Operation Manual

Afwerksteken
Naaien S-11
NAAISTEKEN
S
Naai afwerksteken langs de rand van afgesneden stof om
rafelen te voorkomen.
Afwerksteken naaien met afwerksteekvoet
“G”
Raadpleeg voor het gebruik van onderstaande tabel
“Gebruik van de naaisteektabellen in het gedeelte
“Naaien”” in het gedeelte “Basishandelingen”.
* U kunt steekpatronen direct selecteren door tijdens de
vooraf ingestelde naaisteekmodus op de cijfertoetsen van
de machine te drukken. Zie het gedeelte
“Basishandelingen”.
a
Bevestig afwerksteekvoet “G”.
b
Selecteer een steek.
c
Plaats de rand van de stof tegen de geleider van de
persvoet en breng de persvoethendel omlaag.
1 Geleider
d
Naai met de rand van de stof tegen de
persvoetgeleider.
1 Naaldpositie (waar de naald neerkomt)
e
Wanneer u klaar bent, drukt u op de “Start/Stop”-toets
om te stoppen met naaien. Zet de persvoet en naald
omhoog en trek de stof naar achteren om deze te
verwijderen.
Afwerksteken
Steeknaam Steek
Model 4
Persvoet
Model 3, 2
Model 1
Steeknummer
Afwerksteek
1-15
15
* 13*
G1-16 16 14
1-17 17 15
G
a
VOORZICHTIG
Nadat u de steekbreedte hebt aangepast,
draait u het handwiel naar u toe (tegen de klok
in). Controleer of de naald de persvoet niet
raakt. Als de naald de persvoet raakt, kan de
naald breken en letsel veroorzaken.
1 De naald mag de middenstang niet raken
Als de persvoet in de hoogste stand staat, raakt
de naald de persvoet mogelijk.
1