Bedieningshandleiding Naaimachine Productcode: 888-F50/F52/F60/F62/F70/F72 Lees dit document voordat u de machine gebruikt. Houd dit document bij de hand, zodat u het kunt raadplegen.
INLEIDING INLEIDING Gefeliciteerd met de aanschaf van deze machine. Alvorens de machine te gebruiken dient u zorgvuldig de “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” te lezen. Vervolgens bestudeert u deze handleiding zodat u de diverse functies goed gebruikt. Nadat u de handleiding hebt gelezen, bergt u deze op een handige plek op. Dan kunt u de handleiding zo nodig raadplegen. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Lees eerst deze veiligheidsinstructies alvorens de machine in gebruik te nemen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES 5 Houd altijd uw werkvlak vrij: • Gebruik de machine nooit wanneer de ventilatieopeningen zijn geblokkeerd. Houd de ventilatieopeningen van de machine en het voetpedaal vrij van stof, pluisjes en stukken stof. • Plaats geen voorwerpen op het voetpedaal. • Gebruik geen verlengsnoeren. Sluit de machine rechtstreeks op een stopcontact aan. • Zorg dat er nooit iets in een opening valt en steek geen voorwerpen in een opening.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES BEWAAR DEZE INSTRUCTIES Deze machine is bedoeld voor huishoudelijk gebruik. VOOR GEBRUIKERS IN LANDEN BUITEN EUROPA: Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (kinderen inbegrepen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijk vermogens, tenzij onder toezicht of met instructies over het gebruik van het apparaat door degene die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Let goed op dat kinderen niet met het apparaat spelen.
INFORMATIE OVER DEZE HANDLEIDING INFORMATIE OVER DEZE HANDLEIDING Deze handleiding is geschreven voor meerdere modellen. De modellen zijn in categorieën verdeeld volgens hun specificaties. Er wordt naar ze verwezen als “Model”, gevolgd door een nummer. Zie de Beknopte bedieningsgids voor uw machinemodel. De schermweergaven kunnen verschillen van degene die op uw machine worden weergegeven.
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE INLEIDING............................................................ i BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ........... i INFORMATIE OVER DEZE HANDLEIDING ........ iv WAT U MET DEZE MACHINE KUNT DOEN....... iv B Basishandelingen Hoofdstuk 1 VOORBEREIDINGEN 2 Naaien in de vrijmodus/naaien uit de vrije hand .................. 44 De persvoet zonder handen omhoog- en omlaag zetten ....... 45 Steekinstellingentabel ........................................
INHOUDSOPGAVE Verbindingssteken naaien..................................................... 43 Nostalgische steken naaien .................................................. 44 D Decoratief naaien Hoofdstuk 1 LETTERSTEKEN / DECORATIEVE STEKEN 2 De diverse ingebouwde decoratieve patronen naaien................................................................... 2 Steekpatronen kiezen ............................................................. 2 Een patroon verwijderen .....................................
Basishandelingen U vindt hier bijzonderheden over het configureren van de machine, en beschrijvingen van de nuttigste functies. Paginanummer in dit gedeelte begint met “B”. Hoofdstuk1 VOORBEREIDINGEN ..........................................B-2 Hoofdstuk2 BEGINNEN MET NAAIEN .................................
Namen van machineonderdelen en hun functie Hoofdstuk 1 VOORBEREIDINGEN Namen van machineonderdelen en hun functie Hieronder worden de diverse onderdelen van de machine en hun functie beschreven. Lees deze beschrijving alvorens de naaimachine te gebruiken. Zo leert u de namen van de machineonderdelen en waar ze zitten. Machine ■ Vooraanzicht a C Draadafsnijder Leid de draden door de draadafsnijder om ze af te snijden. c b d D Naaldinrijgerhendel e Rijg de naald in met de draadinrijger.
Namen van machineonderdelen en hun functie Naald en persvoetgedeelte Bedieningstoetsen b i c B d e f a g b 1 “Start/Stop”-toets c g f e 1 Draadgeleiders op de naaldstang d Leid de bovendraad door de draadgeleider op de naaldstang. 2 Steekplaat Op de steekplaat staan markeringen om rechte naden te naaien. 3 Steekplaatdeksel Verwijder het steekplaatdeksel om het spoelhuis en de grijper te reinigen. 4 Spoelhuisdeksel/spoelhuis Verwijder het spoelhuisdeksel en plaats de spoel in het spoelhuis.
Namen van machineonderdelen en hun functie D Hersteltoets Bedieningspaneel en bedieningstoetsen Druk hierop om de geselecteerde steek terug te zetten naar zijn oorspronkelijke instellingen. E OK-toets Druk hierop voor toepassing op de selectie of om de handeling uit te voeren. F Numerieke toetsen b Gebruik deze toetsen voor snelkeuze van één van de tien meestgebruikte steken. Wanneer u andere steken selecteert gebruikt u deze toetsen om het nummer van de gewenste steek in te typen.
Namen van machineonderdelen en hun functie Gebruik van de accessoiretafel Trek de bovenkant van accessoiretafel naar u toe om de accessoireruimte te openen. B VOORBEREIDINGEN In de accessoiretafel met accessoireruimte bevindt zich een opbergvak voor persvoeten.
Namen van machineonderdelen en hun functie Bijgeleverde accessoires Bijgeleverde accessoires kunnen (afhankelijk van uw model) verschillen van de hieronder vermelde tabel. Meer bijzonderheden over meegeleverde accessoires en de onderdeelcodes van uw machine vindt u in de Beknopte bedieningsgids. 1. 2. J 3. N 4. 5. I G 6. M R Zigzagvoet “J” (op machine) Monogramvoet “N” Afwerksteekvoet “G” Ritsvoet “I” Blindzoomvoet “R” Knoopaanzetvoet “M” 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Namen van machineonderdelen en hun functie Optionele accessoires Onderstaande optionele accessoires zijn afzonderlijk verkrijgbaar. Welke optionele accessoires zijn meegeleverd, verschilt per model. Meer optionele accessoires en onderdeelcodes vindt u in de Beknopte bedieningsgids. 2. 3. 4. 5. 6. Quiltvoet “E” voor naaien uit de vrije hand Quiltvoet “C” voor naaien uit de vrije hand Quiltvoet Boventransportvoet 1/4-inch quiltvoet 1/4-inch quiltvoet met geleider 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Namen van machineonderdelen en hun functie Model 1 Pagina Automatisch stofsensor systeem (instelling) 9 N.v.t. N.v.t. B-43 Fijnafstelling horizontaal (instelling) 9 9 N.v.t. Voethoogte voor vrijmodus/naaien uit de vrije hand (instelling) 9 N.v.t. N.v.t. Steeknaam D-10 Steeknummer Rijgsteek N.v.t. N.v.t. B-44 Spilfunctie 9 N.v.t. N.v.t. B-43 Persvoethoogte (instelling) 9 N.v.t. N.v.t. B-13 Persvoettoets 9 N.v.t. N.v.t. B-3 *2 D-6 N.v.t.
De machine aan/uit zetten De machine aan/uit zetten WAARSCHUWING VOORZICHTIG • Gebruik uitsluitend het netsnoer dat bij deze machine is geleverd. • Gebruik geen verlengsnoeren of stekkerdozen waarop andere apparaten zijn aangesloten. Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken. • Raak de stekker niet aan met natte handen. Hierdoor kunnen elektrische schokken ontstaan. • Zet de schakelaar altijd eerst uit voordat u de stekker uit het stopcontact haalt. Trek altijd de stekker uit het stopcontact.
De machine aan/uit zetten De machine aanzetten a De machine uitzetten Controleer of de machine is uitgezet (hoofdschakelaar op “ ”), en steek het netsnoer in de voedingsaansluiting op de rechterkant van de machine. Sluit de stekker van het netsnoer aan op een gewoon b huishoudstopcontact. Wanneer u klaar bent zet u de machine uit. En voordat u de machine vervoert naar een andere plek, controleert u of de machine is uitgezet. a Zorg dat de machine niet naait.
DISPLAY DISPLAY Display bekijken Wanneer de machine aangezet wordt, gaat de display aan en wordt het volgende scherm weergegeven. Het scherm kan iets afwijken naargelang uw model. VOORBEREIDINGEN Het scherm kan worden veranderd met de toetsen onder de display. 4 3 2 1 5 6 7 8 Nr. Display 1 2 - 3 9 4 3 2 1 5 6 7 0 Naam van het onderdeel 8 9 Uitleg Pagina Persvoet Geeft aan welke persvoet u moet gebruiken.
DISPLAY Instellingenscherm Druk op om verschillende naaimachinehandelingen en naai-instellingen te wijzigen. Druk op om naar vorige/volgende pagina's te gaan. * U kunt ook naar volgende pagina's gaan door op Druk op te drukken. om volgende/vorige onderwerpen te selecteren. * Druk op (pijl omlaag) om het volgende onderwerp te selecteren. * Druk op (pijl omhoog) om het vorige onderwerp te selecteren. Druk op om de waarde van het geselecteerde onderwerp te wijzigen.
DISPLAY 9 B E 0 C F A D G B H K I L J M N H Vermeldt of al dan niet bij iedere handeling een signaal te horen zal zijn. Meer bijzonderheden vindt u in “Bedieningssignaal” in het gedeelte “Bijlage”. I Schakelt de lichten voor het naald- en werkvlak op blijvend “ON” of blijvend “OFF”. J Past de helderheid van de display aan.
DISPLAY Wijzig de invoergevoeligheid door op “-” of “+” te b drukken. Schermtaal kiezen • Hoe lager de instelling, hoe minder gevoelig de toetsen zullen zijn; des te hoger de instelling, des te meer gevoelig de toetsen zullen zijn. De standaardinstelling is “3”. a Druk op . b Selecteer de display c Met “-” en “+” kiest u de gewenste taal. (Taal). Opmerking • We adviseren u de hoogste instelling te selecteren als u een elektrostatische schermaanraakpen gebruikt. Druk op d scherm.
Spoel opwinden/installeren Spoel opwinden/installeren Plaats de spoel zo op de spoelwinderas dat de veer op VOORZICHTIG * Druk op de spoel totdat deze vastklikt. 1 2 1 Inkeping 2 Veer van spoelwinderas Schuif de spoelopwinder in de richting van de pijl c totdat deze op zijn plek klikt. • De “Start/Stop”-toets licht oranje op. Ware grootte 1 Dit model 2 Andere modellen 3 11,5 mm (ca. 7/16 inch) d Verwijder de kloshouder die op de klospen is geplaatst.
Spoel opwinden/installeren f Schuif de kloshouder op de klospen. Schuif de kloshouder zo ver mogelijk naar rechts, zoals aangegeven, met de afgeronde kant naar links. Memo • Wanneer u naait met fijne kruiswikkeldraad, gebruikt u de kleine kloshouder en laat u enige ruimte tussen de kap en de klos. b c VOORZICHTIG • Als de klos of kloshouder niet correct is geïnstalleerd, kan de draad verstrikt raken rond de klospen. Daardoor kan de naald breken. • Er zijn drie formaten kloshouder beschikbaar.
Spoel opwinden/installeren Terwijl u de draad in de buurt van de klos vasthoudt g met uw rechterhand, zoals aangegeven, trekt u de Houd de draad vast met uw linkerhand. Draai de j uitgetrokken draad met uw rechterhand met de klok draad met u linkerhand uit. Vervolgens leidt u de draad achter het draadgeleiderdeksel en naar voren. mee vijf- of zesmaal rond de spoel. B 1 • Zorg dat de draad tussen de klos en de spoel strak staat. • Let op dat u de draad met de klok mee rond de spoel windt.
Spoel opwinden/installeren Druk eenmaal op de “Start/Stop”-toets om de spoel op te n winden. Wanneer het voetpedaal is aangesloten, drukt u met uw voet het voetpedaal in. De spoel installeren De spoel met omwonden draad installeren. U kunt direct beginnen met naaien zonder de onderdraad op te halen door simpelweg de spoel in het spoelhuis te plaatsen en de draad door de gleuf in het steekplaatdeksel te leiden.
Spoel opwinden/installeren e Verwijder het spoelhuisdeksel. Houd de spoel vast met uw rechterhand zodat de f draad naar links afwikkelt en houd het uiteinde van de draad vast met uw linkerhand. Plaats met uw rechterhand de spoel in het spoelhuis. Terwijl u de spoel losjes vasthoudt met uw rechterhand h (1), leidt u de draad door de gleuf in het steekplaatdeksel (2). Trek deze vervolgens met uw linkerhand voorzichtig omhoog (3). • De draad gaat de spanningsveer van het spoelhuis binnen.
Spoel opwinden/installeren j Bevestig het spoelhuisdeksel weer op zijn plek. Plaats het lipje in de linkerbenedenhoek van het spoelhuisdeksel en druk voorzichtig op de rechterkant. 2 1 → Het inrijgen van de onderdraad is hiermee voltooid. Vervolgens rijgt u de bovendraad in. Ga verder met de procedure in “Bovendraad inrijgen” op pagina B-21. Memo • U kunt beginnen met naaien zonder de onderdraad omhoog te halen.
Bovendraad inrijgen Bovendraad inrijgen VOORZICHTIG Zet de machine aan. b Zet de persvoet omhoog met de persvoethendel. 1 1 Persvoethendel → Het bovendraadluikje gaat open, zodat u de machine kunt inrijgen. • Volg voor het inrijgen van de bovendraad de instructies zorgvuldig op. Is de bovendraad niet juist ingeregen, dan kan de draad verward raken of de naald kan verbogen raken of afbreken. • Gebruik nooit garen van dikte 20 of minder. • Gebruik de juiste combinatie van naald en draad.
Bovendraad inrijgen e Plaats de draadklos op de klospen. Schuif de klos zodanig op de pen dat de klos horizontaal staat en de draad aan de voorkant van onderen afwikkelt. Terwijl u met uw rechterhand de draad die onder de i draadgeleiderplaat is geleid losjes vasthoudt, leidt u de draad door de geleiders in de volgorde die hieronder is aangegeven.
Bovendraad inrijgen Schuif de draad achter de draadgeleider op de l naaldstang. Snijd de draad met de draadafsnijder op de linkerkant b van de machine. U kunt de draad gemakkelijk achter de draadgeleider aan de naaldstang schuiven: u houdt de draad vast in uw linkerhand en leidt de draad vervolgens met uw rechterhand, zoals aangegeven. B 1 Opmerking 1 • Als u de draad erdoor trekt en deze niet goed kan worden afgesneden, zet u de persvoethendel omlaag.
Bovendraad inrijgen Zet de naaldinrijghendel aan de linkerkant van de d machine omlaag totdat deze klikt. Zet de hendel vervolgens in de oorspronkelijke stand. Naald handmatig inrijgen (zonder de naaldinrijger te gebruiken) Wanneer u een speciale draad, zoals transparante nylondraad gebruikt, kunt u geen platte naald of tweelingnaald gebruiken met de naaldinrijger. Rijg de naald in zoals hieronder beschreven. Leid de draad achter de draadgeleider op de a naaldstang.
Bovendraad inrijgen d Werken met de tweelingnaald Met de tweelingnaald kunt u twee parallelle lijnen van dezelfde steken naaien met twee verschillende draden. Beide bovendraden moeten van dezelfde dikte en kwaliteit zijn. Gebruik de tweelingnaald, de horizontale klospen en de juiste kloshouder. B Meer informatie over steken die u kunt naaien met de tweelingnaald vindt u in “Steekinstellingentabel” beginnend op pagina B-46.
Bovendraad inrijgen d Plaats de horizontale klospen op de spoelwinderas. Plaats de horizontale klospen zo dat deze loodrecht op de spoelwinderas staat. Rijg de rechternaald handmatig in zonder de draad h door de draadgeleider op de naaldstang te leiden. Leid de draad van voren naar achteren door het oog van de naald. 1 • Met de tweelingnaald kunt u de naaldinrijger niet gebruiken. Wanneer u de naaldinrijger gebruikt met de tweelingnaald, kan de machine beschadigd raken.
Bovendraad inrijgen n Begin met naaien. • Meer informatie over het beginnen met naaien vindt u in “BEGINNEN MET NAAIEN” op pagina B-33. → Twee rijen steken worden parallel naast elkaar genaaid. B VOORBEREIDINGEN Opmerking • Wanneer u de naairichting wijzigt, drukt u op (naaldstandtoets) om de naald op te tillen van de stof; vervolgens zet u de persvoethendel omhoog en draait u de stof. VOORZICHTIG • Draai de stof niet terwijl de tweelingnaald omlaag staat in de stof.
Naald wisselen Naald wisselen Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het omgaan met naalden. Wanneer u deze voorzorgsmaatregelen niet opvolgt, kan dit ernstige gevolgen hebben, bijvoorbeeld wanneer een naald breekt en stukjes ervan wegspringen. Lees de onderstaande instructies zorgvuldig en volg deze op. VOORZICHTIG • Gebruik uitsluitend aanbevolen naalden voor huishoudnaaimachines. Wanneer u een andere naald gebruikt, kan de naald verbuigen of kan de machine beschadigd raken.
Naald wisselen d Naald controleren Het is uiterst gevaarlijk om te naaien met een verbogen naald, omdat de naald dan kan breken terwijl u aan het werk bent. Leg een naald vóór gebruik met de vlakke kant op een vlakke ondergrond en controleer of de afstand tussen de naald en de ondergrond overal gelijk is. Druk op . • Wanneer wordt ingedrukt terwijl de persvoet omhoog staat, zal een foutmelding worden weergegeven. Zet de persvoet omlaag.
Naald wisselen Houd de naald in uw linkerhand en draai de g naaldklemschroef vast met de schroevendraaier. Draai de schroef in de richting van de achterkant van de machine (met de klok mee). VOORZICHTIG • Zorg dat u de naald plaatst tot aan de naaldstopper en dat u de naaldklemschroef goed vastdraait met de schroevendraaier. Anders kan de naald breken of kan de machine beschadigd raken. h Druk op B-30 om alle toetsen te ontgrendelen.
Persvoet verwisselen Persvoet verwisselen Plaats een andere persvoet onder de houder, zodat de VOORZICHTIG f pen van de persvoet op één lijn staat met de inkeping in de houder. • Gebruik de persvoet die geschikt is voor de soort steek die u wilt naaien, anders kan de naald de persvoet raken, waardoor de naald kan verbuigen of breken. • Gebruik uitsluitend persvoeten die speciaal zijn ontworpen voor deze naaimachine. Het gebruik van andere persvoeten kan leiden tot letsel of tot schade aan de machine.
Persvoet verwisselen ■ Persvoethouder bevestigen Opmerking • Wanneer een steek is geselecteerd, wordt op het scherm het pictogram weergegeven voor de persvoet die u moet gebruiken. Controleer voordat u gaat naaien of de juiste persvoet is bevestigd. Wanneer de verkeerde persvoet is bevestigd, zet u de machine uit. Vervolgens bevestigt u de juiste persvoet, zet u de machine weer aan en selecteert u de gewenste steek opnieuw. a Zet de persvoethendel omhoog.
Naaien Hoofdstuk 2 BEGINNEN MET NAAIEN B Naaien BEGINNEN MET NAAIEN VOORZICHTIG • Let goed op de plaats van de naald wanneer de machine in werking is. Houd bovendien uw handen uit de buurt van alle bewegende delen, zoals de naald en het handwiel. Anders kunt u letsel oplopen. • Trek niet te hard aan de stof en duw de stof niet te hard tijdens het naaien. Anders kunt u letsel oplopen en kan de naald breken. • Gebruik nooit verbogen naalden.
Naaien Lettersteken Er zijn vijf lettersteekmethoden: methode voor Gothisch lettertype , methode voor handschriftlettertype , methode voor contourlettertype , methode voor Cyrillisch lettertype en methode voor Japans lettertype . Meer bijzonderheden vindt u in “Steekpatronen kiezen” in het gedeelte “Decoratief naaien”.
Naaien f Een steek naaien a Zet de machine aan en druk op om de naald omhoog te zetten. (naaldstandtoets) Zet de persvoet omlaag. U hoeft de onderdraad niet naar boven te halen. Pas de naaisnelheid aan met de schuifknop voor g snelheidsregeling. Met deze schuifknop kunt u de naaisnelheid ook tijdens het naaien aanpassen.
Naaien Steek de stekker van het voetpedaal in de betreffende VOORZICHTIG b aansluiting op de machine. • Druk niet meer op (draadkniptoets) nadat de draden zijn afgeknipt. Hierdoor kan de draad verstrikt raken of de naald kan breken en de machine beschadigen. 1 • Druk niet op (draadkniptoets) wanneer er geen stof onder de naald ligt of wanneer de naaimachine loopt. Hierdoor kan de draad verstrikt raken en dit kan schade veroorzaken.
Naaien Verstevigingssteken naaien Achteruit/verstevigingssteken zijn meestal noodzakelijk aan het begin en het eind van het naaiwerk. Met de (achteruitsteektoets) kunt u achteruit/verstevigingssteken naaien (zie “Steekinstellingentabel” in de kolom over “Achteruit/verstevigingssteken naaien” op pagina B-46.).
Naaien d Druk op (achteruitsteektoets) of (verstevigingssteektoets). 1 Verstevigingssteken (of achteruitsteken) Achteruitsteektoets Verstevigingssteektoets Wanneer de functie Automatische verstevigingssteken niet actief is terwijl u lettersteken of decoratieve steken selecteert De machine begint de steken te naaien en naait verstevigingssteken wanneer u de achteruitsteektoets ingedrukt houdt.
Steek instellen Steek instellen Opmerking • Standaardinstellingen van gewijzigde steekinstellingen worden hersteld wanneer u de machine uitzet of een andere steek selecteert voordat u de steekinstelling hebt opgeslagen, zie “Steekinstellingen opslaan” op pagina B-41. VOORZICHTIG • Nadat u de steekbreedte hebt aangepast, draait u het handwiel langzaam naar u toe (tegen de klok in) om te controleren dat de naald de persvoet niet raakt. Als de naald de persvoet raakt, kan de naald buigen of breken.
Steek instellen Draadspanning instellen 5 Misschien moet u de draadspanning wijzigen, afhankelijk van de stof en draad waarmee u werkt. 1 ■ Juiste draadspanning 2 De bovendraad en de onderdraad moeten elkaar ongeveer midden in de stof kruisen. Alleen de bovendraad mag zichtbaar zijn aan de voorkant van de stof, en alleen de onderdraad mag zichtbaar zijn aan de achterkant van de stof.
Steek instellen Door de knop voor de draadspanning naar rechts te duwen wordt de draadspanning verhoogd. Als u specifieke instellingen voor een steek wilt opslaan om later te gebruiken, drukt u op nadat u de instellingen hebt gewijzigd. Dan worden de nieuwe instellingen opgeslagen bij de geselecteerde steek. U kunt deze functie alleen gebruiken met naaisteken. Een steeklengte van 2,0 mm gebruiken voor de rechte steek a Selecteer een rechte steek. b Stel de steeklengte in op 2,0 mm.
Nuttige functies Nuttige functies Automatisch de draad afknippen Memo • Geprogrammeerd draadknippen wordt niet uitgevoerd als u op de “Start/Stop”-toets drukt tijdens het naaien. Druk aan het eind van het U kunt de machine zo instellen dat de draden aan het eind van het naaien worden afgeknipt. Dit heet “geprogrammeerd draadknippen”. Als automatisch draadknippen is ingesteld, is ook achteruit/verstevigingssteken ingesteld. a Zet de machine aan. b Selecteer een steek.
Nuttige functies Memo • Naar gelang de geselecteerde steek is spiegelen misschien niet mogelijk, bijvoorbeeld bij de knoopsgatsteek. • Wanneer u de machine uitzet, wordt de spiegelinstelling geannuleerd. a Selecteer (automatische stofsensor) in het instellingenscherm. Stel de sensor in op “ON” door te drukken op “-” of b “+”. BEGINNEN MET NAAIEN Persvoetdruk aanpassen U kunt de persvoetdruk (de druk van de persvoet op de stof) aanpassen in het instellingenscherm.
Nuttige functies Druk op de “Start/Stop”-toets om de machine te d stoppen op het punt waar u van naairichting wilt Opmerking • veranderen. (naaldstand) in het instellingenscherm moet zijn ingesteld op omlaag om de spilfunctie te kunnen gebruiken. Wanneer (naaldstand) is ingesteld op omhoog, kan niet worden gebruikt. U kunt de spilfunctie alleen gebruiken met steken waarbij persvoet “J” of “N” is aangegeven op het scherm. Als een andere steek is geselecteerd, is niet beschikbaar.
Nuttige functies VOORZICHTIG B • Bij vrij quilten stemt u de doorvoersnelheid van de stof af op de naaisnelheid. Als de stof sneller gaat dan de naaisnelheid, kan de naald breken of andere schade optreden. a Selecteer (vrijmodus/naaien uit de vrije hand voethoogte) in het instellingenscherm. b Pas de hoogte tussen de quiltvoet en de stof aan door Opmerking te drukken op “-” of “+”.
Steekinstellingentabel Steekinstellingentabel In de volgende tabel vindt u toepassingen, steeklengtes en steekbreedtes, en of u voor de betreffende naaisteek de tweelingnaald kunt gebruiken. Deze tabel is voor diverse modellen van toepassing (modellen 3, 2 en 1). Zie de Beknopte bedieningsgids voor uw machinemodel. *1 Patronen die zijn afgebeeld op de nummertoetsen van de machine kunt u direct selecteren. Voor meer informatie, zie “Vooraf ingestelde naaisteken” op pagina B-52.
Steekinstellingentabel Model 1 Steek Model 3, 2 Steekbreedte Steeklengte [mm (inch)] [mm (inch)] Steeknaam Persvoet TweeAchteruit/ Bovenstransportling- Verstevigingsvoet naald steken Toepassingen Autom.
Steekinstellingentabel Model 1 Steek Model 3, 2 Steekbreedte Steeklengte [mm (inch)] [mm (inch)] Steeknaam Persvoet Toepassingen TweeAchteruit/ Bovenstransportling- Verstevigingsvoet naald steken Autom. Handmatig Autom.
Steekinstellingentabel Model 1 Steek Model 3, 2 Steekbreedte Steeklengte [mm (inch)] [mm (inch)] Steeknaam Persvoet TweeAchteruit/ Bovenstransportling- Verstevigingsvoet naald steken Toepassingen Autom.
Steekinstellingentabel Model 1 Steek Model 3, 2 Steekbreedte Steeklengte [mm (inch)] [mm (inch)] Steeknaam Persvoet Toepassingen Autom. Handmatig Autom.
Steekinstellingentabel Model 1 Steek Model 3, 2 Steekbreedte Steeklengte [mm (inch)] [mm (inch)] Steeknaam Persvoet TweeAchteruit/ Bovenstransportling- Verstevigingsvoet naald steken Toepassingen Autom.
Steekinstellingentabel ■ Vooraf ingestelde naaisteken Steeknaam Model 1 Vooraf ingestelde naaisteken Model 3, 2 De meestgebruikte naaisteken zijn toegewezen aan de numerieke toetsen. Deze steken kunnen worden geselecteerd door eenvoudigweg te drukken op de betreffende toets in vooraf ingestelde steekmodus.
Naaien In dit gedeelte vindt u de procedures voor het gebruik van de verschillende naaisteken en andere functies. U vindt hier bijzonderheden over standaardnaaiwerkzaamheden en de meer creatieve functies van de machine, zoals pijpvormige stukken en knoopsgaten naaien. Paginanummers in dit gedeelte beginnen met “S”. Hoofdstuk1 AANTREKKELIJKE AFWERKINGEN NAAIEN ...S-2 Hoofdstuk2 NAAISTEKEN................................................................
Naaitips Hoofdstuk 1 AANTREKKELIJKE AFWERKINGEN NAAIEN Naaitips Proefnaaien Nadat u de geschikte draad en naald hebt geïnstalleerd voor de stof die u wilt naaien, worden de steeklengte en de steekbreedte voor de geselecteerde steek automatisch ingesteld. Het is echter raadzaam een proeflap te naaien omdat u soms niet de gewenste resultaten krijgt, afhankelijk van de soort stof en de steken die worden gemaakt.
Naaitips ■ De stof op één lijn houden met een markering op de steekplaat Evenwijdige marge naaien Als u een evenwijdige naad wilt naaien, begint u zo te naaien dat de marge zich aan de rechterkant van de persvoet bevindt en de rand van de stof op één lijn ligt met de rechterkant van de persvoet of een markering op de steekplaat. ■ De stof op één lijn plaatsen met de persvoet Houd bij het naaien de rechterkant van de persvoet op gelijke afstand van de rand van de stof.
Diverse stoffen naaien Diverse stoffen naaien Laat de vergrendelpen van de persvoet (zwarte knop) d los. Zware stof naaien ■ Als de stof niet onder de persvoet past → De persvoet blijft horizontaal staan en u kunt de stof doorvoeren. Als de stof niet gemakkelijk onder de persvoet past, zet u de persvoethendel nog hoger tot de persvoet in de hoogste stand staat. → Nadat u de naad hebt genaaid, gaat de persvoet in de oorspronkelijke hoek staan.
Diverse stoffen naaien Stretchstoffen naaien Klittenband naaien Rijg eerst de stukken stof aan elkaar. Naai vervolgens zonder de stof te rekken. VOORZICHTIG • Gebruik uitsluitend klittenband zonder lijm, die geschikt is om te naaien. Als de lijm blijft plakken aan de naald of de grijper, kan dit storing tot gevolg hebben. • Als u de klittenband naait met een dunne naald (65/9-75/11), kan de naald buigen of breken.
Basissteken Hoofdstuk 2 NAAISTEKEN Basissteken U gebruikt rechte steken om gewone naden te maken. Persvoet Model 1 Steek Model 3, 2 Steeknaam Model 4 • Raadpleeg voor het gebruik van onderstaande tabel “Gebruik van de naaisteektabellen in het gedeelte “Naaien”” in het gedeelte “Basishandelingen”. Basissteken a Rijg of speld de stukken stof bijeen. b Bevestig persvoet “J”.
Basissteken ■ Naaldstand wijzigen De naaldstand die wordt gebruikt als de nullijn verschillend is voor de rechte steek (linkernaaldstand) en de rechte steek (middelste naaldstand). 1 2 S 1 Rechte steek (linkernaaldstand) 2 Rechte steek (middelste naaldstand) NAAISTEKEN Wanneer de steekbreedte van de rechte steek (linkernaaldstand) is ingesteld op de standaardinstelling (0,0 mm), is de afstand van de naaldstand tot de rechterkant van de persvoet 12 mm (1/2 inch).
Blindzoomsteken naaien Blindzoomsteken naaien Verstevig de onderkant van rokken en broeken met een blindzoom. Zet met een krijtje op de stof een streep ca. 5 mm c (3/16 inch) van de rand van de stof, en rijg deze. 1 Steeknummer Blindzoomsteek 2-01 36 2-02 37 1 2 1 2 Achterkant van de stof Voorkant van de stof Rand van de stof Gewenste rand van zoom 5 mm (3/16 inch) Rijgsteken 32 Vouw de stof naar binnen langs de rijgsteken.
Blindzoomsteken naaien Schuif het stuk dat u wilt naaien op de vrije arm. i Controleer of de stof goed doorvoert en begin te naaien. 1 Vrije arm • U kunt geen blindzoomsteken naaien als het linkerpunt waar de naald neerkomt de vouw niet pakt. Als de naald te veel van de vouw pakt, kan de stof niet worden uitgevouwen en wordt de naad aan de voorkant van de stof heel groot. Dat ziet er niet mooi uit. Volg in deze gevallen de onderstaande instructies om het probleem op te lossen.
Blindzoomsteken naaien Voorbeeld: normale stof 1 Achterkant van de stof 2 Voorkant van de stof Naai met de vouw van de zoom tegen de l persvoetgeleider. Wanneer u klaar bent, drukt u op de “Start/Stop”-toets m om te stoppen met naaien. Zet de persvoet en naald omhoog en trek de stof naar achteren om deze te verwijderen. Opmerking • Trek de stof naar achteren wanneer u klaar bent met naaien. Als u de stof opzij of naar voren trekt, wordt de persvoet mogelijk beschadigd.
Afwerksteken Afwerksteken Naai afwerksteken langs de rand van afgesneden stof om rafelen te voorkomen. Afwerksteken naaien met afwerksteekvoet “G” Naai met de rand van de stof tegen de d persvoetgeleider. 1 S • Raadpleeg voor het gebruik van onderstaande tabel “Gebruik van de naaisteektabellen in het gedeelte “Naaien”” in het gedeelte “Basishandelingen”.
Afwerksteken Afwerksteken naaien met zigzagvoet “J” 1 Persvoet Model 1 Steek Model 3, 2 Steeknaam Model 4 • Raadpleeg voor het gebruik van onderstaande tabel “Gebruik van de naaisteektabellen in het gedeelte “Naaien”” in het gedeelte “Basishandelingen”.
Afwerksteken a Verwijder de persvoet. f Haak de verbindingsvork van de zijsnijder op de g van het stiksel. b naaldklemschroef. Selecteer een steek. Knip de stof ongeveer 2 cm (3/4 inch) in aan het begin a 1 b Plaats de stof in de zijsnijder. NAAISTEKEN h 1 Verbindingsvork 2 Naaldklemschroef S 1 2 cm (3/4 inch) Plaats het ingeknipte stuk van de stof op de geleiderplaat van de zijsnijder.
Knoopsgaten naaien/knopen aanzetten Knoopsgaten naaien/knopen aanzetten • Raadpleeg voor het gebruik van onderstaande tabel “Gebruik van de naaisteektabellen in het gedeelte “Naaien”” in het gedeelte “Basishandelingen”. Knoopsgaten naaien Persvoet Model 1 Steek Model 3, 2 Steeknaam Model 4 De maximale lengte van een knoopsgat is ongeveer 28 mm (1-1/8 inch) (doorsnede + dikte van de knoop). Knoopsgaten worden genaaid van de voorkant van de persvoet naar achteren (zie afbeelding).
Knoopsgaten naaien/knopen aanzetten Markeer met krijt op de stof de plaats en de lengte van a het knoopsgat. 2 d Selecteer een steek. Plaats de stof met de voorkant van de e knoopsgatmarkering op één lijn met de rode markeringen aan de zijkanten van de knoopsgatenvoet en zet de persvoethendel omlaag. 1 1 S 1 Markeringen op de stof 2 Knoopsgaten naaien A Trek de knoopgeleiderplaat van knoopsgatvoet “A” uit b en plaats de knoop die door het knoopsgat moet.
Knoopsgaten naaien/knopen aanzetten Houd het uiteinde van de bovendraad losjes in uw g linkerhand en begin met naaien. Voor lingerieknoopsgaten maakt u met de gaatjesponser een gat in het afgeronde einde van het knoopsgat en snijdt u vervolgens het knoopsgat open met het tornmesje. 1 → Wanneer u klaar bent met naaien, naait de naaimachine automatisch verstevigingssteken en stopt daarna. 1 Gaatjesponser h Druk eenmaal op (draadafkniptoets). Zet de persvoet omhoog en verwijder de stof.
Knoopsgaten naaien/knopen aanzetten Haak de contourdraad op het deel van knoopsgatvoet a “A” dat wordt getoond in de illustratie. b Zet de persvoethendel omhoog en schuif de transporteurstandschakelaar (achter op de voet van de machine) naar (aan de linkerkant, gezien vanaf de achterkant van de machine). S De draad past in de groeven. Knoop de draad b vervolgens losjes vast. a c Bevestig knoopsgatvoet “A”. d Selecteer steek of . Pas de steekbreedte aan de dikte van de contourdraad e aan.
Knoopsgaten naaien/knopen aanzetten Draai het handwiel naar u toe (tegen de klok in) om te g controleren of de naald goed in de twee gaten van de knoop gaat. Als de naald de knoop lijkt te raken, meet u opnieuw de afstand tussen de gaten in de knoop. Stem de steekbreedte af op de afstand tussen de gaten in de knopen. ■ Een knoopvoet bevestigen Als u een knoop met een knoopvoet wilt bevestigen, bevestigt u de knoop op enige afstand van de stof, en draait u daar met de hand draad omheen.
Rits inzetten Rits inzetten • Raadpleeg voor het gebruik van onderstaande tabel “Gebruik van de naaisteektabellen in het gedeelte “Naaien”” in het gedeelte “Basishandelingen”. d Strijk de naad open vanaf de achterkant van de stof. Model 1 Persvoet Steek 03* J, I Model 3, 2 Steeknaam Model 4 1 Steeknummer 1-03 03* 1 Achterkant van de stof Zet de naad op één lijn met het midden van de rits en e naai de rits op zijn plek met rijgsteken.
Rits inzetten h Selecteer steek . Zijrits inzetten VOORZICHTIG Stiksel is slechts zichtbaar op één stuk stof. Dit soort ritsen gebruikt u voor zij- of achteropeningen. • Wanneer u ritsvoet “I” gebruikt, moet u de rechte steek selecteren (middelste naaldstand) en het handwiel langzaam naar u toe (tegen de klok in) draaien om te controleren of de naald de persvoet niet raakt. Als een andere steek is geselecteerd of als de naald de persvoet raakt, kan de naald verbuigen of breken.
Rits inzetten Strijk de naad zo, dat er aan rechterkant (de kant die e niet wordt gestikt) 3 mm (1/8 inch) extra vrij komt. Naai de rits aan het stuk stof met de extra 3 mm i (1/8 inch), te beginnen vanaf de basis van de rits. 1 S 2 1 Achterkant van de stof 2 3 mm (1/8 inch) VOORZICHTIG speld vervolgens de rits op zijn plek. • Zorg bij het naaien dat de naald de rits niet raakt. Anders kan de naald verbuigen of breken.
Rits inzetten n Doorstikken van de rits. Naai achteruit aan het eind van de ritsopening en leg de tanden van de rits op één lijn met de zijkant van de persvoet. 3 2 1 1 2 3 4 5 4 5 Voorkant van de stof Einde ritsopening Achteruitsteken Begin van stiksel Rijgsteek VOORZICHTIG • Zorg bij het naaien dat de naald de rits niet raakt. Anders kan de naald verbuigen of breken.
Rits/passepoil inzetten Rits/passepoil inzetten U kunt deze machine gebruiken om ritsen en galons in te zetten. Persvoet 01* ** S Steeknummer Rechte steek (links) 1-01 01* Linkernaaistand * U kunt steekpatronen direct selecteren door tijdens de vooraf ingestelde naaisteekmodus op de cijfertoetsen van de machine te drukken. Zie het gedeelte “Basishandelingen”.
Rits/passepoil inzetten h Doorstikken van de rits. 1 d 3 2 4 1 2 3 4 Stiksel Voorkant van de stof Rijgsteek Einde ritsopening VOORZICHTIG • Zorg bij het naaien dat de naald de rits niet raakt. Anders kan de naald verbuigen of breken. i Verwijder de rijgsteken. Passepoil plaatsen Plaats passepoil binnenstebuiten tussen twee stukken a stof, zoals hieronder aangegeven.
Stretchstoffen naaien en elastiek bevestigen Stretchstoffen naaien en elastiek bevestigen a Speld het elastiek aan de achterkant van de stof. Speld het elastiek op enkele punten tegen de stof, zodat het gelijkmatig is verdeeld over de stof. Persvoet Model 1 Steek Model 3, 2 Steeknaam Model 4 • Raadpleeg voor het gebruik van onderstaande tabel “Gebruik van de naaisteektabellen in het gedeelte “Naaien”” in het gedeelte “Basishandelingen”.
Applicatie-, patchwork- en quiltsteken Applicatie-, patchwork- en quiltsteken • Raadpleeg voor het gebruik van onderstaande tabel “Gebruik van de naaisteektabellen in het gedeelte “Naaien”” in het gedeelte “Basishandelingen”. Applicatiesteken naaien aKnip de applicatie uit met een naadtoeslag van 3 tot Persvoet Model 1 Model 3, 2 Steek Model 4 Steeknaam a 5 mm (1/8 inch tot 3/16 inch).
Applicatie-, patchwork- en quiltsteken Draai het handwiel naar u toe (tegen de klok in) en f begin te naaien rond de rand van de applicatie; let op Aan elkaar zetten dat de naald net buiten de applicatie neerkomt. Dit is het aan elkaar zetten van twee stukken stof, ook wel “piecing” geheten. Knip de stukken stof met een marge van 6,5 mm (1/4 inch). Naai een rechte verbindingssteek 6,5 mm (1/4 inch) vanaf de rechter- of de linkerkant van de persvoet.
Applicatie-, patchwork- en quiltsteken ■ Stukken aan elkaar zetten met de 1/4-inch quiltvoet met geleider (optioneel bij sommige modellen) Afwerksteken quilten, 1/8 inch Terwijl u naait, houdt u de rand van de stof uitgelijnd met de linkerkant van het uiteinde van de persvoet. Met deze quiltvoet kunt u een naad van precies 1/4 inch of 1/8 inch naaien. Dit komt van pas bij het maken van een quilt of afwerksteken. a Druk op a en bevestig vervolgens de 1/4-inch quiltvoet met geleider.
Applicatie-, patchwork- en quiltsteken e Begin met naaien. a Rijg de stof vast die u wilt quilten. f Wanneer u het eind van het stiksel bereikt, stopt u de machine. b Verwijder de persvoet en de persvoethouder. Naai totdat de markering aan de onderrand van de 1/4-inch quiltvoet op één lijn staat met de onderrand van de stof. 1 • Meer bijzonderheden vindt u in “Persvoethouder verwijderen en bevestigen” in het gedeelte “Basishandelingen”.
Applicatie-, patchwork- en quiltsteken ■ Werken met de quiltgeleider (optioneel bij sommige modellen) Met de quiltgeleider maakt u parallelle steken met een gelijkmatige tussenruimte. Plaats de stang van de quiltgeleider in het gat aan de a achterkant van de boventransportvoet of ■ Gebruik van de open quiltvoet “O” voor quilten uit de vrije hand of quiltvoet* * Optioneel bij sommige modellen.
Applicatie-, patchwork- en quiltsteken Houd de quiltvoet op z'n plaats met uw rechterhand en e draai met de schroevendraaier in uw linkerhand de VOORZICHTIG persvoethouderschroef vast. 1 Persvoethouderschroef • Wanneer u de quiltvoet “C” voor naaien uit de vrije hand gebruikt, moet u de rechte steekplaat gebruiken en naaien met de naald in de middelste naaldstand. Als u de naald in een andere stand zet dan de middelste naaldstand, kan hij breken. Dit kan letsel tot gevolg hebben.
Applicatie-, patchwork- en quiltsteken Bevestig quiltvoet “C” voor naaien uit de vrije hand e aan de voorkant met persvoethouderschroef tegenover de inkeping in de quiltvoet. Wanneer u klaar bent met naaien, schuift u de (rechts, gezien vanaf de achterkant van de machine). Draai het handwiel om de transporteur omhoog te zetten.
Applicatie-, patchwork- en quiltsteken Draai de schroef vast met de bijgesloten VOORZICHTIG e schroevendraaier. • Bij vrij quilten stemt u de doorvoersnelheid van de stof af op de naaisnelheid. Als de stof sneller gaat dan de naaisnelheid, kan de naald breken of andere schade optreden. S Memo NAAISTEKEN • Op modellen met een vrijmodus kunt u de persvoet op de juiste hoogte zetten voor vrij naaien.
Applicatie-, patchwork- en quiltsteken Afgerond project d Druk op . e Selecteer steek . Tijdens het naaien kunt u de steekbreedte aanpassen f door de schuifknop voor snelheidsregeling te verschuiven. U maakt de steekbreedte smaller door de knop naar links te schuiven. U maakt de steekbreedte breder door de knop naar rechts te schuiven. Wanneer u klaar bent met naaien, schuift u de (rechts, gezien vanaf de achterkant van de machine). Draai het handwiel om de transporteur omhoog te zetten.
Verstevigingssteken Verstevigingssteken a Verstevig plekken waarop spanning komt te staan, zoals mouwgaten, binnennaden en hoeken van zakken. • Raadpleeg voor het gebruik van onderstaande tabel “Gebruik van de naaisteektabellen in het gedeelte “Naaien”” in het gedeelte “Basishandelingen”. Bepaal de gewenste lengte van de trenssteek. Zet de knoopgeleiderplaat op knoopsgatvoet “A” op de gewenste lengte. (De afstand tussen de markeringen op de persvoetschaal is 5 mm (3/16 inch).
Verstevigingssteken e Trek de knoopsgathendel zo ver mogelijk omlaag. Stoppen a 1 Knoopsgathendel De knoopsgathendel bevindt zich achter de beugel op de knoopsgatenvoet. 1 2 1 Knoopsgathendel 2 Beugel Houd het uiteinde van de bovendraad losjes in uw f linkerhand en begin met naaien. 1 Verstevigingssteek a Bepaal de gewenste lengte van het stopwerk. Zet de knoopgeleiderplaat op knoopsgatvoet “A” op de gewenste lengte. (De afstand tussen de markeringen op de persvoetschaal is 5 mm (3/16 inch).
Verstevigingssteken Plaats de stof zo dat de naald 2 mm (1/16 inch) voor d het te stoppen vlak staat. Zet de persvoethendel omhoog en haal de stof weg en g knip vervolgens de draden af. Breng de knoopsgathendel omhoog in de h oorspronkelijke stand. 1 Memo 2 • Als de stof niet wordt doorgevoerd (bijvoorbeeld als deze te dik is) maakt u de steeklengte groter. Meer bijzonderheden vindt u in “Steeklengte instellen” in het gedeelte “Basishandelingen”.
Oogje stikken Oogje stikken U kunt oogjes maken, bijvoorbeeld in een ceintuur. Maak met de gaatjesponser een gat in het midden van Model 1 Persvoet Steek Model 3, 2 Steeknaam Model 4 • Raadpleeg voor het gebruik van onderstaande tabel “Gebruik van de naaisteektabellen in het gedeelte “Naaien”” in het gedeelte “Basishandelingen”. 71 N f het oogje. Steeknummer Oogje stikken a 4-15 91 Bevestig monogramvoet “N”.
Lapjes of emblemen bevestigen aan hemdsmouwen Lapjes of emblemen bevestigen aan hemdsmouwen Gebruik deze steekpatronen om lapjes of emblemen te bevestigen aan broekspijpen, hemdsmouwen, enz. Zet de naald omlaag in de stof aan het begin van het d stiksel en begin met naaien. Zet de naald omlaag in de rechterbovenhoek. Persvoet S → De stof wordt doorgevoerd naar de achterkant van de machine, zoals gewoonlijk.
Lapjes of emblemen bevestigen aan hemdsmouwen k Nadat u tot aan de hoek hebt genaaid, stopt u de machine en selecteert u steek opnieuw. Na 3 tot 5 steken te hebben genaaid aan het begin van l het stiksel, stopt de machine. Memo • De doorvoerrichting van de stof hangt af van de steek die u selecteert. Leid de stof tijdens het naaien.
Decoratieve steek Decoratieve steek De naaisteken omvatten onderstaande decoratieve steken. Persvoet Model 1 Steek Model 3, 2 Steeknaam Model 4 • Raadpleeg voor het gebruik van onderstaande tabel “Gebruik van de naaisteektabellen in het gedeelte “Naaien”” in het gedeelte “Basishandelingen”.
Decoratieve steek Maak parallelle steken met intervallen van 1 cm c (3/8 inch). Schelpsteken Een golvend, zich herhalend patroon in de vorm van schelpen. Dit motief wordt gebruikt op kragen van blouses of randen van naaiwerk. a 1 Bevestig monogramvoet “N”. 1 1 cm (3/8 inch) b Selecteer steek . • Gebruik achteruit/verstevigingssteken naaien of draadknippen niet. c Stik langs de rand van de stof, niet op de rand. • Aan het eind van het stiksel trekt u de draad ongeveer 5 cm (2 inch) uit.
Decoratieve steek Schelprijgsteken naaien Verbindingssteken naaien U kunt plooien de vorm van schelpen geven. Hiermee kunt u randen, de voorkant van blouses of manchetten van dunne stof verfraaien. a Vouw de stof over de diagonaal. U kunt decoratieve brugsteken naaien over de marge van aan elkaar genaaide stoffen. Hiermee kunt u een fantasiequiltsteek maken. a Bevestig zigzagvoet “J”. J S b 2 Bevestig zigzagvoet “J”.
Decoratieve steek Draden gedeeltelijk verwijderen heet ajour. Dit geeft een prachtig resultaat bij los geweven stoffen. Nostalgische steken naaien Wanneer u naait met de platte naald, worden de naaldgaten groter zodat een kanteffect ontstaat. Hiermee kunt u zomen en tafelkleden van dunne of middelzware stof en eenvoudig geweven stof verfraaien. a Hieronder worden twee manieren beschreven om ajourwerk te maken. ■ Ajour (voorbeeld 1) Installeer de platte naald. • Gebruik een 130/705H 100/16 platte naald.
Decoratieve steek ■ Ajour (voorbeeld 2) S Trek diverse draden bij twee gedeelten van de stof uit, a gescheiden door een niet-gerafeld gedeelte van ongeveer 4 mm (3/16 inch). NAAISTEKEN 1 1 4 mm (3/16 inch) b Bevestig monogramvoet “N”. c Selecteer steek d Naai langs het midden van het niet-gerafelde gedeelte. .
Decoratieve steek S-46
Decoratief naaien In dit gedeelte vindt u aanwijzingen over het naaien van lettersteken en decoratieve steken, en het aanpassen en bewerken ervan. Bovendien wordt hier beschreven hoe u werkt met MY CUSTOM STITCH. Daarmee kunt u originele steekpatronen creëren. Paginanummers in dit gedeelte beginnen met “D”. De display en machine-illustratie kunnen iets afwijken naargelang het model van de machine. Hoofdstuk1 LETTERSTEKEN / DECORATIEVE STEKEN .......... D-2 Hoofdstuk2 MY CUSTOM STITCH ......................
De diverse ingebouwde decoratieve patronen naaien Hoofdstuk 1 LETTERSTEKEN / DECORATIEVE STEKEN De diverse ingebouwde decoratieve patronen naaien Kruissteken Steekpatronen kiezen Deze machine is uitgerust met de volgende decoratieve steken en lettersteken. Letterpatronen Bedieningstoets Lettertype Pictogram Gothisch Handschrift Contour Cyrillisch Japans Om een letter-/decoratieve steek te selecteren, drukt u op Opmerking • De steeknummers kunnen afwijken naargelang het model van uw naaimachine.
De diverse ingebouwde decoratieve patronen naaien ■ Letterpatronen Met iedere druk op volgorde. Æ Æ Memo verandert het lettertype in de deze Æ Æ Æ • Als een nieuw patroon wordt geselecteerd zonder de vorige te verwijderen, worden het eerste en tweede patroon gecombineerd. (Zie “Patronen combineren” op pagina D-5.) • Als twee of meer patronen al zijn geselecteerd, wordt het laatst geselecteerde patroon verwijderd. ...
De diverse ingebouwde decoratieve patronen naaien Standaardnaaiwerkzaamheden a Selecteer een decoratieve steek/lettersteek. b Bevestig monogramvoet “N”. c Plaats de stof onder de persvoet, trek de bovendraad uit naar de zijkant, druk op (naaldstandtoets) om de naald omlaag te zetten in de stof en zet vervolgens de persvoet omlaag. Memo • Bij het naaien van lettersteekpatronen naait de machine automatisch verstevingssteken aan het begin en het eind van elke letter.
De diverse ingebouwde decoratieve patronen naaien Patronen combineren a Selecteer de eerste categorie en het patroon. → Het geselecteerde patroon verschijnt op het scherm. Gecombineerde patronen herhalen Wanneer meerdere steken worden gecombineerd stopt de machine wanneer het op het scherm weergegeven patroon is voltooid. Om een gecombineerd patroon meerdere malen te herhalen volgt u de volgende handelingen. a Druk op nadat u de patronen heeft gecombineerd.
De diverse ingebouwde decoratieve patronen naaien Groot Het geselecteerde patroon controleren Wanneer het gespecificeerde patroon niet wordt weergegeven op het scherm, controleert u het patroon aan de hand van de volgende stappen. a Selecteer (Controle) in het instellingenscherm. Klein c b Herhaal stappen a en b. Druk op “-” of “+” en bevestig het patroon. De dichtheid van de steken wijzigen c Druk op . Memo Als u een satijnsteek heeft geselecteerd kunt u de steekdichtheid wijzigen.
De diverse ingebouwde decoratieve patronen naaien De lengte van het patroon wijzigen Voor de lengte van één gedeelte van een 7 mm satijnsteek kunt u kiezen uit vijf formaten. a Selecteer een 7 mm satijnsteekpatroon. b Selecteer (Verlenging) in het instellingenscherm en selecteer de gewenste lengte van “1” tot “5”.
De diverse ingebouwde decoratieve patronen naaien d Druk op . Een steekpatroon spiegelen a Nadat u een enkel patroon heeft geselecteerd, drukt u op om het steekpatroon om de lengteas te spiegelen. → Het volgende geselecteerde patroon wordt een halve breedte naar links verschoven. e Druk op om aan te geven dat de patronen herhaaldelijk zullen worden genaaid. → • Voor meer informatie, zie “Gecombineerde patronen herhalen” op pagina D-5.
De diverse ingebouwde decoratieve patronen naaien Terugkeren naar het begin van het patroon U kunt terugkeren naar het begin van het patroon nadat u een proeflapje hebt genaaid, of wanneer het stiksel niet goed is genaaid. a Druk op de “Start/Stop”-toets om de machine te stoppen en druk vervolgens op . Een patroon opslaan Gecombineerde patronen kunt u opslaan voor toekomstig gebruik. Omdat opgeslagen patronen niet verloren gaan nadat de naaimachine is uitgezet, kunt u ze op ieder moment oproepen.
De diverse ingebouwde decoratieve patronen naaien Een patroon ophalen a b a Bevestig monogramvoet “N”. b Selecteer c Begin met naaien. Druk een- of tweemaal op totdat een lijst als hieronder met opgeslagen patronen wordt weergegeven. Selecteer het gewenste opgeslagen patroon met behulp van of . of . → De naaimachine stopt nadat hij klaar is met het naaien van het patroon. d Controleer het genaaide patroon.
De diverse ingebouwde decoratieve patronen naaien f Druk op “-” of op “+” om de verticale stand aan te passen. Druk op “+” om de horizontale ruimte in het ontwerp te vergroten. Druk op “-” om de horizontale ruimte in het ontwerp te verkleinen. → Maak de benodigde aanpassingen naar aanleiding van hoe het patroon is genaaid. i Druk op j Selecteer . of nogmaals, start de naaimachine en controleer het stiksel. Ga verder met het aanpassen van het patroon totdat het correct genaaid wordt.
Steek ontwerpen Hoofdstuk 2 MY CUSTOM STITCH Steek ontwerpen Met de functie MY CUSTOM STITCH kunt u steekpatronen naaien die u zelf heeft ontworpen Een schets van het patroon tekenen c Markeer de punten van het patroon die op de snijpunten van het raster liggen en verbind deze punten met een doorlopende rechte lijn. d Bepaal de volgorde van naaien. Bereid een rasterset voor. a Teken een schets van het patroon op de rasterset.
Steek ontwerpen b Druk zo vaak als nodig is op tot van het bedieningspaneel wordt weergegeven en druk op f . Geef aan of u klaar bent met het bewerken van het patroon en keer terug naar het naaischerm, of ga door met bewerken. Selecteer één van de twee met behulp van “-” en “+” en druk vervolgens op . 1 2 → Op de display wordt MY CUSTOM STITCH weergegeven. D 1 Doorgaan met bewerken 2 Klaar met bewerken g Herhaal stappen 4 t/m 6 om ieder punt aan te geven.
Steek ontwerpen Voorbeelden van ontwerpen Voer elk van de in onderstaande tabel aangegeven punten in om de voorbeeldsteek te naaien.
Bijlage In dit gedeelte vindt u belangrijke informatie voor de bediening van deze machine. Lees dit gedeelte door. U vindt hier tips om problemen op te lossen en aanwijzingen hoe u kunt zorgen dat uw machine goed blijft werken. Paginanummers in dit gedeelte beginnen met “A”. Hoofdstuk1 ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING ......
Verzorging en onderhoud Hoofdstuk 1 ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING Verzorging en onderhoud Beperkingen op smeren Om beschadiging van de machine te voorkomen mag deze machine niet worden gesmeerd door de gebruiker. De machine is vervaardigd met de juiste hoeveelheid olie om goed te functioneren. Het is niet nodig om deze periodiek te smeren.
Verzorging en onderhoud ■ Als er een schroef in het steekplaatdeksel zit 1 Gebruik de L-vormige (of de schijfvormige) schroevendraaier om de schroef in het steekplaatdeksel los te maken. Plaats het spoelhuis zo dat de S-markering op het z-markering op de machine bevindt. i spoelhuis zich tegenover de a b a b 2 Pak beide zijden van het steekplaatdeksel en schuif dit naar u toe. • Lijn de S-markering uit met de z-markering.
Probleemoplossing Probleemoplossing Als de machine niet meer goed werkt, ga dan na of er mogelijk sprake is van onderstaande problemen, voordat u contact opneemt voor service. De meeste problemen kunt u namelijk zelf oplossen. Als u extra hulp nodig hebt, biedt Brother Solutions Center de laatste antwoorden op veel voorkomende vragen en tips. Bezoek onze website: “ http://support.brother.com/ ”.
Probleemoplossing Trek aan de draad om deze door de gleuf in het steekplaatdeksel te leiden en snijd deze af met de draadafsnijder. ■ Remedie/Te controleren Verwijder de verstrikte draad en rijg de bovendraad goed in. Verwijder de verstrikte draad. Als dit niet lukt, knip de a draad dan los met een schaar. • Voor meer informatie, zie “Grijper reinigen” op pagina A-2. b Verwijder de bovendraad uit de machine.
Probleemoplossing Leid de draad onder de draadgeleiderplaat en trek de f draad omhoog. Onjuiste draadspanning ■ Symptomen • Symptoom 1: onderdraad is zichtbaar aan de voorkant van de stof. (Zie onderstaande illustratie.) • Symptoom 2: bovendraad ziet eruit als een rechte lijn aan de voorkant van de stof. • Symptoom 3: bovendraad is zichtbaar aan de achterkant van de stof. (Zie onderstaande illustratie.
Probleemoplossing Oorzaak 2 U gebruikt niet de juiste naald en draad voor de stof. Welke machinenaald u moet gebruiken hangt af van de stof die u gebruikt en de dikte van de draad. Wanneer u niet de juiste naald en draad gebruikt voor de stof, wordt de draadspanning onjuist en daardoor rimpelt de stof op of worden steken overgeslagen. • Als de bovendraad zichtbaar is aan de achterkant van de stof Werken met de draadspanningtoets (voor modellen met draadspanningtoets.
Probleemoplossing De stof zit vast in de machine en kan niet worden verwijderd h Verwijder het spoelhuis. Verwijder eventuele draden die nog in het spoelhuis zitten. Wanneer de stof vastzit in de machine en niet kan worden verwijderd, is de draad mogelijk verstrikt onder de steekplaat. Volg onderstaande procedure om de stof te verwijderen uit de machine. Wanneer u de handeling niet kunt uitvoeren volgens de procedure, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde officiële Brother-servicecentrum.
Probleemoplossing Verwijder eventuele draden uit de grijper en rond de l transporteur. Draai het handwiel om de transporteur omhoog te m zetten. Lijn de twee schroefgaten in de steekplaat uit met de n twee gaten in de bevestigingsplaat van de steekplaat en bevestig de steekplaat aan de machine. Draai met uw vingers de schroef aan de rechterkant o van de steekplaat losjes vast. Draai vervolgens met de L-vormige (of de schijfvormige) schroevendraaier de schroef aan de linkerkant stevig vast.
Probleemoplossing ■ Functioneren van de machine controleren Als u de steekplaat hebt verwijderd, controleer dan het functioneren van de machine om na te gaan of de installatie correct is uitgevoerd. a Zet de machine aan. b Selecteer steek . h Naai een proefstukje op een stukje katoen. Opmerking • Wanneer het naaien niet goed gaat, ligt het mogelijk aan het onjuist inrijgen van de bovendraad of aan dunne stof.
Probleemoplossing Als de draad is verstrikt onder de spoelwinderbasis, a druk dan eenmaal op de “Start/Stop”-toets om het opwinden van de spoel te stoppen. Wanneer het voetpedaal is aangesloten, haalt u uw voet van het voetpedaal. Knip met een schaar de draad af naast de draadgeleider b voor het opwinden van de spoel.
Probleemoplossing Lijst met symptomen ■ Tijdens de voorbereidingen Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Remedie Pagina Naald staat in onjuiste stand. Druk op de “Naaldstandtoets” om de naald omhoog te zetten. B-3 Naald is niet juist geplaatst. Plaats de naald opnieuw op de juiste wijze. B-29 Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. Vervang de naald. B-29 Bovendraad is niet juist ingeregen. Raadpleeg de stappen voor het inrijgen van de naaimachine en rijg de machine juist in.
Probleemoplossing Symptoom De bedieningstoetsen reageren niet of zijn te gevoelig. Waarschijnlijke oorzaak Remedie Pagina De gevoeligheid van de bedieningstoetsen is niet ingesteld voor de gebruiker. Pas de gevoeligheid van de bedieningstoetsen aan. B-14 Het naailampje is beschadigd. Neem contact op met uw erkende Brotherdealer of het dichtstbijzijnde erkende Brotherservicecentrum. – (Licht) is ingesteld op “OFF” in het instellingenscherm. Wijzig de instelling in “ON”.
Probleemoplossing Symptoom Naald breekt. Bovendraad breekt. De draad zit verstrikt aan de achterkant van de stof. De bovendraad is te strak. Waarschijnlijke oorzaak Remedie Pagina Stof is te dik. Gebruik stof waar de naald doorheen kan wanneer u het handwiel draait. B-28, S-4 Stof wordt met kracht doorgevoerd wanneer u dikke stof of dikke naden naait. Zorg dat de stof doorvoert zonder deze met kracht duwen. S-4 Steeklengte is te kort. Pas de steeklengte aan.
Probleemoplossing Symptoom Remedie De boven- of onderdraad is verkeerd ingeregen. Raadpleeg de stappen voor het inrijgen van de naaimachine en rijg de machine juist in. B-21 Kloshouder is niet juist aangebracht. Raadpleeg de methode voor het bevestigen van de kloshouder en bevestig de kloshouder opnieuw. B-21 Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof. Raadpleeg “Overzichtsschema stoffen/draad/ naald”. B-28 Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. Vervang de naald.
Probleemoplossing Symptoom De stof wordt doorgevoerd in de tegenovergestelde richting. Waarschijnlijke oorzaak Remedie Pagina Het doorvoermechanisme is beschadigd. Neem contact op met uw erkende Brotherdealer of het dichtstbijzijnde erkende Brotherservicecentrum. – De naaldklemschroef is los. Draai de naaldklemschroef stevig vast. Vervang de naald als deze verbogen of stomp is. B-29 Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. Vervang de naald. B-29 Draad is verstrikt onder de steekplaat.
Probleemoplossing ■ Na het naaien Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Draadspanning is onjuist. Patroon wordt niet goed genaaid. Pagina Bovendraad is niet juist ingeregen. Raadpleeg de stappen voor het inrijgen van de naaimachine en rijg de machine juist in. B-21 Spoel is niet juist geplaatst. Plaats de spoel opnieuw. (Als u de steekplaat hebt verwijderd, plaatst u deze terug en draait u de schroeven stevig vast alvorens het spoelhuis te installeren.
Probleemoplossing Foutmeldingen Oorzaak/Oplossing 3 Deze melding verschijnt wanneer u op de “Start/Stop”-toets drukt terwijl het voetpedaal is aangesloten. 4 Deze melding verschijnt wanneer de knoopsgathendel omlaag staat, u een andere steek dan een knoopsgat hebt geselecteerd en u op de “Start/Stop”-toets drukt. 5 Deze melding verschijnt wanneer de knoopsgathendel omhoog staat, u een knoopsgatsteek hebt geselecteerd en u op een toets, bijvoorbeeld de “Start/Stop”toets, drukt.
Probleemoplossing Foutmeldingen Oorzaak/Oplossing 12 Deze melding verschijnt wanneer de motor vastloopt door verstrikte draden of vanwege andere redenen die met de draadtoevoer te maken hebben. 13 Deze melding verschijnt wanneer u een steek probeert te naaien met een andere steek dan de rechte steek (middelste naaldstand), terwijl de steekplaat voor rechte steken is geplaatst. Deze melding verschijnt ook wanneer u de steekplaat verwijdert terwijl de machine nog is ingeschakeld.
Specificaties Bedieningssignaal Er verschijnt niets op de display Telkens wanneer u een toets indrukt, hoort u één piep. Als u een onjuiste bewerking uitvoert, hoort u twee of vier pieptonen. Indien er niets verschijnt op de display wanneer u de machine aanzet, is de display te helder of te donker. Wanneer dit het geval is voert u de volgende handelingen uit. ■ Als u een toets indrukt (juiste bewerking) a Zet de machine uit.
Index Index Cijfers E 1/4-inch quiltvoet ..................................................................... S-28 1/4-inch quiltvoet met geleider ................................................. S-28 7 mm satijnsteken ...................................................................... D-2 Een patroon ophalen ................................................................ D-10 Eigen steken ............................................................................. D-12 Erfstuksteken naaien .....
Index M Q Marge, evenwijdig ...................................................................... S-3 Markering op de steekplaat ......................................................... S-3 meldingen op display ............................................................... A-17 MY CUSTOM STITCH ............................................................. D-12 Quilten ..................................................................................... S-29 Quiltgeleider ..............................
Index Voetpedaal ...................................................................... B-2, B-36 Vooraanzicht .............................................................................. B-2 Voorbeelden van ontwerpen ................................................... D-14 Voorspanningsschijf ............................................ B-2, B-17, A-10 Vrijmodus/naaien uit de vrije hand ........................................... B-44 Z Zigzagbreedte aanpassen ...........................................
Ga naar http://support.brother.com/ voor productondersteuning en antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs).