Operation Manual

Hoofdstuk 10
56
Opdrachten voor afstandsbediening 10
U kunt uw machine vanaf een ander toestel bedienen met behulp van de onderstaande
opdrachten. Wanneer u de machine opbelt en de toegangscode (3 cijfers gevolgd door l invoert),
hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren.
Opdrachten voor afstandsbediening Wat u moet doen
91 Ingesproken berichten afspelen
(FAX-1460 en FAX-1560)
Na één lange toon worden de ingekomen berichten
afgespeeld.
1 Herhaal of Terugwaarts Druk op 1 terwijl u een ingekomen bericht beluistert om het
bericht te herhalen. Als u op 1 drukt voordat een bericht
wordt afgespeeld, wordt het vorige bericht afgespeeld.
2 Voorwaarts Tijdens het afspelen van een ingekomen bericht kunt u naar
het volgende bericht gaan.
9 STOP Afspelen Het afspelen van ingekomen berichten wordt gestopt.
93 Alle voicemail wissen (FAX-1460 en
FAX-1560)
Als u één lange toon hoort, is de verwijdering geaccepteerd.
Als u drie korte piepjes hoort, kunt u de ingekomen
berichten niet verwijderen omdat nog niet alle ingesproken
berichten zijn afgespeeld of omdat er geen ingesproken
berichten zijn om te verwijderen.
*Met deze code verwijdert u alle opgenomen berichten in
één keer.
94 Uitgaande berichten in het
geheugen afspelen en opnemen
(FAX-1460 en FAX-1560)
1 Afspelen 1 Beantw. Bericht Het geselecteerde uitgaande bericht wordt afgespeeld. U
kunt het afspelen van uitgaande berichten stoppen door op
9 te drukken.
2 F/T Bericht
2 Opnemen 1 Beantw. Bericht Nadat u één lange toon hebt gehoord, kunt u het
geselecteerde uitgaande bericht opnemen. Het bericht
wordt éénmaal afgespeeld. U kunt het opnemen van het
bericht stoppen door op 9 te drukken.
2 F/T Bericht
95 Wijzig de instellingen voor Fax
Doorzenden of Fax Opslaan
1 UIT U kunt Uit selecteren nadat u alle berichten hebt
opgehaald of gewist.
2 Fax Doorzenden Als u één lange toon hoort, is de wijziging geaccepteerd. Als
u drie korte piepjes hoort, kunt u de instelling niet wijzigen
omdat er niet aan één van de voorwaarden is voldaan (er is
bijvoorbeeld geen nummer opgegeven waarnaar faxen
moeten worden doorgestuurd). Toets 4 in om het nummer
voor Fax Doorzenden te registreren. (Zie Het nummer
wijzigen waarnaar faxberichten worden
doorgestuurd op pagina 55.)
4 Nummer voor Fax Doorzenden
6 Fax Opslaan