Installation Instructions
Brink Climate Systems BV   36 
7.4  Instellen maximaal CV vermogen 
Het maximaal CV vermogen wordt in de fabriek ingesteld op 70%. Als er voor de CV 
installatie meer  of minder vermogen nodig  is, kan  het  maximaal CV  vermogen 
gewijzigd worden door het toerental van de ventilator te wijzigen. Zie tabel: Instelling 
CV vermogen. 
Deze tabel geeft  de  relatie weer tussen het  toerental  van de ventilator en het 
toestelvermogen. 
Gewenst CV vermogen in kW (ca.) 
Instelling op service display 
Kombi Kompakt HRE 
(in % maximaal toerental) 
24/18 
28/24 
36/30 
17,8 
22,6 
26,2 
83 
16,9 
21,8 
25,3 
80 
14,8 
19,1 
22,0 
70 
12,7 
16,4 
19,0 
60 
10,6 
13,7 
15,9 
50 
8,3 
11,0 
12,7 
40 
6,4 
8,3 
9,6 
30 
5,4 
6,9 
7,0 
25 
Let op 
Het vermogen  tijdens het branden wordt  langzaam verhoogd en wordt  verlaagd 
zodra de ingestelde aanvoertemperatuur wordt bereikt (modulatie op Ta). 
7.5  Instellen pompstand 
De schakelaar voor het instellen van de pompstand bevindt zich op het aansluitkastje 
van de CV pomp. (Fabrieksinstelling stand III) 
1.  Stel de pompstand in afhankelijk van het ingestelde maximaal vermogen en 
de  waterzijdige  weerstand  van  de  installatie.  Zie  diagram:  Drukverlies 
toestel en opvoerhoogte pomp, standen I, II en III. 
2.  Controleer het temperatuurverschil tussen de aanvoer en de retour van het 
toestel: dit moet ongeveer 20°C bedragen. 
De minimale doorstroom hoeveelheid 
Ingesteld vermogen 
155 l/h 
5.4 kW 
240l/h 
8,5 kW 
510 l/h 
17,8 kW 
750 l/h 
26,2 kW 
Drukverlies grafiek toestel CV zijdig 
A.  Kombi Kompakt HRE 24/18 
B.  Kombi Kompakt HRE 28/24 
C.  Kombi Kompakt HRE 36/30 
I  Pompstand I 
II  Pompstand II 
III  Pompstand III 
X  Doorstroom hoeveelheid in l/h 
Y  Drukverlies / opvoerhoogte in mWk 
7.6  Weersafhankelijke regeling 
Bij  het  aansluiten  van  een  buitenvoeler  wordt  de  aanvoertemperatuur  automatisch 
geregeld afhankelijk van de buitentemperatuur, volgens de ingestelde stooklijn. 
De  maximale  aanvoertemperatuur  (Tmax)  wordt  ingesteld  via  het  tempera- 
tuurdisplay. Indien gewenst kan  de stooklijn met de servicecode  gewijzigd worden. 
Zie § 7.3. 
Stooklijn grafiek 
X.  T buiten in °C 
Y.  T aanvoer in °C 
A.  Fabrieksinstelling 
(Tmax CV = 80°C, Tmin CV=25°C, Tmin bu=-7°C, Tmax bu= 25°C) 
B.  Voorbeeld 
(Tmax CV = 60°C, Tmin CV=25°C, Tmin bu=-7°C, Tmax bu= 25°C) 










