Network User's Guide

Table Of Contents
HOOFDSTUK 1 AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN
1-2
TCP/IP
Brother-afdrukservers worden door het netwerk beschouwd als een UNIX-host-computer met
een uniek IP-adres, die het daemon-protocol lpd voor regelprinters uitvoert. Het resultaat is,
dat elke host-computer die de externe LPR-opdracht van Berkeley ondersteunt, taken naar
Brother-afdrukservers kan spoolen zonder dat daarvoor op de host-computer speciale software
nodig is. Voor speciale toepassingen zijn bovendien raw TCP-poorten verkrijgbaar.
De afdrukservers Brother NC-3100h en NC-4100h ondersteunen eveneens het FTP-protocol.
Dit protocol kan worden gebruikt om afdruktaken te sturen van Unix-systemen.
Brother-afdrukservers zijn vooraf geconfigureerd om te worden gebruikt op een TCP/IP-
netwerk, waarbij slechts minimale instellingen hoeven worden gemaakt. De enige verplichte
configuratie voor de afdrukserver is de toekenning van een IP-adres, dat ofwel automatisch
wordt toegekend via DHCP, BOOTP enz., of handmatig kan worden toegekend via de ARP-
opdracht , BRAdmin, het bedieningspaneel vooraan op de printer (indien van toepassing), enz.
Raadpleeg de installatiehandleiding of raadpleeg hoofdstuk 12 in deze handleiding voor
nadere informatie over het instellen van het IP-adres voor de afdrukserver.