Network User's Guide

Table Of Contents
HOOFDSTUK 9 LAT-NETWERK CONFIGUREREN
9-5
3. Voer het zojuist gemaakte opdrachtbestand uit. Hiertoe typt u als antwoord op de
VMS "$" prompt het teken "@" plus de bestandsnaam (bijvoorbeeld
@LATSTART.COM). Het is bovendien raadzaam om de opdracht "@filename" in
uw systeemopstartbestand op te nemen, zodat de procedure automatisch wordt
uitgevoerd telkens wanneer het systeem opnieuw wordt opgestart.
4. Definieer of wijzig een formaat voor gebruik met de afdrukserver. VMS maakt
doorgaans gebruik van formaten voor het definiëren van de paginalayout. Als u
grafische afbeeldingen of PostScript-taken afdrukt, moet u om printerfouten te
voorkomen uw formaat voor NOTRUNCATE en NOWRAP definiëren. Als u
bijvoorbeeld het standaardformaat van VMS, DEFAULT, opnieuw wilt definiëren,
typt u bij de "$" prompt onderstaande regel:
DEFINE/FORM DEFAULT/NOTRUNCATE/NOWRAP
Als u een nieuw formaat wilt definiëren, mag u niet vergeten om ook
STOCK=DEFAULT te definiëren (tenzij u speciaal papier wilt gebruiken) en moet de
wachtrij worden geïnitialiseerd met de optie DEFAULT=FORM. Als u bijvoorbeeld
een formaat wilt maken met de naam PCL voor de wachtrij BRN op LAT-poort
LTA33:, typt u:
DEFINE/FORM PCL/NOTRUNC/NOWRAP/STOCK=DEFAULT
INIT/QUEUE/START/ON=LTA33:/PROC=LATSYM/-
DEFAULT=FORM=PCL BRO
5. U kunt nu gaan afdrukken. Gebruik de opdracht PRINT gevolgd door de naam van de
wachtrij en het bestand dat u wilt afdrukken (zie onderstaand voorbeeld):
PRINT/QUEUE=BRN MYFILE.TXT
Wordt het bestand niet afgedrukt, controleer dan de configuratie van de hardware en de
software en probeer opnieuw af te drukken. Raadpleeg de sectie "Problemen oplossen" in deze
gebruikershandleiding als het bestand nu nog niet wordt afgedrukt.