Installation Instructions
Brink Climate Systems BV  23 
5.7.2  Gevel- en dakuitmonding combidoorvoer horizontaal 
Toestelcategorie: C13 
VOORZICHTIG 
Leidingen  voor  de  verbinding  van  de  luchttoevoer  en  de 
verbrandingsgasafvoer  tussen  het  toestel  en  de  dubbel- 
pijpsdoorvoer, moeten een diameter hebben van ø 80 mm. 
  Combidoorvoer-horizontaal. 
Voor gevel- of dakuitmonding horizontaal. 
  Combidoorvoer-horizontaal. 
Voor verlenging van een balkon-/galerij uitmonding. 
Toegestane leidinglengten 
Tweepijps 
Luchttoevoer-  en  verbrandingsgasafvoerleiding:  samen  85  m,  exclusief  de  lengte 
van de combidoorvoer. 
Concentrisch 
Luchttoevoer-  en  verbrandingsgasafvoerleiding  exclusief  de  lengte  van  de  combi- 
doorvoer. 
bij concentrische pijp 80/125 mm bedraagt 29 meter 
bij concentrische pijp 60/100 mm bedraagt 11 meter 
Verbrandingsgasafvoer- en luchttoevoerleiding 
Voor de montage, zie § 5.7 Montage algemeen 
Montage combidoorvoer-horizontaal geveluitmonding 
1.  Maak op de plaats van uitmonding een sparing van ø 130 mm. 
2.  Kort de combidoorvoer in op de juiste lengte volgens de aangegeven 
maten. 
3.  Monteer het uitblaasrooster en bevestig dit aan de binnenpijp. 
4.  Schuif de  combidoorvoer in de  sparing  en breng  de rozetten aan  om  de 
sparing af te dekken. 
5.  Monteer de combidoorvoer op afschot naar het toestel. 










