User's Guide
Table Of Contents
- Definitie van Waarschuwing, Let op en Opmerking
- Veilig gebruik van de printer
- INHOUDSOPGAVE
- BELANGRIJKE INFORMATIE: REGULERINGEN
- Handelsmerken
- HOOFDSTUK 1 OVER DEZE PRINTER- Wat zit er in de doos
- Een plaats voor de printer kiezen
- Welke soorten papier kan ik gebruiken
- Afdrukmethoden- Afdrukken vanuit de bovenste papierlade (afdruk met bedrukte zijde naar beneden uitvoeren)
- Afdrukken vanuit de multifunctionele lade
- Afdrukken op enveloppen (afdruk met bedrukte zijde naar boven uitvoeren)
- Afdrukken op etiketten, transparanten enz.
- Afdrukken naar de face-up uitvoerlade (afdruk met bedrukte zijde naar boven uitvoeren)
- Handinvoer
 
 
- HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
- HOOFDSTUK 3 HET BEDIENINGSPANEEL
- HOOFDSTUK 4 TOEBEHOREN- Los verkrijgbare accessoires en supplies
- Kussentje voor de onderste papierbak en de stabilisator (SB-4000)
- Onderste papierbak (LT-4000)
- De duplexbak (DX-4000)
- De mailbox
- Netwerkkaart (NC-4100h)
- CompactFlash-kaart
- RAM uitbreiden
- Hard Disk Drive (HD-6G/HD-EX)
- IrDa-interface (IR-1000)
- Kit met optionele lettertypen (BS-3000)
 
- HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
- HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
- APPENDIX
- INDEX
APPENDIX
Appendix–41
 • Als EAN 8, EAN 13 of UPC A is geselecteerd met de parameter “t5” of
“T5”:
Dan worden de numerieke tekens “0” t/m “9” als gegevens in de
streepjescode geaccepteerd. Het aantal tekens dat in een streepjescode
kan worden gebruikt, is beperkt zoals hieronder aangegeven.
EAN 8: Totaal 8 cijfers (7 cijfers + 1 controlecijfer)
EAN 13: Totaal 13 cijfers (12 cijfers + 1 controlecijfer)
UPC A: Totaal 12 cijfers (11 cijfers + 1 controlecijfer)
Als er meer of minder cijfers worden gebruikt dan hierboven wordt
aangegeven, sluipen er fouten in de gegevens en worden de gegevens als
normale gegevens afgedrukt. Als een onjuist controlecijfer wordt gebruikt,
berekent de printer het controlecijfer automatisch, zodat toch de juiste
streepjescode kan worden afgedrukt. Als EAN13 is geselecteerd en u een
“+” en een 2- of 5-cijferig nummer aan de gegevens toevoegt, kunt u een
uitgebreide code maken.
• Als UPC-E is geselecteerd met de parameter “t6” of “T6”:
Dan worden de numerieke tekens “0” t/m “9” als gegevens in de
streepjescode geaccepteerd.
(1) 8 cijfers Standaardformaat. Het eerste teken moet een “0” zijn en
de gegevens moeten eindigen met een controlecijfer.
Totaal 8 cijfers = “0” + 6 cijfers + 1 controlecijfer.
(2) 6 cijfers Het eerste teken en het laatste controlecijfer worden uit de
8-cijferige gegevens verwijderd.
 *1: Voor 8 cijfers kan “?” worden gebruikt in plaats van een
controlecijfer.
 *2: Door “+” en een 2- of 5-cijferig nummer aan het einde van de
gegevens toe te voegen, maakt u een uitgebreide code voor alle 6-
en 8-cijferige formaten.
• Als Codabar is geselecteerd met de parameter “t9” of “T9”:
Tekens “0” t/m “9”, “-”, “ . ”, “$”, “/”, “+”, “ : “ kunnen worden afgedrukt. Letters
“A” t/m “D” kunnen worden afgedrukt als een start-stop code en kunnen als
kleine letters of hoofdletters worden ingevoerd. Zonder start-stop code
zullen er fouten in de gegevens sluipen. U kunt geen controlecijfer
toevoegen en als u “?” gebruikt, zullen er fouten in de gegevens sluipen.
• Als Code 128 Set A, Set B of Set C is geselecteerd met respectievelijk
de parameter “t12” of “T12,” “t13” of “T13,” of “t14” of “T14”:
Code 128 sets A, B en C kunnen afzonderlijk worden geselecteerd. Set A
codeert tekens Hex 00 … 5F. Set B codeert tekens Hex 20 … 7F. Set C
codeert numerieke paren 00 … 99. U kunt schakelen tussen de codesets










