Installatievoorschriften Allure
Installatievoorschriften Gasgestookte HR-luchtverwarmer Allure B-10 HRD met een schonere verbranding besturingsunit versie 5.
Inhoudsopgave Hoofdstuk Pagina Toepassing ................................................................................................................................. Standaard uitvoering ................................................................................................................... Opengewerkt toestel.................................................................................................................... Functie componenten ............................................
Inhoudsopgave Hoofdstuk Pagina In werking stellen ...................................................................................................................... In- en uitschakelen toestel ........................................................................................................... Inschakelen service functie ......................................................................................................... Instellen uitblaastemperatuur ........................................
Allure B-10 HRD Uitgave E juli 2013
Uitvoeringing Hoofdstuk 1 1.1 Standaard uitvoering De Brink Allure B-10 HRD is een gasgestookte luchtverwarmer met een Hoog Rendement. Dit betekent dat het toestel minder gas verbruikt dan vergelijkbare toestellen en de uitstoot van schadelijke stoffen tot een minimum wordt beperkt.
Hoofdstuk 1 Uitvoering 1.2 Opengewerkt toestel Allure B-10 HRD 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 = Rookgasafvoer = Aansluiting t.b.v. computer = LCD-Display = Schakelkast met besturingsunit = Schuifpijp = Ontsteekpen = Brander = Beveiligingsafsluiter (230V.) = Uitblaastemperatuurvoeler = Filter 2 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 = Verbrandingsluchttoevoer = Bedieningspaneel (incl. reset knop) = Systeemventilator 230 V. (achter paneel) = Aansluiting netvoeding 230 V.
Uitvoering Hoofdstuk 1 1.3 Functie componenten 1 Rookgasafvoer Afvoerkanaal voor het transporteren van de verbrandingslucht 2 Aansluiting t.b.v. computer Aansluiting waar de servicemonteur een computer op kan aansluiten; met de computer kunnen dan de diverse instellingen worden bekeken en eventueel worden aangepast.
Hoofdstuk 1 Uitvoering 1.4 Technische informatie De Allure luchtverwarmer B-10 HRD wordt geleverd voor aardgas.
Werking Hoofdstuk 2 2.1 Globale omschrijving De Brink Allure B-10 HRD is voorzien van een besturingsunit met een microprocessor; deze regelt en controleert de veilige werking van het toestel. De modulerende Brink eBus klokthermostaat zal afhankelijk van het verschil tussen de werkelijke temperatuur in een ruimte en een ingestelde waarde, een signaal naar de besturingsunit zenden, waarna deze het vermogen naar de gewenste waarde regelt.
Hoofdstuk 2 Werking 2.3 Modulerende Brink eBus klokthermostaat Voor het goed functioneren van de Allure B-10 HRD moet deze worden aangesloten op de Brink modulerende eBus-klokthermostaat. Deze modulerende klokthermostaat wisselt gegevens uit met de besturingsunit van het Allure toestel op basis van eBus communicatie.
Werking Hoofdstuk 2 “Koeling” keuzeknop op ruimtethermostaat Het is niet mogelijk dat de Allure B-10 HRD wordt gecombineerd met actieve koeling. Op de ruimtethermostaat kan de stand “koeling” worden ingeschakeld m.b.v. de linker instelknop. Draai hiervoor de instelknop door naar stand “ 7 “.
Hoofdstuk 2 Werking 2.4 Aan/uit ruimtethermostaat Het blijft altijd mogelijk de Allure B-10 HRD aan te sturen met een aan/uit ruimtethermostaat (potentiaalvrij LQ SODDWV YDQ GH PRGXOHUHQGH H%XV NORNWKHUPRVWDDW ]LH 'LW NDQ KHW JHYDO ]LMQ LQGLHQ E Y HHQ EHVWDDQGH MDDUUHJHOLQJ FHQWUDOH XQLW wordt gebruikt. Let op! De aansluiting van de aan/uit ruimtethermostaat en de modulerende Bus klokthermostaat zijn niet dezelfde; zie § 3.7.2.
Installeren Hoofdstuk 3 3.1 Installeren algemeen 3.1.1 Plaatsen toestel Voor het openen van het toestel moet men eerst beide gekleurde strippen naar zich toe trekken uit de klembevestiging; hierna kan men het voordeksel losschroeven. Bij het op de plek zetten van de luchtverwarmer moet rekening gehouden worden met de volgende punten: 3ODDWV KHW WRHVWHO LQ HHQ YRUVWYULMH UXLPWH 'H OXFKWYHUZDUPHU NDQ ZRUGHQ XLWJHYRHUG PHW HHQ YULMH retour.
Hoofdstuk 3 Installeren 3.1.
Installeren Hoofdstuk 3 Ø80 120 Ø80 1189 1 = Verbrandingslucht 2 = Rookgassen Horizontaal parallel toe- en afvoersysteem Allure-toestel Lengte parallel luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem Enkelwandig Ø80 Toestel Maximale lengte L* [m] B-10 HRD 20 Opmerking: Indien men een afwijkende situatie heeft ten opzichte van de in dit installatievoorschrift beschreven omstandigheden, wordt geadviseerd contact op te nemen met de fabrikant voor de juiste afvoer- en toevoerlengten. * Voor L zie afbeeldingen.
Hoofdstuk 3 Installeren Montagehandleiding parallel luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem min.3° PP P min.
Installeren Hoofdstuk 3 3.2.
Hoofdstuk 3 Installeren Lengte concentrisch luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem 3HU ERFKW 5 ' JHOGW HHQ HTXLYDOHQWH OHQJWH YDQ Enkelwandig Ø80-125 Toestel Maximale lengte L* [m] B-10 HRD * bocht 45° * bocht 90° 1,00 m 3,00 m Opmerking: Indien men een afwijkende situatie heeft ten opzichte van de in dit installatievoorschrift beschreven omstandigheden, wordt geadviseerd contact op te nemen met de fabrikant voor de juiste afvoer- en toevoerlengten. 12 * Voor L zie afbeeldingen.
Installeren Hoofdstuk 3 3.2.
Hoofdstuk 3 Installeren Lengte afvoersysteem schoorsteenrenovatie Toestel Maximale lengte L [m] (Ø80) B-10 HRD 12 3HU ERFKW 5 ' JHOGW HHQ HTXLYDOHQWH OHQJWH YDQ * bocht 45° * bocht 90° 1,00 m 3,00 m Opmerking: Indien men een afwijkende situatie heeft ten opzichte van de in dit installatievoorschrift beschreven omstandigheden, wordt geadviseerd contact op te nemen met de fabrikant voor de juiste afvoer- en toevoerlengten.
Installeren Hoofdstuk 3 3.4.1 Overzicht aansluitmogelijkheden 120 630 40 175 'RZQÀRZ 495 x 352 400 mm 415 360 290 730 1100 1200 max. 25 597 650 740 Aansluitpunten Allure-serie A Doorvoer netvoedingskabel 230 V. B Doorvoer gasleiding C Doorvoer luchttemperatuurvoeler D Doorvoer condenswaterafvoer E Doorvoer ruimtethermostaat 3.4.2 Montage 'H PRQWDJH YDQ ZDUPHOXFKWYHUGHHONDVW ¿OWHUNDVW SRGLXP HQ luchtkanalen staat beschreven in de Brink montagehandleiding.
Hoofdstuk 3 Installeren 3.5 Gasaansluiting De maat en het verloop van de gastoevoer dienen in overeenstemming te zijn met de voorschriften van het plaatselijke Energiebedrijf en de voorschriften voor aardgasinstallaties. De gastoevoerleiding wordt standaard rechts het toestel ingevoerd. Gebruik hiervoor een passende wartel. Links aansluiten is mogelijk door een gat in het linker zijpaneel. Opmerking Het gat in het rechterpaneel moet dan luchtdicht worden afgesloten.
Installeren Hoofdstuk 3 3.7 Elektrische aansluitingen 3.7.1 Aansluiten netvoeding In de schakelkast is een 3-polige plaatconnector gemonteerd, ZDDU HHQ ELMJHOHYHUGH VWHNHU YRRU GH QHWYRHGLQJ RS DDQgesloten moet worden. Deze steker moet aan een kabel met 3-aders gemonteerd worden volgens het bedradingsschema §8.1.
Hoofdstuk 3 Installeren Aansluiten ruimtethermostaat : Als verbindingskabel tussen de ruimtethermostaat en de besturingsunit moet een zwakstroomkabel 24 V worden gebruikt met 2-aders, koperdoorsnede minimaal 0,8 mm2. Nadat de ruimtethermostaatkabel is doorgevoerd door een blinde tule in de mantel van het toestel, kan de ruimtethermostaatkabel worden aangesloten op de besturingsprint in de schakelkast.
Installeren Hoofdstuk 3 3.7.4 Aansluiting 24 Volt DC Er is een 24 volt DC uitgang beschikbaar op de 6-polige LQVWDOODWHXUV FRQQHFWRU ; ; YDQ GH EHVWXULQJVunit. Hiervan is maximaal 0,5 A af te nemen. Aansluiting BIC-907 ; *1' ; Door installateur aan te leggen bedrading 9ROW '& PD[ $ 3.7.5 Aansluiten alarm Bij een vergrendelende storing van het Allure toestel wordt naast een storingsweergave op het display ook een relais op de besturingsunit bekrachtigd.
Hoofdstuk 3 Installeren 3.7.7 Aansluiten ventilatieschakelaar Het is ook mogelijk om een ventilatieschakelaar apart aan te sluiten op de besturingsunit van het Allure toestel. Wanneer een extra ventilatieschakelaar wordt aangesloten op de 12-polige installateurs connector X4 in de schakelkast Allure terwijl een modulerende Bus ruimtethermostaat is geplaatst dan moet voor een goede werking van deze ventilatieschakelaar de ventilator keuze knop op de modulerende Bus ruimtethermostaat op positie “2” staan.
LCD weergave systeem Hoofdstuk 4 4.1 Algemene verklaring bedieningspaneel Op het display kan uitgelezen worden wat de bedrijfssituatie van het toestel is. Met het bedieningspaneel zijn instellingen in de programmatuur van de besturingsunit op te roepen en te wijzigen.
Hoofdstuk 4 LCD weergave systeem Gebruik toetsen bij menu selectie Druk vanuit bedrijfssituatie éénmaal op de ‘Menu’-toets om in het instelprogramma te komen. Op het display verschijnt dan de tekst “ SET” Wanneer men nu nogmaals op de menu toets drukt dan kunnen de instellingen worden aangepast; voor meer informatie over het instellingen wijzigen zie §4.4 ; dit programma kan worden verlaten door op de ‘R’- toets te drukken; er wordt dan geen wijziging opgeslagen.
LCD weergave systeem Hoofdstuk 4 Display weergave bij afwijkende situaties Storingsweergave Wanneer het Allure toestel een blokkerende of vergrendelende storing heeft wordt dit op het display weergegeven. Een blokkerende storing wordt door een letter E met storingscode weergegeven; een vergrendelende storing wordt door een knipperende letter F met storingscode weergegeven waarbij dan ook de achtergrond verlichting permanent aan blijft.
Hoofdstuk 4 LCD weergave systeem 4.2 Menustructuur display BEDRIJFSSITUATIE Indien 5 min. geen toets wordt bediend GEWIJZ. WAARDE WORDT OPGESLAGEN Druk op ‘MENU’ - toets Druk op ‘MENU’ - toets Druk op ‘R’ - toets of INSTELPROGRAMMA Druk op ‘MENU’ - toets Druk op ‘MENU’ - toets INSTEL MENU Druk op ‘R’ - toets Druk op ‘R’ - toets INSTEL WAARDE Indien 5 min. geen toets wordt bediend indien 2 min.
LCD weergave systeem Hoofdstuk 4 4.3 Bedrijfssituatie Tijdens de bedrijfssituatie kunnen op het display een 5-tal verschillende situaties/waarden tegelijk worden weergegeven. 1 2 3 4 5 4.3.1 Temperatuurweergave Hier wordt weergeven de actuele temperatuur bij uitblaastemperatuurvoer T3. Voor de postie van deze uitblaastemperatuurvoeler T3 zie § 1.2. 4.3.2 = = = = = Temperatuur § 4.3.1 Stapnummer bedrijfssituatie § 4.3.2 Status ventilatorsituatie § 4.3.3 Meldingstekst § 4.3.
Hoofdstuk 4 4.3.3 LCD weergave systeem Status systeemventilator bij bedrijfssituatie Op deze plaats van het display is een ventilatorsymbool samen met een nummer zichtbaar. Als de systeemventilator draait dan is het ventilatorsymbooltje zichtbaar; staat de ventilator stil dan is het ventilator symbooltje niet zichtbaar. Het nummer achter het symbooltje geeft de ventilatorsituatie weer; voor verklaring van de nummers zie onderstaande tabel.
LCD weergave systeem Hoofdstuk 4 4.4 Instelprogramma Voor het optimaal functioneren van het Allure toestel kunnen er instellingen worden aangepast e.e.a. afhankelijk van de opstellingssituatie en toepassing van het Allure toestel. Het instelprogramma bevat een 36-tal variabele waarden VWDSQXPPHUV ZDDUPHH KHW WRHVWHO LV DDQ WH SDVVHQ DDQ GH opstellingssituatie; voor overzicht van te wijzigen instellingen zie instelwaarden hoofdstuk 10.
Hoofdstuk 4 6 - LCD weergave systeem Wanneer men geen andere instelling meer wil gaan wijzigen drukt men op de ‘R’ toets; het toestel keert terug naar de bedrijfssituatie. 9 Opslaan aangepaste waarde De gewijzigde waarde van stapnummer 2 kan worden opgeslagen door op de ‘MENU’-toets te drukken; het stapnummer knippert niet meer als de wijziging is opgeslagen en men staat weer terug in het instelmenu en de gewij]LJGH ZDDUGH LQ GLW YRRUEHHOG 3:0 LV ]LFKWEDDU RS display.
LCD weergave systeem Hoofdstuk 4 Stap nr.3 Stap nr.4 Q [m3/h] PWM [%] Stap nr.1 Instelling luchthoeveelheid Stap nr.1 Stap nr.2 Luchtdebiet Stap Stap nr.3 nr.4 Stap nr.2 Uitblaastemperatuur [°C] De instellingen van de stapnummers staan vermeld in de tabel instelwaarden hoofdstuk 10.
Hoofdstuk 4 LCD weergave systeem 4.5 Uitleesprogramma Met het uitleesprogramma kan de installateur of gebruiker een aantal actuele waarden van sensoren oproepen om meer informatie te krijgen over de werking van het toestel. Het wijzigen van waarden of instelling is niet mogelijk in het uitleesprogramma. Voor mogelijke uitleeswaarden zie onderstaande tabel. Het uitleesprogramma krijgt men te zien door de volgende handelingen te verrichten: 3. Druk op ‘MENU’- toets om het uitleesprogramma te activeren.
In werking stellen Hoofdstuk 5 5.1 In- en uitschakelen toestel 1 Druk vanuit bedrijfssituatie 1x op de “MENU” -toets Het display staat dan op instelprogramma. 2 Kies m.b.v. de ‘-’ en ‘+’ toets de ‘service functie’. Op het display staat de tekst ‘SER’. 3 Activeer deze ‘service functie’ door 1x op ‘MENU’-toets te drukken. 4 Het toerental van de rookgasventilator is, gedurende de tijd dat serviceprogramma actief is, eventueel m.b.v. de ‘-’ en ‘+’ toets met stapjes van 100 RPM aan te passen.
Hoofdstuk 5 In werking stellen 5.3 Instellen uitblaastemperatuur Voor het optimaal functioneren van het Allure-toestel zal de uitblaastemperatuur ingesteld moeten worden, zoals deze is vastgelegd in de ontwerpgegevens. Deze uitblaastemperatuur kan in het instelprogramma worden gewijzigd. De uitblaastemperatuur is stapnummer 1 in het instelprogramma. Voor het aanpassen van stapnummer 1 in het instelprogramma zie § 4.4.
In werking stellen Hoofdstuk 5 5.6 Fabrieksinstelling Het is mogelijk om alle gewijzigde instellingen tegelijk terug te zetten naar de fabrieksinstelling. Druk hierbij de ‘-’ en de ‘+’ -toets tegelijk in gedurende 10 seconden. Gedurende 3 seconden zullen alle symbolen op display oplichten ter bevestiging hiervan. De displaywaarde keert hierna terug naar de bedrijfssituatie. Alle gewijzigde instellingen staan weer op de waarde zoals het Allure toestel af fabriek wordt geleverd.
Hoofdstuk 6 Storing 6.1 Storingssignalering De storingssignalering wordt zichtbaar op het moment dat er een storing in het toestel optreedt. Display Allure toestel Bij storingen zal op het toestel display een knipperende ‘F’ YHUJUHQGHOHQGH VWRULQJ RI HHQ µ(¶ PHW VWRULQJVQXPPHU EORNNHUHQGH VWRULQJ ]LFKWEDDU ]LMQ %LM HHQ VWRULQJ YDQ GH V\VWHHPventilator staat er een ‘b’ voor de ‘“F’’. Het storingsnummer vertelt wat over de aard van de storing.
Storing Hoofdstuk 6 6.2 Storingstabel vergrendelcode toestel Storingsnummer Omschrijving Gevolg/ actie F00 Hardware fout/ vlamcontrole Restten toestel/ vernieuwen automaat F01 Temperatuur T1 of T2 boven max.
Hoofdstuk 6 Storing 6.3 Storingstabel blokkeringscode Storingsnummer.
Storing Hoofdstuk 6 6.4 Storingsanalyse Een vergrendeling van de besturingsunit kan alleen worden opgeheven met de reset knop! $OV QD GUXNNHQ RS GH UHVHW NQRS 5 WRHWV GH VWRULQJ EOLMIW DDQhouden, zal met behulp van de storingsanalyse de oorzaak van de storing achterhaald kunnen worden. F11 4 Ten onrechte vlam (vlamsimulatie) 1 2 3 4 F09 3 Controleer of het gas stroomt in de beveiligingsDIVOXLWHU GRRU HHQ YHUVFKLOGUXN FLUFD PEDU te meten over de smoorklep.
Hoofdstuk 6 Storing F02 Storing aansluiting temperatuurvoeler F03 F04 1 2 3 4 Controleer de kabelboom en stekerverbindingen. Controleer of de temperatuurvoelers juist zijn aangesloten. Controleer of de temperatuurvoelers werkzaam zijn: %LM & LV GH ZHHUVWDQG 5 FLUFD N ELM KHW warmer worden van de temperatuurvoeler gaat GH ZHHUVWDQG 5 RPODDJ N Controleer de besturingsunit. Kortsluiting De besturingsunit is uitgevoerd met één smeltveiligheid. Zie voor positie en waarde § 8.1.
Storing Hoofdstuk 6 6.5 Blokschema regeling en beveiliging Start Reset Systeemventilator minimum luchthoeveelheid nee Warmtevraag? Storing ja ja Stand “1” ? Interne controle goed ? nee Systeemventilator staat stil nee ja Uitblaastemperatuur < 30°C ? nee ja Voorspoelen 30 seconden Systeemventilator continu op maximum ingestelde luchthoeveelheid.
Hoofdstuk 7 Onderhoud 7.1 Onderhoud door de gebruiker Het onderhoud voor de gebruiker blijft beperkt tot het periodiek UHLQLJHQ YDQ KHW ¿OWHU Afhankelijk van de stofproductie in de woning wordt in eerste LQVWDQWLH JHDGYLVHHUG KHW ¿OWHU LHGHUH PDDQG WH UHLQLJHQ ,Q VWRI¿JH UXLPWHQ QLHXZH ZRQLQJ GLHQW GLW RQGHUKRXG YDNHU te worden uitgevoerd. Filtermelding op Brink eBus klokthermostaat: Op het display van de Brink eBus klokthermostaat zal na bepaalde interval de melding “FILTER” in beeld verschijnen.
Onderhoud Hoofdstuk 7 7.2 Onderhoud door de installateur Het onderhoud door de installateur dient eenmaal per jaar plaats te vinden. Voor onderhoud zie onderstaand blokschema. Onderhoud Aanpassen Opstellingsruimte veilig ? ja nee ja Geen lekkage gastoevoer ? ja nee Repareren/ afdichten CO2-perc.
Hoofdstuk 8 Elektrische schema’s 8.1 Bedradingsschema Display en bedieningspaneel Computer aansluiting Ontsteekpen Maximaalbeveiliging Rookgasventilator Beveiligingsafsluiter C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C9 C10 C11 Luchttemperatuurvoeler Systeemventilator A Aansluiting ruimtethermostaat ; ; 'HQN RP SRODULWHLW B Aansluiting voeding 230 V. 44 Allure B-10 HRD Uitgave E juli 2013 = bruin = blauw = groen/geel = zwart = wit = draad nr.1 = draad nr.
Elektrische schema’s Hoofdstuk 8 8.2 Aansluitschema Bedieningspaneel incl. LCD-display service aansluiting 24 VDC programmeersteker fabrikant ruimtethermostaat gekoppeld alarm ruimtethermostaat PWM Hall - maximaalbeveiliging 2 maximaalbeveiliging 1 systeemventilator 230 V. universele ingang (of aan/uit thermostaat cq const.warmtevraag luchttemp.voeler T3 voeding 230V50Hz EXLWHQYRHOHU RSWLH 3-standen schakelaar hoog ventileren normaal rookgas ventilator 24V. stand-by Ontsteking n.v.t.
Hoofdstuk 9 Service 9.
Service Hoofdstuk 9 ARTIKELCODES SERVICE-ARTIKELEN ALLURE B-10 HRD Nr. Artikelcode B-10 HRD 850 Artikelomschrijving 1 Warmtewisselaar compleet 531957 2 Bedieningspaneel 531900 3 Brander 531261 4 Ontsteekpen 531009 5 Ontsteekkabel 531906 6 Ontsteekunit 531907 7 Beveiligingsafsluiter 230 V. 531954 8 Rookgasverzamelkast 531232 9 Rookgasventilator 24 V. 531264 10 Besturingsunit incl.
Hoofdstuk 9 Service 9.2 Servicesets Indien vervanging van een onderdeel nodig is, verdient het aanbeveling bij bestelling van deze serviceset de bijbehorende artikelcode op te geven, naast vermelding van het type luchtverwarmer, serienummer, bouwjaar en de naam van het onderdeel. 2RN LV HHQ VHUYLFHVHW DUWLNHOFRGH OHYHUEDDU ZDDUPHH het mogelijk is om m.b.v. een computer de ingestelde waarde af te lezen c.q. te wijzigen.
Instelwaarden Hoofdstuk 10 Basisinstelling Stap nr. Omschrijving B-10 HRD 850 PC code Instelbereik 01 T3 set (max. uitblaastemperatuur) 55.0 4AA 10°C t/m 70°C 02 Minimum luchtinstelling 20.0 4EC 13 - 70 % PWM 03 Maximum luchtinstelling 65.0 4EA 40 - 100 % PWM 04 Koeling luchtinstelling 95.0 4EB 40 - 100 % PWM 05 Selectie systeemventilator; stapnr.
CONFORMITEITSVERKLARING De gasgestookte Allure luchtverwarmer type B-10 HRD, welke is vervaardigd door Brink Climate Systems B.V. in Staphorst, is voorzien van het CE-label en gekeurd door KIWA Nederland B.V. in Apeldoorn onder toelatingsnummer 63/AQ/0650 en voldoen aan de gasrichtlijn 2009/142/EC de laagspanningrichtlijn 2006/95/EC de stoffenrichtlijn ROHS 2011/65/EU en de EMC-richtlijn 2004/108/EG. Brink Climate Systems B.V.
Allure B-10 HRD Uitgave E juli 2013 51
52 Allure B-10 HRD Uitgave E juli 2013
611945/F Juni 2013 Brink Climate Systems B.V. R.D. Bügelstraat 3 7951 DA Staphorst P.O. Box 11 7950 AA Staphorst Telefoon +31 (0) 522 46 99 44 Fax +31 (0) 522 46 94 00 info@brinkclimatesystems.nl www.brinkclimatesystems.