Network User's Guide

Table Of Contents
Beveiligingsfuncties
77
6
Authenticatiemethode
Selecteer de verificatiemethode. Selecteer Vooraf gedeelde sleutel of Certificaten.
Vooraf gedeelde sleutel
Tijdens het versleutelen van communicatie wordt de coderingssleutel op voorhand via een ander kanaal
uitgewisseld en gedeeld.
Als u Vooraf gedeelde sleutel hebt geselecteerd voor de Authenticatiemethode, vult u de Vooraf
gedeelde sleutel in (max. 32 tekens).
Lokaal Type id/Id
Selecteer het type id van de afzender en vul vervolgens de id in.
Selecteer voor het type IPv4-adres, IPv6-adres, FQDN, E-mailadres of Certificaat. Als u Certificaat
hebt geselecteerd, vult u in het veld Id de algemene naam van het certificaat in.
Extern Type id/Id
Selecteer het type id van de ontvanger en vul vervolgens de id in.
Selecteer voor het type IPv4-adres, IPv6-adres, FQDN, E-mailadres of Certificaat. Als u Certificaat
hebt geselecteerd, vult u in het veld Id de algemene naam van het certificaat in.
Certificaat
Als u Certificaten hebt geselecteerd voor Authenticatiemethode, selecteert u het certificaat.
OPMERKING
U kunt alleen de certificaten selecteren die aangemaakt zijn gemaakt met de pagina Certificaat van het
configuratiescherm voor beveiliging van Beheer via een webbrowser.
IKEv2-instellingen voor een IPsec-sjabloon 6
Naam sjabloon
Vul de naam voor de sjabloon in (max. 16 tekens).
Voorgeconfigureerde sjabloon gebruiken
Selecteer Aangepast, Strenge beveiliging IKEv1, Gemiddelde beveiliging IKEv1, Strenge beveiliging
IKEv2 of Gemiddelde beveiliging IKEv2. De items voor de instellingen verschillen, afhankelijk van de
geselecteerde sjabloon.
OPMERKING
De standaardsjabloon kan afwijken, afhankelijk van de vraag of u Normaal of Agressief hebt geselecteerd
voor Onderhandelingsmodus in het configuratiescherm voor IPsec.