User's Guide
Table Of Contents
- Definitie van Waarschuwing, Let op en Opmerking
- Veilig gebruik van de printer
- INHOUDSOPGAVE
- BELANGRIJKE INFORMATIE: REGULERINGEN
- Handelsmerken
- HOOFDSTUK 1 OVER DEZE PRINTER- Wat zit er in de doos
- Een plaats voor de printer kiezen
- Welke soorten papier kan ik gebruiken
- Afdrukmethoden- Afdrukken vanuit de bovenste papierlade (afdruk met bedrukte zijde naar beneden uitvoeren)
- Afdrukken vanuit de multifunctionele lade
- Afdrukken op enveloppen (afdruk met bedrukte zijde naar boven uitvoeren)
- Afdrukken op etiketten, transparanten enz.
- Afdrukken naar de face-up uitvoerlade (afdruk met bedrukte zijde naar boven uitvoeren)
- Handinvoer
 
 
- HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
- HOOFDSTUK 3 HET BEDIENINGSPANEEL
- HOOFDSTUK 4 TOEBEHOREN- Los verkrijgbare accessoires en supplies
- Kussentje voor de onderste papierbak en de stabilisator (SB-4000)
- Onderste papierbak (LT-4000)
- De duplexbak (DX-4000)
- De mailbox
- Netwerkkaart (NC-4100h)
- CompactFlash-kaart
- RAM uitbreiden
- Hard Disk Drive (HD-6G/HD-EX)
- IrDa-interface (IR-1000)
- Kit met optionele lettertypen (BS-3000)
 
- HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
- HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
- APPENDIX
- INDEX
2-22
A
A
u
u
t
t
o
o
m
m
a
a
t
t
i
i
s
s
c
c
h
h
e
e
i
i
n
n
t
t
e
e
r
r
f
f
a
a
c
c
e
e
s
s
e
e
l
l
e
e
c
c
t
t
i
i
e
e
Deze printer heeft een functie voor automatische interfaceselectie. Wanneer
de printer gegevens van de computer ontvangt, kiest hij automatisch de
juiste interface.
Bij gebruik van de parallelle interface kan de snelle en bi-directionele
communicatie worden aan- of uitgezet. Gebruik hiervoor het
bedieningspaneel en de selecteer de gewenste optie in de modus
INTERFACE. Raadpleeg hoofdstuk 3 voor meer informatie hierover.
Aangezien de automatische interfaceselectie in de fabriek is ingesteld op
AAN, hoeft u alleen maar de interfacekabel op de printer aan te sluiten.
Bij gebruik van de seriële interface moeten de communicatie-instellingen op
zowel de printer als de computer aan elkaar worden aangepast. Aangezien
de automatische interfaceselectie standaard is ingesteld op bepaalde
fabrieksinstellingen, kunt u, indien uw computer de onderstaande
instellingen heeft, de interfacekabel gewoon aan de printer aansluiten.
Communicatieparameters Fabrieksinstellingen
Baudrate (snelheid voor gegevensoverdracht) 9600
Type code (aantal bits oftewel lengte van gegevens) 8 bits
Pariteit (controle op gegevensfouten) Geen
Stop bit (gegevensscheiding) 1 stop bit
Xon/Xoff (protocol voor aansluitingsbevestiging) AAN
DTR (ER) AAN
Robuust Xon UIT
Als u een netwerkkaart hebt geïnstalleerd (Brother NC-4100h), selecteert u
via het bedieningspaneel NETWERK.
Indien nodig, kunt u de interface of de parameters voor de seriële
communicatie ook zelf instellen, en wel door deze via het bedieningspaneel
in de modus INTERFACE te selecteren. Raadpleeg hoofdstuk 3 voor meer
informatie hierover. Voor de instellingen op de computer verwijzen wij u naar
de handleiding van uw computer of de software die u gebruikt.










