Operation Manual
Probleemoplossing
A-14
Naald breekt.
Stof is te dik.
Gebruik stof waar de naald doorheen kan
wanneer u het handwiel draait.
B-28, S-4
Stof wordt met kracht doorgevoerd wanneer u
dikke stof of dikke naden naait.
Zorg dat de stof doorvoert zonder deze met
kracht duwen.
S-4
Steeklengte is te kort. Pas de steeklengte aan. B-39
Onderdraad onjuist opgewonden. Gebruik een spoel die juist is opgewonden. B-15
Bovendraad
breekt.
De machine is niet juist ingeregen (verkeerde
kloshouder, kloshouder zit los, draad heeft
inrijger naaldstang niet gepakt enz.)
Rijg de naaimachine juist in. B-21
U gebruikt draad die in de knoop zit. Verwijder knopen, ontwar de draad. –
De naald die u hebt geselecteerd is niet
geschikt voor de draad die u gebruikt.
Selecteer een naald die geschikt is voor het
soort draad dat u gebruikt.
B-28
Spanning bovendraad is te hoog. Pas de draadspanning aan. B-40
Draad is verstrikt geraakt.
Knip bijvoorbeeld met een schaar de verstrikte
draad af en haal deze uit de grijper, enzovoort.
A-5
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is
stomp.
Vervang de naald. B-29
Naald is niet juist geplaatst. Plaats de naald opnieuw op de juiste wijze. B-29
Er zitten krassen rondom de opening in de
steekplaat.
Vervang de steekplaat of neem contact op met
uw erkende Brother-dealer.
A-8
Er zitten krassen rondom de opening in de
persvoet.
Vervang de persvoet of neem contact op met
uw erkende Brother-dealer.
B-31
Er zitten krassen op het spoelhuis.
Vervang het spoelhuis of neem contact op met
uw erkende Brother-dealer.
A-2
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
Raadpleeg “Overzichtsschema stoffen/draad/
naald”.
B-28
Tijdens het naaien is de draad in de knoop of
verstrikt geraakt.
Rijg de boven- en onderdraad opnieuw in. B-15, B-21
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
Onjuiste spoelen werken niet goed. Gebruik
alleen spoelen die voor deze machine zijn
ontworpen.
B-15
De draad zit
verstrikt aan de
achterkant van de
stof.
Bovendraad is niet juist ingeregen.
Raadpleeg de stappen voor het inrijgen van de
naaimachine en rijg de machine juist in.
Let op dat de persvoet omhoog staat wanneer u
de machine inrijgt, zodat de bovendraad de
juiste spanning krijgt.
B-21, A-5
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
Raadpleeg “Overzichtsschema stoffen/draad/
naald”.
B-28
De bovendraad is
te strak.
De onderdraad is onjuist geplaatst. Plaats de onderdraad op de juiste wijze. B-18, A-4
Onderdraad breekt.
Spoel is niet juist geplaatst. Plaats de spoel opnieuw en op de juiste manier. B-18
Onderdraad onjuist opgewonden. Gebruik een spoel die juist is opgewonden. B-15
Er zitten krassen op de spoel of de spoel draait
niet goed.
Plaats de spoel opnieuw. B-18
Draad is verstrikt geraakt.
Knip bijvoorbeeld met een schaar de verstrikte
draad af en haal deze uit de grijper, enzovoort.
A-8
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
Onjuiste spoelen werken niet goed. Gebruik
alleen spoelen die voor deze machine zijn
ontworpen.
B-15
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Remedie Pagina










