderkant van de printer om hem te hangen op een paal of toestel met haak.
Inleiding Voeding Voeding Wanneer u de printer voor het eerst aanzet, kiest u een taal waarin u de informatie op het scherm wilt weergeven. (Zie "Taal" op pagina 27 voor meer informatie.) Iedere keer wanneer de printer wordt ingeschakeld, wordt door het systeem een initialiseringsproces uitgevoerd. Tijdens dit proces wordt het geplaatste labelmateriaal herkend.
Inleiding Pijl- en tekstbewerking Pijl- en tekstbewerking Aanraakscherm De BMP®61 printer maakt gebruik van aanraakscherm-technologie om menu's en data te hanteren. Tik met uw vinger of een pen op de gewenste optie op het scherm. Toetsenpaneel De volgende beschrijvingen zijn gebaseerd op het QWERTY-toetsenpaneel. Als u een ander toetsenpaneel gebruikt (zoals AZERTY of cyrillisch) kunnen sommige toetsen anders zijn.
Inleiding Pijl- en tekstbewerking Functie Toets Beschrijving 1 Navigatie Pijltoetsen: • In een regel tekst: verplaatst de cursor één teken tegelijk naar links/rechts, of één regel tegelijk omhoog/omlaag. • In de menu's: verplaatst de markering naar links/rechts in de hoofdmenu, of omhoog/omlaag in de submenu's. • In dialoogvensters: verplaatst de markering omhoog/omlaag of naar links/rechts door de velden. In een veld met een vervolgkeuzemenu: druk op eerst op OK.
Inleiding Pijl- en tekstbewerking Functie 8 9 10 11 12 Toets Beschrijving Ga naar Vorig Gebied Op een label met verschillende gebieden gaat u met deze toets van het huidige gebied naar het vorige. Ga naar volgende label Op een bestand met verschillende labels gaat u met deze toets van de huidige label naar de vorige. (Zie "Ga naar label of gebied" op pagina 40). Ga naar vorige label Op een bestand met verschillende labels gaat u met deze toets van de huidige label naar de vorige.
Inleiding Pijl- en tekstbewerking Functie 13 14 15 16 17 18 Toets Beschrijving Lijst Hiermee kunt u meerdere labels maken met variabele informatie van één geformatteerd label (hoofddocument) en een gestructureerde gegevensbron. (Zie "Lijst" op pagina 52). Streepjescode Zet een serie tekst om in een streepjescode. Dient voor het in-/uitschakelen van de streepjescodefunctie. (Zie "Streepjescode" op pagina 46). Symbool Dient voor toegang tot diverse symbolen die beschikbaar zijn op de printer.
Inleiding Menu's Functie 19 20 Toets Beschrijving Voorbeeld Biedt een afdrukvoorbeeld van het label. (Zie "Afdrukvoorbeeld" op pagina 65). Labeltype Opent de verschillende geïnstalleerde applicaties of labeltypes (bijv. draadmerker, vlaggen, aansluitingsblokken, etc.). (Zie "Labeltypen" op pagina 69). Bestand Opslaan, openen of verwijderen van een label of serie labels. (Zie "Labelbestanden" op pagina 58). Voeding Hiermee zet u de printer aan en uit.
Inleiding Menu's Ga als volgt te werk om naar een submenu te gaan: 1. Druk op de verticale pijltoetsen. Een geopend menu wordt weergegeven met een gele balk eromheen. 2. Als u het gemarkeerde submenu wilt openen, drukt u op Enter. De menu-items blijven actief tot een ander menu-item wordt geactiveerd. Voor toegang tot de menu's met het aanraakscherm: 1. Druk op Function (FN) (Functie) en de gewenste functietoetsen voor de menu's die u wilt openen. 2. Tik op de gewenste optie in het hoofdmenu. 3.
Inleiding Instelling Instelling De instelfunctie wordt gebruikt om de standaardinstellingen van de printer te bepalen. Deze functie bevat de volgende subfuncties: • Onderbreken/snijden • Configuratie (printerconfiguratie) • Tijd/datum • Eenheden • Taal • Lettertype-instellingen • Afdrukgeschiedenis • Kalibratie touchscreen Om toegang te krijgen tot de instelfuncties, drukt u tegelijkertijd op de toetsen Function (FN) (Functie) en Setup (Configuratie).
Inleiding Instelling Eenheden Met de instelling Eenheden kunnen de labelparametermetingen voor de printer worden ingesteld. De volgende eenheden zijn beschikbaar: • Inches • Millimeters Wanneer deze eenheden zijn ingesteld hoeft u geen “inches” of “millimeters” (of de algemeen geaccepteerde afkortingen ervan) meer aan te geven als u getallen in gegevensvelden invoert. Ook in meetvelden worden de meeteenheden automatisch ingesteld op de in Configuratie geselecteerde eenheden.
Inleiding Instelling Lettertype-instellingen Gebruik Lettertype-instellingen om het type, de grootte, de eenheden en de stijl te wijzigen, die vervolgens desgewenst als standaardinstelling kunnen worden gebruikt. Figuur 1-2. Lettertypeopties van de functie Instelling Afdrukgeschiedenis Afdrukgeschiedenis is een handige functie waarmee u eenvoudig toegang krijgt tot onlangs gebruikte bestanden. Wanneer de afdrukgeschiedenis is ingeschakeld, worden de laatste 10 afgedrukte labelbestanden bijgehouden.
2 Aan de slag Een tekstlabel aanmaken Deze sectie beschrijft het proces voor het maken van een tekstlabel met minimale opmaak, met behulp van eenvoudige bewerkingstechnieken, en het afdrukken van het label. Tekst invoeren De verticale balk op het scherm is de cursor en het punt waarop gegevens worden ingevoerd. De cursor wordt op het scherm verplaatst tijdens het invoeren van de gegevens. Druk op Enter om naar de volgende regel te gaan.
Aan de slag Lettertype Autosize Annuleringsfuncties Backspace wordt ook gebruikt om functies, een menu of dialoogvenster te annuleren. Wanneer u op Backspace drukt terwijl u midden in een functie bent, wordt de functie één scherm tegelijk teruggedraaid. Het is mogelijk dat u verscheidene malen op Backspace moet drukken om de functie volledig te annuleren. (Zie "Een menu of dialoogvenster annuleren" op pagina 25 voor informatie over het annuleren van functies met het aanraakscherm.
Aan de slag Labels afdrukken Labels afdrukken LET OP! Houd uw vingers uit de buurt van het snijmes. Het kan knellen of snijden. Ga als volgt te werk om een label af te drukken: Druk op de toets Print (Afdrukken). Na het afdrukken snijdt u het label: Trek de snijhendel zo ver mogelijk naar voren (naar u toe). Het afdrukken met de BMP®61-printer geschiedt op de achtergrond, wat inhoudt dat u verder kunt gaan met het bewerken van labels of het maken van nieuwe labels terwijl het label wordt afgedrukt.
3 Opmaak Opmaak duidt op de lay-out, structuur en het aanzien van een label. De diverse opmaakfuncties treft u aan onder de functies Lettertype, Label en Gebied. Lettertype De opmaak van de tekens en de regel worden attributen genoemd die het uiterlijk wijzigen van de lettertypen, zoals bijv. puntgrootte, vetgedrukt, schuingedrukt, onderstrepen en tekst verbreden of versmallen.
Opmaak Lettertype Lettertypeattributen Lettertype-attributen (vetgedrukt, cursief, onderstrepen, verbreed of versmald) kunnen worden toegepast op een volledige tekstregel of op afzonderlijke tekens binnen een tekstregel. Het attribuut/de attributen kunnen worden ingeschakeld voordat de tekst wordt ingevoerd of als de tekst al is ingevoerd. Standaard Verbreed Versmald Nieuwe tekst Een attribuut inschakelen voordat u de tekst invoert: 1. Plaats de cursor waar u het attribuut wilt activeren. 2.
Opmaak Lettertype 3. Druk op Font (Lettertype). 4. Selecteer het gewenste attribuut en selecteer vervolgens AAN (vetgedrukt, cursief en onderstrepen) of het percentage verbrede of versmalde tekst. Alle gemarkeerde tekst wordt met het attribuut weergegeven. Als u de markering van de tekst wilt verwijderen, drukt u op een van de navigatietoetsen of raakt u enig welke plek op het scherm aan.
Opmaak Symbolen Symbolen De BMP®61-printer bevat honderden symbolen die voor verschillende toepassingen kunnen worden gebruikt. De beschikbare symboolcategorieën zijn: Pijlen Gegevenscommunicatie Elektrisch (Datacomm) Afsluiten Brand Eerste//hulp CLP/GHS Grieks Thuiselektronica HSID Internationaal Laboratorium Verplicht Overig Verpakking Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) Verboden Openbare informatie Veiligheid Waarschuwing WHMIS Figuur 3-2.
Opmaak Afbeeldingen Afbeeldingen Afbeeldingen zijn symbolen, logo's of ander artwork geleverd door een externe bron, zoals een computer. Deze afbeeldingen moeten bitmap-bestanden (*.bmp) zijn, en kunnen alleen zwart-wit zijn. De BMP®61-printer wijzigt automatisch de grootte van de afbeelding, maar het is belangrijk dat de grootte van de afbeelding ongeveer hetzelfde is als de afdruk (ongeveer 51 mm x 51 mm (2 inches x 2 inches)). Het geïmporteerde grafische bestand mag niet groter zijn dan 40 KB.
Opmaak Internationale tekenset Internationale tekenset De BMP®61-printer bevat honderden internationaal herkende karakters, compleet met diakritische tekens. Om een internationaal karakter aan uw label toe te voegen: 1. Plaats de cursor op de positie waar u het internationale karakter wilt weergeven. 2. Druk op de toets International (Internationaal) voor tekens met accent en diakritische tekens. OF Druk op SHIFT en International (Internationaal) voor kanji- en hanzi-tekens.
Opmaak Datum/tijd Datum/tijd De BMP®61 printer voegt de huidige datum of tijd in aan de hand van de tijd van de systeemklok op het moment van afdrukken en met gebruik van de datum/tijd-opmaak zoals bepaald in de Menufunctie. (Zie "Tijd/datum" op pagina 26 voor meer informatie.) De datum en de tijd worden in de geselecteerde opmaak op het scherm weergegeven (d.w.z. mm/dd/jj of HH:MM). Als u de feitelijke datum of tijd wilt bekijken, drukt u op Afdrukvoorbeeld (zie "Afdrukvoorbeeld" op pagina 65).
Opmaak Labels en gebieden Labels en gebieden Er kunnen meerdere labels worden aangemaakt in één labelbestand, waarbij elk nieuw label direct na het huidige label wordt ingevoegd. Gebieden worden gebruikt om verschillende opmaak (zoals uitlijning, draaiing en frames) toe te passen op verschillende delen van één label. Gebieden kunnen alleen worden toegevoegd aan continu labelmateriaal dat is ingesteld op de modus Automatische lengte.
Opmaak Labels en gebieden 4. Druk op Enter. Opmerking: De minimale en maximale waarden voor het geïnstalleerde labelmateriaal worden links en rechts in het invoerveld weergegeven. Ga naar label of gebied Ga als volgt te werk om te verspringen naar een ander label: 1. Druk op de toets Label. 2. Selecteer Ga naar en voer het nummer van het gewenste label in. Naar een ander gebied gaan op een label met meerdere gebieden: BELANGRIJK! Gebied kan alleen worden gebruikt bij continu labelmateriaal. 1.
Opmaak Labels en gebieden Een label of gebied verwijderen Door een label te verwijderen, verwijdert u alle gegevens en opmaak op dat label. Als er meerdere gebieden op een label bestaan, worden alle gebieden die zijn verbonden met dat label, ook verwijderd als het label wordt verwijderd. Als u een gebied verwijdert, worden alle gegevens en de opmaak van dat ene gebied verwijderd op een specifiek label. Dat gebied wordt niet op alle labels verwijderd.
Opmaak Labels en gebieden Uitlijning Uitlijning verwijst naar het rechts en links uitlijnen van de tekst tussen grenzen (marges) van een label of een gebied. Er zijn twee soorten uitlijning: horizontaal en verticaal. Horizontale uitlijning (H. uitlijnen) verwijst naar het uitlijnen tussen de linker en rechter grenzen van een label of een gebied, terwijl verticale uitlijning(V. uitlijnen) verwijst naar het uitlijnen tussen de bovenste en onderste grenzen van een label of een gebied.
Opmaak Labels en gebieden De tekst kan niet per regel worden gedraaid. Als u een nieuw gebied of label toevoegt, is de draaiing hetzelfde als voor het vorige gebied of label. Ga als volgt te werk om gegevens te draaien: 1. Ga naar het label of gebied dat u wilt draaien. 2. Als u het label wilt draaien, drukt u op Label. OF Om de rotatie voor een gebied in te stellen, drukt u op FN en Area (Gebied). 3. Kies Roteren en selecteer hoeveel er gedraaid moet worden.
Opmaak Labels en gebieden 1. Als u een kader aan een label wilt toevoegen, drukt u op Label. OF Als u een kader wilt toevoegen aan een gebied, drukt u op FN en Area (Gebied). 2. Kies Kader en selecteer het kadertype. Kaders worden niet op het scherm weergegeven. Gebruik "Afdrukvoorbeeld" op pagina 65 om de kaders van het label of de gebieden te bekijken. Opmerking: Kaders worden niet rand aan rand weergegeven, maar kunnen wat offset verschijnen van de uiterste rand van de label.
Opmaak Labels en gebieden Verticale tekst Bij verticale tekst worden de tekens een regel naar beneden geschoven onder het voorgaande teken. Voorbeeld: Het woord “WIRE” wordt verticaal weergegeven als volgt: W I R E Verticale tekst kan alleen worden toegepast op een gebied of label. Het kan niet per regel worden toegepast. Ga als volgt te werk als u tekst van verticale opmaak wilt voorzien: 1. Ga naar het label of gebied waar u tekst verticaal wilt weergeven. 2. Druk op Label (Label).
Opmaak Streepjescode Als er in de regel tekst die verticaal moet worden weergegeven een streepjescode voorkomt, of als de hoogte van het label onvoldoende is voor plaatsing van de tekst, verschijnt er een foutbericht. Opmerking: Raadpleeg "Foutberichten" op pagina 30 voor informatie over het wissen van een foutmelding op het scherm. Het scherm geeft vervolgens de tekst in de originele opmaak te zien zonder de functie Verticale tekst toe te passen.
Opmaak Streepjescode De streepjescodegegevens kunnen worden weergegeven op dezelfde regel als andere gegevens (tekst en symbolen). Het is niet nodig om voor de streepjescode een apart gebied in te stellen. Als u een streepjescode aanbrengt op dezelfde regel waar tekst staat, wordt de bestaande tekst niet overschreven. De streepjescode wordt naast de tekst weergegeven. De tekst die op dezelfde regel staat als de streepjescode, wordt aan de onderkant uitgelijnd met de onderrand van de streepjescode.
Opmaak Streepjescode Een streepjescode toevoegen De streepjescodesleutel fungeert als een schakelaar tussen een streepjescode en tekst. Druk er eenmaal op om de functie in te schakelen en nogmaals om de functie uit te schakelen. Een streepjescode toevoegen: 1. Plaats de cursor waar u de streepjescode wilt toevoegen. 2. Druk op de toetsen FN en Barcode (Streepjescode). 3. Voer de streepjescodegegevens in. De streepjescode wordt op het scherm weergegeven terwijl de gegevens worden ingevoerd. Figuur 3-9.
Opmaak Serialisering Serialisering Serialisering (ofwel het aanbrengen van een volgorde) dient voor het automatisch toevoegen van op elkaar volgende cijfers of letters op af te drukken labels. De seriefunctie plaats opeenvolgende het volgende cijfer of de volgende letter in een vooraf bepaalde volgorde op aparte labels. Het aantal labels dat wordt gemaakt, wordt bepaald door de volgordewaarden die u opgeeft en wordt weergegeven op de header.
Opmaak Serialisering In het geval van een serialisering met meerdere volgordes waarbij de tweede serie waarden NIET afhankelijk is van de eerste serie (oftewel het vakje Verbonden is NIET aangevinkt), worden de twee series onafhankelijk van elkaar stapsgewijs verhoogd.
Opmaak Serialisering Voor eenvoudige serialisering: 3. Zorg dat de cursor in het veld Startwaarde van Volgorde 1 staat en voer de startwaarde van de volgorde in. Als de startwaarde groter is dan de eindwaarde, worden de stappen van de volgorde automatisch in aflopende richting uitgevoerd. 4. Typ in het veld Eindwaarde de eindwaarde van de volgorde. 5. Typ in het veld Verhogen met de wijzigingswaarde. 6. Als u klaar bent, selecteert u OK.
Opmaak Lijst Het totaal aantal labels dat moet worden afgedrukt in de reeks wordt weergegeven in de header. Een volgorde bewerken Nadat een volgorde is samengesteld, kunt u de serialiseringswaarden wijzigen. Ga als volgt te werk om de waarden van een volgorde te wijzigen: 1. Druk op Serial (Serie). Het dialoogvenster Serie wordt weergegeven met de huidige waarden. 2. Selecteer de diverse velden om de waarden te wijzigen en typ de nieuwe waarden.
Opmaak Lijst een computer heeft aangemaakt, moet u het bestand importeren naar de printer voordat u de Lijstfunctie kunt gebruiken. Zie "Bestanden van een externe bron gebruiken." op pagina 63 voor informatie over het importeren van bestanden met een USB-stick. De gegevensbron rechtstreeks op de BMP®61-printer aanmaken: 1. Druk op List (Lijst). 2. Selecteer Aanmaken. 3. Voer het aantal velden (kolommen) in dat de gegevensbron zal bevatten. 4. Selecteer Doorgaan.
Opmaak Lijst 6. Voer de gegevens voor die veldcategorie in en druk vervolgens op Enter. 7. Herhaal stap 5 en 6 voor elk label waarin u gegevens wilt invullen. Als u gegevens heeft ingevuld in elk bepaald veld, verschijnt automatisch een andere rij. 8. Selecteer Volgende om naar het eerste veld in de volgende rij te gaan en druk vervolgens op Enter om naar dat veld te gaan. 9. Herhaal de bovenstaande stappen voor elk record van de gegevensbron en druk op Opslaan als u klaar bent.
Opmaak Lijst De gegevensbron opslaan Ga als volgt te werk om de gegevensbron op te slaan: 1. Selecteer Opslaan. 2. Voer een naam in voor de gegevensbron en druk vervolgens op Enter. Ga als volgt te werk om de gegevensbron te verlaten: 3. Druk op Backspace. Er wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd of u het bestand wilt opslaan voordat u het verlaat. 4. Als u het bestand al heeft opgeslagen, tikt u op Ja. Het bestand blijft opgeslagen. 5.
Opmaak Lijst Als uw label niet hetzelfde aantal bepaalde gebieden heeft als het aantal velden in de gegevensbron, vraagt de Lijst-functie of u extra gebieden wilt toevoegen. 6. Tik op Negeren als u geen extra gebieden wilt toevoegen. De velden van de gegevens bron worden op volgorde samengevoegd in het label, afhankelijk van het aantal bepaalde gebieden op het label.
Opmaak Lijst Het scherm geeft aan hoeveel velden er zijn op het desbetreffende label. U kunt wijzigen welk veld in de gegevensbron u wilt weergegeven in de gebieden van uw label. Ook kunt u ervoor kiezen om lege labels te negeren. Lege labels negeren Lege labels negeren 5. Selecteer het gebiedsveld en voer het cijfer in van de kolom van de gegevensbron die moet worden gebruikt. 6. Tik op OK. Gegevensbron bewerken U hoeft niet alle records tegelijkertijd in de gegevensbron in te voeren.
4 Bestandsbeheer Labelbestanden Figuur 4-1. Opties van het menu Bestand U kunt een enkel label of een serie labels opslaan als een bestand zodat u het later kunt openen en opnieuw kunt gebruiken. Hieronder volgen een aantal richtlijnen voor het maken van een labelbestand: • Labels met ononderbroken labelmateriaal of gestanste labeltoevoer kunnen niet in één labelbestand worden gecombineerd. Alle labels in een labelbestand moeten van hetzelfde onderdeelnummer zijn.
Bestandsbeheer Labelbestanden Intern of extern U kunt labels opslaan als interne of externe bestanden. Interne bestanden worden rechtstreeks opgeslagen op de printer. Externe bestanden zijn labels opgeslagen op een extern apparaat, zoals een USB-stick. Voor het opslaan van labels: 1. Druk op FN en File (Bestand). 2. Tik op Opslaan. Het dialoogvenster voor de geheugenslocatie wordt ALLEEN weergegeven als een externe bron met de printer is verbonden. 3.
Bestandsbeheer Mappen Mappen Om uw data beter te organiseren, plaatst u dezelfde labelbestanden in mappen. Dezelfde mappen kunnen bestaan uit alle labels voor een specifiek project, of alle bestanden die hetzelfde labelmateriaal gebruiken, of specifieke labeltoepassingen. Ga als volgt te werk om een nieuwe labelbestandsmap te creëren: 1. Druk op FN en File (Bestand). 2. Selecteer Opslaan. 3. Druk met gemarkeerd in het tekstinvoervak op Enter of tik twee keer op . 4.
Bestandsbeheer Een bestand openen Een bestand openen Zorg ervoor dat u al uw huidige werk opslaat voordat u een bestand opent. Ga als volgt te werk om een opgeslagen bestand te openen (opnieuw op het scherm weer te geven): 1. Druk op FN en File (Bestand). 2. Kies Openen. 3. Selecteer de locatie van het bestand (Intern of Extern). Er verschijnt een lijst van eerder opgeslagen mappen en bestanden. Ga als volgt te werk om een map te openen met het toetsenbord: 4.
Bestandsbeheer Een bestand verwijderen Een bestand verwijderen Als u een bestand wilt verwijderen, is het niet nodig om eerst het scherm te wissen. U kunt een bestand verwijderen terwijl andere gegevens nog op het scherm worden weergegeven. Ga als volgt te werk om een eerder opgeslagen bestand te verwijderen: 1. Druk op FN en File (Bestand). 2. Selecteer Verwijderen. 3. Selecteer het type bestand dat u wilt verwijderen (afbeeldingen, lijst of label). 4.
Bestandsbeheer Bestanden van een externe bron gebruiken. Bestanden van een externe bron gebruiken. U kunt labels, .csv-lijsten of .bmp-afbeeldingen gebruiken die op een computer of een andere BMP®61-printer zijn gemaakt en op een USB-stick zijn opgeslagen. Labels kunnen worden geïmporteerd (overgebracht) van een USB-stick naar de BMP®61-printer of u kunt het labelbestand rechtstreeks via de USB-stick openen.
Bestandsbeheer Bestanden van een externe bron gebruiken. 6. Als u een labelbestand importeert, selecteert u in het scherm Bestemming selecteren de doelmap of opslaglocatie op de BMP®61-printer waar u het geïmporteerde bestand wilt opslaan. Labelbestanden kunnen in elke map op de printer worden opgeslagen. Lijstbestanden (.csv) en Afbeeldingsbestanden (.bmp) worden echter in specifieke mappen opgeslagen die worden gebruikt door de functies Lijst en Afbeeldingen.
5 Labels afdrukken Afdrukken De functie Afdrukken dient voor het afdrukken van het huidige bestand. Ga als volgt te werk om een label af te drukken: Druk op de toets Print (Afdrukken). De tekst wordt afgedrukt en de status van de afdruktaak wordt weergegeven op de statusbalk (voorbeeld: 1 van 10 afdrukken). Na het afdrukken snijdt u het label: Trek de snijhendel zo ver mogelijk naar voren (naar u toe).
Labels afdrukken Meerdere afdrukken Meerdere afdrukken Met meerdere afdrukken kunt u meerdere kopieën van een label of een reeks labels maken. Kopieën van één label afdrukken 1. Druk op FN en Multi. 2. Plaats de cursor in het veld Aantal exemplaren en typ het aantal gewenste exemplaren. 3. Tik op OK. Kopieën van een serie labels afdrukken Voordat u deze functie gebruikt, moet u eerst de beschikbare opties voor het afdrukken van kopieën van een serie labels begrijpen.
Labels afdrukken Meerdere afdrukken Voorbeeld: Drie exemplaren afdrukken van de serie 1 tot 5, niet-gesorteerd De standaardinstelling is om gesorteerd af te drukken. Ga als volgt te werk als u de exemplaren nietgesorteerd wilt afdrukken: 1. Selecteer het selectievakje Sorteren om het vinkje te verwijderen. Gebruik tijdens het afdrukken (of opnieuw afdrukken) van een enkel label in een serie, of een bereik van labels in een serie, de functie Afdrukbereik. 2.
Labels afdrukken Afdrukgeschiedenis Afdrukgeschiedenis Afdrukgeschiedenis is een handige functie waarmee u eenvoudig toegang krijgt tot onlangs gebruikte bestanden. Wanneer Afdrukgeschiedenis is ingeschakeld, worden de laatste 10 labelbestanden bijgehouden die door de editor zijn gemaakt en afgedrukt; labels die uit een externe bron zijn geïmporteerd, worden niet in de geschiedenis weergegeven. Zie "Afdrukgeschiedenis" op pagina 28 voor informatie over het instellen van deze optie.
6 Labeltypen Labeltypen bieden sjablonen die u helpen bij het bepalen van de lay-out voor labelformaten en waarvoor specifiek labelmateriaal benodigd kan zijn. De beschikbare labeltypes zijn: • Algemeen • Draadmarkering • Vlaggen • Aansluitingsblok, Patchpaneel, 66-blok • 110-blok, BIX-Blok • Buis • DesiStrip • Stroomonderbreker Algemeen Het labeltype Algemeen biedt een aantal standaard functies en opmaken voor toepassing met de meestgebruikte labels.
Labeltypen Draadmarkering Draadmarkering Het labeltype Draadmarkering wordt gebruikt om ingevoerde tekst langs de lengte van het label te herhalen. De gegevens worden zo vaak mogelijk herhaald, afhankelijk van de lettergrootte en de geselecteerde draadomvang. Voor draadmarkeringslabels kunnen gestanste labels, zelflaminerende labels en continu labelmateriaal worden gebruikt. Ga als volgt te werk voor de toepassing Draadmarkering: 1. Druk op Labeltype. 2. Selecteer Draadmarkering. 3.
Labeltypen Vlaggen Als u op [Enter] drukt om een nieuwe regel te starten, wordt onder iedere regel met herhaalde tekst ruimte vrijgemaakt waarop de nieuwe tekst wordt herhaald terwijl deze wordt typt. Figuur 6-1. Draadmarkeringslabels met meerdere regels Vlaggen Een vlaglabel wordt rond een draad of kabel gevouwen waarna de uiteinden worden samengeplakt in de vorm van een soort vlag. De applicatie Vlag is bedoeld voor continu labelmateriaal of bepaalde gestanste labels met meerdere gebieden.
Labeltypen Vlaggen Voor de instelling van de lay-out van een vlag: 1. Selecteer het keuzerondje van de gewenste lay-out. 2. Als er continu labelmateriaal is geïnstalleerd, typt u in het veld Lengte vlag de lengte van de vlag (het gedeelte met de tekst). 3. Voer in het veld Kabeldiameter de diameter van de draad of kabel in waarop de vlag wordt toegepast. Het bereik voor de kabeldiameter is 0,25 tot 8 inches (0,6 tot 20 cm).
Labeltypen Aansluitingsblok, Patchpaneel, 66-blok De draaiing van de tekst is verwerkt in het ontwerp van het sjabloon, gebaseerd op de vlag die u kiest. Uitvulling staat standaard op centrum, midden. De lettergrootte is gelijk aan de grootte die is ingesteld wanneer het vlaglabeltype wordt gekozen. Als het gekozen ontwerp slechts één tekstelement te zien geeft, zal de printer automatisch de ingevoerde tekst kopiëren voor het andere gebied waarbij de tekst wordt gedraaid volgens de vooraf bepaalde lay-out.
Labeltypen Aansluitingsblok, Patchpaneel, 66-blok Er verschijnt een dialoogvenster waarin verdere informatie wordt gevraagd. 3. Geef in het veld Herhalingswaarde aansluiting de grootte aan van de tussenruimte tussen de aansluitingspunten (minimaal 5,1 mm (0,2 inches)). 4. Geef in het veld Aantal aansluitingen het aantal aansluitingspunten aan op het blok waarvoor het label bestemd is.
Labeltypen Aansluitingsblok, Patchpaneel, 66-blok 7. Selecteer in de vervolgkeuzelijst van het veld Scheidingsteken het gewenste scheidingsteken. Scheidingstekens, Verticale oriëntatie Scheidingsteken d.m.v. een afstandsmarkering, Horizontale oriëntatie 8. Selecteer in de vervolgkeuzelijst van het veld Oriëntatie de gewenste lay-out. 9. Als u klaar bent, tikt u op OK. Als het keuzevakje Serialiseren is aangekruist, wordt het dialoogvenster Serialiseren weergegeven. 10.
Labeltypen 110-blok, BIX-Blok 110-blok, BIX-Blok Voor labels van het type 110-blok en BIX-Blok moeten de volgende speciale labelmateriaaltypes worden gebruikt. • 110 Blok: M61C-475-412 of M61C-475-422 • BIX-Blok: M61C-625-412 of M61C-625-422 Het 110 Blok-label is gebaseerd op door de gebruiker geselecteerde paarconfiguraties, waarbij de lengte van het label wordt bepaald door het type paar dat wordt geselecteerd. De breedte van het label gebruikt een speciale breedte van 0,475 inch (1,19 cm).
Labeltypen 110-blok, BIX-Blok Het volgende voorbeeld toont de gebieden gebaseerd op het geselecteerde bloktype (2 paar, 3 paar, 4 paar, 5 paar of leeg). De “lege” strook ontvangt een opmaak van twee gebieden die zich uitstrekken over de gehele afdrukbare lengte van de strook. Geen 2 paar Leeg Tekst in gebied 1 wordt hier afgedrukt Tekst in gebied 2 wordt hier afgedrukt 3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst van het veld Bloktype de gewenste paarconfiguratie.
Labeltypen Buis 6. Typ in het veld Aantal stroken het aantal stroken (labels) dat u wilt maken in de gekozen blokconfiguratie. Opmerking: Als u de tekst serialiseert, worden verdere stroken geleverd waarop de serialisering verdergaat op basis van het laatste nummer van de vorige strook. Voorbeeld: Als u om twee stroken vraagt met een 4-paar-configuratie, zal de eerste strook de nummers 1 tot 12 bevatten en de tweede strook de nummers 13 tot 24. 7. Als u klaar bent, tikt u op OK.
Labeltypen DesiStrip DesiStrip Een DesiStrip (aanduidings-strook is een papieren frontplaat label dat op de toetsen van een telefoon of de schakelaars in een stroononderbreker etc. kan liggen. Figuur 6-2. Voorbeeld van DesiStrip labels Ga als volgt te werk om een DesiStrip te maken: 1. Druk op Labeltype. 2. Selecteer DesiStrip. 3. Voer de lengte van een afzonderlijke strook in. 4. Tik op OK.
Labeltypen Stroomonderbreker Stroomonderbreker Stroomonderbrekers staan meestal in twee kolommen of in een rij, afhankelijk van de geografische locaties. De posities van de stroomonderbrekers zijn genummerd van links naar rechts of van boven naar beneden, afhankelijk van de afdrukstand van de label. Dit nummeringssysteem wordt universeel toegepast door verschillende concurrerende fabrikanten van stroomonderbrekerpanelen. Labels voor stroomonderbrekerkasten maken: 1. Druk op Labeltype. 2.
Labeltypen Stroomonderbreker 6. Selecteer in de vervolgkeuzelijst van het veld Scheidingsteken het gewenste scheidingsteken. Scheidingstekens, Verticale oriëntatie Scheidingsteken d.m.v. een afstandsmarkering, Horizontale oriëntatie 7. Selecteer in het veld Oriëntatie de te gebruiken oriëntatie in de vervolgkeuzelijst 8. Als u klaar bent, tikt u op OK. Als Variabel aantal polen is geselecteerd, wordt het dialoogvenster met het aantal polen van de stroomonderbreker weergegeven.
Labeltypen Stroomonderbreker KANTOOR LAB RECEPTIE VERG ZAAL 1 VERG ZAAL 2 Aantal labels dat door het aantal brekers is gedefinieerd. Stroomonderbreker label afdruk Figuur 6-3.
7 Onderhoud en probleemoplossing De printer reinigen Het reinigen van de printer verbetert de afdrukkwaliteit en de leesbaarheid van de labels. Tevens draagt het reinigen bij tot grotere afdrukaantallen, een langere levensduur en grotere betrouwbaarheid en betere prestaties van de printer. Het scherm Ga als volgt te werk om het weergavescherm te reinigen: 1. Maak een zacht (niet krassend) doekje vochtig met isopropylalcohol. OF Gebruik een vochtig wattenstaafje van de Brady reinigingskit PCK-6. 2.
Onderhoud en probleemoplossing De hoes van het snijmes vervangen De hoes van het snijmes vervangen Als de printer per ongeluk valt, kan de hoes van het snijmes losraken of eruit vallen. Als de hoes van het snijmes niet is gedeukt of beschadigd, plaatst u het snijmes terug in de printer. Ga als volgt te werk om de hoes van het snijmes opnieuw te plaatsen: 1.
Onderhoud en probleemoplossing De hoes van het snijmes vervangen De hoes van het snijmes klikt gemakkelijk in. Om de hoes van het snijmes te verwijderen: 1. Schuif uw vinger vanuit het putje van het labelmateriaal onder de rechterkant van de hoes van het snijmes, en trek het voorzichtig omhoog om de hoes los te maken. De hoes van het snijmes klikt gemakkelijk in. 2. Vervang het snijmes of reinig het met een vochtig wattenstaafje van de Brady reinigingskit PCK-6.
Onderhoud en probleemoplossing De printerklep vervangen De printerklep vervangen Als de printer per ongeluk valt, kan de printerklep los komen te zitten. Als de klep niet beschadigd is, kunt u hem weer aan de printer bevestigen. De printerklep weer bevestigen: 1. Plaats het vergrendelingstabje van het deksel aan de ene kant van het printerdeksel met zijn bijbehorende sluitgroef op de printer. 2.
Onderhoud en probleemoplossing Het label en de lintcartridges recyclen Het label en de lintcartridges recyclen Cartridges moeten worden gerecycled in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften. Voordat ze worden gerecycled moeten de gebruikte cartridges worden gedemonteerd om de afzonderlijke onderdelen los te maken. Deze verschillende onderdelen moeten vervolgens worden gerecycled in de juiste afvalbakken.
Onderhoud en probleemoplossing Het label en de lintcartridges recyclen 2. Plaats, met het gele lintdeksel naar boven, de punt van de schroevendraaier, door de vijf gaten van het vergrendelingstabje, een voor een, om het vergrendelingstabje naar beneden te drukken. Druk terwijl u de tabjes met de schroevendraaier naar beneden duwt met uw duim of vinger het vingertabje van het lint omhoog. Het lintdeksel gaat open en raakt los van de rest van het systeem. opening vergrendelingslipje (één van vijf) Tabje 3.
Onderhoud en probleemoplossing Het label en de lintcartridges recyclen 4. Druk vanaf de achterkant van de zwarte afsluitkap het mes van de schroevendraaier tegen de vergrendelingstabjes, waarbij u uitwaartse druk uitoefent. Dit maakt de smart cell los. 5. Schuif de kern van het karton van de plastic cartridgekern.
Onderhoud en probleemoplossing Het label en de lintcartridges recyclen Recyclingonderdelen Deze componenten moeten uit de cartridge worden gehaald en worden gerecycled in overeenstemming met de volgende richtlijnen.
Onderhoud en probleemoplossing De firmware upgraden De firmware upgraden Firmware is het besturingssysteem van de printer. Upgrades kunnen bestaan uit productverbeteringen, zoals nieuwe functies, of fixes en aanpassingen. U kunt upgrades naar BMP®61-firmware downloaden op de website van Brady. Opmerking: Controleer de huidige firmwareversie door op de knoppen FN en Setup te drukken en op Configureren op het scherm te tikken. Om de firmware te upgraden: 1.
Onderhoud en probleemoplossing De firmware upgraden 4. Scrol naar beneden naar SOFTWARE/FIRMWARE UPDATES (SOFTWARE-/FIRMWAREUPDATES) en klik op de link voor het updaten van de BMP61- en M611-database (rev. Y-nummer, B-nummer). 5. Scrol naar de onderkant van de pagina en klik op BEGIN DOWNLOAD (DOWNLOAD STARTEN). 6. Sla de bestanden op in een willekeurige map op de computer, pak de bestanden in het .zip-bestand uit en sla ze op de USB-stick op. 7.
Onderhoud en probleemoplossing Problemen oplossen Problemen oplossen Gebruik de volgende tabel om eventuele problemen met uw BMP®61 labelprinter vast te stellen en op te lossen. Als u het probleem niet kunt verhelpen door de voorgestelde handeling, kunt u contact opnemen met de technische dienst van Brady. Probleem Oorzaak Oplossing Hardware-apparatuur Fout – “Printkop te warm” Printkop te heet Printkop heeft maximale bedrijfstemperatuur bereikt.
Onderhoud en probleemoplossing Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Voeding AAN/UIT (Printer werkt niet) (vervolg) De printer schakelt regelmatig uit. Batterij is bijna leeg. Sluit de lichtnetadapter aan op de printer en steek hem in het stopcontact. Dit levert onmiddellijk stroom terwijl tevens de batterij wordt opgeladen. De printer schakelt regelmatig uit. Tijd van het automatisch uitschakelen. Stel een andere tijd in voor Uitschakelingsvertraging in het menu Instelling>Config.
Onderhoud en probleemoplossing Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Afdrukkwaliteit (vervolg) Geen afdruk op het label Lint is op. Installeer een nieuw lint. In gedrukte tekst verschijnen lijnen of lege plekken. Lint is gekreukeld. Breng terwijl het lint is geïnstalleerd, spanning aan op het lint door de terugloopspoel (bovenste spoel) naar beneden te draaien tot het lint weer strak staat. (Zie pagina 12 voor meer informatie). Installeer een ander lint. Vage afdruk op labels.
Onderhoud en probleemoplossing Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Fout: "Lint is op" Het lint is niet strak gespannen tussen de toevoerspoel en de terugloopspoel. De printer gebruikt een sensor om te controleren of de toevoerrol van het lint draait tijdens het afdrukken of invoeren. Als het lint niet strak is gespannen, houdt de toevoerrol op met draaien wat leidt tot de voortijdige fout "Lint is op".
Onderhoud en probleemoplossing Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Labelmateriaal Labels worden niet ingevoerd. De invoerrand van de labelrol is niet ingevoerd tot aan de zwarte lijn onder de ribbels. Zorg dat de invoerrand van de labelrol goed onder de ribbels is ingevoerd (ten minste tot aan de zwarte lijn). Labels worden niet ingevoerd. De beginrand van de labelrol is ongelijk of gescheurd (niet een rechte rand). Knip met een schaar een rechte rand aan de labelrol.
Onderhoud en probleemoplossing Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Labelmateriaal (vervolg) Fout: "Geen media geïnstalleerd" Labelmateriaal is verkeerd geïnstalleerd. Installeer labelmateriaal opnieuw. Druk op [WISSEN/ESC] om de fout te wissen. Zie pagina 13 voor correct laden. Zorg dat de het elektronisch circuit van de labelhouder contact maakt met de sleuf in het onderste gedeelte van de printer.
Onderhoud en probleemoplossing Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Programma (vervolg) Incompatibele labels voor de gekozen toepassing. De geïnstalleerde labels kunnen niet worden gebruikt voor de gekozen functies van de toepassing. (Voorbeeld: u probeert om een toepassing voor 110-blok te gebruiken met gestanste labels.) Installeer het juiste labelmateriaal. Ongeldige herhalingswaarde voor aansluiting ingevoerd. De opgegeven waarde is buiten het toegestane bereik.
A Toetsenbordconfiguraties Talen op toetsenborden De configuratie van uw toetsenbord is afhankelijk van de regio waar u zaken doet. Hieronder volgen de momenteel ondersteunden toetsenbordconfiguraties. Er zijn vier toetsenbordconfiguraties beschikbaar voor de BMP®61-labelprinter.
Toetsenbordconfiguraties Talen op toetsenborden QWERTY BMP®61 Gebruikershandleiding 101
Toetsenbordconfiguraties Talen op toetsenborden QWERTZ BMP®61 Gebruikershandleiding 102
Toetsenbordconfiguraties Talen op toetsenborden AZERTY BMP®61 Gebruikershandleiding 103
Toetsenbordconfiguraties Talen op toetsenborden Cyrillisch BMP®61 Gebruikershandleiding 104
B Tekens Symbolen voor alle ingeschakelde toepassingen zijn beschikbaar voor gebruik op alle labels, ongeacht de toepassing of het type label dat wordt gebruikt. Zie "Symbolen" op pagina 35 voor informatie voor het toepassen van symbolen op labels. Pijlen BMP®61 Gebruikershandleiding Gegevenscomm.
Tekens Elektrisch Afsluiten Brand Eerste//hulp BMP®61 Gebruikershandleiding 106
Tekens CLP/GHS Grieks Thuiselektronica HSID Internationaal BMP®61 Gebruikershandleiding 107
Tekens Laboratorium BMP®61 Gebruikershandleiding Verplicht 108
Tekens Overig Verboden Verpakking Veiligheid//uitrusting BMP®61 Gebruikershandleiding 109
Tekens Publieke//informatie Waarschuwing Veiligheid WHMIS BMP®61 Gebruikershandleiding 110
C Naleving van wet- en regelgeving Naleving van voorschriften en goedkeuringen van overheidsinstanties Verenigde Staten FCC-kennisgeving Opmerking: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de beperkingen van een digitaal apparaat van Klasse A volgens Deel 15 van de FCC-richtlijnen. Deze beperkingen zijn bedoeld om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storing wanneer de apparatuur in een commerciële omgeving wordt gebruikt.
Naleving van wet- en regelgeving Naleving van voorschriften en goedkeuringen van overheidsinstanties Europa WAARSCHUWING! Dit is een product van Klasse A. In de huiselijke omgeving kan dit product storing op radio-ontvangst veroorzaken wat ertoe kan leiden dat de gebruiker gepaste maatregelen moet ondernemen. Richtlijn betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur In overeenstemming met de Europese AEEA-richtlijn, dient dit apparaat te worden gerecycled volgens plaatselijke richtlijnen.
Naleving van wet- en regelgeving Informatie over regelgeving omtrent draadloze verbindingen Informatie over regelgeving omtrent draadloze verbindingen Voorgeschreven markeringen, afhankelijk van de landelijke certificaten, worden aangebracht op de hostprinter om aan te duiden dat er goedkeuring voor Wi-Fi (radio) is verkregen. Tot deze landen behoren: VS, Canada, Mexico, Europese Unie, Brazilië, Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, China, Japan en Zuid-Korea.
Naleving van wet- en regelgeving Informatie over regelgeving omtrent draadloze verbindingen Verklaringen over het plaatsen van een ander toestel op dezelfde locatie: Om te voldoen aan de FCC RF blootstellingsrichtlijnen, mag de antenne die wordt gebruikt voor deze transmitter niet op dezelfde locatie worden geplaatst of samenwerken met een andere transmitter/antenne behalve als deze al zijn ingesteld op de radiomodule.
Naleving van wet- en regelgeving Informatie over regelgeving omtrent draadloze verbindingen Brazilië ANATEL-kennisgeving: Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não tem direito a proteção contra interferência prejudicial, mesmo de estações do mesmo tipo, e não pode causar interferência a sistemas operando em caráter primário. Este produto contém a placa model GS2011MIPS, código de homologação ANATEL 4208- 15-3693. Europese Unie Dit is een product van Klasse A.