GEBRUIKERSHANDLEIDING FAX-1355 FAX-1360 FAX-1460 FAX-1560
Als u de klantenservice moet bellen Vul de volgende gegevens in voor toekomstige referentie: Modelnummer: FAX-1355, FAX-1360, FAX-1460 en FAX-1560 (Omcirkel uw modelnummer) Serienummer: 1 Aankoopdatum: Plaats van aankoop: 1 Het serienummer bevindt zich op de achterzijde van het apparaat. Bewaar de gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van aankoop in geval van diefstal, brand of service die onder de garantie valt. Registreer uw product online op http://www.brother.
Informatie over goedkeuring, samenstelling en publicatie DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS, ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
EG conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE ii
EG Conformiteitsverklaring onder de Richtlijn R & TTE Producent Brother Industries, Ltd.
Inhoudsopgave Paragraaf I 1 Algemeen Algemene informatie 2 De documentatie gebruiken ...................................................................................2 Symbolen en conventies die in de documentatie worden gebruikt..................2 Overzicht van het bedieningspaneel......................................................................3 2 Documenten en papier laden 6 Documenten laden.................................................................................................
Paragraaf II 5 Faxen Een fax verzenden 22 Faxmodus instellen..............................................................................................22 Faxen verzenden vanuit de ADF ..................................................................22 Een fax annuleren .........................................................................................22 Groepsverzenden ................................................................................................
7 Telefoon en externe apparaten 35 Telefoongesprekken ...........................................................................................35 Telefoneren (niet voor FAX-1355) .................................................................35 Inkomende gesprekken beantwoorden met de luidsprekertelefoon (FAX-1460 en FAX-1560) ..........................................................................35 In de wacht plaatsen (niet voor FAX-1355) ...................................................
Digitaal antwoordapparaat (FAX-1460 en FAX-1560) 47 Antwoordapparaatmodus instellen voor intern antwoordapparaat ...................... 47 Instellen van het antwoordapparaat .............................................................. 47 Uitgaand bericht ............................................................................................47 Uitgaand bericht fax/telefoon .........................................................................48 Het geheugen van het antwoordapparaat activeren..
Paragraaf III Kopiëren 13 Kopiëren 64 Kopiëren ..............................................................................................................64 Kopieermodus instellen .................................................................................64 Eén kopie maken ...........................................................................................64 Meerdere kopieën maken ..............................................................................64 Kopiëren onderbreken .......
C Menu en functies 97 Programmeren op het scherm .............................................................................97 Menutabel...................................................................................................... 97 Geheugenopslag ........................................................................................... 97 Menutoetsen ........................................................................................................ 98 Tabel met menuopties ..............
x
Paragraaf I Algemeen Algemene informatie Documenten en papier laden Algemene instellingen Beveiligingsfuncties I 2 6 13 18
1 Algemene informatie De documentatie gebruiken 1 Dank u voor de aanschaf van een Brothermachine! Door het lezen van de documentatie zult u optimaal gebruik kunnen maken van alle functies van de machine. Symbolen en conventies die in de documentatie worden gebruikt In de documentatie worden de volgende symbolen en conventies gebruikt. Vet Vetgedrukte tekst identificeert specifieke toetsen op het bedieningspaneel van de machine.
Algemene informatie Overzicht van het bedieningspaneel 1 FAX-1360 1 1 11 10 2 9 3 4 5 6 7 8 FAX-1460 1 1 13 12 11 10 2 9 3 4 5 6 7 8 3 1
Hoofdstuk 1 FAX-1560 1 1 13 12 11 10 2 9 3 4 5 1 LCD-scherm (Liquid Crystal Display) Op het LCD-scherm verschijnen berichten die u helpen bij het instellen en gebruiken van uw machine. 2 Eéntoetsnummers Bieden direct toegang tot uw opgeslagen snelkiesnummers. Shift Als u deze toets ingedrukt houdt, krijgt u toegang tot de ééntoetsnummers 6 tot 10. 3 Faxtoetsen Herkies/Pauze Hiermee kiest u het laatst gekozen nummer opnieuw.
Algemene informatie 4 5 Inkt Met deze toets kunt u de printkoppen reinigen, en de afdrukkwaliteit en de hoeveelheid inkt controleren. Kopieertoets Kopie Opties Hiermee kunt u tijdelijk meerdere kopieerinstellingen wijzigen wanneer de kopieermodus is ingeschakeld. 6 7 Kiestoetsen Met deze toetsen kunt u telefoon- en faxnummers kiezen. Ze kunnen ook als toetsenbord worden gebruikt om informatie in de machine in te voeren.
2 Documenten en papier laden Documenten laden Documenten laden VOORZICHTIG Trek NIET aan het document wanneer het doorschuift. 2 Gebruik GEEN omgekruld, verkreukeld, gevouwen, gescheurd of geniet papier, en ook geen papier met paperclips, lijm of plakband. De ADF heeft een capaciteit van maximaal 20 vellen en voert het papier vel voor vel in. Gebruik standaardpapier van 80 g/m2 en waaier de stapel altijd door alvorens het papier in de ADF te plaatsen.
Documenten en papier laden c Normaal papier gebruiken Stel de papiergeleiders (1) in op de breedte van uw documenten. 2 U kunt alleen normaal papier gebruiken. 1 Om de beste printkwaliteit te verkrijgen raden wij u aan Brotherpapier te gebruiken. (Zie onderstaande tabel.) Als er in uw land geen Brotherpapier beschikbaar is, raden wij u aan verschillende soorten papier te testen voor u grote hoeveelheden papier koopt.
Hoofdstuk 2 Onjuiste configuratie Gebruik NOOIT de volgende typen papier: • Papier dat beschadigd, gekruld of gekreukt is of een onregelmatige vorm heeft 1 1 1 2 mm of langer • Hoogglanzend of uit een speciale structuur bestaand papier • Papier waarop al door een printer is afgedrukt • Papier dat niet netjes kan worden gestapeld • Breedlopend papier Papiercapaciteit van de uitvoerlade Maximaal 50 vel 20 lb Letter- of 80 g/m2 A4papier.
Documenten en papier laden Het juiste afdrukmateriaal kiezen 2 Type en formaat papier voor elke functie Papiersoort Losse vellen 2 Papierformaat 2 Gebruik Faxen Kopiëren Letter 216 × 279 mm Ja Ja A4 210 × 297 mm Ja Ja Legal 216 × 356 mm Ja Ja Gewicht, dikte en capaciteit van het papier 1 2 Papiersoort Gewicht Dikte Aantal vellen Losse vellen 64 tot 120 g/m2 0,08 tot 0,15 mm 100 1 Normaal papier Maximaal 50 vellen voor papier van Legal-formaat 80 g/m2 .
Hoofdstuk 2 c Papier laden 2 Papier laden a Houd de papiergeleiders voor de breedte (1) en lengte (2) ingedrukt en stel ze af op het formaat van het papier. 2 1 Als de papiersteunklep (1) is uitgetrokken, duwt u deze naar binnen en trekt u de papierlade volledig uit de machine. Open het deksel van de uitvoerlade (2). 2 1 d Blader de stapel papier goed door om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
Documenten en papier laden f Stel met beide handen voorzichtig de papiergeleiders in op de breedte en lengte van het papier. Zorg dat de papiergeleiders de randen van het papier aanraken. i Houd de papierlade vast terwijl u de papiersteun (1) uittrekt en op zijn plaats klikt en vouw de papiersteunklep (2) uit. 2 2 1 Opmerking Opmerking Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver induwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de invoer.
Hoofdstuk 2 Afdrukgebied 2 De onderstaande afbeelding toont het niet-bedrukbare gedeelte op losse vellen papier. Het grijs gearceerde gebied kan niet worden bedrukt.
3 Algemene instellingen Energiebesparende stand De energiebesparende stand uitschakelen a 3 • De machine zal de printkop, zelfs als u de machine in de energiebesparende stand hebt gezet, toch nog af en toe reinigen om de afdrukkwaliteit te handhaven. • Als u de stekker uit het stopcontact hebt gehaald, is de machine volledig uitgeschakeld. • U kunt de energiebesparende stand zo instellen, dat behalve de automatische printkopreiniging, geen bewerkingen beschikbaar zijn.
Hoofdstuk 3 FAX-1355 en FAX-1360 FAX-1460 en FAX-1560 Aan/Uitinstellingen Ontvangs tmodus Beschikbare bewerkingen Aan/Uitinstellingen Ontvangs tmodus Faxontv: Alleen Fax Faxontvangst Fax waarnemen Faxontv: Fax/ Uitgesteld verzenden 5 Alleen Fax Faxontvangst Fax waarnemen Fax/ Uitgesteld verzenden 5 Telefoon 3 Fax doorzenden 5 Aan 12 (fabrieksinstelling) Telefoon 3 Telefoon/ Beantw.
Algemene instellingen Tijdklokstand Op het bedieningspaneel van de machine bevinden zich twee tijdelijke modustoetsen: Fax en Kopie. U kunt instellen na hoeveel tijd de machine na de laatste kopieerbewerking terugkeert naar de faxmodus. Wanneer u Uit selecteert, blijft de machine in de laatst gebruikte modus. a b c Druk op Menu, 1, 1. Druk op a of b om 0 Sec., 30 Sec., 1 Min, 2 Min., 5 Min. of Uit te selecteren. Druk op OK.
Hoofdstuk 3 Volume, instellen Belvolume 3 3 Luidsprekervolume U kunt kiezen uit een aantal volumeniveaus voor de luidspreker: van Hoog tot Uit. U kunt kiezen uit een aantal niveaus voor het belvolume, van Hoog tot Uit. a b Druk in de faxmodus op d of c om het volumeniveau aan te passen. Op het LCD-scherm wordt de huidige instelling weergegeven en met elke druk op de toets verschuift het volume één niveau. De machine handhaaft de nieuwe instelling totdat u deze weer wijzigt.
Algemene instellingen Automatisch zomertijd instellen 3 U kunt de machine zo instellen dat de zomertijd automatisch wordt ingeschakeld. De machine zal automatisch in de lente een uur naar voren worden gezet en een uur terug in de herfst. Zorg daarbij wel dat u de juiste datum en tijd bij Datum/Tijd instelt. a b Druk op Menu, 1, 4. c Druk op Stop/Eindigen. 3 Druk op a of b om Aan of Uit te selecteren. Druk op OK.
4 Beveiligingsfuncties Verzendslot (FAX-1355 en FAX-1360) Met de functie Verzendslot voorkomt u dat onbevoegden toegang krijgen tot de machine. U kunt uitgesteld verzenden of pollingtaken niet voor een bepaald tijdstip instellen. Faxen die vooraf zijn ingesteld om op een bepaald tijdstip te worden verzonden, worden echter verzonden zelfs als u Verzendslot hebt ingeschakeld, en gaan dus niet verloren.
Beveiligingsfuncties f Druk op Stop/Eindigen. Verzendslot in-/uitschakelen Verzendslot inschakelen a b c 4 Druk op Menu, 2, 0, 1. Druk op a of b om Verzendslot Aan te selecteren. Druk op OK. Voer het wachtwoord van 4 cijfers in. Druk op OK. De machine gaat offline en op het LCDscherm wordt Verzendslot Mode weergegeven. Verzendslot uitschakelen a b 4 Druk op Menu. Voer het wachtwoord van 4 cijfers in. Druk op OK. Het verzendslot wordt automatisch uitgeschakeld.
Hoofdstuk 4 Het wachtwoord voor geheugenbeveiliging instellen en wijzigen Geheugenbeveiliging in/uitschakelen 4 Opmerking Als u het wachtwoord al hebt ingesteld, dient u het opnieuw in te stellen. Een wachtwoord voor de eerste keer instellen a b c d Geheugenbeveiliging inschakelen 4 Druk op Menu, 2, 0, 1. Druk op Menu, 2, 0, 1. Toets een wachtwoord van vier cijfers in. Druk op OK. c Toets een wachtwoord van vier cijfers in. Druk op OK.
Paragraaf II Faxen Een fax verzenden Faxberichten ontvangen Telefoon en externe apparaten Kiezen en nummers opslaan Digitaal antwoordapparaat (FAX-1460 en FAX-1560) Afstandsopties Rapporten afdrukken Pollen II 22 28 35 43 47 52 58 60
5 Een fax verzenden Faxmodus instellen 5 Om de faxmodus in te schakelen, drukt u op (Fax). De toets wordt groen verlicht. Faxen verzenden vanuit de ADF a b c d Controleer of de faxmodus ingeschakeld. 5 Groepsverzenden Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADF. Kies het faxnummer. Met de functie Groepsverzenden u één faxbericht automatisch naar verscheidene faxnummers verzenden.
Een fax verzenden Een groepsverzending annuleren a b c d e Druk op Menu, 2, 6. Op het LCD-scherm wordt het gekozen faxnummer weergegeven. Druk op OK. Op het LCD-scherm verschijnt het taaknummer: 5 Extra handelingen bij het verzenden 5 Faxen met meer instellingen verzenden 5 XXXXXXXXX Wanneer u een fax gaat verzenden, kunt u een combinatie van de volgende instellingen kiezen: resolutie, contrast, internationale modus en direct verzenden. 1.Wis a Druk op 1 om te wissen.
Hoofdstuk 5 a b c d Controleer of de faxmodus ingeschakeld. is Opmerking U kunt kiezen uit vier verschillende resoluties voor faxen. Het document laden. Druk op Menu, 2, 2, 1. Standaard Geschikt voor de meeste getypte documenten. Druk op a of b om Auto, Licht of Donker te selecteren. Druk op OK. Fijn Geschikt voor documenten met een klein lettertype. De transmissiesnelheid is iets lager dan bij de standaardresolutie. Opmerking Super Fijn Geschikt voor kleine lettertjes of artwork.
Een fax verzenden Direct verzenden 5 Als u een fax gaat verzenden, zal de machine het document eerst in het geheugen scannen alvorens te gaan verzenden. Vervolgens begint de machine, zodra de telefoonlijn vrij is, met kiezen en verzenden. Soms wilt u een belangrijk document onmiddellijk verzenden, zonder te wachten totdat het vanuit het geheugen wordt verzonden. U kunt Direct Verzend instellen op Aan voor alle documenten of Alleen volg.fax voor alleen de volgende fax.
Hoofdstuk 5 e Voer een van de volgende handelingen uit: Druk op 1 om het document in de ADF te laten. Druk op 2 om het document in het geheugen te scannen. b Druk op a of b om door de taken te bladeren en de gewenste taak te annuleren. Druk op OK. c Voer een van de volgende handelingen uit: Druk op 1 om de geselecteerde taak te annuleren. Opmerking Druk op 2 om af te sluiten zonder te annuleren.
Een fax verzenden Een fax verzenden aan het einde van het gesprek 5 Aan het einde van een gesprek kunt u een fax naar de andere partij verzenden voordat u beiden hebt opgehangen. a Vraag de andere partij te wachten op de faxtonen (piepjes) en op de start- of verzendtoets te drukken alvorens op te hangen. b Controleer of de faxmodus ingeschakeld. c d e Laad het document. is 5 Druk op Start. Plaats de hoorn terug als u deze van de haak hebt opgenomen.
6 Faxberichten ontvangen 6 Ontvangstmodi 6 U moet een ontvangstmodus kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten die op uw lijn zijn aangesloten. De ontvangstmodus kiezen 6 Uw machine ontvangt standaard automatisch alle faxberichten die naar de machine worden verzonden. Het onderstaande schema helpt u bij het kiezen van de juiste modus. Zie pagina 47 voor de configuratie van het digitale antwoordapparaat. Meer informatie over de ontvangstmodus vindt u Zie pagina 30.
Faxberichten ontvangen FAX-1460 en FAX-1560 6 Zie Digitaal ANTW.APP. Gebruikt u het ingebouwde Digitaal ANTW.APP.
Hoofdstuk 6 Ontvangstmodi gebruiken 6 Sommige ontvangstmodi beantwoorden oproepen automatisch (Alleen Fax en Fax/Telefoon). Wellicht wilt u de belvertraging wijzigen voordat u deze modi gebruikt. Zie Belvertraging op pagina 31. Alleen fax 6 Zie pagina 47 om de Ant:ber.centr.modus in te stellen. 6 Als de antwoordapparaatmodus is ingeschakeld, vervangt deze instelling uw eigen instelling van de ontvangstmodus. Op het LCDscherm wordt Ant:ber.centr. weergegeven. Faxen worden automatisch ontvangen.
Faxberichten ontvangen Ontvangstmodusinstel lingen Belvertraging De functie Belvertraging bepaalt hoe vaak de machine overgaat voordat de oproep wordt beantwoord in de stand Alleen Fax, Fax/Telefoon of Ant:ber.centr. (voor FAX-1460 en FAX-1560). Wanneer u een extern of tweede toestel hebt aangesloten op dezelfde lijn als de machine, kiest u het aantal keren dat de machine moet overgaan. (Zie Werken met een tweede toestel op pagina 41 en Fax waarnemen op pagina 32.
Hoofdstuk 6 Fax waarnemen Als Fax waarnemen is ingesteld op Aan: 6 De machine ontvangt faxberichten automatisch, zelfs als u de hoorn van de machine hebt opgenomen of op Luidspreker drukt of de hoorn van een tweede of extern toestel hebt opgenomen. Zodra u Ontvangst op het LCD-scherm ziet of als u scherpe piepjes hoort door de hoorn van een tweede telefoontoestel dat op een ander contact is aangesloten, plaatst u de hoorn terug. Uw machine doet de rest.
Faxberichten ontvangen Extra handelingen bij het ontvangen Een verkleinde afdruk van een inkomende fax maken Als geheugenontvangst op Uit staat: 6 6 Als u Aan selecteert, wordt elke pagina van een inkomend faxbericht automatisch verkleind om te passen op papier van A4-, Letter- of Legal-formaat. De machine berekent het verkleiningspercentage aan de hand van het paginaformaat van de fax en de opgegeven instelling van het papierformaat (Menu, 1, 2). a Controleer of de faxmodus ingeschakeld.
Hoofdstuk 6 Een fax uit het geheugen afdrukken Als u de functie Fax Opslaan hebt ingeschakeld (Menu, 2, 5, 1), kunt u vanaf de machine een fax uit het geheugen afdrukken. (Zie Afstandsopties uitschakelen op pagina 53.) a Druk op Menu, 2, 5, 3. 5.Afstandsopties 3.Print document b 34 Druk op Start.
7 Telefoon en externe apparaten Telefoongesprekken 7 U kunt telefoneren via de hoorn op de machine (FAX-1360 en FAX-1460), de draadloze telefoon (FAX-1560), de luidsprekertelefoon (FAX-1460 en FAX1560), een tweede toestel of een extern toestel. U kunt de nummers handmatig of via snelkiesnummers kiezen. microfoon d In de wacht plaatsen (niet voor FAX-1355) 7 Wanneer u de kiestoon hoort, voert u het nummer in via de kiestoetsen, ééntoetsnummers, snelkiesnummers of een zoekopdracht.
Hoofdstuk 7 Toon of puls 7 Als u een telefoon met pulskiezer (kiesschijf) gebruikt, maar over toonsignalen moet beschikken (bijvoorbeeld voor telefonische bankieren), gaat u als volgt te werk: a (FAX-1355) Neem de hoorn van het externe toestel van de haak. (FAX-1360) Neem de hoorn van de haak. (FAX-1460) Neem de hoorn van de haak of druk op Luidspreker. (FAX-1560) Druk op Luidspreker. b Druk op # op het bedieningspaneel van de machine.
Telefoon en externe apparaten Telefoondiensten Nummerweergave op Aan instellen Als u nummerweergave op uw lijn hebt, moet deze functie op Aan worden ingesteld om het telefoonnummer van de beller weer te geven op het LCD-scherm wanneer de telefoon overgaat. Uw machine ondersteunt nummerweergave, een abonneeservice die door sommige telecommunicatiebedrijven wordt aangeboden.
Hoofdstuk 7 Lijst met nummergegevens afdrukken a b c d Druk op a of b om Print rapport te selecteren. Druk op OK. Als geen nummergegevens zijn opgeslagen, klinkt een waarschuwingstoon en verdwijnt Geen Beller ID van het LCDscherm. Druk op Start. Druk op Stop/Eindigen nadat het afdrukken is voltooid. Als u de machine aansluit op een lijn met een PBX-telefooncentrale of ISDN voor het versturen en ontvangen van faxen, moet u ook het type telefoonlijn wijzigen aan de hand van de volgende stappen.
Telefoon en externe apparaten Een extern antwoordapparaat aansluiten U wilt misschien een extern antwoordapparaat aansluiten. Als u echter een extern antwoordapparaat aansluit op dezelfde lijn als de machine, worden alle gesprekken beantwoord door het antwoordapparaat en 'luistert' de machine naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt de machine het gesprek over en wordt de fax ontvangen.
Hoofdstuk 7 Een uitgaand bericht op een extern antwoordapparaat opnemen Tijdsplanning is van essentieel belang wanneer u een uitgaand bericht opneemt. Het bericht bepaalt de wijze waarop de handmatige en automatische faxontvangst verloopt. a Neem eerst vijf seconden stilte op. (Dit geeft uw machine de gelegenheid om bij automatische faxtransmissies de faxtonen te horen voordat deze stoppen.) b We adviseren het bericht te beperken tot maximaal 20 seconden.
Telefoon en externe apparaten Externe en tweede telefoontoestellen Als u een oproep aanneemt en zich niemand aan de telefoon bevindt: 7 Een extern of tweede telefoontoestel aansluiten 7 U kunt een aparte telefoon op de machine aansluiten, zoals hieronder getoond. 7 Waarschijnlijk krijgt u een handmatige fax binnen. Druk op l 5 1 en wacht tot u het tjirpende geluid hoort of totdat het LCD-scherm Ontvangst weergeeft, pas dan mag u ophangen.
Hoofdstuk 7 Codes voor afstandsbediening gebruiken Faxontvangstcode Als u activeren of afstand wilt gebruiken, moet u de vereiste codes inschakelen. De voorgeprogrammeerde faxontvangstcode is l 5 1. De voorgeprogrammeerde code voor het aannemen van de telefoon is # 5 1. Indien gewenst, kunt u deze codes wijzigen. a Druk op Menu, 2, 1, 4. 1.Ontvangstmenu 4.Code Op Afst. b Druk op a of b om Aan (of Uit) te selecteren. Druk op OK. c Voer de nieuwe Faxontvangstcode in. Druk op OK.
8 Kiezen en nummers opslaan Nummers kiezen Handmatig kiezen 8 Toets alle nummers van het faxnummer in. Eéntoetsnummers kiezen Druk op de éénkiestoets waaronder het nummer is opgeslagen dat u wilt bellen. Om de ééntoetsnummers 6 tot 10 te kiezen, houdt u Shift ingedrukt terwijl u op de éénkiestoets drukt. Snelkiezen a 8 8 8 Druk op Zoeken/Snelkiezen, de # (hekje)-toets en vervolgens op het tweecijferige snelkiesnummer.
Hoofdstuk 8 Zoeken 8 U kunt zoeken naar de namen die in het geheugen voor ééntoetsnummers en snelkiesnummers zijn opgeslagen. Druk op Zoeken/Snelkiezen en de menutoetsen om numeriek te zoeken of gebruik de kiestoetsen en vervolgens de menutoetsen om alfabetisch te zoeken. Faxnummer opnieuw kiezen 8 Als u handmatig een fax verzendt en het nummer in gesprek is, kunt u op Herkies/Pauze drukken en vervolgens op Start om het nummer nogmaals te kiezen.
Kiezen en nummers opslaan Eéntoetsnummers opslaan 8 d Voer een van de volgende handelingen uit: Uw machine heeft 5 éénkiestoetsen waaronder u 10 fax- of telefoonnummers voor automatisch kiezen kunt opslaan. Om de nummers 6 tot 10 in te voeren, houdt u Shift ingedrukt terwijl u op de éénkiestoets drukt. Toets de naam in via de kiestoetsen (maximaal 16 tekens). a b Druk op Menu, 2, 3, 1. Om het nummer op te slaan zonder naam, drukt u op OK. c Toets het nummer in (maximaal 20 cijfers).
Hoofdstuk 8 Groepen voor rondsturen instellen Als u regelmatig hetzelfde faxbericht naar een groot aantal faxnummers wilt verzenden, kunt u een groep instellen. Groepen worden opgeslagen onder een éénkiestoets of een snelkiesnummer. Elke groep gebruikt een éénkiestoets of een snelkiesnummer. U kunt het faxbericht naar alle nummers sturen die in een groep zijn opgeslagen door op een éénkiestoets te drukken of een snelkiesnummer in te toetsen en vervolgens op Start te drukken.
9 Digitaal antwoordapparaat (FAX-1460 en FAX-1560) Antwoordapparaatmod us instellen voor intern antwoordapparaat Uitgaand bericht Een uitgaand bericht opnemen Ant Dit bericht wordt afgespeeld zodra een oproep binnenkomt. De beller kan een bericht inspreken of een faxbericht sturen. F/T Dit bericht wordt afgespeeld wanneer een oproep binnenkomt en de machine is ingesteld op de Fax/Tel-modus. De beller kan geen bericht achterlaten. Zie pagina 48.
Hoofdstuk 9 Het uitgaande bericht beluisteren a b Druk op Menu, 2, 7, 1. Druk op a of b om Beantw. Bericht of F/T Bericht te selecteren en druk dan op OK. c Druk op a of b om Boodschap afsp. te selecteren. Druk op OK. d Druk op Stop/Eindigen. Het uitgaande bericht wissen a b 9 Wanneer de knop brandt, is de antwoordapparaatmodus actief. Druk op om de antwoordapparaatmodus te activeren. 9 Druk op Menu, 2, 7, 1. Druk op a of b om Beantw. Bericht of F/T Bericht te selecteren en druk dan op OK.
Digitaal antwoordapparaat (FAX-1460 en FAX-1560) Berichten beheren Berichtenindicator 9 9 De knop knippert als er nieuwe berichten binnen zijn. Op het LCD-scherm wordt het aantal ingesproken berichten en faxberichten weergegeven dat in het geheugen van het antwoordapparaat is opgeslagen. Faxberichten afdrukken Zodra u een nieuw faxbericht uit het geheugen hebt afgedrukt, wordt het bericht automatisch uit het geheugen verwijderd. a Druk op Afspelen/Opnemen of Afspelen.
Hoofdstuk 9 c Verdere instellingen voor het antwoordapparaat Voer een van de volgende handelingen uit: Wis dit bericht? 9 1.Ja 2.Nee De maximumtijd voor inkomende berichten instellen Druk op 1 om het bericht te wissen. Druk op 2 om af te sluiten zonder te wissen. d a b a Druk op Menu, 2, 7, 2. 7.Beantw. inst. Druk op a of b om een van de onderstaande opties te kiezen. Druk vervolgens op OK. Alle ingesproken berichten Wis alle faxen ? Alle faxberichten Wis alle boods.
Digitaal antwoordapparaat (FAX-1460 en FAX-1560) a drukt u op b Gesprekken opnemen (alleen FAX-1460) Controleer of de faxmodus is ingeschakeld. Indien dit niet het geval is, 9 (Fax). Als u via de hoorn spreekt, kunt u een telefoongesprek opnemen door tijdens het gesprek op Afspelen/Opnemen te drukken. De opnametijd is net zo lang als de maximumtijd die u hebt ingesteld voor inkomende berichten (maximaal 3 minuten). De persoon aan de andere kant van de lijn hoort tijdens het opnemen geregeld een piep.
10 Afstandsopties Fax opslaan U kunt slechts één faxoptie per keer gebruiken. Fax doorzenden Met de functie Fax doorzenden kunt u ontvangen faxen automatisch doorzenden naar een andere machine. Als u Backup Print:Aan selecteert, wordt de fax ook afgedrukt (dit is een veiligheidsmaatregel in geval de stroom uitvalt). a Druk op Menu, 2, 5, 1. 10 Met de functie Fax opslaan kunt u ontvangen faxen opslaan in het geheugen van de machine.
Afstandsopties Afstandsopties wijzigen Afstandsbediening 10 Als er zich nog faxberichten in het geheugen van de machine bevinden wanneer u de afstandsbedieningsopties verandert, verschijnen de volgende vragen op het LCDscherm: 10 U kunt uw machine van elk telefoontoestel of faxapparaat met aanraaktoetsen bellen en daarna uw toegangscode invoeren en een aantal andere toetsen indrukken om uw faxen op te vragen.
Hoofdstuk 10 De toegangscode gebruiken a 10 Kies op een toetstelefoon of op een andere faxmachine het nummer van uw faxmachine. b Zodra u de toon van uw machine hoort, toetst u uw toegangscode in (3 cijfers gevolgd door l). c De machine geeft aan of een faxbericht is ontvangen: 1 lange toon - faxberichten Faxberichten opvragen a b d Wanneer u twee korte geluidssignalen hoort, geeft u een opdracht. Als u na 30 seconden nog geen opdracht invoert, wordt de verbinding verbroken.
Afstandsopties Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden doorgestuurd 10 U kunt vanaf een andere telefoon of faxmachine met aanraaktoetsen de standaardinstellingen voor het nummer voor Fax Doorzenden wijzigen. a b Kies het nummer van uw faxmachine. Zodra u de toon van uw machine hoort, toetst u uw toegangscode in (3 cijfers gevolgd door l). Als u een lange toon hoort, zijn er berichten voor u. c Als u twee korte piepjes hoort, drukt u op 9 5 4.
Hoofdstuk 10 Opdrachten voor afstandsbediening 10 U kunt uw machine vanaf een ander toestel bedienen met behulp van de onderstaande opdrachten. Wanneer u de machine opbelt en de toegangscode (3 cijfers gevolgd door l invoert), hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren. Opdrachten voor afstandsbediening Wat u moet doen 91 Ingesproken berichten afspelen (FAX-1460 en FAX-1560) Na één lange toon worden de ingekomen berichten afgespeeld.
Afstandsopties Opdrachten voor afstandsbediening 96 97 2 Alle faxen opvragen Toets het nummer in van de faxmachine waarop de opgeslagen faxberichten moeten worden ontvangen. (Zie Faxberichten opvragen op pagina 54.) 3 Faxen in het geheugen wissen Als u een lange toon hoort, zijn de faxberichten uit het geheugen gewist. De ontvangststatus controleren (FAX-1355 en FAX-1360) 1 Document 97 U kunt controleren of uw machine faxberichten heeft ontvangen. Als dat het geval is, hoort u een lange toon.
11 Rapporten afdrukken Faxrapporten 11 U dient het verzendrapport en de journaaltijd in te stellen met de Menu-toets. Verzendrapport 11 U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. In dit rapport staan de datum en de tijd waarop het bericht werd verzonden en er wordt aangegeven of het verzenden gelukt is (OK). Als u Aan of Aan+Beeld selecteert, wordt dit rapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt. Faxjournaal (activiteitenrapport) a b 58 Druk op Menu, 2, 4, 2.
Rapporten afdrukken Rapporten 11 De volgende rapporten zijn beschikbaar: 1. Verzendrapport Hiermee drukt u een verzendrapport af van de laatste transmissie. 2. Help Een helplijst voor het snel programmeren van de machine. 3. Snel Kiezen Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen voor ééntoetsnummers en snelkiesnummers. De nummers staan in numerieke volgorde in de lijst. 4. Fax Journaal In deze lijst staat informatie over de laatste ontvangen en verzonden faxen.
12 Pollen 12 Met pollen kunt u de machine zo instellen dat andere personen faxen van uw kunnen ontvangen, maar dat zij voor het telefoontje betalen. U kunt ook een faxmachine bellen om een document op te vragen, zodat u voor het telefoontje betaalt De pollingfunctie werkt alleen als deze op beide machines is ingesteld. Niet alle faxmachines ondersteunen de pollingfunctie. Ontvang Pollen Ontvang Pollen instellen b Controleer of de faxmodus ingeschakeld. d e Toets het te pollen faxnummer in.
Pollen Opeenvolgend pollen 12 Met Opeenvolgend pollen kunt u in één bewerking documenten op verschillende faxmachines opvragen. a b Controleer of de faxmodus ingeschakeld. d Druk op a of b om Stand., Beveilig of Tijdklok te selecteren. Druk op OK. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Beveilig hebt geselecteerd, voert u een viercijferig nummer in, drukt u op OK en gaat u naar stap e. Als u Tijdklok hebt geselecteerd, voert u in 24-uurformaat in hoe laat u wilt pollen en drukt u op OK.
Hoofdstuk 12 Verzend pollen instellen met beveiligingscode 12 Met Beveiligd pollen kunt u instellen wie de documenten kan opvragen die u hebt klaargezet om te pollen. Beveiligd pollen werkt alleen met Brotherfaxmachines. Als een andere persoon een fax vanaf uw machine wil ophalen, dient deze de beveiligingscode in te voeren. a Controleer of de faxmodus ingeschakeld. b c Het document laden. is Druk op Menu, 2, 2, 6. 6.Verzend Pollen d Druk op a of b om Beveilig te selecteren. Druk op OK.
Paragraaf III Kopiëren Kopiëren III 64
13 Kopiëren Kopiëren 13 13 Kopieermodus instellen 13 Druk op (Kopie) om de kopieermodus in te stellen. De standaardinstelling is Fax. U kunt het aantal seconden of minuten wijzigen dat de machine in de kopieermodus blijft. (Zie Tijdklokstand op pagina 15.) Meerdere kopieën maken a Controleer of de kopieermodus ingeschakeld. b c Het document laden. d Druk op Start. 13 is Gebruik de kiestoetsen om het aantal kopieën in te voeren (maximaal 99).
Kopiëren Kopieeropties Gebruik de kopieertoets als u de kopieerinstellingen tijdelijk wilt wijzigen voor de volgende kopie. De machine schakelt na het kopiëren weer over naar de standaardinstellingen of naar de faxmodus als u de tijdklokstand hebt ingesteld. Zie Tijdklokstand op pagina 15 voor meer informatie. Druk op Menuopties/ Druk op Kwaliteit Opmerking 13 Opties Pagina Normaal 65 Snel U kunt de kopieerinstellingen die u het vaakst gebruikt opslaan door ze als de standaard in te stellen.
Hoofdstuk 13 d Ga als volgt te werk om de volgende kopie te vergroten of verkleinen: Voer een van de volgende handelingen uit: Druk op Kopie Opties en a of b om Kwaliteit te selecteren. a Controleer of de kopieermodus ingeschakeld. b c Het document laden. d Druk op Kopie Opties en a of b om Vergr./Verklein te selecteren. Druk op OK. e Kies een van de onderstaande opties: Druk op OK. e f Druk op a of b om Normaal, Snel of Fijn te selecteren. Druk op OK. Druk op Start.
Kopiëren N op 1 kopieën 13 4 op 1 (P) Met de kopieerfunctie N op 1 kunt u twee of vier pagina's op één pagina afdrukken. Dit is handig om papier te besparen. Belangrijk 13 4 op 1 (L) Controleer of het papierformaat is ingesteld op A4. U kunt de instelling Vergroot/Verklein niet gebruiken met de functie N op 1. (P) betekent Portret (staand) en (L) betekent Landschap (liggend). a Controleer of de kopieermodus ingeschakeld. b c Het document laden.
Hoofdstuk 13 Helderheid en contrast instellen Contrast 13 Helderheid 13 Doe het volgende om de helderheidsinstelling tijdelijk te wijzigen: Controleer of de kopieermodus ingeschakeld. b c Het document laden. is Druk op Kopie Opties en a of b om Helderheid te selecteren. Druk op OK. e e Druk op a of b om de kopie lichter of donkerder te maken. Druk op OK. f Druk op Start.
Paragraaf IV Bijlagen Veiligheid en wettelijke bepalingen Problemen oplossen en routineonderhoud Menu en functies Specificaties Verklarende woordenlijst IV 70 77 97 106 114
A Veiligheid en wettelijke bepalingen Een geschikte plaats kiezen Zet de machine op een vlakke, stabiele ondergrond die niet trilt en schokt, zoals een bureau. Plaats de machine in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard stopcontact. Kies een locatie waar de temperatuur tussen de 10° C en 35° C blijft. VOORZICHTIG • Zet de machine niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen. • Plaats de machine niet op een tapijt.
Veiligheid en wettelijke bepalingen Veilig gebruik van de machine A Bewaar deze voorschriften zodat u ze later kunt naslaan. Raadpleeg ze altijd voordat u probeert enig onderhoud te verrichten. Opmerking (FAX-1460 en Fax-1560) Als zich faxberichten in het geheugen van de machine bevinden, moet u deze afdrukken of opslaan voordat u de stekker langer dan 24 uur uit het stopcontact verwijdert. (Zie Faxberichten overbrengen naar een andere machine op pagina 83 om de faxen in het geheugen af te drukken.
Plaats uw handen NIET op de rand van de machine onder de klep van het bedieningspaneel en raak de documentinvoerrollen niet aan. Hierdoor kan letsel ontstaan. Plaats uw handen NIET op de rand van de papierlade onder het deksel van de uitvoerlade. Hierdoor kan letsel ontstaan. Raak de papierinvoerrol NIET aan. Hierdoor kan letsel ontstaan.
Veiligheid en wettelijke bepalingen Raak het grijze gedeelte in de afbeelding NIET aan. Hierdoor kan letsel ontstaan. Wanneer u de machine verplaatst, moet u deze aan de onderkant optillen door een hand aan iedere kant van het toestel te plaatsen, zoals weergegeven in de illustratie. Verwijder onmiddellijk de stekker uit het stopcontact als de machine heet wordt, een vreemde lucht verspreidt, of als er rook uitkomt. Neem contact op met uw Brother-leverancier.
WAARSCHUWING • Ga bij het installeren of wijzigen van telefoonlijnen voorzichtig te werk. Raak niet-geïsoleerde telefoondraden of aansluitingen nooit aan, tenzij de telefoonlijn bij het wandcontact is afgesloten. Installeer telefoonbedrading nooit tijdens onweer. Installeer een telefoonwandstekker nooit op een vochtige plaats. • Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact.
Veiligheid en wettelijke bepalingen 9 Gebruik alleen het netsnoer dat bij de machine wordt geleverd. 10 Plaats nooit iets op het netsnoer. Zet het apparaat niet op een plaats waar mensen over de snoeren kunnen lopen. 11 Zorg dat de opening voor ontvangen faxberichten van de machine nooit wordt geblokkeerd. Plaats nooit een voorwerp in het pad van inkomende faxberichten. 12 Wacht totdat de machine de pagina's heeft uitgeworpen voordat u ze eruit pakt.
EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419 A Dit apparaat is gemarkeerd met het bovenstaande recycle symbool. Het betekent dat u het apparaat, aan het eind van zijn levensduur, apart moet aanleveren bij een daarvoor bestemd verzamelpunt en niet bij het gewone huishoudelijke afval mag plaatsen. Dit zal het leefmilieu voor ons allemaal ten goede komen. (Alleen voor de Europese Gemeenschap) Handelsmerken Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
B Problemen oplossen en routineonderhoud B Problemen oplossen B Raadpleeg de onderstaande tabel als u problemen ondervindt met de machine en volg de instructies. De meeste problemen kunt u gemakkelijk zelf oplossen. Indien u hulp nodig hebt, kunt u terecht bij het Brother Solutions Center voor de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com.
Kopieën en ontvangen faxen afdrukken (Vervolg) Probleem Suggesties Bedrukte pagina's worden met meerdere vellen tegelijk ingevoerd en veroorzaken een papierstoring. Sluit het deksel van de uitvoerlade en schuif de lade naar buiten, duw de papierlade vervolgens stevig terug in de machine. Houd de papierlade vast terwijl u de papiersteunklep uittrekt. (Zie de illustraties in Papier laden op pagina 10.
Problemen oplossen en routineonderhoud Faxen verzenden Probleem Suggesties Kan geen fax verzenden Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of de toets Fax brandt. (Zie Faxmodus instellen op pagina 22.) Vraag de andere partij te controleren of de ontvangende machine over papier beschikt. Druk het Verzendrapport af en controleer of er storingen worden gemeld. (Zie Rapporten op pagina 59.) Controleer of het deksel van het bedieningspaneel volledig is gesloten.
Problemen met kopiëren Probleem Suggesties Kan geen kopie maken Controleer of de toets Kopie brandt. (Zie Kopieermodus instellen op pagina 64.) Controleer of het deksel van het bedieningspaneel volledig is gesloten. Verticale strepen op de kopieën Reinig de scanner als u verticale strepen op de kopieën ziet. (Zie De scanner reinigen op pagina 90.) Foutmeldingen B Zoals bij alle geavanceerde kantoorproducten kunnen er zich storingen voordoen.
Problemen oplossen en routineonderhoud Foutmelding Oorzaak Wat te doen Deksel open De bovenste klep ter verwijdering van vastgelopen papier is niet volledig gesloten. Open de bovenste klep ter verwijdering van vastgelopen papier en sluit deze vervolgens opnieuw. Het deksel van de inktcartridges is niet goed gesloten. Klik het deksel van de inktcartridges stevig dicht. Formaat nazien U gebruikt een verkeerd papierformaat.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen Niet toegewezen U hebt geprobeerd een ééntoetsnummer of snelkiesnummer te gebruiken dat niet is opgeslagen. Stel het ééntoetsnummer of snelkiesnummer in. (Zie Snelkiesnummers opslaan op pagina 45.) Papier nazien Het papier is op of niet juist in de papierlade geplaatst. Voer een van de volgende handelingen uit: Plaats papier in de lege lade en druk op Start. Verwijder het papier en plaats het opnieuw in de lade. Druk vervolgens op Start.
Problemen oplossen en routineonderhoud Uw faxen of het faxjournaal overbrengen Als op het LCD-scherm Wijzig. Onm. XX Reinig. Onm. XX Init. Onmog. XX Afdrukken Onm XX Scannen Onm. XX Faxberichten overbrengen naar een andere machine Als u nog geen stationsnummer hebt ingesteld, kunt u de faxoverbrengingsstand niet gebruiken. a Druk op Stop/Eindigen om de fout tijdelijk te verwijderen. b c Druk op Menu, 9, 0, 1.
Document vast B Documenten kunnen vastlopen als ze niet goed zijn ingevoerd of te lang zijn. Ga als volgt te werk om een vastgelopen document te verwijderen. Het document is vastgelopen aan de voorzijde van de machine B a Verwijder al het papier uit de ADF die niet is vastgelopen. b Trek het vastgelopen papier (1) in de richting van de voorzijde uit de machine. Het document is vastgelopen in het deksel van het bedieningspaneel a Verwijder al het papier uit de ADF die niet is vastgelopen.
Problemen oplossen en routineonderhoud c Papier vastgelopen in de machine B Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats waar het in de machine is vastgelopen. Open en sluit de bovenste klep ter verwijdering van vastgelopen papier om de fout te verwijderen. a Trek de papierlade (1) uit de machine. 1 1 b Verwijder de onderste klep ter verwijdering van vastgelopen papier (1) aan de achterzijde van de machine. Trek het vastgelopen papier uit de machine.
e Open de bovenste klep ter verwijdering van vastgelopen papier (1). Controleer of er geen papier is achtergebleven in de hoeken van de machine. g Duw de papierlade stevig terug in de machine. Houd de papierlade vast terwijl u de papiersteun uittrekt en op zijn plaats klikt en vouw de papiersteunklep uit (zie de illustraties in Papier laden op pagina 10).
Problemen oplossen en routineonderhoud Storing op de telefoonlijn Als u problemen met het verzenden of ontvangen van een fax hebt door mogelijke storing op de telefoonlijn, raden wij u aan de optie Egalisatie bij Compatibel aan te passen om de modemsnelheid voor faxbewerkingen te verlagen. a b Druk op Menu, 2, 0, 2. Druk op a of b om Minimaal (of Normaal) te selecteren. Minimaal verlaagt de modemsnelheid naar 9600 bps.
Opmerking Als het gele beschermkapje loskomt terwijl u de zak opent, raakt de cartridge niet beschadigd. c Open de verpakking van de nieuwe inktcartridge en haal de cartridge eruit. d Verwijder het gele beschermkapje (1). e De inktcartridge heeft een eigen juiste positie. Plaats de inktcartridge in de richting van de pijl op het label in de machine. f Duw de vergrendeling omhoog en klik deze op zijn plaats. Sluit vervolgens het deksel van de inktcartridge.
Problemen oplossen en routineonderhoud Opmerking Als Geen Cartridge op het LCDscherm wordt weergegeven nadat u de inktcartridge hebt geïnstalleerd, is de cartridge correct geïnstalleerd. WAARSCHUWING Mocht u inkt in uw ogen krijgen, spoel ze dan onmiddellijk uit met water en raadpleeg een arts als u zich bezorgd maakt. VOORZICHTIG Verwijder de inktcartridge NIET als deze niet vervangen hoeft te worden.
Ga als volgt te werk om de buitenkant van de machine te reinigen: a Trek de papierlade (1) volledig uit de machine. e B De scanner reinigen a 1 Sluit het deksel van de uitvoerlade en duw de papierlade stevig terug in de machine. Haal de stekker van de machine uit het stopcontact en open het deksel van het bedieningspaneel (1). Reinig de witte balk (2) en de glazen strook (3) met behulp van een pluisvrije doek met isopropylalcohol.
Problemen oplossen en routineonderhoud De geleiderol van de machine reinigen WAARSCHUWING Verwijder de stekker van de machine uit het stopcontact voordat u de geleiderol (1) reinigt. a De papierinvoerrol reinigen B B a Trek de papierlade volledig uit de machine. b Haal de stekker van de machine uit het stopcontact en verwijder de onderste klep ter verwijdering van vastgelopen papier (1). Reinig de geleiderol van de machine (1) en het gebied eromheen.
De printkop reinigen Om een goede afdrukkwaliteit te garanderen, zal de machine de printkop regelmatig reinigen. U kunt het reinigingsproces handmatig opstarten indien noodzakelijk. Als er op de afgedrukte pagina's een horizontale streep door tekst of grafisch werk loopt, moet u de printkop en de inktpatronen reinigen. Bij het reinigen van de printkop wordt wat inkt verbruikt. Wanneer de kop te vaak wordt gereinigd, wordt er onnodig inkt verbruikt. VOORZICHTIG Raak de printkoppen NIET aan.
Problemen oplossen en routineonderhoud g Op het LCD-scherm wordt u gevraagd of u de printkop wilt reinigen. Reinigen starten 1.Ja 2.Nee Druk op 1 (Ja). De machine begint de printkop te reinigen. h Druk op Stop/Eindigen. Als u deze procedure ten minste vijf keer hebt uitgevoerd en de afdrukkwaliteit nog steeds matig is, vervangt u de inktpatroon. Nadat u de inktpatroon hebt vervangen, controleert u de afdrukkwaliteit.
Controleren hoeveel inkt er nog over is B U kunt controleren hoeveel inkt zich nog in de cartridge bevindt. a b Druk op a of b om Inktvolume te selecteren. Druk op OK. Op het LCD-scherm wordt aangegeven hoeveel inkt er nog in de patroon zit. VOORZICHTIG Het is belangrijk dat u de machine de printkop laat 'parkeren' na een afdrukopdracht. Luister goed naar de machine voordat u het apparaat uitschakelt om te controleren of alle mechanische geluiden zijn gestopt.
Problemen oplossen en routineonderhoud VOORZICHTIG Als u de gele bescherming niet kunt vinden, mag u de inktcartridge NIET verwijderen als u de machine gaat vervoeren. Het is van essentieel belang dat tijdens het vervoeren van de machine de gele bescherming is geplaatst of dat de inktcartridge op zijn plaats zit. Als u de beschermingen niet kunt vinden en de machine zonder de tonercartridges vervoert, kan de machine worden beschadigd en de garantie vervallen.
Hoofdstuk B Afvalscheiding (FAX-1460 en FAX-1560) c Knip met een schaar de plastic uitsteeksels van het batterijklepje en verwijder het klepje. d Trek de batterij naar buiten, knip de aansluitdraden door en verwijder de batterij. e Sluit de bovenste klep ter verwijdering van vastgelopen papier. B De machine bevat een Ni-MH-batterij (nikkelmetaalhydride) voor het geheugen.
C Menu en functies Programmeren op het scherm Geheugenopslag C De machine is eenvoudig in het gebruik en kan met behulp van de menutoetsen en het LCD-scherm worden geprogrammeerd. Dankzij het gebruiksvriendelijke programmeren kunt u alle menuselecties van de machine optimaal benutten. Tijdens het programmeren van uw machine verschijnen op het LCD-scherm stap-voorstapaanwijzingen die u door de programmeerprocedure leiden.
Menutoetsen C Doe het volgende om de menumodus te openen: a b Druk op Menu. Kies een optie. Druk op 1 om het menu Algemene instellingen te openen. Druk op 2 om het faxmenu te openen. Druk op 3 om het kopiemenu te openen. Het menu openen. Naar het volgende menuniveau. Optie accepteren. Druk op 0 om het menu Standaardinstellingen te openen. Terug naar het vorige menuniveau. U kunt sneller door elk menuniveau bladeren door op a of b te drukken voor de gewenste richting.
Menu en functies Tabel met menuopties C De menutabel helpt u de menuselecties en -opties de programma's van de machine te begrijpen. De fabrieksinstellingen staan vetgedrukt met een asterisk. Kiezen & OK Kiezen & OK om te accepteren om te eindigen Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijvingen Pagina 1.Standaard inst. 1.Tijdklokstand — 0 Sec.* Hiermee stelt u de tijd in waarna wordt teruggekeerd naar de faxstand.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijvingen Pagina 1.Standaard inst. 6.LCD Contrast — Licht Hiermee stelt u het contrast van het LCDscherm af. 17 Hiermee regelt u het niveau van de echocontrole. Zie de gebruikershandleiding van de DECT™ -telefoon Hiermee wordt ingesteld hoe vaak de machine overgaat voordat er wordt beantwoord in de stand Alleen Fax of Fax/Telefoon.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuopties 2.Fax 1.Ontvangstmenu 4.Code Op Afst. (Vervolg) (Uitsluitend in faxmodus) Opties Omschrijvingen Pagina Aan* ( l51, #51) U kunt alle telefoontjes op een tweede of een extern toestel aannemen en deze codes gebruiken om de machine te activeren of te deactiveren. U kunt deze codes aanpassen aan uw persoonlijke wensen. 42 Als deze functie is ingeschakeld, wordt een inkomend faxbericht verkleind afgedrukt.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijvingen Pagina 2.Fax 3.Kiesgeheugen 1.Directkies — Hiermee worden ééntoetsnummers in het geheugen opgeslagen, zodat u deze eenvoudig met slechts een paar toetsen (en Start) kunt kiezen. 45 2.Snelkies — Hiermee worden snelkiesnummers in het geheugen opgeslagen, zodat u deze eenvoudig met slechts een paar toetsen (en Start) kunt kiezen. 45 3.Groep instell. — Hiermee stelt u een groepsnummer voor groepsverzenden in. 46 1.Verzendrapp.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijvingen Pagina 2.Fax 7.Beantw. inst. (FAX-1460 en FAX-1560) 1.Uitg. bericht Beantw. Bericht Afspelen/opnemen of het uitgaande bericht verwijderen. 47 De maximumlengte van inkomende berichten selecteren. 50 Hiermee kunt u het luidsprekervolume in- of uitschakelen als er berichten binnen komen. 51 (Vervolg) F/T Bericht 2.Max. Ber. Tijd 30* Sec. 60 Sec. 120 Sec. 180 Sec. 3.Igb Mon.Volume Aan* Uit 0.Diversen 1.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijvingen Pagina 4.Print lijsten 3.Snel Kiezen — — Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen voor ééntoetsnummers en snelkiesnummers. De nummers staan in numerieke volgorde in de lijst. 59 4.Fax Journaal — — In deze lijst staat informatie over de laatste ontvangen en verzonden faxen. (TX betekent verzonden.) (RX betekent ontvangen.) 59 5.Gebruikersinst — — Hiermee drukt u een lijst met de instellingen af. 59 5.
Menu en functies Tekst invoeren Speciale tekens en symbolen C C Druk op l, # of 0, en druk vervolgens op d of c om de cursor onder het gewenste teken of symbool te zetten. Druk vervolgens op OK om het teken of symbool te selecteren. Bij het instellen van bepaalde menuopties, zoals het stationsnummer, moet tekst in de machine worden ingevoerd. Boven de meeste kiestoetsen staan drie of vier letters. Boven de toetsen 0, # en l staan geen letters omdat deze toetsen een speciale functie hebben.
D Specificaties D Algemeen D Geheugencapaciteit 16 MB Geheugenopslag Circa 24 uur (FAX-1460 en FAX-1560) ADF (automatische documentinvoer) Max.
Specificaties Afmetingen FAX-1355 D FAX-1360 en FAX-1460 D 325 mm 214 mm 407 mm 292 mm 490 mm FAX-1560 D 325 mm 202 mm 422 mm Gewicht Geluidsemissie Temperatuur Vochtigheid 1 292 mm 490 mm FAX-1355: 5,7 kg FAX-1360 / FAX-1460: 5,85 kg FAX-1560 : 5,95 kg In bedrijf: 50 dB 1 In bedrijf: 5 tot 40° C Beste 18 tot 33° C afdrukkwaliteit: In bedrijf: 20 tot 80% (niet condenserend) Beste 20 tot 80% (niet condenserend) afdrukkwaliteit: Dit is afhankelijk van de omstandigheden waarin wordt afgedr
Afdrukmedia Papierinvoer D Papierlade Type papier: Normaal papier Papierformaat: Letter, Legal, A4 Zie Gewicht, dikte en capaciteit van het papier op pagina 9 voor meer informatie.
Specificaties Fax D Compatibel ITU-T Groep 3 Coderingssysteem MH/MR/MMR Modemsnelheid Automatische fallback 14.
Digitaal antwoordapparaat (FAX-1460 en Fax-1560) Antw.app. Ja Opnametijd inkomende berichten Max. 29 minuten / Max. 99 berichten Bespaarstand voor telefoonkosten Ja Uitgaande berichten Ja Opnametijd uitgaande berichten 20 sec. 110 (Max. 180 sec.
Specificaties Digitale Draadloze Hoorn (FAX-1560) D Draadloze telefoon (BCL-D20) D Frequentie 1,9 GHz Standaard DECT Aansluiting van meerdere hoorns Maximaal 4 hoorns Afmetingen 154 mm 31,6 mm 49,6 mm Gewicht (inclusief batterij) 149 g LCD-scherm (Liquid Crystal Display) 16 nummers, 3 lijnen (+1 lijn voor afbeeldingen), Achtergrondverlichting (oranje) Ladingindicator Ja (LED) Tijdsduur volledige lading 12 uur Tijdens gebruik (spreekstand) 10 uur Niet in gebruik (stand-bystand) 200
Kopiëren D Kleur/zwart-wit Nee/Ja Documentformaat Breedte ADF: 89 mm tot 215,9 mm Hoogte ADF: 127 mm tot 355,6 mm Kopieersnelheid Maximaal 18 pagina's/minuut (A4-papier) 1 Meerdere kopieën Kan maximaal 99 pagina's stapelen Kan maximaal 99 pagina's sorteren Vergr./Verklein Resolutie 25% tot 400% (in stappen van 1%) Kan maximaal 203 × 600 dpi scannen Kan maximaal 600 × 600 dpi afdrukken 1 Gebaseerd op het standaardpatroon van Brother.
Specificaties Verbruiksartikelen D Inkt De machine gebruikt een aparte zwarte inktcartridge die los staat van de printkopset. Gebruiksduur van tonercartridge Zwart - Circa 500 pagina's bij een dekking van 5% De eerste keer dat u een inktcartridge installeert, gebruikt de machine een bepaalde hoeveelheid inkt om de inkttoevoerbuisjes te vullen, zodat ook de eerste afdrukken van hoge kwaliteit zijn. Dit gebeurt eenmalig. Met alle volgende inktcartridges kunt u het opgegeven aantal pagina's afdrukken.
E Verklarende woordenlijst E Dit is een uitvoerige lijst van functies en termen die voorkomen in Brother-handleidingen. Beschikbaarheid van deze functies is afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft. ADF (automatische documentinvoer) Het document kan in de ADF worden geplaatst, waarbij iedere pagina om beurten automatisch wordt gescand. Afstandsbediening De mogelijkheid om vanaf een toetstelefoon op afstand toegang te krijgen tot uw machine. Antw.app.
Verklarende woordenlijst Extern toestel Een antwoordapparaat of telefoon die is aangesloten op de machine. Gebruikersinstellingen Een afgedrukt rapport met de huidige instellingen van de machine. F/T-beltijd Het aantal keren dat de dubbele bel van de machine overgaat om u te waarschuwen dat u een normaal telefoongesprek moet beantwoorden (als de machine in de stand FAX/TEL de telefoon automatisch heeft beantwoord). Grijstinten De grijstinten die voor het kopiëren en faxen van foto's worden gebruikt.
LCD-scherm (Liquid Crystal Display) Dit is het schermpje op uw machine waarop tijdens het programmeren meldingen verschijnen. Wanneer de machine inactief is, worden op dit schermpje de datum en de tijd aangegeven. Nummerweergave Een door het telecommunicatiebedrijf geleverde voorziening waarbij het nummer (of de naam) van degene die u belt wordt weergegeven. Ontvangst zonder papier (Geh.ontvangst) Faxen worden in het geheugen van de machine opgeslagen als de machine geen papier meer heeft.
Verklarende woordenlijst Toegangscode op afstand Uw eigen code van vier tekens (---l) die u in staat stelt uw machine vanaf een toestel op afstand te bellen en te bedienen. Toon Een kiesmethode die gebruikt wordt bij toetstelefoons. Transmissie Het vanaf de machine over de telefoonlijn verzenden van documenten naar een ander faxapparaat. Tweede telefoontoestel Een telefoontoestel dat gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de faxmachine maar op een aparte wandcontactdoos is aangesloten.
F Index A B Aansluiten extern antwoordapparaat ......................39 externe telefoon ....................................41 Aansluitingen Extern toestel Antwoordapparaat ..............................39 externe telefoon .................................39 Aansluitingen op meerdere lijnen (PBX) .......................................................40 ADF (automatische documentinvoer) .... 6, 22, 35 ADF-deksel ..............................................84 Afdruk gebied ............................
contrast ..............................................23 Direct verzenden ................................25 faxmodus instellen .............................22 Groepsverzenden ..............................22 handmatig ..........................................26 internationaal .....................................25 Resolutie ............................................24 storing op de telefoonlijn ....................87 uitgesteld verzenden ..........................25 uitgestelde groepsverzending ......
M Q Menutabel ................................................97 Modus, instellen Fax ........................................................22 Kopiëren ................................................64 Quick-dial Eéntoetsnummer instellen ............................................. 45 wijzigen ............................................. 45 Groepskiezen groepen voor rondsturen instellen ..... 46 wijzigen ............................................. 45 Groepsverzenden ...............................
T Tekst, invoeren ......................................105 speciale tekens ...................................105 Telefoonlijn aansluitingen .........................................39 meerdere lijnen (PBX) ..........................40 problemen .............................................78 storing ...................................................86 Tijdelijke kopieerinstellingen ....................65 Tweede toestel, gebruiken .......................42 Tweevoudige werking .............................
OPMERKING Dit apparaat bevat een Ni-MH batterij voor memory back-up. Raadpleeg uw leverancier over de verwijdering van de batterij op het moment dat u het apparaat bij einde levensduur afdankt. Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als Klein Chemisch Afval. Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Bezoek ons op World Wide Web http://www.brother.com Deze machine is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Lokale Brotherbedrijven of leveranciers ondersteunen alleen machines die in het land van vestiging zijn aangeschaft.