GEBRUIKERSHANDLEIDING DCP-115C DCP-120C DCP-315CN
Als u de klantendienst moet bellen A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie: Modelnummer: DCP-115C, DCP-120C en DCP-315CN (Omcirkel uw modelnummer) Serienummer:* Aankoopdatum: Aankoopplaats: * Het serienummer staat op de achterkant van het toestel. Bewaar deze Gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie. Registreer uw product online op http://www.brother.
Samenstelling en publicatie Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt. De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
EC Declaration of ii
EG conformiteitverklaring onder de richtlijn R & TTE Producent Brother Industries, Ltd.
Veiligheidsmaatregelen Veilig gebruik van het apparaat Bewaar deze voorschriften zodat u ze later kunt naslaan. Raadpleeg ze altijd voordat u probeert enig onderhoud te verrichten. WAARSCHUWING Binnen in het apparaat bevinden zich elektroden waar hoge spanning op staat. Haal de stekker van het apparaat uit het contact voordat u het apparaat reinigt. Hanteer de stekker nooit met natte handen. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
WAARSCHUWING Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact. In geval van nood moet u het netsnoer uit het stopcontact trekken om het apparaat volledig uit te schakelen. Voorzichtig Om de beste afdrukkwaliteit te handhaven, adviseren wij dat u de AAN/UIT toets gebruikt om uw apparaat uit te zetten. Verwijder de stekker niet uit het stopcontact, tenzij u de machine verplaatst of onderhoud uitvoert.
Een geschikte plaats kiezen Zet het apparaat op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingvrije plaats. Plaats het apparaat in de buurt van een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10 °C en 35 °C blijft. Voorzichtig ■ Zet het apparaat niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen. ■ Plaats het apparaat niet op het tapijt.
De gebruikershandleiding openen Deze gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over het apparaat, zoals het gebruik van de geavanceerde functies van de printer, de scanner en het netwerk. Voor gedetailleerde informatie over deze bewerkingen verwijzen wij u naar de complete gebruikershandleiding in ‘Documentatie’ op de cd-rom. Netwerk is uitsluitend beschikbaar voor de DCP-315CN.
5 Klik op de documentatie die u wilt lezen. ■ Installatiehandleiding: Instructies voor de installatie en de software ■ Gebruikershandleiding (3 handboeken): Gebruikershandleiding voor stand-alone handelingen, software- en netwerkhandleiding (alleen DCP-315CN) ■ PaperPort® Gebruikershandleiding: Document Management Software Instructies voor het Scannen Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen.
De documentatie weergeven (voor Macintosh®) 1 Zet de Macintosh aan. Plaats de Brother cd-rom met Macintosh® in het cd-romstation. Het volgende venster wordt weergegeven. (Mac OS® X) 2 3 4 Dubbelklik op het pictogram Documentation. Als het taalselectiescherm wordt weergegeven, klikt u dubbel op de gewenste taal. Klik op de documentatie die u wilt lezen.
Inhoudsopgave 1 2 x Inleiding ................................................................................ 1-1 Gebruik van deze handleiding .......................................... 1-1 Informatie opzoeken ................................................... 1-1 De symbolen die in deze handleiding worden gebruikt................................................................... 1-1 Overzicht van het bedieningspaneel................................. 1-2 Indicaties waarschuwings-LED...................
De standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen............. 2-12 Het type papier instellen ........................................... 2-12 Papierformaat instellen............................................. 2-13 Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen .................... 2-13 Helderheid instellen .................................................. 2-14 Contrast instellen...................................................... 2-14 Kleurverzadiging instellen.........................................
6 A S 7 xii Problemen oplossen en routineonderhoud ...................... 6-1 Problemen oplossen ......................................................... 6-1 Foutmeldingen ............................................................ 6-1 Vastgelopen papier (alleen DCP-120C) ..................... 6-3 Het document is bovenaan de ADF vastgelopen. ....................................................... 6-3 Het document is in de ADF vastgelopen. ............... 6-3 Papier vastgelopen in de machine............
1 Inleiding Gebruik van deze handleiding Dank u voor de aanschaf van een Digital Copier/Printer (DCP) van Brother. Dit apparaat is eenvoudig te gebruiken, met een LCD-scherm waarop aanwijzingen verschijnen die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Neemt u echter een paar minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies van het apparaat.
Overzicht van het bedieningspaneel 11 10 1 1 Kopieertoetsen (tijdelijke instellingen): Opties U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke instellingen selecteren voor het kopiëren. Vergroot/Verklein Hiermee kunt u kopieën vergroten of verkleinen, afhankelijk van het door u geselecteerde percentage. Kwaliteit Gebruik deze toets om de kwaliteit voor het kopiëren tijdelijk te wijzigen. Aantal kopieën Gebruik deze toets om meerdere kopieën te maken.
3 Stop/Eindigen 7 Gebruik deze toets om de printkoppen te reinigen en de printkwaliteit en de hoeveelheid inkt te controleren. Met een druk op deze toets wordt een bewerking onderbroken of het menu verlaten. 4 Mono Start Met deze toets maakt u kopieën in zwart-wit. Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (kleur of mono, afhankelijk van de scaninstelling die u in ControlCenter2 hebt opgegeven). 5 Kleur Start 8 9 PhotoCapture Geeft toegang tot het “PhotoCapture Center”™.
Indicaties waarschuwings-LED De waarschuwings-LED (Light Emitting Diode) gaat branden als zich een probleem voordoet met het apparaat. Op het LCD-scherm wordt aangegeven wat de aard van het probleem is. LED apparaat-status Omschrijving Klaar Het apparaat is klaar voor gebruik. Deksel open Het deksel is open. Sluit het deksel. (Raadpleeg Foutmeldingen op pagina 6-1.) Inktpatroon leeg Vervang de inktpatroon door een nieuwe. (Raadpleeg De inktpatronen vervangen op pagina 6-23.
Documenten laden U kunt kopiëren en scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) of vanaf de glasplaat. De ADF (automatische documentinvoer) gebruiken (alleen DCP-120C) De ADF heeft een capaciteit van maximaal 10 vellen en voert het papier vel voor vel in. Gebruik standaardpapier (80 g/m2) en blader de stapel altijd door alvorens het papier in de ADF te plaatsen. GEBRUIK GEEN omgekruld, verkreukeld, gevouwen, gescheurd of geniet papier, en ook geen papier met paperclips, lijm of plakband.
1 2 3 Blader de stapel goed door. Leg uw documenten met de bedrukte zijde naar beneden en de bovenrand eerst in de ADF tot u voelt dat ze de invoerrol raken. Stel de papiergeleiders in op de breedte van uw documenten. Vouw de ADF steunklep uit. ADF documentsteunklep Trek NIET aan het document wanneer het doorschuift. Als u de ADF wilt gebruiken, moet de glasplaat leeg zijn.
De glasplaat gebruiken U kunt de glasplaat gebruiken om pagina voor pagina of pagina’s uit een boek te kopiëren of te scannen. U kunt documenten gebruiken van maximaal 216 mm breed en 297 mm lang. (Alleen voor DCP-120C) Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn. 1 Til het documentdeksel op. Leg documenten document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Over papier De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in het apparaat gebruikt. Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u hebt gekozen, dient u de papiersoort altijd in te stellen op het soort papier dat u plaatst. U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken. Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen alvorens een grote hoeveelheid aan te schaffen.
Omgaan met speciaal papier ■ Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht, en warmte. ■ De gecoate zijde van glanzend papier glimt. Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde niet aanraakt. Plaats glanzend papier met de glimmende zijde naar beneden toe. ■ Voorkom dat u de voor- of achterkant van transparanten aanraakt, daar deze gemakkelijk water en transpiratie absorbeert, wat afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit.
1 - 10 INLEIDING 148 x 210 mm (5.8" x 8.3") 105 x 148 mm (4.1" x 5.8") JIS B5 A5 A6 Transparanten Enveloppen 210 x 297 mm (8.3" x 11.7") 105 x 235 mm (4.1" x 9.3") JE4-envelop A4 98 x 191 mm (3 7/8" x 7 1/2") Monarch 216 x 279 mm (8 1/2" x 11") 105 x 241 mm (4 1/8" x 9 1/2") COM-10 Brief 110 x 220 mm (4.3" x 8.7") Briefkaart 2 (Dubbel) 162 x 229 mm (6.4" x 9") Briefkaart 1 DL-envelop 100 x 148 mm (3.9" x 5.8") 148 x 200 mm (5.8" x 7.
Gewicht, dikte en capaciteit papier Type papier Losse vellen Gewicht 2 Dikte Aantal vellen 0,08 tot 0,15 mm (0,003" tot 0,006") 100* Normaal papier 64 tot 120 g/m (17 tot 32 lb) Inkjetpapier 64 tot 200 g/m2 (17 tot 53 lb) 0,08 tot 0,25 mm (0,003" tot 0,01") 20 Glanzend papier Max. 220 g/m2 (Max. 58 lb) Max. 0,25 mm (Max. 0,01") 20 Photo Card Max. 240 g/m2 (Max. 64 lb) Max. 0,28 mm (Max. 0,01") 20 Indexkaart Max. 120 g/m2 (Max. 32 lb) Max. 0,15 mm (Max. 0,006") 30 Briefkaart Max.
Bedrukbaar gedeelte De onderstaande afbeeldingen tonen het niet bedrukbare gedeelte op losse vellen papier en enveloppen. Losse vellen 3 Enveloppen 3 4 1 4 1 2 2 ■ niet bedrukbaar gedeelte 1Bovenkant 2Onderkant 3Links 4Rechts Losse vellen 3 mm (0 mm)*1 3 mm (0 mm)*1 3 mm (0 mm)*1 3 mm (0 mm)*1 Enveloppen 12 mm 24 mm 3 mm 3 mm *1 Wanneer u de optie Zonder Marges op AAN zet. ■ Het bedrukbare gedeelte is afhankelijk van de instellingen in het stuurprogramma van de printer.
Papier, enveloppen en briefkaarten laden Papier of ander materiaal plaatsen 1 Trek de papierlade volledig uit het apparaat en verwijder het deksel. Uitvoerlade 2 Houd de papiergeleider ingedrukt en stel deze papiergeleider af op de breedte van het gebruikte papier. Papiergeleider 3 Trek de papiersteun er uit en vouw de papiersteunklep uit. Uitvoerpapierlade Papiersteunklep Gebruik de papiersteunklep voor Letter, Legal of A4.
4 Blader de stapel papier goed door; dit om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd. 5 Steek het papier voorzichtig in de papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand (bovenkant van het papier) eerst. Controleer of het papier vlak in de lade ligt en of het papier niet boven de maximum papierhoogte komt. Maximum papierhoogte ■ Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken.
Enveloppen plaatsen ■ Gebruik enveloppen van 75-95 g/m2. ■ Voor sommige enveloppen is het nodig de marge in te stellen in de toepassing. Zorg ervoor dat u eerst een testafdruk maakt. Om te voorkomen dat het invoermechanisme wordt beschadigd, dient het gebruik van onderstaande soorten enveloppen te worden vermeden.
2 Leg de enveloppen in de papierlade met de adreszijde naar beneden en de invoerkant (bovenkant van de enveloppen) eerst. Verschuif de papiergeleider zodanig dat de envelopbreedte erin past. Als u problemen hebt bij het afdrukken op enveloppen, volg dan de volgende suggesties op: 1 Open de omslag van de envelop. 2 Zorg ervoor dat de open omslag zich aan de zijkant of aan de achterkant van de envelop bevindt tijdens het afdrukken. 3 Stel de maat en marge bij in uw toepassing.
2 Kopiëren Het apparaat als een kopieerapparaat gebruiken U kunt het apparaat als kopieerapparaat gebruiken en maximaal 99 kopieën per keer maken. Eén kopie maken 1 2 Het document laden. Druk op Mono Start of Kleur Start. Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te onderbreken. Meerdere kopieën maken 1 2 Het document laden. Druk herhaaldelijk op Aantal kopieën tot het gewenste aantal kopieën verschijnt (maximaal 99). —OF— Druk op om het aantal kopieën te verhogen.
De kopieertoetsen gebruiken Gebruik de tijdelijke kopieertoetsen als u snel de kopieerinstellingen tijdelijk voor de volgende kopie wilt wijzigen. U kunt verschillende combinaties gebruiken. Tijdelijke kopieertoetsen Dit zijn tijdelijke instellingen en het apparaat schakelt 60 seconden na het kopiëren weer over naar de standaardinstellingen. U kunt de kopieerinstellingen die u het vaakst gebruikt opslaan door ze als de standaard in te stellen.
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen. Hiermee stelt u de kopieerkwaliteit in. De standaardinstelling is Normaal. Druk op Kwaliteit 1 2 3 Normaal Aanbevolen voor normale afdrukken. Goede kopieerkwaliteit met adequate kopieersnelheid. Snel Hoge kopieersnelheid en laagste inktverbruik. Gebruik FAST om tijd te besparen (documenten die u wilt proeflezen, grote documenten of een groot aantal kopieën). Fijn Gebruik deze stand voor het kopiëren van precieze beelden, zoals foto’s.
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen U kunt de volgende vergrotings-/verkleiningspercentages selecteren. Met Custom(25-400%) kunt u een percentage tussen 25 % en 400 % instellen.
1 2 3 Het document laden. Druk op Vergroot/Verklein. Druk op of om het gewenste vergrotings- of verkleiningspercentage te selecteren. Druk op Instellen. —OF— U kunt Custom(25-400%) selecteren en op Instellen drukken. Gebruik of om een vergrotings- of verkleiningspercentage in te toetsen tussen 25% en 400%. Druk op Instellen. Het aantal kopieën kan tevens verhoogd/verlaagd worden door of ingedrukt te houden. 4 Druk op Mono Start of Kleur Start.
Tijdelijke kopieerinstellingen veranderen Gebruik de Opties-toets als u snel de volgende instellingen tijdelijk voor de volgende kopie wilt instellen.
Het type papier instellen Selecteer, als u op ander papier dan normaal papier gaat kopiëren, voor een optimale printkwaliteit, het type papier dat u gebruikt. 1 Het document laden. 2 Druk op Opties en of om Papiersoort te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om het type papier dat u gebruikt te selecteren (Normaal, Inkjet, Glossy of Transparanten). Druk op Instellen. 4 Druk op Mono Start of Kleur Start. —OF— Druk op of voor meer instellingen.
Helderheid instellen U kunt de helderheid instellen om kopieën donkerder of lichter te maken. 1 Het document laden. 2 Druk op Opties en of om Helderheid te selecteren. Druk op Instellen. + 3 Druk op om een lichtere kopie te maken. —OF— Druk op om een donkerdere kopie te maken. Druk op Instellen. 4 Druk op Mono Start of Kleur Start. —OF— Druk op of voor meer instellingen. Kopieën sorteren bij gebruik van de ADF (alleen DCP-120C) U kunt verscheidene kopieën sorteren.
N in 1-kopieën of poster maken (Paginaopmaak) U kunt het aantal pagina's voor kopieën verlagen met de optie N in 1-kopie. U kunt zo twee of vier pagina’s op één vel te kopiëren en daarmee papier besparen. U kunt ook een poster maken. Wanneer u de posteroptie gebruikt verdeelt het apparaat uw document in secties en vergroot vervolgens de secties, zodat u ze samen kunt voegen tot een poster. Als u een poster wilt maken, moet u de glasplaat gebruiken.
Als in de instelling Type papier de optie Glossy is geselecteerd voor de N in 1-kopieën, drukt het apparaat de beelden hetzelfde af als wanneer Normaal papier is geselecteerd. ■ Als u kopieën met meerdere kleuren maakt, zijn N in 1-kopieën niet beschikbaar voor DCP-315CN. ■ N in 1-kleurenkopieën zijn niet beschikbaar voor DCP-115C en DCP-120C. ■ Bij posterkopieën kunt u niet meer dan één kopie te maken. Plaats elke pagina met de bedrukte zijde omlaag, in de hieronder weergegeven richting en volgorde.
Poster (3x3) U kunt van een foto een kopie op posterformaat maken. Bij posterkopieën kunt u niet meer dan één kopie te maken.
De standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen U kunt de kopieerinstellingen die u het vaakst gebruikt opslaan door ze als de standaard in te stellen. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt. Het type papier instellen Voor de beste afdrukkwaliteit is het zaak dat u het apparaat instelt op het type papier dat u gebruikt. 1 Druk op Menu. 2 Druk op of om 1.Kopie te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om 1.Papiersoort te selecteren. Druk op Instellen.
Papierformaat instellen U kunt vijf papierformaten voor het afdrukken van uw kopieën gebruiken: Letter, Legal, A4, A5 en 10x15cm. Wanneer u het papierformaat in het apparaat verandert , moet u ook de instelling voor het papierformaat veranderen, zodat uw apparaat de kopie op het blad kan doen passen. 1 Druk op Menu. 2 Druk op of om 1.Kopie te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om 2.Papierformaat te selecteren. Druk op Instellen. 4 Druk op of om Letter, Legal, A4, A5 of 10x15cm te selecteren.
Helderheid instellen 1 2 3 4 5 Druk op Menu. Druk op of om 1.Kopie te selecteren. Druk op Instellen. Druk op of om 4.Helderheid te selecteren. Druk op Instellen. Druk op om een lichtere kopie te maken. —OF— Druk op om een donkerdere kopie te maken. Druk op Instellen. Druk op Stop/Eindigen. Contrast instellen U kunt het contrast wijzigen om een beeld er scherper en levendiger te laten uitzien. 1 Druk op Menu. 2 Druk op of om 1.Kopie te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om 5.
Kleurverzadiging instellen U kunt de kleurverzadiging alleen wijzigen door de standaardinstelling aan te passen. 1 Druk op Menu. 2 Druk op of om 1.Kopie te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om 6.Kleuren aanp. te selecteren. Druk op Instellen. 4 Druk op of om Rood, Groen of Blauw te selecteren. Druk op Instellen. 5 Druk op om de kleurverzadiging te verhogen. —OF— Druk op om de kleurverzadiging te verlagen. Druk op Instellen. 6 Herhaal stap 4 om de volgende kleur te selecteren.
Wettelijke beperkingen De kleurenreproductie van bepaalde documenten is verboden en kan ofwel strafrechtelijke of civielrechtelijke aansprakelijkheid als gevolg hebben. Deze aantekening is meer bedoeld als richtlijn dan als een volledige opsomming van elk mogelijk verbod. Daar waar twijfel bestaat, raden wij aan dat u de betreffende instanties in uw eigen land raadpleegt met betrekking tot de wettigheid van documenten waar twijfel over bestaat.
3 Walk-Up PhotoCapture Center™ Inleiding Ook wanneer de machine niet is aangesloten op uw computer, kunt u foto’s rechtstreeks vanaf de media van de digitale camera afdrukken. Uw Brother apparaat is voorzien van vijf sleuven (slots) voor opslagmedia, voor het gebruik met populaire digitale cameramedia: CompactFlash®, SmartMedia®, Memory Stick®, Memory Stick Pro™, SecureDigital™ (SD Card), MultiMediaCard™ en xD-Picture Card™.
Vereisten voor het PhotoCapture Center™ Uw machine is compatibel met beeldbestanden en mediakaarten van moderne digitale camera’s. Lees echter het onderstaande om fouten te voorkomen: ■ Het DPOF-bestand op de mediakaart moet een geldige bestandsindeling hebben. (Raadpleeg DPOF-afdrukken op pagina 3-8.) ■ De extensie van het beeldbestand moet .JPG zijn (andere extensies voor beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF enz., worden niet herkend.
Aan de slag Steek de kaart goed in de daarvoor bestemde sleuf. SecureDigital™ CompactFlash® MultiMediaCard™ Memory Stick® xD-Picture Card™ ™ Memory Stick Pro SmartMedia® PhotoCapture toetsindicaties: ■ PhotoCapture licht is AAN, de mediakaart is correct geplaatst. ■ PhotoCapture licht is UIT, de mediakaart is niet correct geplaatst. ■ PhotoCapture licht KNIPPERT, de mediakaart wordt gelezen of beschreven.
De onderstaande stappen geven een kort overzicht van de optie waarmee u rechtstreeks kunt afdrukken. Zie de rest van dit hoofdstuk voor uitgebreidere instructies. 1 Plaats de mediakaart goed in de sleuf (slot). Als de mediakaart in de juiste sleuf C.Flash aktief is gestoken, wordt op het Druk op de... LCD-scherm het volgende weergegeven. De melding dat de kaart in gebruik is, wordt 60 seconden lang weergegeven en verdwijnt dan.
De index afdrukken (miniatuurbeelden) Het PhotoCapture Center™ wijst nummers aan de beelden toe (bijvoorbeeld nr.1, nr. 2, nr. 3, enz.). Het herkent geen andere nummers of bestandsnamen die door uw digitale camera of pc werden gebruikt om de beelden te identificeren. U kunt een pagina met miniatuurbeelden afdrukken (indexpagina met 6 of 5 beelden per regel). Hierop staan alle beelden van de mediakaart. 1 Controleer of de mediakaart is geplaatst. Druk op (PhotoCapture). (Raadpleeg pagina 3-3.
Afbeeldingen afdrukken U dient eerst het nummer van een beeld te weten, pas dan kunt u het afdrukken. 1 2 3 Druk eerst de index af. (Raadpleeg De index afdrukken (miniatuurbeelden) op pagina 3-5.) Controleer of de mediakaart is geplaatst. Druk op (PhotoCapture). (Raadpleeg pagina 3-3.) Druk op of om Print Images Print Images te selecteren. Druk op Instellen. Wanneer de mediakaart DPOF-informatie bevat, toont de LCD DPOF Print:Ja, ga naar DPOF-afdrukken op pagina 3-8. 4 Druk herhaaldelijk op om het No.
Type & formaat papier 6 Druk op of om het type papier dat u gebruikt te selecteren (Letter Glossy, 10x15cm Glossy, 13x18cm Glossy, A4 Glossy, Letter Gewoon, A4 Plain, Letter Inktjet, A4 Inktjet of 10x15cm Inktjet). Druk op Instellen. Als u A4 of Letter heeft geselecteerd, ga dan naar stap 7. Als u een ander formaat heeft geselecteerd, gaat u naar stap 8. —OF— Druk op Kleur Start om af te drukken zonder instellingen te wijzigen.
DPOF-afdrukken DPOF betekent Digital Print Order Format. Grote producenten van digitale camera’s (Canon Inc., Eastman Kodak Company, Fuji Photo Film Co. Ltd. en Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. en Sony Corporation.) hebben deze standaard gecreëerd om het afdrukken van beelden vanaf een digitale camera te vereenvoudigen. Als uw digitale camera het DPOF afdrukken ondersteunt, kunt u de beelden en het aantal exemplaren dat u kunt afdrukken op het display van de digitale camera selecteren.
De standaardinstellingen wijzigen U kunt de PhotoCaptureCenter™-instellingen die u het vaakst gebruikt opslaan als standaardinstelling. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt. Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen. 1 2 3 4 5 Druk op Menu. Druk op of om 2.Fotocapture te selecteren. Druk op Instellen. Druk op of om 1.Printkwaliteit te selecteren. Druk op Instellen. Druk op of om Norm of Foto te selecteren. Druk op Instellen. Druk op Stop/Eindigen.
Helderheid instellen 1 2 3 4 5 Druk op Menu. Druk op of om 2.Fotocapture te selecteren. Druk op Instellen. Druk op of om 3.Helderheid te selecteren. Druk op Instellen. Druk op om een lichtere afdruk te maken. —OF— Druk op om een donkerdere afdruk te maken. Druk op Instellen. Druk op Stop/Eindigen. Contrast instellen U kunt de contrastinstelling wijzigen. Met meer contrast ziet een beeld er scherper en levendiger uit. 1 Druk op Menu. 2 Druk op of om 2.Fotocapture te selecteren. Druk op Instellen.
Kleurverbetering U kunt de functie voor kleurverbetering inschakelen om meer levendige afdrukken te maken. Het afdrukken zal langer duren. 1 Druk op Menu. 2 Druk op of om 2.Fotocapture te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om 5.Kleur aanp. te selecteren. Druk op Instellen. 4 Druk op of om Aan te selecteren. Druk op Instellen. —OF— Selecteer Uit en druk op Instellen, ga dan naar stap 7. Als u Aan selecteert, kunt u de witbalans, scherpte of kleurdichtheid aanpassen. 5 Druk op of om 1.
Trimmen Wanneer een foto te lang of te breed is voor de ruimte die u hebt geselecteerd, wordt automatisch een gedeelte van de afbeelding eraf gesneden. De standaardinstelling is Aan. Wanneer u de hele afbeelding wilt afdrukken, plaatst u deze instelling op Uit. 1 Druk op Menu. 2 Druk op of om 2.Fotocapture te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om 6.Bijsnijd(crop)te selecteren. Druk op Instellen. 4 Druk op of om Uit (of Aan) te selecteren. Druk op Instellen. 5 Druk op Stop/Eindigen.
Zonder Marges Met deze optie wordt het bedrukbare gedeelte uitgebreid naar de zijden van het papier. Het afdrukken zal iets langer duren. 1 Druk op Menu. 2 Druk op of om 2.Fotocapture te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om 7.Zonder rand te selecteren. Druk op Instellen. 4 Druk op of om UIT te selecteren (of AAN). Druk op Instellen. 5 Druk op Stop/Eindigen. Naar een kaart scannen U kunt documenten in zwart-wit of kleur naar een mediakaart scannen.
Verwijder de mediakaart niet als PhotoCapture knippert; anders kunnen de kaart of de gegevens erop beschadigd raken. 2 3 4 Het document laden. 5 Druk op of om de gewenste kwaliteit te selecteren. Druk op Instellen (Set) en ga naar stap 6 om het bestandstype te veranderen. —OF— Druk op Mono Start of Kleur Start om te beginnen met scannen. Druk op of om het gewenste bestandstype te selecteren. Druk op Mono Start of Kleur Start om te beginnen met scannen. 6 Druk op (Scan). Druk op of om Scan n.
Het standaardformaat voor zwart-witbestanden wijzigen 1 2 3 4 5 6 Druk op Menu. Druk op of om 2.Fotocapture te selecteren. Druk op Instellen. Druk op of om 8.Scan n. kaart te selecteren. Druk op Instellen. Druk op of om 2.Z/W BestType te selecteren. Druk op Instellen. Druk op of om TIFF of PDF te selecteren. Druk op Instellen. Druk op Stop/Eindigen. Het standaardformaat voor kleurenbestanden wijzigen 1 2 3 4 5 6 Druk op Menu. Druk op of om 2.Fotocapture te selecteren. Druk op Instellen.
Uitleg bij de foutmeldingen Als u eenmaal vertrouwd bent met de verschillende fouten die kunnen optreden wanneer u met het PhotoCapture Center™ werkt, kunt u problemen gemakkelijk identificeren en verhelpen. Als er een foutmelding op het LCD-scherm verschijnt, geeft het apparaat een piepje om u daarop te attenderen. Media fout—Deze melding verschijnt als u een mediakaart plaatst die defect of niet geformatteerd is, of als er iets niet in orde is met de mediasleuf.
4 Software- en netwerkfuncties De gebruikershandleiding op de cd-rom bevat de softwarehandleiding voor de functies die beschikbaar zijn bij aansluiting op een computer (bijvoorbeeld printen en scannen). ■ Afdrukken (Zie voor Windows® hoofdstuk 1 in de softwarehandleiding op de cd-rom.) (Zie voor Macintosh® hoofdstuk 8 in de softwarehandleiding op de cd-rom.) ■ Scannen (Zie voor Windows® hoofdstuk 2 in de softwarehandleiding op de cd-rom.
5 Belangrijke informatie Voor uw veiligheid Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is. Het feit dat dit apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet perse dat de voeding is geaard en dat de installatie volkomen veilig is. Het is in uw eigen belang dat u in geval van twijfel omtrent de aarding een bevoegd elektricien raadpleegt.
EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419 (Alleen voor landen van de Europese Unie) Het apparaat is voorzien van het bovenstaande symbool. Dit symbool geeft aan dat u het apparaat aan het einde van de levensduur moet afleveren bij een daartoe aangewezen verzamelpunt en niet bij het normale huishoudelijke afval moet voegen. Dit komt het milieu ten goede. (Alleen voor landen van de Europese Unie) Belangrijke veiligheidsinstructies 1 2 3 4 5 6 7 Lees alle instructies door.
8 9 10 11 12 13 14 Dit apparaat moet worden aangesloten op een spanningsbron zoals op het etiket staat aangegeven. Als u niet zeker weet welke soort stroom geleverd wordt, neem dan contact op met de leverancier of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf. Gebruik alleen het netsnoer dat is geleverd bij het apparaat. Dit apparaat is voorzien van een 3-draads geaard snoer en een geaarde stekker. Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel.
Handelsmerken Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International Corporation. © 2005 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden. Windows en Microsoft zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft in de VS en andere landen.
6 Problemen oplossen en routineonderhoud Problemen oplossen Foutmeldingen Zoals met alle verfijnde kantoorproducten het geval is, kunnen er fouten optreden. Wanneer dat het geval is identificeert het apparaat het probleem en wordt een foutmelding getoond. Hieronder vindt u de meest voorkomende foutmeldingen. De meeste problemen kunt u zelf oplossen. Indien u extra hulp nodig heeft, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
FOUTMELDINGEN FOUTMELDING OORZAAK WAT TE DOEN Media fout De mediakaart is defect, slecht geformatteerd of er is een probleem met de mediakaart. Plaats de andere mediakaart er opnieuw in, waarvan u weet dat hij functioneert. Meer gegevens Er zitten nog printgegevens in het geheugen van het apparaat Hervat het afdrukken vanaf de computer. Er zitten nog printgegevens in het geheugen van het apparaat De USB-kabel was losgekoppeld terwijl de computer gegevens naar het apparaat stuurde.
Vastgelopen papier (alleen DCP-120C) Volg onderstaande stappen, als het papier is vastgelopen. Het document is bovenaan de ADF vastgelopen. 1 2 3 Verwijder al het papier uit de ADF dat niet is vastgelopen. Open het ADF-deksel. Trek het vastgelopen document er naar rechts of links uit. 4 Sluit het ADF-deksel. Druk op Stop/Eindigen. Het document is in de ADF vastgelopen. 1 2 3 Verwijder al het papier uit de ADF dat niet is vastgelopen. Til het documentdeksel op.
Papier vastgelopen in de machine Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats waar het in het apparaat is vastgelopen. Papier is vastgelopen binnen de papierlade 1 Trek de papierlade uit het apparaat. Papierlade 2 Trek het vastgelopen papier naar boven uit de machine.
Papier is vastgelopen binnen in het apparaat 1 Verwijder de Klep ter Verwijdering van Vastgelopen Papier. Trek het vastgelopen papier uit het apparaat. Deksel 2 3 4 Zet de Klep ter Verwijdering van Vastgelopen Papier weer op zijn plaats. Als u het vastgelopen papier er niet uit kunt trekken, til dan het scannerdeksel aan de rechterkant van het apparaat op, totdat deze in de open stand vergrendeld is. Verwijder het vastgelopen papier.
5 Til het scannerdeksel op om de vergrendeling los te halen. Druk de steun van het scannerdeksel voorzichtig in en sluit het scannerdeksel.
Als u problemen met het apparaat hebt Als u denkt dat er een probleem is met het apparaat, controleer dan de onderstaande tabel en volg de tips voor het oplossen van problemen. In het Brother Solutions Center vindt u de meest recente FAQ’s en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com. PROBLEEM SUGGESTIES Problemen met de printer Geen print Controleer of de interfacekabel goed is aangesloten tussen het apparaat en de computer. Een of meer inktpatronen zijn leeg.
PROBLEEM SUGGESTIES Er staat een vlek midden aan de bovenkant van de afgedrukte pagina. Controleer of het papier dat u gebruikt niet te dik is en niet krult. (Raadpleeg Over papier op pagina 1-8.) Op de afdruk staan vlekken of het lijkt of de inkt vlekt. Zorg dat u het juiste type papier gebruikt. (Raadpleeg Over papier op pagina 1-8.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is. Er staan vlekken aan de achterkant of aan de onderkant van de pagina. Controleer of er geen inkt op de drukplaat zit.
PROBLEEM SUGGESTIES Problemen met software Kan software niet installeren of niet afdrukken Het Repair MFL-Pro Suite programma op de cd-rom uitvoeren. Dit programma repareert en herinstalleert de software. ‘Device Busy’ Controleer of er op het LCD-scherm van het apparaat een foutmelding staat. ‘Connect Failure’ Als het apparaat niet op de pc is aangesloten en u de Brothersoftware opstart, wordt telkens wanneer u Windows® start gemeld dat er geen verbinding met het apparaat kan worden gemaakt.
PROBLEEM SUGGESTIES De netwerkscanfunctie werkt niet. (Alleen voor Windows®) De Firewall-instelling op uw pc verhindert mogelijk de vereiste netwerkverbinding. Volg de onderstaande instructies om de Firewall uit te schakelen. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij uw software of neem contact op met de fabrikant als u eigen Firewall-software gebruikt. 1. Klik op ‘Start’, wijs naar ‘Instellingen’, klik op ‘Configuratiescherm’ en vervolgens op ‘Windows Firewall’.
Wijzigen van de taal op het LCD-scherm U kunt de taal op het LCD-scherm wijzigen. 1 2 3 4 5 Druk op Menu. Druk op of om 0.Stand.instel. te selecteren. Druk op Instellen. Druk op of om 0.Taalkeuze te selecteren. Druk op Instellen. Druk op of om uw taal te selecteren. Druk op Instellen. Druk op Stop/Eindigen. De LCD-weergave verbeteren. U kunt het contrast van het LCD-scherm afstellen, zodat de weergave duidelijker wordt.
De afdrukkwaliteit verbeteren De printkop reinigen Om een goede afdrukkwaliteit te garanderen, zal het apparaat de printkop regelmatig reinigen. U kunt het reinigingsproces wanneer nodig handmatig starten. Als er op de afgedrukte pagina’s een horizontale streep door tekst of grafisch werk loopt, dient u de printkop en de inktpatronen te reinigen. U kunt alleen zwart reinigen of 3 kleuren tegelijk (cyaan/geel/magenta), of alle vier kleuren tegelijk. Bij het reinigen van de printkop wordt wat inkt verbruikt.
De afdrukkwaliteit controleren Als er fletse of gestreepte kleuren en tekst verschijnen op uw uitvoer, kunnen enkele spuitmondjes verstopt zijn. U kunt dit controleren door de testpagina af te drukken en naar het patroon van de spuitmondjes kijken. 1 Druk op (Inkt). 2 Druk op of om Testafdruk te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om Printkwaliteit te selecteren. Druk op Instellen. 4 Druk op Kleur Start. Het apparaat begint de testpagina af te drukken.
8 9 10 Druk op (Nee) voor zwart (BK) of iedere kleur (Colour) met een Reinigen starten probleem. ▲ Ja ▼ Nee Op het LCD-scherm wordt het volgende weergegeven. Druk op (Ja). Het apparaat begint de printkop te reinigen. Druk op Kleur Start wanneer het reinigen is voltooid. Het apparaat zal nu de testpagina nogmaals afdrukken en vervolgens terugkeren naar stap 5. Druk op Stop/Eindigen.
De uitlijning controleren. Het is zelden nodig de uitlijning aan te passen, maar als na het transport van de machine uw afgedrukte tekst gevlekt wordt of afbeeldingen flets worden, kan het zijn dat uitlijning nodig is. 1 Druk op (Inkt). 2 Druk op of om Testafdruk te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om Instel kantlijn te selecteren. Druk op Instellen. 4 Druk op Mono Start of Kleur Start. Het apparaat begint de uitlijningcontrolepagina af te drukken.
Controleren hoeveel inkt er nog over is U kunt controleren hoeveel inkt er nog in de patroon zit. 1 Druk op (Inkt). 2 Druk op of om Inktvolume Inktvolume te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om de kleur die u wilt controleren te selecteren. Op het LCD-scherm wordt Bk:+ aangegeven hoeveel inkt er nog in de patroon zit. 4 Druk op Stop/Eindigen. U kunt het inktniveau van de computer controleren.
Het apparaat inpakken en vervoeren Als u het apparaat gaat transporteren, gebruik dan de oorspronkelijke verpakkingsmaterialen van het apparaat. Als u het apparaat niet goed inpakt, kan de garantie vervallen. Voorzichtig Het is belangrijk dat u het apparaat de printkop laat ‘parkeren’ na een afdrukopdracht. Luister goed naar het apparaat voordat u het apparaat uitschakelt om te controleren of alle mechanische geluiden zijn gestopt.
3 Til het scannerdeksel op om de vergrendeling los te halen. Druk de steun van het scannerdeksel voorzichtig naar beneden en sluit het scannerdeksel. 4 5 Haal het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact. Koppel de USB-kabel of LAN-kabel los van het apparaat, als deze verbonden is. Verpak het apparaat in de zak en plaats deze in de originele doos met het originele verpakkingsmateriaal.
7 Verpak de afgedrukte materialen in de originele doos zoals hieronder aangegeven. Pak de gebruikte inktpatronen niet in de doos. 8 Sluit de doos.
Routineonderhoud De scanner reinigen Til het documentdeksel op. Reinig de glasplaat met isopropylalcohol op een zachte, pluisvrije doek. Documentdeksel Reinig de glazen strook onder de plaat met behulp van een pluisvrije doek met isopropylalcohol.
De geleiderol van het apparaat reinigen ■ Zorg ervoor dat u de sterwielen voor papierdoorvoer of de codeerfilm niet aanraakt. ■ Haal het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact voordat u de geleiderol reinigt. ■ Als er inkt is gemorst op of rondom de geleiderol, zorg er dan voor deze te verwijderen met een zachte, droge, pluisvrije doek.
De papierinvoerrol reinigen 1 Haal het stekker van de machine uit het stopcontact en verwijder de klep verwijdering vastgelopen papier. 2 Reinig de papierinvoerrol met behulp van een wattenstaafje met isopropylalcohol. 3 Zet de klep verwijdering vastgelopen papier weer op zijn plaats.
De inktpatronen vervangen Het apparaat is voorzien van een inktstippenteller die het inktpeil in elke patroon automatisch bewaakt. Als deze teller waarneemt dat een inktpatroon bijna leeg is, wordt de volgende melding op het LCD-scherm van het apparaat weergegeven. Het LCD-scherm geeft aan welke patronen (bijna) leeg zijn. Volg de aanwijzingen op het LCD-scherm, zodat u de patronen in de juiste volgorde vervangt.
4 Verwijder de gele beschermkapjes. Geel beschermkapje NIET AANRAKEN Raak het gebied dat in de bovenstaande afbeelding wordt aangegeven niet aan. Als het gele beschermkapje loskomt terwijl u de zak opent, raakt de cartridge niet beschadigd. 5 Elke kleur heeft zijn eigen juiste positie. Houd de inktpatroon rechtop wanneer u deze in de sleuf plaatst. Duw de inktpatroon stevig naar beneden totdat de haak eroverheen klikt.
7 Als u een inktpatroon hebt vervangen terwijl de melding bijna op op het LCD-scherm werd weergegeven, wordt u gevraagd te bevestigen dat dit een gloednieuwe patroon is. Bijvoorbeeld: Veranderd? Zwart?▲ Ja ▼ Nee. Druk voor elke nieuwe patroon op (Ja) om de inktstippenteller voor de betreffende kleur automatisch te resetten. Als de inktpatroon die u hebt geïnstalleerd niet nieuw was, dient u (Nee) te selecteren.
Voorzichtig ■ Verwijder GEEN inktpatronen als deze niet vervangen hoeven te worden. Als u dit toch doet, kan dit de hoeveelheid inkt verminderen en weet het apparaat niet hoeveel inkt er nog in de patroon zit. ■ Raak de sleuven voor de patronen NIET aan. Als u dat doet, kan de toner vlekken op uw huid achterlaten. ■ Als de toner vlekken op uw huid of kleding achterlaat, was deze dan onmiddellijk met zeep of een wasmiddel.
A Appendix Programmeren op het scherm Uw apparaat is zodanig ontworpen, dat zij met programmeren op het LCD-scherm eenvoudig te gebruiken is. Gebruikersvriendelijk programmeren helpt u alle menuopties van het apparaat optimaal te benutten. Tijdens het programmeren van uw apparaat verschijnen op het LCD-scherm stap voor stap meldingen die u door de programmeerprocedure leiden. U volgt eenvoudigweg de aanwijzingen op het LCD-scherm; ze helpen u de juiste menuonderdelen en programmeeropties te selecteren.
Menumodus Het menu openen Door huidige menuniveau bladeren Optie accepteren Naar volgende menuniveau Menu afsluiten U opent de menumodus door op Menu te drukken. Het menu bladert door wanneer u het hebt geopend. 1.Kopie .... 2.Fotocapture 0.Stand.instel. U kunt sneller door de menuniveaus bladeren door op de betreffende pijl (omhoog/omlaag) te drukken: of . Selecteer een optie door op Instellen te drukken wanneer die optie op het LCD-scherm wordt weergegeven.
Selecteren Set om te accepteren Selecteren om af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 1.Kopie 1.Papiersoort — Normaal Inkjet Glossy Transp. Hiermee kunt u instellen welk type papier er in de papierlade wordt gebruikt. 2-12 2.Papierformaat — Letter Legal A4 A5 10x15cm Hiermee kunt u instellen welk papierformaat er in de papierlade wordt gebruikt. 2-13 3.Kwaliteit — Fijn Norm Snel Selecteert de kopieerresolutie voor uw document. 2-13 4.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 1.Kopie (vervolg) 6.Kleuren aanp. 1.Rood R:R:R:R:R:- + + + + + Hiermee stelt u de hoeveelheid Rood in kopieën in. 2-15 2.Groen G:G:G:G:G:- + + + + + Hiermee stelt u de hoeveelheid Groen in kopieën in. 3.Blauw B:B:B:B:B:- + + + + + Hiermee stelt u de hoeveelheid Blauw in kopieën in. 1.Printkwaliteit — Norm Foto Hiermee stelt u de afdrukkwaliteit in. 3-9 2.Papier&Afmet.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 2.Fotocapture (vervolg) 5.Kleur aanp. Aanpassen:Aan Aanpassen:Uit 1.Wit Balans + + + + + Hiermee kunt u de tint van witte vlakken instellen. 3-11 2.Scherpte + + + + + Hiermee verbetert u het detail van het beeld. 3.Kleurdensiteit + + + + + Hiermee kunt u de totale hoeveelheid kleur in het beeld instellen. 6.Bijsnijd (crop) — Aan Uit Trim de afbeelding rond de marge opdat deze is aangepast aan het papierformaat of het afdrukformaat.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 3.LAN (uitsluitend DCP-315CN) 1.Setup TCP/IP 1.BOOT Method Autom. Statisch RARP BOOTP DHCP Kies de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet. Raadpleeg de netwerkhandleiding op de CD-ROM. 2.IP Address [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het IP-adres in. 3.Subnet Mask [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het Subnet-masker in. 4.Gateway [000-255]. [000-255]. [000-255].
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 3.LAN (uitsluitend DCP-315CN) (vervolg) 2.Setup Misc. 1.Ethernet Automatisch 100B-FD 100B-HD 10B-FD 10B-HD Selecteert de Ethernet link modus. Raadpleeg de netwerkhandleiding op de CD-ROM. 0.Factory Reset — — Stel alle netwerkinstellingen weer in op de fabrieksinstellingen. U kunt deze lijsten en rapporten afdrukken. A-1 3.Print lijsten (uitsluitend DCP-115C, 120C) 4.Print lijsten (uitsluitend DCP-315CN) 0.Stand.instel. 1.
S Specificaties Omschrijving van het product Algemeen Geheugencapaciteit Automatische documentinvoer (ADF) (alleen DCP-120C) Papierlade Printertype Afdrukmethode LCD (Liquid Crystal Display) Stroombron Stroomverbruik 8 MB (DCP-115C, DCP-120C) 16 MB (DCP-315CN) Max.
Gewicht Geluidsemissie 5,5 kg (DCP-115C, DCP-315CN) 6,0 kg (DCP-120C) In bedrijf: 42.
Kopiëren Kleur/zwart Kleur/zwart Kopieersnelheid Zwart Max. 17 pagina’s per minuut (A4-papier)* Kleur Max. 11 pagina’s per minuut (A4-papier)* * Exclusief de tijd die het duurt om het papier in te voeren. Gebaseerd op het standaardpatroon van Brother. (Snelle modus) Kopieersnelheid is afhankelijk van de complexiteit van het document. Meerdere kopieën Sets van max. 99 pagina’s Sorteert max.
PhotoCapture Center™ Beschikbare media CompactFlash® (Alleen type I) (Microdrive™ is niet uitwisselbaar) (Compact I/O-kaart zoals Compact LAN-kaart en Compact Modem-kaart worden niet ondersteund.
Scanner Kleur/zwart Kleur/zwart TWAIN-compatibel Ja (voor Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional/XP) Mac OS® 9.1-9.2/ Mac OS® X 10.2.4 of recenter. WIA-compatibel Ja (Windows® XP) Kleurintensiteit 36-bitskleurverwerking (Invoer) 24-bitskleurverwerking (Uitvoer) Resolutie Maximaal 19200 × 19200 dpi (geïnterpoleerd) Maximaal 600 × 2400 dpi (optisch) Scansnelheid Kleur: maximaal 5.93 seconden Zwart: maximaal 3.
Printer Printerstuurprogramma Stuurprogramma voor Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional en XP, dat Brother Native Compression ondersteunt en bi-directioneel is Brother inkt driver Voor Mac OS® 9.1 - 9.2/Mac OS® X 10.2.
Vereisten voor de computer Minimale systeemvereisten Computerplatform en versie van besturingssysteem Windows® -besturingssysteem 98, 98SE Me Minimale processorsnelheid Minimum hoeveelheid RAM Aanbevolen hoeveelheid RAM Beschikbare ruimte op de harde schijf voor Drivers voor Programma’s Pentium II of gelijkwaardig 32 MB 64 MB 90 MB 130 MB 64 MB 128 MB 128 MB 256 MB 150 MB 220 MB 256 MB 512 MB 150 MB 220 MB 64 MB 80 MB 200 MB 2000 Professional XP Besturingssysteem voor Apple® Macint
Verbruiksartikelen Inkt Het apparaat gebruikt aparte inktcartridges in Zwart, Geel, Cyaan en Magenta die los staan van de printkopset. Gebruiksduur van inktpatroon Zwart - circa 500 pagina’s bij een bladvulling van 5%; geel, cyaan en magenta - circa 400 pagina's bij een bladvulling van 5% • De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op continu printen met een resolutie van 600 x 600 dpi in normaalstand na installatie van een nieuwe inktpatroon.
Netwerk (LAN) (uitsluitend DCP-315CN) LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten ten behoeve van afdrukken en scannen via het netwerk. Tevens is de software Brother BRAdmin Professional Network Management opgenomen. Ondersteuning van: Windows® 98/98SE/Me/2000/XP Mac OS® 9.1 - 9.2, Mac OS® X 10.2.
Index A I ADF (automatische documentinvoer) ............... 1-5 ADF-deksel ......................... 6-3 Afdrukken gebied ............................ 1-12 kwaliteit verbeteren ........ 6-12 problemen ........................ 6-7 resolutie ........................... S-6 specificaties ..................... S-6 stuurprogramma’s ............ S-6 vastgelopen papier .......... 6-4 Inktpatronen Inktstippenteller .............. 6-23 inktvolume controleren ..... 6-16 vervangen ......................
P Papier .......................... 1-8, S-2 documentgrootte .............. 1-5 Formaat .......................... 2-13 Type ............................... 2-12 PhotoCapture Center™ Afbeeldingen afdrukken ....... 3-6 CompactFlash® ................ 3-1 DPOF-afdrukken .............. 3-8 Index afdrukken ................ 3-5 Kleurverbetering ............. 3-11 Memory Stick Pro™ ......... 3-1 Memory Stick® .................. 3-1 papier en grootte .............. 3-9 Secure Digital™ ...............
OPMERKING Dit apparaat bevat een Ni-MH batterij voor memory back-up. Raadpleeg uw leverancier over de verwijdering van de batterij op het moment dat u het apparaat bij einde levensduur afdankt. Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als Klein Chemisch Afval. Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Bezoek ons op World Wide Web http://www.brother.com This machine is approved for use in the country of purchase only, local Brother companies or their dealers will only support machines purchased in their own countries.