Installation Instructions
14 Elan 25 Uitgave D juli 2011
5.3 Condenswaterafvoer Renovent HR
'H(ODQ'RZQÀRZLVDO]RGDQLJYRRUEHUHLGGDWHUHHQ5H-
novent HR op de Elan 25 kan worden geplaatst. De condens-
DIYRHUYDQGH5HQRYHQW+5PRHWGRRUGH(ODQ'RZQÀRZ
naar buiten toe. Deze doorvoer is altijd aan de zijde waar ook
de warmwater- aansluitingen zitten dus bij een Elan 25 R
'RZQÀRZZRUGWGHFRQGHQVDIYRHUOLQNVXLWKHWWRHVWHOJHOHLG
De condensafvoerbuis van Ø20 wordt door een tule naar bui-
ten geleid; kies hiervoor de tule welke het meest geschikt is;
voor het doorvoeren een opening in de tule snijden.
Voor de juiste werking van het toestel moet de condenswater-
afvoer open op het waterafvoersysteem worden aangesloten,
voorzien van een trechter en een extra stankafsluiter of sifon
]LHRQGHUVWDDQG¿JXXU'HFRQGHQVZDWHUDIYRHUYDQKHWWRH-
stel mag nooit worden afgedicht.
Het condenswater kan zonder bezwaar via de binnenriolering
worden afgevoerd (NEN 3287).
Het lozen op de dakgoot is niet mogelijk in verband met bevrie-
zingsgevaar.
Waarschuwing
Wanneer het toestel geplaatst is, moet de sifon worden ge-
vuld met water.
Aansluiten condenswaterafvoer op de binnenriolering
5321-A
5.4.1 Aansluiten netvoeding
De netstekker moet aangesloten worden op met een elektri-
sche voeding 230 V~50 Hz met aardleiding. De aansluiting
moet een wandcontactdoos met randaarde zijn. De wandcon-
tactdoos dient deze te allen tijde bereikbaar te zijn. Aanbevolen
wordt deze voeding aan te sluiten op een aparte eindgroep,
gezekerd met 16A(T) traag. De elektrische installatie dient te
voldoen aan NEN 1010 en aan de eisen van het plaatselijke
Energiebedrijf.
Hoofdstuk 5 Installeren
5.4.2 Aansluiting koeling
Wanneer de Elan 25 wordt voorzien van koeling moeten de stuur-
draden voor de condensingunit worden aangesloten op nr.1 en
nr.2 van de 20-polige connector van de schakelkast (zie para-
graaf 10.4). Er wordt uitgebreider ingegaan op de Elan-serie met
koeling in het installatievoorschrift met koeling.
De installateur moet wel het koelrelais in de voorgemon-
teerde relaisvoet in de schakelkast plaatsen.
Voor de koeling kan een aparte luchthoeveelheid worden inge-
steld (zie paragraaf 6.3).
5.4.3 Aansluiten ventilatieschakelaar
Het is ook mogelijk om een ventilatieschakelaar aan te sluiten
op de schakelkast (zie paragraaf 10.3).
Hiermee kan de gebruiker een aantal bedrijfssituaties instellen
(zie paragraaf 4.3).