Operation Manual

Nederlands
23
Als de draad breekt tijdens het
naaien
Verwijder de stof en rijg de draden opnieuw in de
juiste volgorde in: onderste grijper, bovenste
grijper, rechternaald en linkernaald. (Zie voor het
opnieuw inrijgen HOOFDSTUK 3 “Inrijgen”.)
Plaats het materiaal weer onder de persvoet en
naai 3-5 cm over de vorige steken.
LET OP!
Laat geen rechte spelden in de stof achter bij het
naaien, omdat hierdoor de naalden en mesjes
worden beschadigd.
Dunne stoffen naaien
1. Stel de druk van de persvoet zodanig af dat de
stof niet rimpelt en er bochten kunnen worden
genaaid. (Zie HOOFDSTUK 1 “Persvoetdruk
instellen”.)
2. Zet de draadspanning losser, maar denk eraan
dat bij een te lage spanning de draad kan
breken en steken kunnen worden
overgeslagen.
Gebruik van de steekpositievinger W
Bij het naaien van stretchmateriaal en rekbare
stoffen kunt u met de bijgeleverde
steekpositievinger W voorkomen dat de stof
uitrekt, zonder de draadspanning bij te stellen.
Steekpositievinger Steekpositievinger W
"W"-teken