User Manual

Table Of Contents
7 - 8 SCANNEN IN EEN NETWERK
Naar bestand scannen
Wanneer u Naar bestand scannen selecteert, kunt u een
zwart/wit-document of kleurendocument scannen en direct naar een
PC in het netwerk verzenden. Het bestand wordt opgeslagen in de
map en in het bestandsformaat dat u op de PC in het
ControlCenter2.0 hebt geconfigureerd. U kunt de configuratie van de
toets Scan wijzigen. (Raadpleeg
Bestand
op pagina 3-11.)
1
Het document laden.
2
Druk op (
Scan
).
3
Druk op
of
om
Scan naar file
te selecteren.
Druk op
Menu/Instellen (Set)
.
4
Druk op
of
om de gewenste PC te selecteren waarheen u
wilt zenden.
Druk op
Menu/Instellen (Set)
.
Wanneer het LCD-scherm u vraagt een PIN-code in te voeren,
voert u op het bedieningspaneel de 4 cijfers van de PIN-code
voor de betreffende PC in.
Druk op
Mono Start
of
Kleur Start
.
De machine begint het document te scannen.
Voor netwerkscannen worden de selecties van het
ControlCenter2.0 alleen gebruikt voor het configureren van de
Scantoets. U kunt het netwerkscannen niet starten met het
ControlCenter2.0.
Er kunnen maximaal 25 clients op een machine binnen een
netwerk zijn aangesloten. Wanneer er bijvoorbeeld 30 clients
tegelijk een verbinding proberen te maken, worden er 5 niet
weergegeven op het LCD-scherm.
Scan naar file