Network User's Guide

Table Of Contents
HOOFDSTUK 9 LAT-NETWERK CONFIGUREREN
9-4
2. Gebruik de VMS-editor om een tekstbestand met de benodigde
configuratieopdrachten te maken (u kunt echter ook het bestand
LAT$SYSTARTUP.COM voor VMS 5.5-x en recentere systemen bewerken, of
LTLOAD.COM voor oudere VMS-systemen). Onderstaand voorbeeld maakt een
afdrukwachtrij met de naam XJ op LAT-poort 33 voor een afdrukserver met de
standaardknooppuntnaam BRN_310107, waarbij gebruik wordt gemaakt van de
LATSYM-processor en het standaard VMS-formaat:
$MCR LATCP
CREATE PORT LTA33:/APPLICATION
SET PORT LTA33:/NODE=BRN_310107/PORT=P1
SHOW PORT LTA33:
EXIT
$SET TERM LTA33:/PASTHRU/TAB/NOBROADCAST-
/PERM
$SET DEVICE/SPOOL LTA33:
$INIT/QUEUE/START/ON=LTA33:/PROC=LATSYM XJ
Gebruik als knooppuntnaam, poortnaam (P1), LAT-poort en wachtrijnaam de eigenlijke
namen uit uw netwerk. Als u een servicenaam gebruikt, specificeert u:
/SERVICE= servicenaam in plaats van /PORT=P1.
Gebruik altijd de standaardnamen, tenzij u deze hebt gewijzigd.
Let erop dat u PROC=LATSYM specificeert, anders kan de wachtrij verzoeken van meerdere
host-computers niet bedienen.