Operation Manual

NL
versie 1.0ECopyright Bravilor Bonamat B.V.
33
8.2 Koffiezetsysteem
STORINGSLIJST
Symptoom: Mogelijke oorzaak: Handeling:
1. Na het indrukken van de
’hoeveelheidtoets’ piept het
apparaat om de seconde.
Stuurkopuitloop staat niet
goed t.o.v. filterunit (zie
display).
Zet de stuurkopuitloop goed
boven de filterunit.
Container staat niet juist
gepositioneerd (zie display).
Zet de container in de juiste
positie.
Schakel servicedienst in.
2. Filterunit loopt over. Er zit dubbel filterpapier in. Controleer het filterpapier.
Door een combinatie van zacht
water (<7_ DH), te fijn gemalen
koffie en het gebruik van
vlakfilterpapier kan het water
Maak gebruik van de filterkegel
en/of gebruik een grovere
maling koffie.
v
l
a
kfilt
erpap
i
er
k
an
h
e
t
wa
t
er
niet snel genoeg door de koffie,
cq. het filterpapier zakken.
Pas zetvermogen aan, zie
§ 7.3.8.
3. Koffie is te koud. Stekker van de container niet
aangesloten op de zuil.
Steek de stekker van de
container in de contactdoos op
de zuil (D.).
Containerschakelaar staat niet
aan.
Zet de containerschakelaar (W.)
aan.
Door overbelasting is de interne
zekering doorgebrand.
Schakel servicedienst in.
4. Koffie is te sterk / slap. Onjuiste hoeveelheid koffie. Stel de juiste hoeveelheid in,
gebruik hiervoor de
koffiecalculator, zie § 4.1.4.
Onjuiste instelling van de
hoeveelheid water.
Stel de juiste hoeveelheid in,
zie § 7.3.1.
De mengpijp is niet aanwezig. Plaats de mengpijp (T.) in de
container.
5. Te veel / weinig koffie in de
container.
Onjuiste instelling van de
hoeveelheid water.
Stel de juiste hoeveelheid in,
zie § 7.3.1
6. Koffieprut in de container. Filterpapier gescheurd of dubbel
geklapt.
Controleer het filterpapier.
7. Nadat de container vol is
brandt het symbool van de
filterunit nog.
Nadruppeltijd is te lang. Stel de nadruppeltijd opnieuw in,
zie § 7.3.9.