Montage-, bedrijfs- en onderhoudshandleiding Montage op het dak met AluPlus-montagesysteem Montage in het dak Montage op het plat dak met AluPlus-montagesysteem Zonnecollector met groot prestatievermogen TopSon F3 / F3-Q / F3-1 Art.-Nr.
Inhoudsopgave / technische gegevens Inhoudsopgave Technische gegevens...................................................................................2 Normen en voorschriften / veiligheidsinformatie..........................................3 Opmerkingen / voorbeelden van leidingaanleg............................................4 Opmerkingen over de hydraulica van de installatie / expansievaten........... 5 Algemene voorbereidende werkzaamheden...........................................
Normen en voorschriften / veiligheidsinformatie Normen en voorschriften Voor de montage en het gebruik moet met de volgende voorschriften,regels en richtlijnen rekening gehouden worden! Montage op daken. Hou rekening met de voorschriften ter preventie van ongevallen (VCA).
Opmerkingen / voorbeelden van leidingaanleg Opmerkingen De collectoren moeten tussen zuidoostelijke en zuidwestelijke richting (optimaal: naar het zuiden) opgesteld worden. In geval van een afwijkende richting aub onze deskundige adviseurs raadplegen. Bomen, aangrenzende gebouwen, schoorstenen enz. dienen zo weinig mogelijk schaduw op het collectoroppervlak te werpen. Houd rekening met de verschillende zonnestanden (zomer - winter).
Richtlijnen m.b.t. het hydraulisch systeem van de installatie Expansievaten Richtlijnen m.b.t. het hydraulisch systeem van de installatie • De collectoren kunnen met een groot specifiek debiet werken (zogenaamde high flow). Voordelen: de collector wordt goed gekoeld = hoog rendement van de collector, geringe warmteverliezen aan de voedingsleiding, nadelen: hoog drukverlies = sterke pomp, grote leidingdoorsnede. • De collectoren kunnen met een gering specifiek debiet werken (zogenaamde low flow).
Algemene voorbereidende werkzaamheden Transport en opslag Opgelet - Montage De collectorenstapel alleen met de verpakkingslijsten en paletten transporteren en opslaan. Niet meer dan 16 collectoren op elkaar transporteren en niet meer dan 24 collectoren op elkaar opslaan. Collectoren niet met het glas naar onder transporteren. Om beschadiging te vermijden: collectoren tijdens het transporteren niet bij de aansluitstukken dragen of op de aansluitstukken neerzetten.
Algemene voorbereidende werkzaamheden Rangschikkingsvoorbeeld: 3 collectoren, op de smalle kant F3 / F3-1, eenzijdige aansluiting op de linkerkant Aansluitstuk toevoer Compensators Alle dichtingen aanwezig? 2 x afsluitstop tegenover de aansluitstukken Dompelhuls Schroefdraadpennen M8x30 aan de onderzijde van de collectoren Aansluitstuk retour (absoluut noodzakelijk in geval van montage in het dak) Rangschikkingsvoorbeeld: 3 collectoren, dwars F3-Q, eenzijdige aansluiting op de linkerkant Compensators
Montage op het dak (tuile du nord, leipan) Leveringsomvang / Sneeuwbelasting Leveringsomvang bevestigingsmateriaal overeenkomstig aantal: Dakhaken “boven“ Dakhaken “onder“ met bevestigings- met bevestigingsbeugel beugel Positionering van het collectorveld in geval van montage op het dak Montagerail Toebehoor Verbindingsset voor montagerails (indien nodig) Schroeven, moeren, schroefdraadpennen, houtschroeven in de zak Set nivelleringsrails met houtschroeven voor montage op spant Opgelet Alle meegelev
Montage op het dak (tuile du nord, leipan) Dakhaken aan panlatten Montage van de dakhaken aan panlatten (voorbeeld voor 2 collectoren) Dakhaak “boven“ gemonteerd Montagerail Dakhaak, indien nodig, inkorten of ombuigen Montagerail C ct olle or op ctor de dw sm ars al 1, le 06 ka nt 2, 06 ca . m in id he de t n min. 3 rijen Montagerail optioneel Uitbreidingsset voor sneeuwbelasting Haak onder/boven ombouwen Co lle Slotschroef M8x20 max. 0,4 m railoverstek max.
Montage op het dak (tuile du nord, leipan) Dakhaken aan dakspanten Montage van de dakhaken aan dakspanten (voorbeeld voor 2 collectoren) Dakhaak, indien nodig, inkorten of ombuigen Montagerail Dakhaak “boven“ gemonteerd Montagerail optioneel Uitbreidingsset voor sneeuwbelasting Haak onder/boven ombouwen Co lle Slotschroef M8x20 C ct olle or op ctor de dw sm ars al 1, le 06 ka nt 2, 06 ca m . in id he de t n min. 3 rijen max. 0,4 m railoverstek max.
Montage op het dak (tuile du nord, leipan) Montage collectoren Verlenging van de montagerail vanaf 4 collectoren Wanneer er meer dan 3 collectoren gemonteerd worden, moeten de montagerails cf. afbeelding verlengd worden. Eén van de 3 schroeven kan ook gebruikt worden voor bevestiging aan een dakhaak. De U-rail blijft daarbij op het midden uitgelijnd, de schroef kan in het slobgat naar de overeenkomstige positie boven de haak gebracht worden. Montagerail voor bv.
Bijzonderheden voor montage op het dak bij leiendak met leihaken Opgelet Alle meegeleverde dakhaken moeten gelijkmatig over de collectorveld- breedte verdeeld worden om de optredende lasten te verdelen. 1. Dak aan de bevestigingspunten van de haken afdekken. 06 ca m . in id he de t n , 06 t 2 1, an s k ar w alle d or sm ct e le p d l o C ro o ct lle o C optioneel Uitbreidingsset voor sneeuwbelasting met haken Collectorveldbreedte 2. Haken met kruiskopschroeven 6x70mm bevestigen.
Bijzonderheden voor montage op het dak bij golfplaatdak / metalen dak met stokschroeven - Bij golfplaatdaken moet de boring (Ø 14) in de dakhuid voor de stokschroeven telkens op het hoogste punt van de kanalure van het plaatprofiel aangebracht worden. - De verticale afstand van de boringen voor de stokschroeven moet nageleefd worden, opdat de railafstand gewaarborgd is. - Er moet voor een veilige bevestiging op de onderconstructie/spanten gezorgd worden.
Opstand op schuin dak Windkracht Fw Wind Optimale hellingshoek 30° + 5° Combi-installaties voor de bereiding van warm water op basis van zonne-energie en verwarmings ondersteuning op basis van zonne-energie 45° ± 5° Verwarmingsondersteuning op basis van zonneenergie 55° ± 5° Bij opstand op een schuin dak is een spantmontage van de dakhaken absoluut noodzakelijk. De geschiktheid van de dakconstructie (m.b.t.
Opstand op schuin dak Minimumafstanden tussen meerdere rijen van collectoren Boormaat "h" Minimumafstand en hoek voor de opstand bij hoge montage van de collector F3 / F3-1 (voorbeeld Würzburg) Dakhelling α (°) Hoek voor opstand δ (°) Opstellingshoek ten opz..
Opstand op schuin dak IJkmaten voor het bepalen van de breedte van het collectorveld Opgelet: zonder rekening te houden met de montageplaats voor leidingaansluitingen.
Montage in het dak Opgelet Leveringsomvang montageonderdelen Om veiligheidsredenen moet er onder het collectoroppervlak volgens de regels van het dakdekkersvak een beschermd onderdak met bitumenbanen aanwezig zijn of ander geschikt materiaal om bij eventuele ondichtheden het binnendringen van vocht in het gebouw te verhinderen. Het onderdak moet in de dakgoot eindigen.
Montage in het dak Opbouw Houten afstandshouder in panlatdikte Driehoekige dichtingsband Aanbeveling: Gootprofiel boven op het ondersteuningspunt van de dakpannen evt. ondervoeren om doordrukken te vermijden.
Montage in het dak Collectoren monteren Montagerail boven 8 x 80 Montagerail boven Combischroef M8x20 Houten afstandhouder (hoogte zoals de panlatten) Montagerail onder Afdichtingsband Schijfmoer M8 Houten afstandshouder (hoogte zoals de panlatten verminderd met 9mm) Opgelet - Dichtingen aanwezig? - Afstand aanhouden - De as van beide schroefonderdelen uitlijnen - met een tweede gaffelsleutel tegenhouden (aandraaimoment max. 20 Nm) 1.
Montage in het dak Montage van de koppelprofielen Lassen Koppelprofielen Afdichtingsband Koppelprofiel Vouw 1. De koppelprofielen overeenkomstig de afbeelding inschuiven. Als het koppelprofiel bij het inschuiven klemt, moet u de positie van de collectoren corrigeren. Aansluitend de lassen boven aan het koppelprofiel ombuigen om doorglijden te voorkomen. 2. Alle schroeven en moeren voor de bevestiging van de collector vastdraaien. 3.
Montage in het dak Montage van de gootstukken Driehoekige dichtingsband boven Houtschroef 4x60 Klemstrip (2 st. per gootprofiel boven) Gootprofiel boven Randprofiel Houten afstandshouder Hoogte = panlatten Driehoekige dichtingsband boven en zijkant Dakspanten Gootprofiel zijkant inhangen Panlat Houtschroef 4x30 Panlat Gootprofiel zijkant Driehoekige dichtingsband Klemstrip (3 stuks per gootprofiel zijkant) 1.
Montage op het plat dak Aanwijzingen voor de bevestiging Niet vastgemaakte stellingen kunnen door de windkracht omvergeworpen worden en beschadigd raken. Daarom moeten de collectoren op het dak vastgemaakt worden. De statische geschiktheid van de dakconstructie en de toegelaten oppervlaktebelasting voor de dakbedekking moeten op voorhand nagegaan worden.
Montage op het plat dak IJkmaten voor het bepalen van de breedte van het collectorveld Opgelet: zonder rekening te houden met de montageplaats voor leidingaansluitingen.
Leidingnet / Vullen van de installatie / Veiligheidsinformatieblad Richtlijnen m.b.t. het hydraulisch systeem van de installatie - Leiding- en voelermontage De collectoren kunnen aan één kant (tot 5 collectoren naast elkaar) of aan beide kanten diagonaal (tot 10 collectoren naast elkaar) aangesloten worden. De leidingen in de buurt van de collectoren bereiken bij stilstand hoge temperaturen. Alleen de bijgeleverde dichtingen mogen gebruikt worden.
Dichtheidsproef / Inwerkingstelling Dichtheidsproef De proef bij goede zonnestraling en alleen met afgedekte collectoren uitvoeren. Gevaar voor brandletsels. Voor de dichtheidsproef met ANRO moet er een veiligheidsventiel van 6 bar en een manometer in de zonneleidingen geïntegreerd zijn. Proef bij 5-6 bar over een tijdspanne van minstens 45 minuten. Bij de proef met water kunnen de kleinste lekken door de hoge oppervlaktespanning onopgemerkt blijven. Deze is niet toegelaten.
Checklist voor de inwerkingstelling Nr.
Gebruik / Onderhoud Gebruik Onderhoud Door de temperatuurverschillen van de buitenlucht en de collector kan er vooral in de vroege ochtenduren een dampfilm ontstaan. Met de verwarming van de collector verdwijnt deze weer. - De installatie bij instraling van zonlicht, indien mogelijk, niet elektrisch uitschakelen. Na eventuele dampvorming bij zeer hoog zonnerendement begint de installatie na het afkoelen vanzelf weer te werken.
Onderhoudschecklist Onderhoudschecklist Datum: Datum: - Visuele controle collectoren O O - Visuele controle collectorbevestiging O O - Visuele controle dakdichtheid O O - Visuele controle warmte-isolatie aan leidingen O O - Visuele controle op dichtheid van de zonnekringloop (verbindingspunten) O O - Kleurcontrole van het warmtetransportmedium ANRO O O - Meting pH-waarde van het warmtetransportmedium ANRO enkel bij bruinkleuring, evt.
Onderhoudschecklist Onderhoudschecklist Datum: Datum: - Visuele controle collectoren O O - Visuele controle collectorbevestiging O O - Visuele controle dakdichtheid O O - Visuele controle warmte-isolatie aan leidingen O O - Visuele controle op dichtheid van de zonnekringloop (verbindingspunten) O O - Kleurcontrole van het warmtetransportmedium ANRO O O - Meting pH-waarde van het warmtetransportmedium ANRO enkel bij bruinkleuring, evt.
Onderhoudschecklist Onderhoudschecklist Datum: Datum: - Visuele controle collectoren O O - Visuele controle collectorbevestiging O O - Visuele controle dakdichtheid O O - Visuele controle warmte-isolatie aan leidingen O O - Visuele controle op dichtheid van de zonnekringloop (verbindingspunten) O O - Kleurcontrole van het warmtetransportmedium ANRO O O - Meting pH-waarde van het warmtetransportmedium ANRO enkel bij bruinkleuring, evt.
Onderhoudschecklist Onderhoudschecklist Datum: Datum: - Visuele controle collectoren O O - Visuele controle collectorbevestiging O O - Visuele controle dakdichtheid O O - Visuele controle warmte-isolatie aan leidingen O O - Visuele controle op dichtheid van de zonnekringloop (verbindingspunten) O O - Kleurcontrole van het warmtetransportmedium ANRO O O - Meting pH-waarde van het warmtetransportmedium ANRO enkel bij bruinkleuring, evt.
Conformiteitsverklaring in overeenstemming met de richtlijn voor drukapparaten 97/23/EG volgens Aanhang VII Naam van het product: Zonnecollector categorie I absorber Type: TopSon F3, TopSon F3-Q en TopSon F3-1 Toegepast evaluatieprocédé voor de conformiteit: Module A Toegepaste normen en TRD, DIN/EN-normen en fabrikantenstandaarden, technische specificaties:EN 12975-1 (TopSon F3 en TopSon F3-1) en EN 12975-2 (TopSon F3, F3-Q en F3-1) Wij, de firma Wolf GmbH, Industriestraße 1, 8404